Noord-Brabantsche Maatschappij van Landbouw DE JAARSWISSELING. TUINDERS, LET WEL! DE TUINBOUW IN DE PROVINCIE NOORD-BRABANT RONDOM DE BOERDERIJ. (Zie verder pag. 15.) 13 Bij de jaarswisseling gaan altijd onze gedachten terug naar datgene wat het afgelopen jaar ons heeft gebracht. We kunnen dan vaststellen, dat. wat het weer betreft, het jaar 1954 een zeer uitzon derlijk jaar geweest, veel regen, weinig zon en wei. nig warmte. Deze factoren hebben niet alleen een ongunstige invloed gehad op de groei onzer produc ten, maar ook op het oogsten en het vervoeren daarvan. Er was een nijpend tekort aan geschool de arbeidskrachten, waardoor in sommige gebieden zeer grote spanningen optraden, doch dank zij de samenwerking tussen de werknemers, en werk geversorganisaties, konden de moeilijkheden nog tijdig worden overbrugd, zodat een catastrofe kon worden voorkomen. De exploitatiekosten der be drijven liepen echter door deze omstandigheden zeer aanzienlijk omhoog, waardoor het netto-rende ment nadelig zal worden beïnvloed. Bij dit alles is echter gebleken, dat onze boeren opgewassen zijn tegen de moeilijkheden, welke zij op hun weg ontmoeten. Economisch gezien, was er een dalende tendenz waar te nemen bij de prijzen van verschillende producten en moesten er maatregelen worden ge troffen om aan een te grote daling der prijzen in bepaalde gebieden, waar tegen hoge productiekos ten wordt geproduceerd en waar bepaalde gewas sen de kostprijs niet konden halen, paal en perk te stellen Het produceren tegen een lonende prijs in een tijd van schaarste stelt nu eenmaal andere eisen, dan in een tijd van overvloed. In het komende jaar zal dan ook ongetwijfeld onze aandacht op deze materie gevestigd moeten blijven om te zorgen, dat voor de boer een redelijk bestaan wordt gewaarborgd. Het jaar 1955. dat voor ons alles nog verborgen houdt, zal het jaar worden, waarin wij ons meer vertrouwd zullen moeten maken met de werking van het Landbouwschap, dat eindelijk, vele jaren na de oorlog haar werkzaamheden is begonnen. Deze instelling moet bij onze landbouwende bevol king meer gaan leven. Wij zullen de waakzaamheid, die in 1954 werd betracht bij het nemen van maatregelen op agra risch gebied niet moeten laten verslappen in het jaar 1955. Ongetwijfeld zal veel van onze Hoofd bestuursleden en leden van het Dagelijks Bestuur worden gevraagd bij de bestudering en advisering van te nemen maatregelen. Ik dank de leden, de Hoofdbestuursleden, leden van het Dagelijks Bestuur en Adviserende leden, hartelijk voor al hetgeen zij in het afgelopen jaar voor onze Noord-Brabantsche Maatschappij van Landbouw hebben gedaan, ieder op zijn plaats en met de hem gegeven talenten. Mag ik ook voor 1955 wee^ dezelfde toewijding vragen en op dezelf de prettige samenwerking rekenen, zoals die in 1954 werd ondervonden. Ik wil eindigen met allen. Hoofdbestuursleden, leden van hel Dagelijks Bestuur. Adviserende leden, ieden en personeel van de Noord-Brabantsche Maatschappij van Landbouw een Gelukkig en Voor spoedig 1955 toe te wensen voor gezin en bedrijf. De Voorzitter der Noord-Brabantsche Maatschappij van Landbouw, W. G. DE WAARD. Werkendam, 31 December 1954. Wij vestigen er hierbij de aandacht op, dat de tuinders, die oorlogsschade leden aan tuinbouw- opstallen en deze opstallen reeds hebben hersteld, uiterlijk Donderdag 6 Januari a.s. een aanvullende bijdrage moeten hebben aangevraagd. Zij, die deze dus nog niet hebben aangevraagd, dienen onverwijld papier en pen of potlood te nemen om de navolgende voorbeeld-opgave daarop over te schrijven en daarbij hun naam en adres in te vullen. Dat beschreven vel papier gelieve U dan direct in een gefrankeerde enveloppe te sluiten en aan het Ministerie van Wederopbouw en Volkshuisves ting te 's-Gravenhage (Van Alkemadelaan 350) toe te sturen. (woonplaats) (datum) Aan het Ministerie van Wederopbouw én Volkshuisvesting, Van Alkemadelaan 350 te '-GRAVENHAGE. Ondergetekende, wonende te .straat(weg) no verzoekt hierbij om toekenning van een aanvullende bijdrage voor zijn geleden schade aan tuinbouwopstallen. (handtekening) Zij, die niet tijdig een aanvrage hebben gedaan, verkrijgen géén aanvullende bijdrage en zullen derhalve het crediet, dat zij ontvingen, geheel moe ten terugbetalen. Volledigheidshalve merken wij nog op, dat onder tuinbouwopstallen worden verstaan: warenhuizen, kassen, platglas, witlofopstanden met bijbehoren de verwarmingsinstallaties e.d., ketelhuizen en schuren. li. DE TUINBOUW IN DE VERSCHILLENDE DELEN DER PROVINCIE Na in het voorgaande de Brabantse tuinbouw in het algemeen besproken te hebben, worden in het kwartaalverslag van het E.T.I. de diverse delen van de provincie nader besproken. BERGEN OP ZOOM Bergen op Zoom kent van oudsher de tuinbouw. De tuinders wonen in de stad en hebben hun grond buiten de stad. De bedrijven zijn zeer dikwijls ver deeld over een aantal verspreid liggende kleine per celen, hetgeen niet bevorderlijk is voor een rationele productie. Deze versnippering is een gevolg van de bevolkingsgroei en het gebrek aan grond. Ook trachten sommige tuinders op verschillende plaatsen percelen te verkrijgen om te profiteren van de bij zondere eigenschappen van een bepaald stuk grond. Deze handelwijze hangt samen met de grote variatie van gewassen op de bedrijven. De veiling te Bergen op Zoom is voornamelijk een consumptieveiling. De voornaamste producten zijn: asperges, aardbeien, princessebonen, bloemkool, prei, knolselderij, sla, peen, spinazie, spruitkool en witlof. Een groot deel van de aanvoer van de groente gaat via de consumptieveiling naar de klein handel in de omgeving. De rest gaat naar de con- servenindustrie en de export. De omzet bedroeg in 1952 2.338,120,zijnde 10 van de totaal in onze provincie geveilde producten. Een moeilijk probleem vormt het door de stads uitbreiding verloren gaan van goede, onvervangbare tuingrond. Dit weegt des te zwaarder, daar gebrek is aan goede tuingrond en vele percelen te kampen hebben met een te hoge waterstand. OUDENBOSCH EN OMGEVING Hier moet onderscheid gemaakt worden tussen de tuinders en de boeren-tuinders in Oudenbosch en de landbouwers uit de omgeving, d.w.z. Oud- en Nieuw-Gastel, Hoeven en Rucphen, die op hun land bouwbedrijven ook tuinbouwgewassen verbouwen. De tuinders in Oudenbosch zijn van oorsprong kleine boeren en arbeiders. Door grondgebrek gedwongen, gingen ook de boeren over tot tuinbouw. Het is niet onwaarschijnlijk, dat het aantal tuinders hier nog zal toenemen. Verschillende boeren sturen een zoon naar de tuinbouwschool. De bedoeling is dan het bedrijf te splitsen in een landbouwbedrijf en een tuinbouwbedrijf, dat kleiner van omvang is. De belangrijkste gewassen zijn aardbeien, fram bozen, princessebonen, spruitkool, asperges en bes sen. Daarnaast wordt aan de veiling in Oudenbosch een groot aantal groenten aangevoerd, zoals peen, prei, spinazie, bloemkool en vroege aardappelen. Deze producten worden vooral geleverd door de Oudenbossche tuinders, terwijl de aardbeien, de frambozen e.d. vooral afkomstig zijn van de ge mengde landbouwbedrijven in de omgeving. I)E BARONIE VAN BREDA Ook hier moet onderscheid gemaakt worden tus- ten een groep tuinders, die van oudsher in Breda en directe omgeving gevestigd is en een grote groep tuinbouw-beoefenende boeren uit het omliggende gebied, dat zich uitstrekt van Baarle-Nassau en Gilze-Rijen tot aan de Maas in het Oosten, tot Etten-Leur en Zevenbergen in het Westen en tot Zundert in het Zuiden. Vanwege de bijzondere be tekenis van Zundert, zullen wij deze gemeente apart bespreken. In en rond Breda zitten de „zuivere" tuinders, de zgn. hoveniers. Deze voeren hun producten van Januari tot December naar de veiling, voornamelijk naar de consumptie-veiling. De grond is zeer ge schikt voor de groenteteelt. De bedrijven zijn meer aaneengesloten dan in Bergen op Zoom. Op vele bedrijven is ook een goede verhouding tussen glas- en opengrondteelt aanwezig, waardoor een betere arbeids- en risicoverdeling wordt verkregen. De voornaamste gewassen zijn bloemkool, peen, spinazie, tomaten, sla, asperges, princessebonen en witlof. Ook worden op de meeste zuivere tuinbouw bedrijven aardbeien verbouwd. In het overige deel van het aanvoergebied van de Bredase veiling overheerst de klein fruit- en volle- gronds groenteteelt op het gemengde landbouw bedrijf. Het aandeel van de tuinbouw op de bedrij ven is uiteraard verschillend, al naar gelang de ambitie van de boer. Wel kan men zeggen, dat op bijna alle bedrijven kleiner dan 10 ha, tuinbouw gewassen verbouwd wórden en dat de oppervlakte tuinbouw per bedrijf toeneemt met het kleiner worden der bedrijven. De voornaamste gewassen zijn: aardbeien, fram bozen, boontjes, asperges "en spruitkool. Op vele be drijven heeft de intrede van de tuinbouw aanleiding gegeven tot het besteden van minder zorg aan de andere sectoren van het bedrijf; zij worden volko men ondergeschikt gemaakt aan de tuinbouw. Een ernstig euvel is gelegen in de omstandigheid, dat mede door de grote opeenhoping van de werkzaam heden in de zomermaanden meer zoons op het bedrijf en in de landbouw worden vastgehouden dan met het oog op hun toekomst verantwoord is. Dit kan weer aanleiding geven tot het ontstaan van kleine bedrijven, waar practisch geen vee meer aan wezig is en die bijna geheel uit tuinland bestaan. Het grote nadeel van deze bedrijven is echter, dat de gewassenkeuze zeer beperkt is. Het grootste deel vari het bedrijf wordt ingenomen door aardbeien en frambozen. Van een uitbreiding van de andere teel ten, zoals groenten, is echter geen sprake. Een belangrijk punt bij deze vorm van tuinbouw is de kwaliteitsverbetering van de producten. Spe ciaal bij de aardbeien laat de kwaliteit nog te wen sen over. De telers zullen meer doordrongen moeten zijn van het grote belang van een goede kwaliteit. Tot nu toe is verreweg het grootste deel van de aardbeienproductie bestemd voor industriële ver werking. Ook in de teelt voor de directe consumptie liggen nog mogelijkheden, maar hier geldt de eis van een goede kwaliteit nog sterker. Tenslotte zij nog vermeld, dat de conservenindustrie een grote invloed heeft gehad op de ontwikkeling van de tuinbouw in deze streek. Breda heeft de grootste veiling van onze pro vincie. De omzet bedroeg in 1952 ƒ9.618.964.—. zijnde 41,1 van de totaal in onze provincie geveilde pro ducten. ZUNDERT Van de ongeveer 9000 ha cultuurgrond in deze gemeente is 22 tuinland, terwijl 900 ha, d.i. 10 beteeld is met aardbeien. In 1952 bedroeg de totale omzet van de twee Zundertse veilingen 3.575.735,—. Zeggen wij hier nog bij. dat in Zundert een opper vlakte van ongeveer 175 ha boomkwekerijgewassen aanwezig is, dan zal het duidelijk zijn, welk een grote betekenis de tuinbouw voor de welvaart in deze gemeente heeft. Op practisch alle bedrijven worden enige tuin- bouwgewasen verbouwd. Naarmate de bedrijven kleiner zijn. neemt het aandeel van de tuinbouw toe. Op ruim 25 der bedrijven is de bedrijfsopper- vlakte voor meer dan de helft in beslag genomen door tuinbouwteelten. Bijna al deze bedrijven zijn kleiner dan 3 ha, hun gemiddelde bedrijfsgrootte bedraagt 1.6 ha. Gemiddeld is op deze bedrijven 79 van het bedrijf tuinland. De meeste hebben de landbouw- en veeteeltsector voor het grootste deel afgestoten. Zij hebben echter de noodzakelijke intensivering niet gerealiseerd in het verbouwen van meer en andere tuinbouwteelten, maar door uitbreiding van de oppervlakte reeds in Zundert voorkomende teelten, zoals aardbeien en frambozen. Vooral de aardbeien nemen een grote plaats in. On geveer 2/van het tuinland op de kleine bedrijven is met dit gewas bezet. Zulk een mono-cultuur heeft uiteraard zijn teelttechnische, economische en sociale bezwaren. Deze situatie is het gevolg van een voortdurende splitsing van bedrijven om de groeiende agrarische bevolking een plaats in de landbouw te verschaffen. In Zundert is men daarin, in tegenstellnig tot andere gemeenten, voor een zeer groot deel geslaagd. Het ziet er niet naar uit, dat aan deze bedrijfsversnippe- ring spoedig een eind zal komen. Om in de toekomst grote moeilijkheden te vermijden is een wijziging van het teeltplan en een sterkere afvloeiing een eerste vereiste. De overheersende plaats, die de aardbeienteelt inneemt, blijkt ook uit het feit, dat 70 van de omzet van de Zundertse veilingen in 1952 uit aard beien bestond. Daarnaast waren de frambozen met 23 van belang. De aanvoer van groenten heeft nog bijna niets te betekenen. In Zundert is verder nog een aanzienlijke teelt van boomkwekerijgewassen aanwezig. Ook hier zijn, evenals in Oudenbosch, een aantal grote boomkwe kerij bedrijven aanwezig, maar daarnaast is een gro ter aantal kleinere boomkwekers aanwezig, terwijl ook een aantal boeren en tuinders boomkwekerij- gewassen verbouwt. Dit in tegenstelling tot Ouden bosch, waar de teelt meer geconcentreerd is op een klein aantal grote bedrijven. (Wordt vervolgd.) DE WESTHOEK. Met recht kunnen we zeggen, dat we leven in de donkere dagen rond Kerstmis en Nieuwjaar, want de natuur is de laatste weken wel heel som ber geweest. Mist, regen, storm met dreiging van dijkdoorbraak, dus geenszins het weer, dat we

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1955 | | pagina 13