De Melkmachine
Achtergronden van graansilo-bouw in
coöperatief verband.
ZEEUWSOH LANDBOUWBLAD.
699
Ï"\E mechanisatie in de landbouw heeft na de oorlog een grote vlucht genomen en de ontwikke
ling gaat nog steeds door. Soms lijkt het alsof een eindstadium is bereikt en er een periode
van stabilisatie aangebroken is. Doch dan komen er weer nieuwe impulsen, die opnieuw een
krachtige stoot geven aan de landbouwmechanisatie. De mechanisatie nu, lost enerzijds problemen
op, doch roept anderzijds weer nieuwe problemen te voorschijn. Ze lost problemen op, omdat ze
onder meer het grote probleem van de arbeidsvoorziening in de landbouw helpt oplossen. De krach
tige mechanisatie is mede een gevolg van de moeilijke arbeidsvoorziening, zodat deze er toe dwingt
te zoeken naar arbeidsbesparende machines en methodes. De invoering van deze machines en
methodes had ook gunstige gevolgen voor de be drijf suitkomsten in de landbouw en deze maakten
het op him beurt mogelijk, dat de land- en tuinbouw zich ook grotere investaties konden permit
teren. Daarnaast dragen de vele werktuigendemonstraties en het werk van de Rijkslandbouwvoorlich-
tingsdienst, de mechanisalie-commissies e.d. er in belangrijke mate toe bij, dat boeren en tuinders in
korte tijd een goed overzicht en inzicht verkrijgen van de mogelijkheden, welke er ta-v. de mechani
satie liggen. Ook op dit terrein blijkt steeds opnieuw van hoe groot belang een goede voorlichting
is. Mechanisatie in het algemeen gezien is een goed ding, doch het gaat er tenslotte om wat de
individuele boer en tuinder op hun eigen bedrijf met de mechanisatie kunnen doen!
Zoals reeds gezegd, schept de mechanisatie ook
nieuwe problemen. De toepassing van de combine
bijvoorbeeld, brengt mede, dat er in een zeer korte
spanne tijds grote hoeveelheden graan ter beschik
king komen, die bovendien nog verdere bewerkin
gen moeten ondergaan, zoals schonen en drogen,
waarna ze opgeslagen kunnen worden. 'Ook wordt
het, indien de weersomstandigheden dit tenminste
toelaten, steeds meer gebruikelijk het gemaaide
graan direct van het land af met de dorsmachine
te dorsen. De boer staan, nadat het product in de
zak zit, drie wegen open.
Het graan zelf opslaan.
We kunnen vaststellen, dat het zelf bewerken
en opslaan van de granen voor de boer een kost
bare en moeizame geschiedenis is, terwijl het ook
niet bevorderlijk is voor de kwaliteit van heft pro
duct. In de practijk zien we dan ook, dat de boer
dit niet tot zijn taak rekent.
In Engeland daarentegen treft men dikwijls wèl
graansilo's op de bedrijven aan en daar maakt men,
wat betreft het drogen op de bedrijven, veel propa
ganda voor de zgn. „platformdrier" of zakken-
droger, waarin de droging geschiedt in speciale
los geweven zakken, die slechts voor driekwart zijn
gevuld. Het droogproces verloopt dan echter meest
al nog zó onregelmatig, dat de inhoud van de zak
ken toch nog uitgestort moet worden. Bij deze
werkwijze worden de loonkosten vrij hoog, zodat
deze methode voor Nederlandse omstandigheden
weinig zin heeft. Bovendien is de hoeveelheid te
drogen graan op één bedrijf normaal per seizien
te gering om een speciale graandroger op het be
drijf rendabel te maken, terwijl daarnaast dan nog
het schonen e.d. van de producten komt.
Een andere methode, die ook in Nederland sedert
kort hier en daar wordt toegepast, o.a. bij de coöpe
ratieve landbouwvereniging „St. Philipsland," is
het drogen van losgestort graan in een aardappel
bewaarplaats met behulp van een aantal ventilato
ren en zgn. „Prior"-oiiebranders, waarmede de
lucht wordt verwarmd. Het is nog te vroeg om
definitief te kunnen beoordelen of deze methode
rendabel is en welke invloed ze heeft op de kwali
teit van het product.
Of deze methode voor toepassing op de afzonder
lijke bedrijven in aanmerking komt, valt dus ook
nog niet te zeggen. Afgezien van het vraagstuk
van de rentabiliteit en de technische mogelijkheden,
moet het tevens mogelijk zijn het graan gedurende
langere tijd op te slaan en daardoor wordt een aard
appelbewaarplaats of schuur aan de normale be
stemming onttrokken, zodat wellicht nieuwe be-
waarruimte moet worden gebouwd, waardoor de
exploitatie nog meer kosten vraagt. Zoals het
vraagstuk nu ligt, lijkt het zelf bewerken en op
slaan van granen door de boer nog niet verant
woord.
Het graan in handen gejven van
rijn Coöperatie.
Wanneer hij het graan in handen geeft van de
coöperatie zal dit, nadat het vóórreinigen, drogen
en schonen heeft plaats gehad, hetzij opgeslagen,
hetzij verkocht moeten worden. De kwestie is nu,
dat de meeste coöperaties t.g.v. de invoering van de
combine, nauwelijks in staat zijn de grote hoeveel
heden graan in korte tijd te verwerken, laat staan
op te slaan. De graanoogst wordt op deze wijze
een opslagprobleem. Het is niet voor niets, dat er
in Zeeland graansilo's verrezen zijn in Axel, Bres-
kens, Kortgene, Middelburg en Wemeldinge, ter
wijl er tevens nog plannen bestaan om ook in an
dere delen van Zuid-West Nederland graansilo's te
bouwen, 't Zijn z.g. afzetsilo's, in tegenstelling tot
de silo's welke we vinden bij meelfabrieken, vee
voederfabrieken e.d., welke we aankoopsilo's kun
nen noemen en die onder meer geplaatst zijn, ten
einde een ongestoorde grondstoffenvoorziening
voor de fabrieken te waarborgen, terwijl deze silo's
tevens in staat stellen een goede aankooppolitiek
te voeren in verband met het prijsverloop van de
granen.
Indien de coöperatie niet in staat is de meeste
granen op te slaan, dan zal een groot gedeelte direct
verkocht moeten worden en door het grote aanbod
dat alsdan ontstaat zal het prijsverloop in het na
deel van de boer uitvallen. Op deze wijze gaan de
voordelen van het maaidorsen grotendeels teniet
en dit moet voorkomen worden. We moeten niet
vergeten, dat ook de kopers van de granen geen
onbeperkte opslagmogelijkheden hebben en daar
om zullen ze slechts bij een prijsvoordeel trachten
de granen alsnog op te hemen.
Het graan verkapen aan de
niet-coöperatieve handel.
Ook de niet-coöperatieve handel heeft met soort
gelijke problemen te kampen, n.l. het ontbreken van
voldoende opslagruimte. Zij wordt eveneens ge
dwongen een belangrijk deel van de granen direct
te verkopen, waardoor de prijs, die de boer ont
vangt, gedrukt wordt.
Doel van de silobouw.
Silobouw is dus een gevolg van het streven te
komen tot een betere spreiding van het aanbod
en daarmede tot betere prijzen voor de boer. Boven
dien werkt silobouw de concentratie van het aan
bod in de hand en dit is tegenover de sterke con
centratie, welke er bestaat aan de zijde van de
vraag zeker geen overbodige luxe te noemen, 't Ge
bruik van een silo stelt tevens in staat aan de uit-
Er zijn thans in Nederland ruim 7.000 melk
machine-installaties in gebruik. Dit aantal is be
reikt in een tijdsbestek, dat loopt van Januari 1946
tot Augustus 1954. Rekening houdende met de
stijgende belangstelling voor het machinaal mel
ken, betekent dit dat er op 1 Januari 1955 onge
veer 7.500 installaties zullen zijn geplaatst. Per
jaar zijn er dan gemiddeld ca. 800 melkmachine
installaties verkocht
Dit gemiddelde geeft echter geen juist beeld
var; de ontwikkeling van het machinaal melken;
niet wat betreft het aantal machines en ook niet
wat betreft het aantal koeien, dat nu machinaal
wordt gemolken.
De melkmachines zijn namelijk vooral de
laatste jaren ook op kleinere bedrijven in gebruik
genomen. In negen jaar heeft de verkoop zich
dan ook in steeds stijgende lijn bewogen. Al
hoewel niet precies bekend, lopen deze cijfers
uiteen van plm. 300 in 1946 tot plm. 1800 ver
kochte installaties in 1954. De belangstelling van
de zijde der veehouders voor de mechanisatie op
dit terrein wordt steeds groter. Dit wordt in de
eerste plaats veroorzaakt door het feit, dat er een
tekort aan goede handmelkers bestaat, terwijl
daarnaast de invloed van de voorlichting betref
fende meer economische bedrijfsvoering ook meer
merkbaar wordt. Over de adviezen van voor
lichtingsdiensten enz. wordt gelukkig in steeds
meer gevallen beter nagedacht, terwijl men ook
naar naleving streeft.
Bij de ontwikkeling van het machinaal melken
heeft ook de Centrale Melkmachine Commissie
van de Stichting voor de Landbouw een belang
rijke bijdrage kunnen leveren tot verwezenlijking
van een goede voorlichting in het algemeen en
een goede service, te verlenen door fabrikanten
en importeurs van melkmachines.
Wat dit laatste betreft wordt er vooral naar
gestreefd, dat die merken melkmachines, die in
Nederland worden verkocht, niet alleen technisch
aan bepaalde eisen (wensen) voldoen, doch ook
dat de betreffende fabrikanten en importeurs een
goede en blijvende service geven.
Om tot dit doel te komen, is een nauw con
tact met de importeurs natuurlijk van belang. De
samenwerking die uit dit contact is gegroeid, heeft
ertoe geleid, dat tot samenstelling van de wel
bekende „Erkende" en „Voorlopig Erkende" lijst
van melkmachines kon worden overgegaan.
Voor de veehouders wordt het dan ook van
toenemend belang, zich van de namen, die op
deze lijsten voorkomen, op de hoogte te stellen.
eindelijke kopers van de granen een goede service
te geven.
De vraag kan gesteld worden, waarom er nu
persé silo's gebouwd moeten worden voor de op
slag van granen en geen pakhuizen of loodsen, en
of silobouw in coöperatief verband gewenst is.
Wanneer we voor de keuze staan: een silo of
andere opslagruimte te bouwen, moeten we goed
voor ogen houden, dat een silo over het algemeen
wel grotere investeringen vergt, doch dat de ar
beidsbesparing bij toepassing van een silo geweldig
groot is, terwijl ook de kwaliteit van de opgeslagen
granen veel beter bewaard blijft. De vaste kosten,
zoals afschrijvingen en rente zijn bij een silo niet
gering, doch de variable kosten daarentegen, die
dus ontstaan als de silo in bedrijf is, zijn laag te
noemen, omdat slechts enkele mensen de silo vol
ledig kunnen bedienen, terwijl bijv. ook de kosten
voor electriciteitsgebruik gering zijn. Bij de bouw
van een pakhuis of loods komen de vaste kosten
wel lager te liggen, doch de variabele kosten zijn
zeer hoog, zodat in de meeste gevallen de bouw van
silo's de voorkeur verdient. De financiering van de
bouw, de aanschaffing van het machinale en elec-
trische gedeelte is een moeilijke opgave, doch als
we zien wat er in Zeeland reeds tot stand is ge
bracht, blijkt de financiering niet onoplosbaar te
zijn.
Waarom silobouw in coöperatief verband
Coöperatieve silobouw betekent, evenals alle
coöperatieve arbeid, gezamenlijk doen, waartoe
ieder afzonderlijk niet in staat is. Gebeurt de silo
bouw niet coöperatief, dan zal de boer er ook niet
die vruchten van plukken, welke bij coöperatieve
bouw mogelijk is. De silo schept de mogelijkheid
het product langer vast te houden, waardoor een
gunstig moment afgewacht kan worden om „in de
markt" te gaan. Coöperatieve silobouw draagt dus
bij tot het verkrijgen van meer zekerheid om een
behoorlijke prijs van het product te maken. Natuur,
lijk staat hier tegenover, dat de coöperator bepaalde
risico's op zich neemt, maar zonder het aanvaarden
van risico's wordt er nu eenmaal niets bereikt. De
risico's, aan de silo-exploitatie verbonden, zijn ech
ter gering bij een goede voorbereiding en opzet.
Silobouw eist initiatief, durf en doorzetting, maar
de Zeeuwse boer heeft bewezen, dat het hieraan
niet ontbreekt en dat hij bereid is de mogelijkheden,
die er liggen, uit te buiten en dit ondanks de ramp.
J. D.
Uiteraard is en blijft het van doorslaggevende
betekenis voor een goed resultaat van het ma
chinaal melken, hoe de melkmachine wordt ge
bruikt. De veehouder zelf is uiteindelijk de be
langrijkste schakel. In dit verband kan niet ge
noeg worden aangedrongen op:
1. een goede behandeling van de koe, voor, tij
dens en na het melken;
2. een goede reiniging van de machine.
Bij een verdere uitbreiding van het aantal
melkmachines zal de taak, die de voorlichtings
dienst en de importeurs van melkmachines hierbij
hebben te verrichten, nog belangrijker worden.
De praktijk zal goed doen; zich alleen van ad
viezen door deskundigen te laten leiden.
Nu de melkmachinegebruiker zelf meer des
kundig gaat worden (practijkdiploma machinaal
melken) zal hij in de toekomst alleen maar be
hoefte hebben aan iemand, die meer weet dan
hijzelf.
In dit verband is het goed nog eens te wijzen
op de belangrijke taak, die een instructeur (in-
melker) van een melkmachine heeft te vervullen.
Het werk van deze man kan van doorslaggevende
invloed zijn op het verdere verloop van het ma
chinaal melken op een bepaald bedrijf en vaak
zelfs in een gehele streek.
Dat steeds meer boerenzoons, in het bezit van
een instructeurs-diploma, in dienst kunnen komen
van leveranciers van melkmachines, is ook om
meer dan één reden van praktisch belang.
Het laat zich aanzien, dat nog steeds meer melk
machines in bedrijf zuilen worden gesteld. De
veehouders zullen goed doen. hierbij deskundig
advies te vragen bij de voorlichtingsdienst in de
provincie (Rijksztaivelconsulcntschap) en onder
staande lijst te raadplegen.
Lijst van „Erkende" merken melkmachines:
Alfa Laval, Bajema, Benco, Benzona, Co-op/
F.F., Mc. Cormick Deering, Effectiv/Kalvo, F.N.,
Fullwood, Gascoignes, Manus, Miele, Persoons,
Senior, Simplex Surge, Vaccis.
De Directeur van de Stichting Centraal Bureau
Slacht vee verzekeringen te Utrecht deelt aan be
langhebbenden mede, dat het Bestuur van de
Stichting heeft besloten met ingang van 1 Novem
ber 1954 het uitkeringstarief voor een gedeeltelijk
afgekeurde runderlever (opknaplever) te verho
gen tot 4,per stuk.