DE MELKMACHINE.
De melkwinning in de stalperiode.
749
Het idee de koeien op mechanische wijze te
melken is al vrij oud. Volgens Terpstra werd
hiermede in 1819 reeds geëxperimenteerd in
Amerika. Nadien zijn er zeer veel onderzoekin
gen gedaan en verscheidene systemen en con
structies uitgedacht. In de praktijk konden de
geconstrueerde machines geen waardering vin
den, wat niet te verwonderen was. Het resultaat
was meestal een daling van de melkgift en uier
ontsteking. In het begin van de 20ste eeuw is
het echter gelukt melkmachines te fabriceren,
welke bij doelmatig gebruik geen nadelige ge
volgen opleverden, door productiedaling of uier
gebreken.
Het heeft echter, nog tot na 1920 geduurd,
aleer het machinaal melken in ons land meer
bekendheid kreeg. In 1934 waren naar schatting
op enkele honderden bedrijven melkmachines in
gebruik genomen. Dit was nog een gering per
centage in vergelijking met Nieuw-Zeeland, waar
in die tijd reeds 50 van de koeien machinaal
werd gemolken. In 1940 waren van de in de
vooroorlogse jaren in ons land geplaatste melk
machines nog slechts enkele tientallen in ge
bruik. Hieruit zou men de conclusie kunnen
trekken, dat men met de melkmachine niet in
staat was goed werk te leveren. De reden was
echter, dat de gebruikers meestal niet voldoende
op de hoogte waren met het gebruik van de melk
machine, wat de toepassing van onjuiste methoden
en handelingen tot gevolg had. Dat niet de ma
chine de oorzaak van minder goed slagen was,
moge blijken uit het feit, dat er thans nog be
drijven zijn waar sedert 30 jaren met dezelfde
machine wordt gemolken. De machinemelkers
hebben daar uit eigen ervaringen het doelmatig
werken met de melkmachine geleerd en hebben
deze machine leren waarderen.
Gedurende de 2e wereldoorlog moesten ook
de weinige bedrijven die in ons land machinaal
molken, dit beëindigen, in verband met gebrek
aan onderdelen.
Na 1945 was er een hernieuwe belangstelling
voor machinaal melken. In het begin van 1948
waren weer 500 melkmachines in gebruik. Dit
aantal was in 1950 inmiddels tot 2500 gestegen.
Thans bedraagt het aantal meer dan 7000 instal
laties. We zien hieruit, dat het machinaal melken
meer en meer doorbreekt en we kunnen de
conclusie trekken, dat het in de praktijk vol
doet. In vergelijking met andere landen, heeft in
ons land het machinaal melken nog maar be
trekkelijk weinig verbreiding gevonden; -± 10
van onze veestapel wordt machinaal gemolken.
Voor Zseland bedraagt dit percentage nog geen
2 In Denemarken, met welk land vaak ver
gelijkingen worden gemaakt, bedraagt dit 80
In de loop der jaren is de melkmachine op de
onderdelen belangrijk verbeterd, doch het prin
cipe is gelijk gebleven.
Om te voorkomen, dat het machinaal melken
dezelfde kant op zou gaan als vóór 1940, is door
de Stichting voor de Landbouw de Centrale
Melkmachine Commissie ingesteld. Deze C.M.C.
heeft de handel van melkmachines in bepaalde
banen geleid en de aflevering aan zekere voor
waarden gebonden. De handelaren, die aan de
gestelde voorwaarden voldoen, krijgen hun merk
geplaatst op de erkende lijst van machines, welke
lijst regelmatig in de diverse landbouwbladen
wordt gepubliceerd.
De handelaar stelt de aspirant koper schrifte
lijk of mondeling op de hoogte met de gestelde
leveringsvoorwaarden. Bij eventuele verkoop
wordt de montage uitgevoerd volgens de hier
voor gestelde richtlijnen van de Centrale Melk
machine Commissie. Het inmelken mag alleen
geschieden door een persoon, die in het bezit is
van het instructeurs-diploma. Hierbij wordt
steeds gewerkt volgens het systeem waarbij 1
persoon 1 apparaat bedient en daarbij de door
hem machinaal gemolken koeien ook namelkt.
Uiteraard wordt vanwege de Rijkszuivelconsulent
de installatie gecontroleerd.
Deze maatregelen hebben in belangrijke mate
bijgedragen tot het goed gebruiken van de melk
machines, waardoor het aantal mislukkingen
percentsgewijs belangrijk is gedaald.
Het aantal merken en typen van machines is
groot. De officiële lijst omvat thans 18 merken.
Deze merken hebben hun bruikbaarheid be
wezen in de praktijk. Het resultaat van het
machinaal melken hangt voornamelijk af van de
gebruiker en niet van het merk machine, dat in
ons land aan de markt is. Wel zullen op bepaalde
bedrijven de omstandigheden voor een bepaald
merk of type meer of minder gunstig zijn.
Bij het machinaal melken speelt de tijdin-
deling van de te verrichten werkzaamheden een
voorname rol. Voor het op peil houden van de
productie is het noodzakelijk, dat de koeien in
de kortst mogelijke tijd worden gemolken; dit
geldt zowel voor het melken met de hand, als
met de machine. Bij het melken met de machine
dienen we de te verrichten werkzaamheden in
volgorde op elkaar aansluitend uit te voeren.
De totale melktijd wordt gevormd door het tijds
verloop tussen het begin van de voorbehande
ling en het verlaten van de koe door de na-
melker. Voor het verkrijgen van de kortst mo
gelijke melktijd per koe, is het systeem waarbij
1 man 1 apparaat bedient, het meest aanbevelens
waardig. Met dit systeem kan aan elk onder
deel van de te verrichten werkzaamheden vol
doende aandacht worden besteed en kunnen 12
tot 14 koeien per uur worden gemolken. Uiter
aard komt het er minder op aan hoeveel koeien
per uur worden gemolken; belangrijker is, hoe
wordt gemolken.
Het gebruik van de melkmachine is op veel
bedrijven rendabel. Immers, deze machine wordt
'35 dagen per jaar 2 keer per dag gebruikt, wat
an geen enkele andere machine op het land
bouwbedrijf kan worden gezegd. Goed machi-
aal melken geeft, in vergelijking met goed
mdmelken, de helft aan tijdsbesparing.
Teneinde de algemene kennis van de con-
ructie en het gebruik van de melkmachine te
vergroten, worden in ons land door de Dienst
van Rijkszuivelconsulenten cursussen gegeven in
machinaal melken en melkmachinekennis, voor
welke cursussen zeer veel belangstelling is.
In Zeeland zijn in de afgelopen 2 jaren deze
cursussen gevolgd door 35 personen. In de 20
lesuren per cursus wordt o.a. behandeld: de bouw
en werking van de machine, het werken met de
machine, de bouw van de uier, de melkvorming,
e.d. Voor de nodige toelichting wordt demonstra
tiemateriaal getoond. Melkmachinegebruikers en
zij, die van plan zijn over te gaan tot aanschaf
fing van een melkmachine, willen we dan ook het
volgen van deze cursussen aanbevelen.
Belangstellenden voor deze cursussen, of zij
die inlichtingen wensen, betreffende de melkma
chine of het machinaal melken, kunnen zich
wenden tot het Rijkszuivelconsulentschap, Lon-
dense Kaai 27, Middelburg.
J. H. LANTINGA,
Rijkszuivelconsulentschap voor Zeeland
Het winnen van melk van goede kwaliteit
vereist gedurende de stalperiode extra aandacht,
Immers, bij het melken in de stal zijn de kansen
op verontreiniging veel groter. Deze kan van
verschillende oorsprong zijn, o.a.:
door de lucht in de stal;
door het stof en vuil van'de koe;
via het lichaam van de koe.
Met het verstrekken van de voedermiddelen,
de ademhaling, de huiduitwaseming, de uitwerp
selen van de dieren e.d. wordt regelmatig een
verontreiniging van de lucht in de stal met stof
deeltjes, waarin veel bacteriën voorkomen, ver
oorzaakt.
Dit is vooral tijdens of vlak na het voeren en
uitmesten het geval. Tijdens het melken staat
de melk bloot aan besmetting ,met deze ver
ontreinigende lucht, welke de reinheid, het bac
teriegehalte, de reuk en de smaak nadelig kan
beïnvloeden. Gedurende het melken kunnen
huidschilfers, loszittende haren, strodeeltjes e.d.
in de melk terechtkomen.
De melk is zeer gevoelig voor reuk- en smaak-
afwijkingen. Reuk- en smaak-afwijkende voe
dermiddelen, als o.a. bietenkoppen en -blad en
kuilvoer, vóór of tijdens het melken toegediend,
geven afwijkingen aan de melk al naar de aard
en de verstrekte hoeveelheid van het voeder
middel. Deze besmetting kan tot stand komen
door de lucht en via het lichaam van de koe.
Ook kunnen reuk- en smaak-afwijkingen ont
staan bij bewaren van de melk in een onfrisse
omgeving.
Om frisse melk te winnen met een hoge graad
van reinheid, dienen we verschillende voorzorgs
maatregelen te nemen, zoals:
Het zo zindelijk mogelijk houden van de
koeien.
Aanwezigheid van voldoende droog en fris
strooisel op de veestand.
Vóór het melken de uier reinigen met een
doek.
Melken met droge handen.
Direct na het melken de melk buiten de stal
brengen.
Zorgen voor frisse lucht in de stal, dus goed
ventileren.
De mest 2 x per dag na het melken ver
wijderen.
Geen voedermiddelen in de stal bewaren.
Reuk- en smaak-veroorzakende voedermid
delen steeds na het melken verstrekken, of
tenminste 6 uur vóór het melken.
De melk bewaren in een frisse en stofvrije
omgeving.
Tijdens bewaring zorgen voor ontluchting;
enkele keren roeren in de melk bevordert de
cntiuchting.
--De melk zo diep mogelijk afkoelen.
Nooit warme morgenmelk met koude avond-
melk mengen.
Gebruik doelmatig en goed gereinigd melk-
gereedschap.
J. H. LANTINGA,
Rijkszuivelconsulentschap voor Zeeland.
Frida, 228629 S.
Eig.: A. Poppe, Grijpskerke.
4.4 - 4636 - 4,13 - 358 ('52).
(Foto Ir. S. G. Brummel.)
Rita, 309194 R.
Eig.: Voorbeeldbedrijf ,,'t Hof Zwagerman"
Grijpskerke. Diepe, sterk-gelijnde koe.
(Foto J. H. Lantinga.)
Wilhelmina 2, 605108 R.v.J.
Eig.: L. J Bier ens, St. Laurens.
lA-prijs kalfvaarzen fokveedag Walcherefi '54.
(Foto J. H. Lantinga.)