:£L"'i fan boerderij en organisati
De cultuurtechniek en haar toekomst
20 ZEEUWSCH LANDBOUWBLAD.
THOLEN EN ST. PHUJPSLAND.
3 Januari.
Koning Winter heeft zijn heerschap
pij naar onze streken uitgebreid. Hoe
wel hjj ons in het afgelopen najaar ze
ker niet onwelwillend gezind geweest
is, kwam h\j toch nog voor velen on
gelegen binnenvallen. Het ploegwerk
is nog niet aan de kant; buiten de di
recte herverkavelingsgebieden liggen
er hier en daar toch nogal flinke stuk
ken ongeploegd.
Ook voor de herverkavelingswerk
zaamheden betekent de komst van Ko
ning Winter een vertraging en wellicht
spoedig een stilleggen van het werk.
Zeker, een beetje winter kan de boer
niet missen, maar laten we hopen, dat
het nu begonnen weertype niet al te
lang voortduurt
De meeste aardappel- en bietenkuilen
waren reeds tegen de komende vorst
periode verzekerd. Zo ook diverse uien-
rennen en -hopen. Met papier en met
zeilen tracht men zijn producten uit de
vorst te houden.
Het meeste werk op de bedrijven ligt
nu vrijwel stil. Het weinige vaste per
soneel dat men nog heeft, scharrelt nu
een beetje in de schuren of is bezig om
de kavelsloten schoon te maken van
het nog aanwezige riet. Overigens be
tekent zo'n vaste kern de laatste jaren
tijdens vorst geen groot probleem meer.
Het aantal vaste arbeidskrachten neemt
zienderogen af. Voor de weinige men
sen, die men nog heeft, is allicht nog
wel het een en ander te doen, ook tij
dens vorst.
Overigens gaat deze vaste-kern-in-
krimping wel een groot probleem, in
het leven roepen. Allerwege wordt ge
propageerd: zorg voor een goede vaste
arbeiderskern. Ja, ja, volkomen met
deze propaganda eens, maar hoe kun
nen wij daar voor zorgen als de arbei
ders het zelf niet willen?
Trouwens de algehele arbeidsbezet-
ting gaat een probleem uitmaken van
de eerste rang. Leest U maar het des
betreffende artikel in het Zeeuwsch
Landbouwblad van 14 dagen geleden.
De Kerst- en Nieuwjaarsdagen zijn
rustig verlopen. Het zag er aanvanke
lijk voor de Kerstdagen nog niet zo
mooi uit. Onze grote vijand van achter
de buitendijken, deed weer een inten
sieve aanval op onze vruchtbare lande
rijen. In spanning hebben velen in de
buitenpolders afgewacht hoe de be
schermende zeeweringen deze nietiwe
stormloop van het water zouden weer
staan.
Gelukkig bleef het water een kleine
meter lager dan op 1 Febr. 1953 en sloe
gen de nieuw aangelegde zeedijken vrij
wel overal de aanval resoluut af. Al
leen in de zeedijk van de Nieuwe An
nex Stavenissepolder werden nogal wat
gaten en gaatjes geslagen. Met man
en macht werden deze met zandzakken
provisorisch hersteld.
Verder is ons geen schade «van meer
dan normale norm bekend. Toch heeft
deze stormvloed ons weer eens aange
toond, dat men zich nimmer blind mag
staren op het feit, dat, normaal gespro
ken, een dergelijke vloed maar één keer
in dé twee a drie eeuwen voorkomt.
Een spoedige afsluiting van de zee
armen, dat vormt hier het gesprek van
de dag.
Moge het Deltaplan spoedig zijn be
slag krijgen.
ZITD-BEVELAND.
3 Januari.
Tot kort voor het einde van 1954
heeft de ene depressie de andere opge
volgd. Maar nauwelijks heeft het
nieuv/e jaar intrede gedaan of de de
pressie-activiteit heeft plaats gemaakt
voor een Scandinavisch hogedruk ge
bied. Dat betekent in het hartje van
de winter veelal vorst. Zo ook nu, al
zijn de temperaturen thans nog niet
ver onder het vriespunt geweest.
Ongetwijfeld zal een vorstperiode de
structuur van het bouwland gunstig
beïnvloeden, en zo zullen we dan ook
de onaangename temperatuur die dit
met zich mee brengt maar op de koop
toe nemen.
Aan de juiste verzorging van het vee
heeft het de laatste weken wel eens
wat ontbroken, maar dat kan nu ver
anderen. Ook aan de werktuigeninven
taris is nog wel het een en ander op
te knappen. Met zo'n drukke tijd ach
ter de rug, is het niet moeilijk de eerste
dagen werk te vinden. Nu is het ook
voor de boer de tijd om zijn bouwboek
ter hand te nemen. Met schuchter
neergeschreven cijfers en woorden heb
ik het bouwplan voor 1955 onder het
vorige geplaatst. Bij het opstellen van
het bemestingsplan werd ik wat moedi
ger, en toen dat voor elkaar was is de
knoop doorgehakt. Het bouwplan zou
geen grote wijzigingen meer ondergaan.
De man uit de Bilt vertelde vorige
week, dat 1955 weinig moeite zal moe
ten doen om ons beter weer te bezor
gen dan haar voorgangster, en daar
heb ik eerlijk gezegd dan ook wel reke
ning mee gehouden. De juiste vrucht
wisseling heeft wel het zwaarst ge
wogen. Zoals gewoonlijk zullen de per
celen die bestemd zijn voor bieten,
eerst nog onderzocht moeten worden
op het voorkomen van bietenaaltjes.
Men noemt deze rubriek „Van boer
derij en organisatie". Is het U wel eens
opgevallen, dat de „de boerderij" dik
wijls alleen aan bod komt? Laat ik dan
nu eindigen met onze organisatie.
Nu de winter is aangebroken en daar
mede vergadertijd, mag een aanmoedi
ging voor het bezoeken hiervan niet
ontbreken. En wanneer het te druk
met vergaderen mocht worden, laten
we dan dit afspreken, dat wanneer
onze afdeling of kring bijeenkomt, we
beslist dan aanwezig zullen zijn.
WALCHEREN.
3 Januari.
Koning Winter heeft het land plot
seling in zijn kille greep. Degenen, die
extra laat waren met het ploegwerk,
kunnen dit niet meer afmaken; wat
voor hen een tegenvaller betékent. Ove
rigens was de grond vlak vóór het in
vallen van de vorst prima droog. De
matige structuur van deze natte herfst
kan nog wel een flinke vorst gebruiken.
Met Vele collega's stonden we ver
bluft, toen we de demonstratie met de
plastic drainreiniger bezochten. Deze
methode is wel zeer eenvoudig en goed
koop. Ook is het aantrekkelijk om in de
winter dit werk te kunnen uitvoeren,
omdat er dan meestal weinig te doen
is op de bedrijven. Het luttel bedrag
kan voor niemand een bezwaar zijn en
dit is werkelijk een pracht-methode om
de drainage goed in orde te houden.
Het is te hopen, dat dit waardevolle
apparaat door vele collega's of loon
werkers zal worden aangeschaft.
Op de zware kleigronden bleken som
mige buizen na 5 jaren reeds ongeveer
1 cm slib te bevatten. Opgraven is met
de huidige lonen bijna onbetaalbaar.
Januari is wel bij uitstek de maand
van de vergaderingen. Ook de Z, L. M.-
afdelingen houden dan hun winterver
gaderingen. Het is een mooie gelegen
heid om dan eens wat nieuws te horen
over onze Organisatie of over een on
derwerp, dat het meest onze belang
stelling vraagt.. We kunnen zo onze
kennis eens verrijken en onze ervarin
gen met collega's uitwisselen.
Naast het goed lezen van onze vak
bladen zijn deze vergaderingen een on
misbare schakel voor een juiste be
drijfsvoering.
Naast de technische kant van onze
bedrijven zou het wel eens nuttig zijn
om meer aandacht te gaan besteden aan
de economische zijde van ons bedrijf.
Indien de economische opzet minder
juist is, zal het hoogste rendement niet
worden verkregen, ook al wordt er tech
nisch wel goed gehandeld.
De vereniging voor Bedrijfsvoorlich
ting „Walcheren" houdt ook deze win
ter weer haar praatavonden. Vooral
het onderwerp „De chemische onkruid-
beatrijding" is wel bijzonder urgent.
De hoge lonen en het geringe aanbod
van arbeidskrachten dwingen elke boer
om de geboden mogelijkheden ten volle
te benutten.
NOORD-BEVEL AND.
4 Januari.
De maand Januari wordt vaak de
wintermaand genoemd, maar het had
evengoed jaarvergaderingmaand mogen
zijn. En dat had men misschien even
vanzelfsprekend gevonden als dat wfl
het nu vinden, dat Januari de winter
maand is.
Want straks staan van achter de be
stuurstafel weer de secretarissen op als
kloeke helden, welke een jaarverslag
wrochten, een jaarverslag, etalerend
aan de leden de diverse activiteiten en
vorderingen, ontplooid en behaald in
het jaar, dat was. Zulk een jaarverslag
is in feite niets anders dan een foto en
daarom is een jaarverslag over 1954
niets anders dan een foto van het wel
en wee van de vereniging in het voor
bijgegane jaar. En daarom is het sta
peltje jaarverslagen van een vereniging
het foto-album der verenigingswerk
zaamheid.
Zo kreeg ik één dezer dagen zulk een
jaarverslag ter inzage en wel dat van
de Vereniging voor Bedrijfsvoorlichting
„Noord-Beveland", z\j het nog in een
embryonale gedaante.
,,'k Zal het aan critische blik onder
werpen en het helemaal lezen" beloof
de ik. En 'k hield woord, al moest ik
dan onder de stambonenproefvelden
ook erg gapen, 'k Verbouw nooit
stambonen en dan gaap je vanzelfspre
kend als je daarover iets leest.
Wat me wèl interesseerde, was het
aardappelproefveld bij Jansen en De
Lange. Waar bestrijdingsmiddelen
tegen phytophtora in doelmatigheid
met elkaar werden vergeleken. En
waar het modernere zinkcarbamaat het
traditionele koperoxychloride vërsloëg
met 10 meeropbrengst.
Nu was dit maar één proef, al lag hij
dan ook in viervoud. En daarbij maar
een proef in één jaar. Volgend jaar
zou een dergelijk proefveld wel geheel
andere uitkomsten te zien kunnen
geven.
Maar men heeft reeds een aantal
jaren geëxperimenteerd met zinkcarba
maat. En bijkans overal bleek, dat
men de hoogste opbrengsten verkreeg,
wanneer men vóór half Juli bespoot
met zinkcarbamaat en daarna met
koperoxychloride. Eerst met zink, om
dat dit de groei minder sterk remt dan
koper. Daarna met koper, want gaat
men door met gebruiken van zink, dan
kan men een hoger percentage met
kwaad aangetaste knollen verwachten.
En dat moet koper dus zien te verhel
pen.
En nu de uitkomsten van het proef
veld op Noord-Beveland.
Objecten: 1. Onbehandeld.
2. Colloïdaal koper.
3. Koperoxychloride.^
4. Tot half Juli zinkcarba
maat (Dithane Z 78)
daarna met koperoxy
chloride.
5. Enkel zinkcarbamaat
(Dithane Z 78).
Opbrengsten
Object
mud
kwade
kg p/ha
p/gemet
knollen
1.
37.670
224
3,8
2.
38.640
230
0.8
3.
39.810
237
0.3
4.
43.880
261
0.8
5.
44.250
263
1.4
Bij zijn afscheid als voorzitter van de Centrale
Cultuurtechnische Commissie heelt ir Alph L. H.
Roebroek een voordracht gehouden over het onder
werp ,,De cultuurtechniek en haar toekomst".
In de moderne cultuurtechniek tracht men het
gehele sociaal-economische en technische klimaat,
waarin de cultuurgronden zijn gelegen, in gunstige
zin te beïnvloeden. De cultuurtechnische werken
zijn in menig geval de basis, waarop tal van andere
verbeteringen ook op maatschappelijk gebied kun
nen worden aangebracht. Geleidelijk, aan is de ruil
verkaveling uitgegroeid tot een cultuurtechnisch
ingrijpen niet alleen op het gebied van verkaveling,
waterbeheersing, ontsluiting, maar ook op het ge
bied van boerderijenbouw en aansluiting bij de
nutsbedrijven der boerderijen.
Bij deze ontwikkeling komt de cultuurtechnicus
in contact met talrijke instanties, diensten eh ver
houdingen.
De toekomst van de cultuurtechniek hangt van
het slagen van dit contact af. De heer Roebroek
behandelde achtereenvolgens de samenwerking van
de cultuurtechnicus met ,de waterbouwkundige,
met de planoloog, met de maatschappelijk werker,
met de onderzoeker en voorlichter, om tenslotte
de invloed van het landbouwbeleid van de Overheid
op de ontwikkeling van oe cultuurtechniek aan
een beschouwing te onderwerpen.
De waterbouwkundige voert grote werken uit,
vele met een agrarische inslag, zoals indijkingen,
afwateringsprojecten, enz. Daarna vangt de cul
tuurtechnicus zijn arbeid aan. De toekomst zal af
hangen van de juiste samenwerking .van water
bouwkundige en cultuurtechnicus en zeker geldt
dit bij de gróte werken, die thans aan de orde zijn.
De samenwerking groeide met de waterbouw
kundige en werd steeds vaster, naarmate het ver
trouwen groter werd. Daarbij hebben verschillen
de Provinciale Waterstaten een cultuurtechnisch
ingenieur aangesteld, /terwijl in de laatste tijd ook
aandacht wordt geschonken aan de cultuurtechni
sche ervaring der aan te stellen technische ambte
naren.
Komende op het contact met de planoloog wees
spreker op het feit, dat grote oppervlakten culuur-
grond nodig zijn voor woningbouw en recreatieter
reinen in verschillende vorm. Het groeiend Neder
land heeft niet alleen woonruimte nodig, maar ook
voedsel. Daarbij is uitbreiding van de bodemproduc
tie noodzakelijk, ook om een behoorlijke export te
behouden in het belang van onze handelsbalans»
Aan de hand van vale studies op het gebied dei
sociografie met betrekking tot het platteland
wordt aangetoond, dat in menig landbouwgebied
het cultuurtechnisch werk de basis is, waarop de
nodige arbeid op maatschapjielijk terrein een aan
vang kan nemen. De cultuurtechnicus heeft geen
rechtstreekse bemoeiing op dit terrein, doch zijn
arbeid zal eerst dan rijke vruchten dragen, wan
neer ook deze maatschappelijke arbeid zal zijn ver
richt.
De millioenen, die worden besteed aan cultuur
technische arbeid, maken het noodzakelijk, dat de
arbeid zo juist mogelijk wordt verricht en dat van
de nieuw verkregen gronden een zo efficient mo
gelijk gebruik wordt gemaakt. Daartoe is nodig de
gelijk wetenschappelijk onderzoek en een grondige
voorlichting in die streken, waar de cultuurtechni
sche arbeid is verricht. Met bijzonder genoegen
maakte spreker in dit verband -gewag van het op te
richten Instituut voor Bodemkunde en Cultuurtech
niek. De voorlichting op bedrijfseconomisch en
maatschappelijk gebied dient uitsluitend uit te
gaan van de vrije maatschappelijke organisaties,
die daartoe door de Overheid financieel in staat
moeten worden gesteld.
OVERHEIDSBELEID.
Wat het overheidsbeleid op het gebied, van de
cultuurtechniek bestreft, deelde de heer Roebroek
als zijn zienswijze mede. dat hij de cultuurtechni
(Zie verder pag. 21.)