llan boerderij en organisatie 8e Jaarverslag Gezondheidsdienst voor dieren. 793 WEST ZEEUWS-VLAANDEREN. 4 December. De tijd rond St. Nicolaas wordt door velen beschouwd, als de tijd, waarin men de najaarswerkzaamheden pleegt klaar te krijgen. In vele jaren is dat het geval, maar dit jaar is het nog maar bij enkelen. We zien dan dat de wagens en werktuigen een goede beurt krijgen, alvorens opgeborgen te wor den. Wellicht zullen enkele percelen bietenland niet geploegd worden, doch a.s. voorjaar met schijveneg of cultiva tor zaaiklaar gemaakt worden. De reden hiervan is veeleer toe te schrij ven aan de verlate zomerwerkzaam- heden dan wel aan het slechte najaar. Want er zijn toch verschillende weken geweest, dat het behoorlijk najaarsweer geweest is. We kunnen op deze tijd van het jaar niet anders verwachten en moeten daar rekening mee houden. De prijzen zullen wellicht voor vol gend jaar van grote invloed zijn op de samenstelling van het bouwplan, maar ook de aanwezige arbeidskrachten moe ten dit helpen bepalen. Momenteel zitten we midden in het jachtseizoen. Wanneer we dan alle ver halen horen, komen we tot de conclu sie, dat er mooie staaltjes gepresteerd worden, maar ook dat er nog wel en kele minder sportieve jagers zijn. Zo kan het gebeuren, dat b.v. fazan ten, welke in deze streek helaas maar weinig voorkomen, door enkelen aan gekweekt en uitgezet worden. Gezien de geringe bebossing komt het dan dikwijls voor, dat deze vogels zich na verloop van tijd buiten het territorium van het eigen jachtterrein wagen. Welke brutaliteit ze meestal moeten bekopen met een gewisse dood, omdat dit voor sommige jagers aanleiding is om, inplaats van door deze vogels te sparen, en zodoende op langere termijn mede te helpen om de fazantenstand te helpen uitbreiden, gretig profiteren van het werk dat enkelen aanpakken. Dit is zeer onsportief, niet alleen tegenover de collega's maar ook omdat op deze manier een behoorlijke wild stand geen kans van slagen krijgt. Wil men werkelijk het preadicaat „jager" voeren, dan zal men zich dienen te onthouden van dergelijke handelingen. WALCHEREN. 7 December. Hoewel de werkzaamheden op oude bedrijven met dit gunstige weer nog aardig opschieten, zal het ploegwerk toch lang niet overal vóór Kerstmis klaar komen. Vorst kunnen we nog lang niet gebruiken en we hopen dat deze maar rustig uitblijft, totdat onze kalender een ander jaartal aangeeft. Het is nu erg druk met het ploeg werk, dat op sommige percelen met diepe wagensporen een zeer moeilijk karwei is. Ook het afdekken van voe derbieten en aardappelen duldt nu geen uitstel meer. Vele collega's, die anders hun aardappelen voor de winter verko pen, zijn door de lage prijs nu genood zaakt om nog een winterdek aan te brengen. Velen trachten door toevoe ging van een kiemremmingsmiddel nu hun aardappelen kiemvrij te houden tot AprilMei 1955. De kosten hiervan be dragen nog geen halve cent per kg en de kwaliteit blijft prima. Omzetten is dan overbodig en het gewichtsverlies is gering. Dure investeringen zoals bij koelhuizen komen hierbij niet te pas. Wat de aardappelprijs nog zal doen valt moeilijk te voorspellen. Zal de voorraad straks wel zo groot blijken als men nu aanneemt? Bij de huidige prijs is er bij een matige opbrengst van winst geen sprake en het lijkt bij de huidige prijs toch wel verantwoord om het verdere prijsverloop af te wachten. Met de lange winteravonden is er nu wat meer tijd om de veevoeding op het bedrijf eens nader onder de loupe te nemen. De voedervoorraad is als regel dit jaar niet in orde. De hoeveelheid sappig voer is meestal ruimschoots vol doende, maar de hoeveelheid en de kwa liteit van het hooi is onvoldoende. In vele gevallen zal aanvulling met zeer eiwitrijke koek het beste uitkomen, maar dit geldt lang niet voor alle ge vallen. Het opstellen van rantsoenen en het wegen van de verstrekte hoeveelheid voer is noodzaak om voordelig en toch goed te voeren. Nu ir Moens in een vo rig nummer heeft berekend dat de vol ledige verzorging van 30 koeien, zonder het melken, slechts 2 uur vragen is er zeker tijd over om het voer nu eens te wegen. Met recht zullen echter vele col lega's met mij twijfelen aan de uitvoer baarheid in de practijk. In 4 minuten zou men dan 1 koe moeten voeren, mes ten, kammen en borstelen, de gang schoonhouden enz. Volgens de veevoe ding is het juist om regelmatig kleine hoeveelheden te voeren, en waar blijft men dan met 4 minuten? ZUID-BEVELAND. 6 December. Het eind komt in 't zicht. Hier en daar nog een lapje bieten te rooien. De oppervlakte nog af te voeren bie ten mag nog wat groter zijn, maar met een week is dit alles achter de rug. Niet dat we dan klaar zijn. Er moet nog veel geploegd worden en de weers omstandigheden zullen heus niet te veel tegen moeten zitten of met de komende feestdagen is de ploeg op veel bedrijven nog niet afgeschuurd en opgeborgen. Dit jaar zal nog wel een poosje in onze herinnering blijven voortleven met z'n droog, koud voorjaar en natte zomer en herfst. Al moeten we ons niet ontveinzen, dat dit vlugger ver geten zal zijn dan we nu denken. Maar wie z'n oor te luisteren heeft ge legd, heeft het verstaan: het bouwplan 1955 zal er anders uitzien dan van 1954. De aardappelen en suikerbieten hebben te veel gekost en de opbrengst die daar tegenover staat maakt dit niet goed. Een laag suikergehalte bij de bieten en veel zieke aardappelen met een lage prijs tot nu toe. En dan het tweede argument; er zijn geen ar beidskrachten beschikbaar om deze ge wassen in dezelfde oppervlakte te telen. Nu vind ik het tweede argument belangrijker dan het eerste. Inderdaad zal het voor grote gedeelten van ons gebied noodzakelijk zijn, dat in de toe komst hierdoor het bouwplan ver anderd zal moeten worden. Een uitbreiding van de teelt van erw ten en gerst in 1955 zal wel zeker zijn. Wanneer dit een gevolg is van de goede prijzen in dit jaar voor deze producten, weet ik niet of dit wel juist is. Van achter de markt zaaien zijn we wel eens van een koude kermis thuisgekomen. Dat het bouwplan mede opgesteld wordt in verband met de be schikbare arbeidskrachten is van gro ter belang. En dit loopt van bedrijf tot bedrijf uiteen. Daarnaast zullen de werktuigen die man-uren kunnen uitsparen onze aan dacht moeten blijven houden. In dit verband vraag ik me af of het in 1955 nog wel nodig is suikerbieten met de hand te rooien. Wie de laatste weken bietenrooiwerktuigen aan het werk heeft gezien in zware, natte kleigrond, zou het haast zeggen, dat dit niet meer nodig is. De kleine WEHA bietenlichter deed het niet alleen goed op de demonstra ties, en daarnaast zag ik een 3-rijige enkele penlichter aan het werk die achter aan de trekker gebouwd is. De bieten bleven mooi recht in de grond staan, en de arbeiders hadden ze maar uit de grond te pakken. Volgens de boer werd hiermede 20 arbeidsbespa ring bereikt. We hebben echter nog wel even tijd om nog eens over één en ander te denken. Wat we onder meer nu te .doen hebben? Laten w\j allen die weiland in de komgebieden hebben dit een zo goed mogelijke ont watering geven. Dat zal de grasop brengst in 1955 ten goede komen. Het vee staat weer voor enkele maanden op stal. Nu vragen de ver zorging en voeding weer onze aandacht. Wilt U eens iets meer zien van een moderne verzorging en de hulpmidde len die daarbij mogelijk zijn? Dan moet U niet nalaten op Dinsdagmor gen 14 December om 9 uur naar het bedrijf van J. van Gilst, „Spoorzicht" te 's Heer Abtskerke te gaan. Naar ik hoorde zal daar op dat uur een demon stratie worden gehouden waar o.a. het juist opbinden van staarten en het rei nigen met behulp van een electrische stofzuiger zal worden getoond. Deze demonstratie wordt verzorgd door de Rijksveeteelt- en Rijksland- bouwconsulent. THOLEN EN ST. PMLIPSLAND. Wanneer we dit schrijven zitten we temidden in de St. Nicolaas-drukte. 't Is altijd een gezellige drukte, die meestal weinig „drukte" in de porte- monnaie achterlaat. We zitten echter niet alleen in de St. Nicolaas-drukte, ook op de bedrijven zitten we nog in de drukte, 't Lijkt wel of er geen eind aan komt. Zij heeft met de eerst ge noemde drukte gemeen, dat zij, inzon derheid dit jaar, vrijwel hetzelfde re sultaat in de portemonnaie achterlaat, en ze is in tegenstelling met de eerste nog ongezellig op de koop toe. We zijn allen een heel eind achter bij een vorig jaar vergeleken. De bie ten zijn op meerdere plaatsen nog niet uit de grond en er liggen er nog al wat op de akkers. En dat terwijl de laatste leveringsweek voor de deur staat. De opbrengsten waren over het al gemeen genomen redelijk; het suiker gehalte loopt nogal uiteen, maar is toch ook niet hoog. Wanneer onze in druk juist is, dan liggen de gehaltes in de geïnundeerde gedeelten een ietsje hoger dan die in de niet geïnundeerd geweest zijnde gronden. Het tarra- percentage is abnormaal hoog, hoe kan het ook anders met al dat „natte weer". Het aardappelpad loopt ook al niet over rozenwe menen wel dat alle aardappels gerooid zijn, maar daarmee is men er dit jaar niet mee klaar! De kwaliteit en de houdbaarheid blijken aan geen al te hoge eisen te beant woorden. Op meerdere plaatsen zien we aardappelkuilen inzakken, een wel zeer slecht teken! Gaat men daar zo'n kuil open maken, dan voelt men de warmte eruit komen. De aardappels blijken „natrot" te zijn, en daarna ontstaat broei die funest is voor de gehele kuil. Naast een finan ciële strop brengt dit weer veel werk mee, en dat terwijl de arbeidskrachten voor de boer toch al zo dun gezaaid zijn. Er moet nog heel wat geploegd wor den. Het ploegen gaat erg zwaar en vanwege de vele regens gaat het nog het beste met de paarden, 't Is maar te hopen, dat koning Winter niet al te vlug naar hier komt; hij zou momen teel nog zeer ongelegen komen! Vrijdagavond j.l. gaf de Thoolse Z. A. R. weer haar jaarlijkse ontspan ningsavond. Het geboden programma viel zeer in de smaak en de zaal was tot de laatste plaats bezet, ja meer dan dat. 't Was eigenlijk veel te vol. Wij geloven dat het bestuur er goed aan zou doen een volgend jaar twee avon den te geven. Het geboden programma was goed verzorgd, maar het duurde een beetje te lang. Nu valt het echter niet mee om ieder wat te geven, zon der daarbij in tijdnood te geraken. Het toneelstuk werd prima vertolkt en ook het stuk zelve was prima. Een stuk dat speelt op de boerderij met een op bouwende inhoud, welnu wat wenst de agrariër meer. De spelers brengen we alle hulde, zij hebben ons getoond, dat het niet nodig is om een gezelschap van buiten onze kring te laten komen. Jaarverslagen hebben 'het nadeel dat ze door gaans te laat verschijnen om iets actueels te bie den. Daar staat tegenover, dat ze voor allen, die be langstelling hebben, een waardevol overzicht geven van datgene wat bereikt werd. Dit geldt ook voor het 8e jaarverslag van de Gezondheidsdienst, dat betrekking heeft op de periode 1 Mei 19531 Mei 1954. Bij het« doorlezen van het verslag zijn ons een aantal zaken opgevallen, die in wijdere kring belang stelling verdienen. Het jaarverslag staat voor een groot gedeelte in het teken van de georganiseerde abortusbestrijding, wat niet te verwonderen valt, omdat op 1 November 1953 Zeeland t.b.c.-vrij ver klaard werd. Het reactiepercentage voor t.b.c. daalde dan ook van 1,2 tot 0,8%. Dat de abortusbestrijding het belangrijkste ge worden is toont ons het overzicht van de laborato rium-onderzoekingen met 11.528 melkmonsters en 1502 bloedmonsters, die in verband met deze ziek te werden onderzocht. DE ABORTUS BESTRIJDING. Doordat de fabrieken bij dit onderzoek werden betrokken kon het onderaoek op Walcheren, Tho- len en Zuid-Beveland op vrij grote schaal worden aangepakt. In het onderzoek op busmonsters waren ongeveer 1900 bedrijven betrokken. Daarnaast wer den van de positief reagerende bedrijven afzonder lijke melkmonsters van alle koeien genomen. De gemiddelde percentages positieve bedrijven waren als volgt: Walcheren 18% Zuid-Beveland 10% Tholen en St Philipsland 16% Ook werd nog een aantal bloedmonsters op de bedrijven genomen. Het reactiepercentage van de dieren wordt voor Walcheren geschat op 3%, ter wijl Zuid-Beveland en Tholen en St Philipsland resp. 1% en 3% reagerende dieren hebben. DE TJJ.C.-BESTRIJDING. In het jaarverslag wordt er nog eens uitdrukke lijk op gewezen dat de tegenvallers vaak veroor zaakt worden door aankoop van jongvee uit provin cies die nog niet vrij zijn. Dit geldt vooral voor Zuid-Holland, daar uit deze provincie veel dieren worden aangekocht. Het aantal tegenvallers waar voor geen subsidie verleend kon worden bedroeg GG, waarvan 49 uit Zeeuws-Vlaanderen afkomstig. Met subsidie werden 338 reageerders opgeruimd. Door het optreden van de z.g. a-specifieke reacties verkreeg de dienst weer veel wérk. Het aantal ge vallen (30%) waarin de oorzaak werd gevonden was echter hoger dan andere jaren. Het tegoed van de provincie Zeeland bij het Na tionaal Fonds bedroeg op 1 Juli 1954 410.294 met een totaal aan inkomsten van 1.548.396. Aan spaarheffingen werd in de gehele periode van de vrijmaking terugbetaalt 223.995, terwijl een be drag van 9.352,werd achtergehouden, omdat het bedrijf niet tijdig vrij was. Over het Centraal Stierenstation behoeven we in verband met het vele dat daarover de laatste tijd geschreven is, niet meer uit te wijden. Het to taal geïnsemineerde dieren bedroeg 8667, terwijl het draehtigheidspercentage steeds hoger wordt. Het verslag bevat verder nog vele interessante gegevens over steriliteit bij het rundvee, onder zoek bij stieren, vergiftigingen, de runderhorzelbe- strijding, paratuberculose, onderzoek van dekheng sten, worrnziektenbestrijding, veulenziekten, pluim veeziekten en voedingskwesties. Het geheel overziende, verwondert men zich niet meer over het feit, dat deze dienst, die zich een vaste plaats in de akkerbouwprovincie Zeeland heeft verworven, met een bedrag van een kleine (half millioen gulden per jaar werkt. B.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1954 | | pagina 4