ZITDAGEN
30EKH0UDBUREAU
PIROLINEGERST
^onomisch-Tèéhitologisch tttstifëut
vcor Zeeluid
M I D D E L B U R GJ
ZATERDAG 8 JANUARI 1955.
WAARIN OPGENOMEN HET NOORD-BRABANTSCH LANDBOUWBLAD
TERN^ttzfN: Woensdag 12 Jan. in Hotel „Des
Pays-Bas".
No. 2256. Frankering bij abonnement: Terneuzen.
46e Jaargang
ZEEUWSCH
Officieel Orgaan van de Zeeuwsche Landbouw Maatschappij (Z. L. M.)
de Noord-Brabantsche Maatschappij van Landbouw en andere Verenigingen
ver
Hel Nieuwe Jaar is begonnen en zoals het ge
bruikelijk is hebben vele groten der aarde min of
meer wijze woorden gesproken. Overal kenmerk
ten deze gelegenheidsredevoeringen zich door
gematigd optimisme.
De Russen zeiden enkele vriendelijke dingen over
tie Amerikanen en iedereen was het erover eens,
dat ier heus geen oorlog nodig is om de moeilijk
heden, die er zo in de wereld liggen, op te lossen.
Frankrijk "beterde nog net op tijd haar leven en nu
zullen de Duitsers een leger mogen opbouwen,
waarvoor hoogstwaarschijnlijk alle voorbereidin
gen al getroffen zijn.
Ook in ons land zeiden verschillende belangrijke
personages hun mening over het nieuwe jaar. Wat
opviel was dat ook hier de optimistische geluiden
overheersten. De hoogconjunctuur zal nog wel
enige tijd voortduren en daarmede de volledige
werkgelegenheid. Wat ons ook opviel en wat wij
reeds wisten, was dat allerwege de vooruitzichten
voor de landbouw
niet gunstig
werden beoordeeld. Onze Nederlandse landbouw
gaat een ongewis jaar tegemoet. Dat staat wel
vast. Nu is natuurlijk de toekomst altijd ongewis,
maar er zijn toch in het begin van 1955 enkele fac
toren op te noemen, die uitgesproken duiden op
omstandigheden, die voor diverse onderdelen van
de landbouw met een grote L, waaronder dus ak
kerbouw, veehouderij en tuinbouw wordt verstaan,
minder gunstige vooruitzichten bieden.
Wij zullen »er enige onder de loupe nemen.
In de eerste plaats dan is er geen sprake meer
van een schaarste aan levensmiddelen.
Hoewel er nog grote delen van de wereld zijn,
waar de mensen niet genoeg te eten hebben, is men
»er op internationaal niveau nog steeds niet in ge
slaagd het verbruik van deze mensen op te voeren.
Men is hierin in de crisisjaren niet geslaagd en
ook thans is dit probleem er weer. In het ene deel
van de wereld een overschot van bepaalde produc
ten en in het andere deel van deze zelfde aarde
honger. Maar juist daar heeft men de middelen
niet om de overschotten af te nemen. En een weg
schenken op grote schaal werkt economisch sterk
verstorend, waardoor het het vraagstuk hoe een
crisis te voorkomen niet oplost.
Wij zitten in de wereld van vandaag opnieuw met
overschotten van verschillende landbouwproduc
ten, die opgestapeld liggen in de Verenigde Staten
van Amerika en in Canada. Ofschoon deze landen
deze voorraden gelukkig niet tegen afbraakprijzen
op de markt werpen, hebben zij toch een sterk
prijsdrukkende werking.
Er is heel wat meer overleg tussen de verschil
lende regeringen en zeker niet onvermeld mag blij
ven het goede werk dat de F.A.O., de voedselorga-
nisatie van de Verenigde Naties verricht.
ZIERIKZEF: Donderdag 13'Jan. in Hotel „Huis
van Nassau".
ST. MA AT?TENSr,T TK: r>onderdag 13 Jan. in Hotel
„Hof van Holland".
MIDDELBURG: Donderdag 13 Jan. in Café „De
Eendracht".
ST, FHILIPSLAND: Zaterdag 15 Jan in Ho lel „De
Druiventros".
Maar een,en ander heeft tot gevolg gehad, dat de
wereldgraanprijzen op een zodanig peil liggen, dat
onze Nederlandse graanverbouwer weinig of geen
winst meer kan behalen, tenzij onze eigen Regering
ingrijpt. Voor een product als suiker ligt het het
zelfde, ja zelfs nog slechter. Dit alles maakt, dat
c.e georganiseerde landbouw het steeds moeilijker
heeft om bij de Overheid winstgevende prijzen te
bedingen. Er moet dan immers hier en daar geld
uit de schatkist bij en hiermede is Minister Van der
Kïeft ©yen weinig scheutig als zijn beroemde voor.
ganger.
Het speelt hier juist om de basisproducten, waar
op het beleid van de Minister van Landbouwl is ge
grondvest. Het gevolg hiervan is, dat er prijzjen uit
de bus komen, die de winst met mondjesmaat toe
meten. Hetgeen weer meebrengt, dat een tegenval
lende oogst of door omstandigheden optredende
hogere kosten betekenen, dat er geen winst ge
maakt wordt. Het risico van slecht weer is immers
voor Ó2 boer en Indien hij hogere lonen betaalt, dan
de contractlonen, zijn oo}< deze uitsluitend voor zijn
rekening.
Speculatief Bouwplan?
Het gevolg van een en ander is, dat de akker-
bouwboer de neiging krijgt van de basisproducten
weinig te telen en zijn heil meer gaat zoeken in
die gewassen, waarvoor geen prijzen worden vast
gesteld. Nog extra aangemoedigd door de achter
ons liggende jaren, waarin sommige dezer produc
ten zeer gunstig uit de bus kwamen. Hier is dus,
naast de Amerikaanse overschotten, de tweede
ongewisse factor. Hoe zal het prijsverloop zijn
voor producten als erwten, bonen, vlas en uien?
Er is niemand, die het zeggen kan. Er zijn hoog
stens in de loop van het komende jaar aanwijzin
gen te geven. Van te voren kunnen wij slechts
wijzen op het alom bekende euvel van achter de
markt aanzaaien. En als wij deze regel nu zouden
volgen, zouden wij natuurlijk moeten voorspellen,
dat er in ons land veel erwten zullen gezaaid wor
den. Voor de andere genoemde speculatieve gewas
sen valt niet veel te voorspellen. Normale opper
vlakten? Het lijkt wel waarschijnlijk.
Een derde zeer ongewisse factor, die eveneens
van invloed is op Bouwplan en resultaten, is
de arbeidsvoorziening en het loonpeil.
De volledige werkgelegenheid en de vele grote
herstel- en herverkavelingswerken, die worden uit
gevoerd, maken dat arbeidskrachten schaars zullen
blijven. Loopt het met het weer de eeuwige on
gewisse factor mee, dan zullen in vele delen
van onze provincie de moeilijke topperioden wel te
overbruggen zijn. Maar zelfs dan is het loonpeil
in de landbouw niet laag meer. En wij hebben
sterke vermoedens, dat het eerder hoger zal wor
den, dan hetzelfde blijven. Nog afgezien van de
officiële loonsverhogingen, die over de gehele linie
zullen worden doorgevoerd, is het bekend, dat spe
ciaal voor de landarbeid looneisen gesteld worden.
Hoe dit alles zal uitlopen, is niet bekend, doch wie
even nagaat hoe het sinds het einde van de oorlog
is gegaan, die weet, dat de stijgende lijn nog steeds
voortduurt. De laatste 6 loonsverhoging was
niet voor de hogere kosten van levensonderhoud,
maar ter meerdere welvaartsspreiding. Wat ver
wacht werd, geschiedde echter. Het ieven werd
vanzelfsprekend duurder en zo blijven wij in de
bekende spiraal zitten.
Wanneer wij nu de steeds stijgende loonkosten
bezien en daarbij voegen de slechte ervaringen en
resultaten, die in 1954 met de arbeidsintensieve
hakvruchten werden behaald, dan kan het bijna
niet anders of er zal een neiging zijn naar een
meer extensief bouwplan. Dat zou dus betekenen
minder aardappelen 'en, minder bieten. Daarnaast,
zoals Wij zagen, granen met weinig aanlokkelijke
prijzen. Ziehier het ongewisse beeld voltooid, waar
over wij hierboven spraken.
Wij kunnen slechts'adviseren een normaal bouw
plan op te stellen. Zowel voor het risico als Voor
de arbeidsvoorziening, de enig juiste oplossing.
Voor onze eigen provincie Zeeland blijven er ook
in 1955
vele wensen te vervullen.
Wij werden getroffen door een artikeltje in de
„Provinciale Zeeuwse Courant" op de plaats, waar
vóór de ziekte van de hoofdredacteur de „kantlij
nen" plachten te verschijnen. Het ging over het
leegzuigen van de buitenprovincies, zoals Fries
land en Zeeland, ten koste van de randstad Holland.
En ofschoon wij niet gaarne tot diegenen gerekend
zouden willen-worden, die zich steeds achtergesteld
gevoelen, hebben wij ditmaal loch met instemming
de strekking van het artikel gevolgd. Deze was,
dat do buitengewesten zich zeer moeilijk konden
ontwikkelen, doordat de bevolking veelal wegtrekt
naar de grote steden in Holland. Dit wegtrekken
geschiedt, omdat tal van voorzieningen in deze bui
tengewesten minder goed zijn, dan in het reeds
dichtbevolkte en veel verder ontwikkelde gebied.
Bouwvolume wordt met mondjesmaat toegemeten.
Daardoor kan men weer niets beginnen.
Wanneer men in vogelvlucht zijn gedachten laat
gaan over de problemen, die hier door de P. Z. C.
worden aangeroerd, dan komt men tot de onver
mijdelijke conclusie, dat er in provincies als Zee
land een aantal vicieuse cirkels zijn, waar rnen niet
uit kan komen, zonder dat deze van buitenaf door
broken worden. Al pratende over enkele proble
men, draait men steeds weer in een kringetje rond.
Er trekken veel mensen uit Zeeland weg jaarlijks.
Hierdoor stijgt het zielenaantal veel minder dan in
andere gebieden. 'Daarom krijgt men een zeer
laag bouwvolume. Dit heeft weer tot gevolg, dat
er geen animo is om zich in Zeeland te vestigen
of er te blijven.
En dan kan men weer van voren afaan beginnen.
Een tweede cirkel: Er is weinig industrie, dus
op dit gebied weinig werkgelegenheid. Men trekt
dus weg. Er is geen arbeidsoverschot. Nieuwe in
dustrieën vestigen zich niet gaarne in streken, waar
eerder een tekort dan een teveel aan arbeidskrach
ten bestaat. En wij zijn weer op het uitgangspunt
terug.
Een derde cirkel: de voorzieningen van het dun
bevolkte platteland met de gewone moderne hulp
middelen als electriciteit en waterleiding is hoogst
onvoldoende. Door de dunne bevolking zijn de af
standen groot en daardoor de kosten van aanleg
hoog. De afname is bij een te treffen voorziening
betrekkelijk laag. Door de hoge kosten van aanleg
kunnen velen deze niet betalen. Daardoor is de
afname-mogelijkheid nog geringer en de kosten
nog weer hoger. Door de slechte voorzieningen is
de animo, zich op het platteland te vestigen, ge
ring. De bevolkingsdichtheid blijft dus constant
of neemt nog verder af. Weer kan men van voren
afaan redeneren. En zo kunnen wij doorgaan.
Indien men in ons land niet bereid is het beleid
ten aanzien van de buitengewesten en van het plat
teland totaal te herzien, indien er geen andere wind
gaat waaien, dan blijven de cirkels cirkels. Dan
zal het leegzuigerf voortgaan.
Als men nietvvanuit het veel beter geoutilleerde
Holland deze gebieden gaat volpompen, dan zal de
vooruitgang achterblijven bij die van elders. Het
zou goed zijn als de daartoe bevoegde autoriteiten
in de betreffende provincies gingen samenwerken
om het leegzuigen te doen plaats maken voor vol
pompen. Men zou eens kunnen beginnen met een
gezamenlijk overleg. Want met te wachten op het
Deltaplan, zoals vanuit Den Haag wordt gesugge
reerd, gaan teveel kostbare jaren verloren.
S.
(Advertentie.)
KONINKLIJK KWEEKBEDRIJF
EN ZAADHANDEL
O. JVAN DER HAVE
KAPELLE-BIEZELINGE
goede me e 1 dauwr esistentie