Onvruchtbaarheidsoorzaken bij de koe
EMIGRANT
ZITDAGEN
*WÏ BOEKHOUDBUREAU
O. J. VAN DER HAVE
^cft-Technc! cgte
Voor Zeeland
MIDDELBU
No. 32Ö2. Frankering bij abonnement: Terneuaen ZATERDAG 4 DECEMBER 1954.48e Jaargang
ZEEUWSCH LANDBOUWBLAD
WAARIN OPGENOMEN HET NOORD-BRABANTSCH LANDBOUWBLAD
Officieel Orgaan van de Zeeuwsche Landbouw Maatschappij (Z. L. M.)
de Noord-Brabantsche Maatschappij van Landbouw en andere Verenigingen
NIETTEGENSTAANDE al de zorgen, die door de veehouder aan ziin koeien worden besteed, lukt
het toch niet om al de dieren, die hij laat dekken of insemineren, drachtig te krijgen.
Over ons gehele land werden in 1953 777.000 dieren kunstmatig geïnsemineerd en hiervan bleef
10 leeg.
Nu kan men nie%eggen, dat dit een slecht resultaat is, maar men dient hierbij wel te bedenken,
dat het een gemiddelde is, d.w.z. er zijn verenigingen, waar het drachtigheidspercentage hoger ligt
en waar het lager ligt.
Wij weten niet precies hoe deze cijfers bij de natuurlijk dekkende stieren liggen, men kan echter
wel aannemen, dat de goed bevruchtende stieren eenzelfde resultaat bereiken.
Er zijn verschillende factoren, die maken dat koeien onvruchtbaar, resp. tijdelijk onvruchtbaar
worden.
Wij moeten hierbij onderscheid maken tussen besmettelijke en niet-besniettelijke vormen van on
vruchtbaarheid.
Besmettelijke vormen van onvrucht
baarheid
DEK1N FECTIE'S.
Dekinfectie's zijn besmettingen van het manne
lijke en vrouwelijke geslachtsapparaat, waarbij de
smetstof uitsluitend door de dekking wordt over
gebracht.
De oorzaken van deze infectie's kunnen zijn een
Trichomonade (een eencellig diertje) en de Vibrio
fetus, een bepaalde bacterie.
De verschijnselen zijn in beide gevallen ongeveer
gelijk, n.l. het onregelmatig terugkeren van de die
ren' en in enkele gevallen het verwerpen bij de
drachtigheidsduur van 3 a 4 maanden.
Deze ziekten komen met een nieuwe koe of een
nieuwe stier een bepaalde streek binnen, terwijl
deze ziekten uitsluitend en alleen door de natuur
lijke dekking worden overgebracht.
De stier is van deze infecties niet of zéér moei
lijk te genezen, een gedeelte van de koeien geneest
na een baarmoederspoeling en enkele weken rust.
Wanneer men met deze infecties te doen heeft,
dan js de kunstmatige inseminatie de enige uit
komst.
ALGEMENE VERGADERING
DER Z. L. M.
op MAANDAG 13 DECEMBER 1954, te 2 uur, in
het „Schuttershof" te Middelburg.
Agenda:
1. Opening en openingsrede door de Voor
zitter.
2. Notulen van de Algemene Vergadering van
17 Juni 1954.
3. Mededelingen en ingekomen stukken.
4. Begroting 1955 en contributievaststelling voor
1955. (De begroting werd aan de Afdelingen
toegezonden.)
5. Rondvraag.
6. Inleiding door de heer Ir P. W. Bakker Arke-
ma over het onderwerp„De practijk der land
bouwmechanisatie."
7. Gedachtenwisseling.
8. Sluiting.
LET OP U SAECK HL
HULST: Maandag 6 December in „De Graanbeurs".
OOSTBURG: Woensdag 8 December in Café
„De Windt".
WISSENKERKE: Woensdag 8 December in Hotel
„De Kroon".
ZIERIKZEE: Donderdag 9 December in Hotel
„Huis van Nassau".
MIDDELBURG: Donderdag 9 December in Café
„De Eendracht".
HET BESMETTELIJK VERWERPEN.
Het is een bekend verschijnsel, dat op stallen,
waar het besmettelijk verwerpen voorkomt, de
koeien ook dikwijls erg moeilijk drachtig worden.
Enerzijds wordt dit veroorzaakt doordat in de baar
moeder een ontsteking is opgetreden, veroorzaakt
door de abortus-bacillen. Anderzijds komen er naast
deze abortus-bacillen vaak andere bacteriën voor,
die de ontsteking onderhouden.
Baarmoederspoelingen en vooral geduld zijn hier
de beste behandelingsmethoden.
Men ziet nogal eens, dat veehouders, die moei
lijkheden met de bevruchting hebben, op twee
benen hinken. Zij proberen het enerzijds met de
stier en anderzijds met de K. I.
DIT IS FOUT.
Wanneer er een besmettelijke oorzaak van on
vruchtbaarheid is, dan is de K. I. de aangewezen
methode om er uit te komen. Blijft men tegelijker
tijd met een gedeelte van de koeien bij de stier,
dan blijft de smetstof in de stal en de moeilijk
heden blijven aanwezig.
Werkt men met de K. I., dan zijn zeker de moei
lijkheden niet ineens opgelost, integendeel, het
duurt ook vaak lang, maar men komt over de
moeilijkheden heen.
Natuurlijk komt het voor, dat een koe, die al
enkele malen zonder succes is geïnsemineerd, bij
een natuurlijke dekking ineens drachtig wordt.
Het omgekeerde komt ook voor. Speciaal echter
bij besmettelijke onvruchtbaarheid is het raadzaam
om alleen bij de K. I. te blijven, zeker totdat de
moeilijkheden achter de rug zijn.
Niet besmettelijke vormen van onvrucht
baarheid.
In het algemeen komen deze afwijkingen niet
verspreid voor, maar individueel. Het kan hier dus
één koe in de koppel betreffen, die niet of moeilijk
drachtig wordt.
Het aantal voorkomende afwijkingen is zéér
groot, het vaststellen van een afwijking is dikwijls
moeilijk. Wij zullen ons tot de hoofdzaken moeten
bepalen.
Ie. AANGEBOREN AFWIJKINGEN VAN HET
VROUWELIJK GESLACHTSAPPARAAT.
a. De kweeën. Een kwee kan ontstaan bij een
tweelingdracht van een vaars en een stierkalf.
Wanneer er een vergroeiing van bloedvaten in de
beide nageboorten is opgetreden, dan kunnen man
nelijke stoffen (hormonen) het vrouwelijke kalf
beïnvloeden, waardoor de vrouwelijke geslachts
organen een mannelijke inslag krijgen. Dergelijke
vaarskalveren zijn onvruchtbaar. Meestal is het
aan het kalf wel te zien, doordat de kling aan de
onderkant veel te zwaar is ontwikkeld.
De baarmoeder is in die gevallen soms nauwe
lijks aanwezig. Een goede inseminator zal derge
lijke gevallen zeker bij de „rectale methode" sig
naleren.
b. Het voorkomen van een dubbele baarmoeder-
mond.
Doordat de vrouwelijke geslachtsorganen dubbel
worden aangelegd, en pas in een later stadium
van de ontwikkeling van de vrucht tot één worden,
komt er soms een dubbele baarmoedermond voor.
Dit be hoeft geen beletsel te vormen voor de
vruchtbaarheid, maar het insemineren gaat soms
wel veel moeilijker.
2e. RESTANTEN VAN EEN VROEGER OPGE
TREDEN ONTSTEKING van de baarmoeder
en/of de eileider, kunnen de bevruchting in de
weg staan.
Koeien, die na het kalven met de nageboorte zijn
blijven staan, of een baarmoederontsteking hebben
gehad, kunnen door vergroeiingen onvruchtbaar
worden. Wanneer b.v. de eileiders dicht groeien,
dan kan een dergelijke koe onmogelijk meer kalf
opnemen.
Met grote nadruk moeten wij er dan ook op
wijzen, dat een zeer goede hygiënische verzorging
van de koeien tijdens en na het kalven van grote
betekenis kan zijn voor de daarop volgende be
vruchting.
Bij en na de geboorte is de baarmoedermond zeer
wijd geopend. Het binnenkomen van smetstoffen
in de baarmoeder is in die periode gemakkelijk
mogelijk.
Blijft de koe met de nageboorte staan, dan is
een goede verzorging en een goede diergenees
kundige hulp onontbeerlijk. Men denke er aan,
een koe die met een nageboorte staat, apart te
zetten.
De rottende nageboorte bevat enorm veel bac
teriën, welke schadelijk kunnen zijn voor andere
koeien, speciaal voor kalfkoeien. Koeien, die na de
geboorte blijven witvuilen, dienen door de dieren
arts tijdig te worden behandeld. Men moet een
dergelijk proces vooral niet laten verouderen.
3e. DE VOEDING.
De voeding is weer een probleem, dat de gehele
veestapel raakt. Over de voeding is aan de ene
kant al heel veel bekend, aan de andere kant staan
er ook nog veel vraagtekens.
In het algemeen kan men zeggen, dat de dieren
een goede gevarieerde voeding moeten hebben met
een goede verhouding van de eiwitten en koolhy
draten, van de mineralen en vitamines.
De grootste voedingsfouten worden er in onze
provincie bij de te dekken pinken gemaakt. Deze
krijgen over het algemeen weinig hooi, wel stro en
mangels, eventueel bietenkoppen.
Deze voeding is in het algemeen te eiwitarm
en te koolhydraatrijk.
Mogelijk zijn deze rantsoenen goed voor het vet
mesten, voor een dier waar men mee wil fokken
is dit niet het geval. Deze dieren moeten een be
hoorlijke hoeveelheid goed hooi hebben, met niet
al te veel bieten.
Een beetje krachtvoer mogen deze vaak sterk
groeiende pinken ook gerust hebben.
Geeft men lucernehooi, dan moeten er zeker
Zeeuwse mineralen gevoerd worden om de over
maat calcium uit de lucerne wat op te vangen
door een extra phosphor gift, welke in deze mine
ralen aanwezig is.
Indien het mogelijk is, is het goed om de pinken
ook gedurende de winter wat beweging te geven
op een droge mestput.
Wil men nauwkeurig geadviseerd worden over
de te voeren rantsoenen, dan is het goed het rant
soen door een deskundige te laten uitrekenen.
Wanneer tenslotte alles op het bedrijf zo goed
mogelijk in orde is, dan kan men het nog bederven
door het niet nauwkeurig constateren van de toch
tigheid. Een tweemaal daagse controle is nood
zakelijk. Het dekken of insemineren dient in de
tweede helft van de tochtigheid te geschieden.
G. W.
(Advertentie)
KONINKLIJK KWEEKBEDRÏJF
EN ZAADHANDEL
KAPELLEBIEZELINGE.
de meest productieve schokker voor het
Zuidwestelijk kleigebied.