Het landbouwschap komt op gang.
BESCHERM DE BIETEN TEGEN VORST.
GEBRs DE JONGH
Enthousiasme en soepelheid.
Keuringen van tot dekking
bestemde hengsten.
RADIO
HET VOORKOMEN VAN
WATEROVERLAST OP GRASLAND.
LAGE LANDEN AAN DE ZEE.
Plantenziektenbestrijding
en Verneveltechniek
ZEEUWSCH LANDBOUWBLAD.
791
In de afgelopen weken zijn drie hoofdafdelingen van het Landbouwschap, alsmede de commiaeie
Grondgebruik geïnstalleerd door de voorzitter van het Landbouwschap, de heer H. D. Louwes
Deze heeft steeds de taak van de betreffende hoofdafdeling in het kort weergegeven en het
programma voor de toekomst uitgestippeld.
Het leek ons goed de belangrijkste onderdelen van deze redes in het 'kort weer te geven.
HOOFDAFDELING AKKERBOUW-
Een belangrijke taak wacht de hoofdafdeling
Akkerbouw, omdat zij één der hoofdafdelingen is,
welke de stof zullen aandragen voor het landbouw
beleid. Hoewel het leven zelf zal uitmaken, welke
moeilijkheden en welke mogelijkheden zich zullen
voordoen, kan men nu toch reeds enige punten
noemen, waarmede de hoofdafdeling zich in de toe
komst zal moeten bezighouden.
Allereerst is daar als voornaam vraagstuk, de be
hartiging der kwekersbelangen, waarover in de
laatste tijd reeds verschillende besprekingen zijn ge
voerd.
De hoofdafdeling zal advies moeten geven ten
aanzien van verordeningen, welke betrekking heb
ben op plantenziekten. Eveneens zal dit het geval
zijn ten aanzien van de uitvoering van maatrege
len. Ook de afzet der producten zal de aandacht
van de hoofdafdeling vragen.
Voorts zal zij zich moeten bezighouden met de
vraagstukken van de mechanisatie, omdat de taak
van Technische Commissie in het Landbouwschap
anders zal zijn dan de taak van de gelijknamige
commissie in de Stichting voor de Landbouw.
Ook het terrein van het onderzoek zal de aan
dacht van de hoofdafdeling vragen. Het onderzoek
immers verplaatst zich steeds meer van de overheid
naar T- N. O. en naar de instituten. De akkerbou
wers hebben een groot belang bij de coördinatie
van het onderzoek, bij de samenwerking en bij. de
overzichtelijkheid der organisaties. Op de weg van
de boer naar de onderzoekende instantie en omge
keerd zal de hoofdafdeling ook een taak hebben.
Zij zal ook moeten meewerken aan het uitstippe
len en het verdedigen van het Landbouwbeleid, dat
het Landbouwschap zal voeren. Op het gebied van
de akkerbouw zal een groot deel van het materiaal,
dat hiertoe nodig is, door de hoofdafdeling moeten
worden verschaft.
HOOFDAFDELING VEEHOUDERIJ.
De hoofdafdeling heeft in het verleden nuttig
werk Verricht. De veehouderij staat op één van de
moeilijkste punten van het landbouwbeleid. De
moeilijkheden van het landbouwbeleid zijn daar het
grootst, waar de export in het geding komt; en
deze is bij de veehouderij zeer belangrijk. Ook zal
de hoofdafdeling vaak te maken krijgen met de
raakvlakken tussen akkerbouw en veehouderij.
De verordenende bevoegdheid van het Landbouw
schap zal mede het werk van dehoofdafdeling be
palen. Haar zullen ook in ddt opzicht vaak advie
zen gevraagd worden. In het begin zal zulks o.a. het
geval zijn met betrekking tot de hengstenhouderij,
de berenhouderij en de stierenhouderij, alsmede de
regeling der dierziektenbestrijding.
Het Landbouwschap heeft ook een belangenbe-
hartigende taak. Daarom zal de hoofdafdeling te
maken krijgen met alle terreinen van de landbouw;
niet alleen met het prijsbeleid, maar met de gehele
wijze waarop de veehouderij, binnen het raam van
het geheel, haar taak vervult. De hoofdafdeling zal
te maken krijgen met het vraagstuk van de pro
ductiekosten en met de factoren die de kostprijzen
beïnvloeden, b.v. de pacht, de arbeidsvoorziening
e.d. Ook' de technische voorlichting zal haar aan
dacht vragen. Eveneens is dit het geval met het
buitenlandse beleid, in verband met de exportbe
langen.
HOOFDAFDELING TUINBOUW.
De hoofdafdeling zal geplaatst worden voor tal
van vraagstukken op het niveau van het algemene
beleid. De tuinbouw immers heeft export nodig en
dit juist maakt een goed beleid zo moeilijk. In de
hoofdafdeling kunnen de draden van het tuinbouw-
beleid bijeen komen; daardoor zal het Landbouw
schap in staat zijn om overall waar dit nodig is, op
slagvaardige wijze het standpunt van de tuinbouw-
producenten te verdedigen. Dit kan tevens een goe
de ruggesteun zijn voor de telersvertegenwoordi
gers in het productschap.
De hoofdafdeling zal zich ook bezig moeten hou
den met technische vraagstukken. Het is niet uit
gesloten dat de werkzaamheden zich nog verder
zullen uitstrekken, daar toch altijd nog de wens
bestaat dat het gehele beleid van vestiging en
erkenning aan het Landbouwschap zal worden
toevertrouwd. De hoofdafdeling zal moeten werken
onder erkenning van de plaats en de betekenis van
de vrije organisaties op tuinbouwgebied. Zij zal het
vertrouwen van de tuinders moeten winnen. Het
bestuur van het Landbouwschap hoopt dat het
werk van de hoofdafdeling Tunbouw zich in toe
nemende mate zal ontwikkelen.
Dit is, aldus de voorzitter van het Landbouw
schap, de heer H. D. Louwes, een eerste vereiste
voor het goed behartigen van de belangen door het
Landbouwschap.
Hij sprak deze woorden ter gelegenheid van de
installatie van de uit 9 ondernemers, 6 arbeiders en
3 adviseurs (grondeigenaren) bestaande commissie
Grondgebruik van het Landbouwschap. Deze com
missie krijgt, evenals de oude commissie Grondge
bruik van de Stichting voor de Landbouw, een
ruime taak op het gebied van aangelegenheden die
verband houden met de eigendom en het gebruik
van landbouwgronden. Ook de openbare nutsvoor
ziening op het platteland valt onder de bemoei
ingen van deze commissie. In zijn rede heeft de
heer Louwes een aantal van de belangrijkste vraag
stukken die om een oplossing vragen, behandeld.
We nemen daarom het betreffende gedeelte van zijn
rede in het geheel over.
„De taak, welke aan de Commissie Grondgebruik
wordt opgedragen is zeer belangrijk. Bij de be
schouwing van de vraagstukken, welke met het
grondgebruik sdmenhangen, komt bij mij de ge
dachte op aan een groot gezin, waar men meer rege
len van orde moet stellen en zich meer moet aan
passen dan in een klein gezin. Het Nederlandse volk
is een groot gezin in een kleine ruimte. De bevol
king breidt zich uit en er komen tal van vraagstuk
ken van woningbouw, industrie, verkeer, etc. De
grond voor landbouwdoeleinden neemt daarom
steeds af. Door landaanwinning en ontginning
.wordt niet voldoende grond gewonnen om in de
vraag naar grond te voorzien.
Afgezien van het feit, dat zo zuinig mogelijk met
de grond moet worden omgegaan, zijn er nog allerlei
andere vraagstukken, die liggen in de directe sfeer
van het landbouwbeleid. Ik noem hier bijvoorbeeld
de hoogte van de pachtprijzen, het verschil in de
productiekosten van de lichtere en de zwaardere
gronden in Nederland. Getracht zal moeten worden
om tot andere pachtprijzen te komen. Dit is van
eminent belang voor de landbouw en in directe zin
voor de pachter. Ten aanzien van het landbouw-
prijsbeleid zitten wij nog met vraagstukken, waar
voor wij geen oplossing hebben kunnen vinden.
Voor de melkprijs wil de georganiseerde landbouw
zich voor een jaar aan een bepaalde oplossing bin
den. Wij weten niet of de regering deze wil over
nemen. Deze oplossing draagt het kenmerk van een
compromis. Er was echter geen beter middel te
vinden.
Verder is er de kwestie van de grondverbetering,
van de ruilverkaveling, het vraagstuk van de Veen
koloniën, het saneren van gebieden met een te grote
bevolkingsdruk. Hoe zal men kunnen bereiken, dat
de gesaneerde gebieden, gesaneerd blijven, en niet
door de bevolkingsdruk weer in een slechte toestand
geraken. Uw aller aandacht is hiervoor nodig."
Nu de bietenoogst door de slechte weersomstan
digheden sterk is vertraagd en er nog veel bieten
gerooid, bewaard en vervoerd moeten worden is
de kans op vorstschade groter dan normaal.
Wij willen onze lezers er daarom nogmaals aan
herinneren dat
1. de opbrengst van een hectare bieten een waar
de van f 1800 vertegenwoordigt,
2. de temperatuur aan het uitstralingsoppervlak,
zoals grond, bietenhoopjes en bietenhopen bij
nachtvorst 5 6° C lager kan zijn dan die op
2 meter hoogte!
3. de staarten van de bieten bevriezen bij een
temperatuur van 5° C,
4. bij lagere temperaturen dan —5° C de hele
biet bevriest,
5. de geheel of gedeeltelijk bevroren bieten rol-
tingshaarden vormen in de hopen wanneer de
bieten weer ontdooien,
6. er na het ontdooien zeer belangrijke hoeveel
heden suiker verloren gaan,
7. het daarom noodzakelijk is de 'op het veld lig
gende hoopjes bieten geheel met loof af te
dekken,
8. de grote hopen bij lichte nachtvorst eerst aan
de voet, bij lagere temperaturen aan de wind
kant en bij vorst geheel met riet, bietenkoppen
of stro afgedekt moeten worden,
9. vooraf gekopte en na het lichten verspreid
over het veld liggende bieten groot gevaar
lopen geheel te bevriezen in het bijzonder wan
neer zij met behulp van een eg van de aanhan
gende grond zijn ontdaan,
10. het daarom gewenst is deze methode met om
zichtigheid toe te passen en niet meer bieten
op voorraad te lichten dan gemakkelijk afge
voerd kurmen worden, vooral niet wanneer het
lichten vlak voor een weekeinde geschiedt.
(Overgenomen uit „De Suikerbiet.")
VOOR IN HET STAMBOEK INGESCHREVEN
HENGSTEN.
De Koninklijke Vereniging „Het Nederlandsche
Trekpaard" houdt op de navolgende dagen en
plaatsen keuringen van tot dekking bestemde
hengsten, die in het stamboek van de betrokken
Vereniging zijn ingeschreven.
Gelderland: te Hummelo Maandag 10 Jan. 11 u.
Overijssel: te Raalte Dinsdag 11 Jan. 11 u.
Drenthe: te Assen Woensdag 12 Jan. 11 u.
Friesland: te Leeuwarden Donderdag 13 Jan. 11 u.
Groningen: te Groningen Donderdag 13 Jan. 14 u.
Groningen: te Emmeloord Vrijdag 14 Jan. 11 u.
Nrd.-Hollandte Sloötdorp Dinsdag 18 Jan. 11 u.
Zuid-Holland: te Rotterdam Woensdag 19 Jan. 11 u.
Noord-Brabant: te 's-Hertogenbosch
Donderdag 20 Jan. llu.
Limburg: te Roermond Vrijdag 21 Jan. 11 u.
Zeeland: te Goes Woensdag 26 Jan. 11 u.
Zeeland: te Oostburg Donderdag 27 Jan. II u.
Zeeland: te Axel Vrijdag 28 Jan. 10 u.
VOOR HENGSTEN DIE NIET ZIJN
INGESCHREVEN.
De keuringen in 1955 van tot dekking bestemde
hengsten van het type trekpaard, die niet zijn in
geschreven in een stamboek van een Stamboek
vereniging, zullen worden gehouden op de navol
gende dagen en plaatsen:
Raalte, Dinsdag 11 Januari 1955.
Rotterdam, Woensdag 19 Januari 1955.
's-Hertogenbosch, Donderdag 20 Januari 1955.
Goes, Woensdag 26 Januari 1955.
De aandacht van belanghebbenden wordt er op
gevestigd, dat van het voornemen een hengst van
het type trekpaard, die niet is ingesclireven in een
stamboek van een stamboekvereniging, op één
van voornoemde dagen en plaatsen te doen keuren,
ten minste drie weken vóór de datum der keuring
kennis moet worden gegeven aan de Directeur
van het Veeteeltwezen (Afdeling V der Directie
van de Landbouw), Bezuidenhoutseweg 30, 's-Gra-
venhage.
De heer Ir J. W. Minderhoud, Wetenschappelijk
Ambtenaar bij het Centraal Instituut voor Land
bouwkundig Onderzoek te Wageningen, zal in de
radiorubriek van het Ministerie van Landbouw,
Visserij' en Voedselvoorziening op Maandag 13 De
cember a.s„ des avonds van 19.45 20.00 uur over
de zender Hilversum II, de maatregelen bespreken,
die in verband met de wateroverlast, welke dit jaar
op veel graslandpercelen wordt ondervonden, kun
nen worden genomen.
De voorzitter der Z. L. M., Ir M. A. Geuze, czal
op Dinsdag 14 December a.s., van 12.3312.40 uur,
een radiopraatje houden over bovengenoemd
onderwerp.
(Advertentie.)
WOENSDAGMIDDAG 15 DEC. 1954
i.d. „Prins van Oranje", Nieuwstr. 14 te Goes
U komt toch ook naar deze belangrijke en
leerzame vergadering, waar 2 ingenieurs bo
vengenoemde onderwerpen zullen toelichten?
Ter afwisseling 2 films:
1. „HET ZWARTE ZAND",
documentaire over het herstel van Goeree
en Overflakkee van de watersnood, van C.
Hugenot van der Linde.
2. „HET SCHOT IS TE BOORD",
ducumentaire over de haringvangst der Ned.
Zeevisserij, van Herman van der Horst.
De nieuwste „Urgent" vernevelapparatuur,
w.o. de ultra-moderne „Urgent" boomgaard-
vernevelaar wordt op deze middag ter be
zichtiging opgesteld en daarmede direct na
de vergadering buiten de zaal gedemon
streerd.
Heeft U nog geen uitnodigingskaart met
uitvoerig programma ontvangen? Zo niet,
vraagt deze dan direct aan bij
Postbus 35 GOES