De moeizame bietenoogst DE LAGERE LANDBOUWSCHOOL TE SCHERPENISSE OFFICIÉÉL GEOPEND RANDVERLIES. ZEEÜWSCH LANDBOUWBLAD. Ir. N. J A. van Keulen, verrichiie de openingsplechtigheid. De heer H. Eckhart nam afscheid als Hoofd, de heer A C. v. Heusden werd geïnstalleerd. Het wil met de bietenoogst nog niet erg vlotten. De bladen van de V'. C. S. en de C. S. M. spreken er overduidelijk van. In het eerste blad wordt mede gedeeld, dat de V. C. S.-fabrieken tot en met 14 October 82.433 tori hadden verwerkt, tegen 172.580 ton in het vorige jaar. De achterstand op het verwerkingsschema van drie dagen wordt overi gens niet verontrustend geacht. Het aantal ver loren campagnedagen wordt in het blad van de C. S. M. geschat op 10. Het blad verscheen wat later zodat medegedeeld kon worden, dat op 29 October nog maar 23 van de totale hoeveelheid verwerkt was, tegen 43 in het jaar 1953. De totale te verwerken hoeveelheid bieten van de C. S.M. wordt geschat op 1.133.000 ton. Het blad van de C. S. M. geeft o.a. ook een over zicht van de tarra's, gehalte's en hoeveelheden der verschillende fabrieken. Als we aannemen, dat de meeste bieten uit de omgeving van de fabriek af komstig zijn, geven deze cijfers dus ook een in druk van de globale verschillen tussen de diverse gebieden. Fabriek Oud-Be ij erland Breda Halfweg Sas van Gent Steenbergen Vierverlaten Tarra Gehalte Gewicht 19,7 15,11 828 15.4 15,30 689 25,1 15,18 758 21.5 15,74 781 19,9 15,63 818 14,5 15,40 574 De Lagere Landbouwschool te Scherpenisse werd deze week geopend. In de inzet het nieuwbenoemde hoofd van de school de heer A. C. van Heusden. Woensdagmiddag 10 October werd het gebouw van de lagere landbouwschool te Scherpenisse officieel door de Inspecteur van het Landbouw onderwijs, ir N. J. A. van Keulen, voor geopend verklaard. Namens de Directie van de Landbouw bood ir Van Keulen zijn gelukwensen aan voor de totstand koming van dit fraaie schoolgebouw. Hij wees hierbij op de krachtige groei van het landbouw onderwijs. Sinds de oorlog is het aantal lagere land- en tuinbouwscholen verdubbeld. Ondanks de bestaan de moeilijkheden op d.it gebied is men er bij dit onderwijs steeds in geslaagd de geschikte leer krachten aan te trekken, zodat de nu bestaande 308 scholen hun taak uitstekend kunnen vervul len. Bijna 18.000 jonge boeren profiteren thans van dit onderwijs. Toch is dit aantal nog onvol doende, waar op elke 800 boeren toch 1 school bestaat kan dit aantal nog belangrijk worden uit gebreid. Een goed teken is, dat vergeleken bij vroeger (50 de jongere bedrijfsleiders voor 90 enige vorm van landoouwonderwijs blijken te hebben genoten. Belangrijk was de mededeling van ir Van Keu len, dat op 60 scholen zal worden overgegaan tot het bijbouwen van een lokaal voor handvaardig heid, Waar de jongens practisch zullen leren om te gaan met gereedschappen en machines. Ook Scherpenisse zal in aanmerking kunnen komen voor een dergelijk lokaal, dat 8 bij 15 meter groot zal zijn! De heer J. H. Hage, voorzitter van d.e Commissie van Toezicht der school, kon in zijn openingsrede een groot aantal genodigden in het leslokaal wel kom heten. Namens het Provinciaal Bestuur was aanwezig, de heer C. Philipse, die de aandacht ves tigde op het zeer grote belang van dit landbouw onderwijs. Juist voor een bijna volkomen agra risch georiënteerd eiland als Tholen. De ruilverkaveling zal meer kansen op welvaart geven. Doch daarbij is chet een eis, dat de hierin te investeren millioenen guldens door toepas sing van wetenschappelijke kennis door de land bouwers zoveel mogelijk ten nutte worden ge maakt. De Algemeen Voorzitter der Z. L. M., ir M. A. Geuze deed een waarschuwend, woord horen. Het Westland lange tijd het voorbeeld op gebied van tuinbouw maar thans voorbijgestreefd -als Voorbeeld stellende, wees hij erop, dat men zich niet al te zeer van eigen voortreffelijkheid bewust moet zijn. Spr. wees op het grote belang van de basis voor verdere ontwikkeling, het onderwijs. De land bouwschool te Scherpenisse heeft de wind lange tijd niet in de zeilen gehad. Inundatie gedwon gen evacuatie wederopbouw hebben het leer- lingenbezoek ongunstig beïnvloed. Het werk van de heer Eckhart is eenter niet meer weg te cijfe ren; het is geworteld en zal verdere vruchten af werpen. Een boekenbon vormde het stoffelijke blijk van Waardering. Ir J. Versteeg, toezichthoudend Rijksambtenaar, prees het werk van de heer Eckhart eveneens ten zeerste en zeide van diens opvolger, de heer A. C. van Heusden, goede verwachtingen te koesteren. De voorzitter, de heer Hage, maakte zich tot tolk van velen door het scheidende hoofd der school, de heer H. Eckhart, van harte dank te zeggen voor zijn gedane arbeid,. Onder moeilijke omstandigheden in 1943 begonnen in een café, heeft hij met zeer sobere middelen goede resultaten weten te bereiken. De heer A. C. van Heusden begint nu in een nieuwe school met prima leermiddelen. Hém wacht een mooie taak. Vele sprekers boden hun gelukwensen vervol gens aan. Burgemeester D. Bouwense van Scher penisse zegde verdere provinciale hulp toe, wan neer dit in de toekomst nodig mocht blijken. De heer I. D. C. Duijnhouwer, leerkracht aan de school, deed zijn felicitatie vergezeld gaan van een geschenk, evenals de vertegenwoordigers van de leerlingen der school. De heer J. K. Voogd sprak namens de collega's, terwijl voorts nog het woord werd gevoerd door mej. M. C. Koopman, directrice van de landbouw- huishoudschool te Tholen. Mevrouw J. van GorselVan Westen voor d.,e Plattelandsvrouwen, de heer M. C. J. Kosten namens de L. J. G., de burgemeester van Poortvliet, en de heer A. C. Versteijnen, hoofd der O. L. school te Scherpenisse. De heer H. Eckhart dankte ontroerd voor de vele goede woorden tot hem gesproken. Nadat de heer Van Heusden de verzekering had gegeven, dat hij zijn beste krachten zal geven om het in hem gestelde vertrouwen niet te bescha men, sloot de heer Hage de bijeenkomst. Van de gelegenheid om 't door het Bouwbureau voor de Landbouw ontworpen gebouw te bezich tigen, werd vervolgens een druk gebruik gemaakt. In het algemeen is er dit jaar minder kuilvoer gemaakt dan in voorgaande jaren. Ook dit jaar is er nog weer meer buiten de silo gekuild dan er in. Valt dit in normale jaren reeds te betreuren, in een jaar als dit is dat wel zeer ernstig. Meestal wordt er over het kantverlies luchtigjes gesproken, maar in vele gevallen constateert men toch, dat dit „randje" ongeveer 20 cm breed is. Beschouwen we een ronde kuilhoop van 5 meter doorsnee, dan betekent d.at geen verlies van 10 (2 X 20 cm van 4 meter), maar van 19 dus bijna het vijfde deel gaat verloren boven de nor male conserveringsverliezen. Wanneer dat enkele jaren achtereen plaats vindt, dan is een silo alleen reeds uit deze hoek bekeken spoedig ren dabel en op ƒ1.afgeschreven. Misschien bestaat er het volgende jaar na de te verwachten dure winter weinig animo voor investeringen; laat men zich dan toch dit artikeltje nog eens herinneren. Zowel wat het gehalte als het gewicht van de bieten betreft, staan de fabrieken in Sas van Gent en Steenbergen er in verhouding dus niet slecht voor. In hoeverre de bieten van de geïnundeerde gron den, die dit jaar een beduidend hoger gehalte heb ben, op het gemiddelde gehalte invloed hebben, zouden we niet durven zeggen. Inmiddels dient de teler die geplaagd wordt door slecht weer, te weinig bietenstekers en de daarmee samenhangende hogere kosten, er rekening mee te houden, dat de prijs lager zal zijn i.v.m. het lagere gehalte. De C. S. M. heeft de telers al ge waarschuwd, dat het gehalte ongeveer 1 beneden de 16 V-z ligt, zodat de prijs 3,50 lager uit zal vallen. In verband daarmee wijst de heer Van Bommel van Vloten er in de V. C. S.-bode op, dat de com pensatie voor de hogere loonkosten dit jaar in een bedrag per 100 kg suiker zal worden uitgekeerd en niet zoals in voorgaande jaren in een bedrag per 1000 kg bieten. Op deze wijze wordt aldus de schrijver ten onrechte deze compensatie afhankelijk gesteld van het gehalte der bieten. Het lijkt ons, dat dit een heel redelijke wens is. Vooral nu dit jaar door de losgeslagen lonen toch maar moeilijk van een werkelijke compensatie ge sproken kan worden. De aardappelen zijn geluk kig vrijwel de grond uit, dank zij de hulp van de oogstcolonnes. Nu blijkt eerst goed, dat bieten steken niet ieders vak is. Van de colonnes die ge holpen hebben bij het rooien van de aardappelen blijven maar weinigen over die bieten kunnen en willen steken. Degenen, die dit jaar over een goede vaste kern beschikken beseffen wel heel in het bijzonder wat deze waard is. We hoorden dat in het begin van deze week, volgens schatting van een aantal deskundigen, nog ongeveer de helft van de bieten in de grond. zat. Dit betekent, dat het bietenrooien een wedloop tegen de tijd gaat worden, waarbij het weer de grootste invloed zal hebben op het al dan niet slagen. In dit licht gezien was het niet zo vreemd dat de vorige week duizenden naar Biervliet waren gekomen om te zien of er ook voor hun bedrijf en omstandigheden een geschikte kopper, lichter of rooier te vinden was. Een jaar als dit laat ons, hoe abnormaal het ook moge zijn, toch wel duide lijk zien, dat we maar twee mogelijkheden hebben om het volgend jaar verantwoord suikerbieten te verbouwen. De hoeveelheid suikerbieten moet worden aange past aan de arbeidsbezetting van het bedrijf, of de bietenoogst wordt geheel of gedeeltleijk gemecha niseerd. De heer E(ghuis) schrijft in het blad van de C. S. M.: „Deze <keer zien we echter geen enkel lichtpunt. Wij hebben geen hekel aan ruzie met de ftelers, omdat wij hun bieten niet op tijd afne men doordat er zoveel bieten zijn. Wij hebben geen hekel aan ruzie met schippers omdat ze kla gen, dat ze met hun volle schepen in het liggeld liggen. Als de schepen echter leeg in de ligdagen komen en men moet bij de telers bedelen om vuile bieten dan gaat het ons geen van allen goed". Het is misschien wat vreemd om te hopen, dat er ruzies uit zullen breken. Maar in de bietenwereld schijnt dat er bij te horen, B.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1954 | | pagina 3