Overzicht van de aardappelrooidemonstratie De varkens op de fokveedag te Middelburg. gehouden op 15 September j.l. te Dinteloord. 666 ZEEUWSCH LANDBOUWBLAD. Ondanks de zeer vele regen welke vóór en in niet mindere mate na deze demonstratie is gevallen, heeft het weer zich op de dag van de demonstratie nog goed gehouden. Op een enkel buitje na, juist vóór de middagpauze, was het weer vrij goed te noemen. De grond van het perceel (ruim 50 afslibbaar) was door de vele regens sterk dicht geslagen en onhandelbaar. Het gevolg was dan ook, dat het voor de meeste machines een zeer zware opgave was de aardappelen zo goed mogelijk en met zo weinig mogelijk kluiten boven de grond te krijgen. Het bleek duidelijk, dat machines die op iets lichtere zavelachtige gronden prima werk kunnen leveren, hier veel minder goed werk leverden. In het algemeen kan gezegd worden, dat de ket tingrooiers, op een enkele uitzondering na, meer kluiten tussen de aardappels brachten dan de meeste zeefradrooiers. Een wel zeer voorname factor, die daar vrij sterk tot uiting kwam, is het gebruik van een trekker met betrekkelijk smalle banden. Het gevolg van het gebruik van brede trekkers banden is n.l., dat deze brede banden de zijkanten der aardappelbedden sterk samenkneden wanneer- de grond, zoals dit jaar steeds het geval is, vrij nat is. De rijen-afstand was op het perceel pl.m. 62% cm; het gewas Meerlander, welke normaal was afgestorven. Om goed werk met de meeste machines te kun nen leveren, is het noodzakelijk in dergelijke zware grond, dat de aardappels ondiep gepoot worden. Dit liet wel iets te wensen over. Of dit een gevolg was van te grove ligging van de grond, in het voorjaar of de onregelmatige gang van de 2-rijïge vol-automatische pootmachine, waarmede de aard appelen gepoot zijn, is niet te zeggen. Naast het gedeelte van 'het perceel waar de Meer- landers gerooid werden, was een ander gedeelte beteeld met Alpha's. Deze hadden zwaar, nog groen, loof. Van de 6 rijen, die door elke machine gerooid moesten worden, waren hier 4 rijen voor uit geklapt met de loof klapper; 2 rijen bleven on- geklapt en daarbij was het voor de meeste machi nes moeilijk dit vele groene loof te verwerken. Hierbij kwam tot uiting, speciaal onder deze omstandigheden, dat de beide machines, welke met een kleine loofklapper waren uitgerust, geen moei lijkheid gaven. Bij het rooien van de Meerlanders met dood loof kwam dit voordeel niet naar voren. Wanneer we de machines in volgorde aan een korte beschouwing onderwerpen, kan deze als volgt gezien worden. No. 1 Amazone V.; rooier ipet draaiende korf. Er kwamen nogal kluiten tussen de aardappelen te liggen. Het vollopen van de korf met natte grond viel nogal mee. Door de vrij grote val hoogte der aardappelen (tijdens het ronddraaien in de korf) zullen waarschijnlijk wel lichte kneuzin gen optreden. No. 2 en No. 3 B. A. V. IV en B. A. V. V. Beide kettingrooiers met dwarsafvoerketting. Van beide typen samen zijn reeds enkele honder den machines verkocht, welke meestal op lichtere gronden werken, waar ze over het algemeen zeer goed bevallen. Hier kwamen echter zeer veel grove kluiten tussen de aardappelen te liggen, wat veel last veroorzaakt bij het oprapen. No. 4 Bison Junior; type kettingrooier. De sta ven zijn hierbij in plaats van door schalmenverbin- ding, bevestigd op canvasriemen, waardoor dan misschien minder slijtage zal optreden. Iets minder kluiten dan de vorige. De tussen ruimte tussen de beide schaarhelften was iets te groot, waardoor soms enig verlies optrad. No. 5 Bison duplex. De enige 2-rijïge machine. Dit is nog een prototype. Hier zit waarschijnlijk, na enige veranderingen, wel toekomst in. Thans kwam, daar de zijafvoerband de hoeveelheid, aard appelen van 2 rijen plus nogal kluiten moest afvoe ren, een te hoge rug te liggen, wat veel moeite geeft bij het oprapen. De aardappelen zullen daar om iets meer verspreid moeten komen te liggen. No. 6 Krakei. Kettingrooier met dwarse afvoer. Hierbij is een versnellingsbak ingebouwd, waar door het mogelijk is de snelheid van de ketting te wijzigen. Deze machine gaf zeer veel grove kluiten te zien. In 't groene loof kwamen nogal wat verstoppingen voor. In lichtere grondsoort schijnt deze machine veel beter te kunnen werken. 1' 7 Olis. Kettingrooier met dwarse afvoer. 8' en ook op canvasbanden bevestigd. Matig we net veel minder kluiten dan de vorige; de ke' zou misschien iets meer moeten schudden. minder diep werken gaf deze machine wel jr. Ier kluiten, doch gaf daardoor meer doorsnij* den van aardappelen te zien. No. 8 Komas. Systeem als de vorige. Tevens kan hierbij de overbrengingsverhouding tussen aftakas en machine gewijzigd worden. Ook is een hefboom aanwezig om de stand, van de schudrollen te wijzigen, waardoor deze meer of minder de ketting kunnen laten schudden. Daar bij deze machine een zeer smal schaar aanwezig is, wordt hierdoor minder grond opgenomen. Het is juist deze grond, welke door de trekkerswielen is vastgedrukt, die blijft zitten. Daardoor gaf deze machine zeer behoorlijk werk te zien. Veel minder kluiten. Of de machine, die wat licht gebouwd lijkt te zijn, ook voldoende lange levensduur zal hebben, wanneer veel in zeer zware grond zal moe ten worden gewerkt, moet worden afgewacht. ZEEFRADROOIERS. Deze kunnen zowel aangebouwd aan de drie puntsophanging van de trekker zijn, als lopend op eigen wieltjes achter de trekker. Het laatste systeem lijkt minder te reageren op de werking van de trekker dan de vastaangebouw- de. Daardoor werken deze meestal op zuiverder diepte dan de eerstgenoemde. Door het horizontaal draaiende zeefrad dezer type machines wordt de grond over het schaar iets stukgewreven, waardoor dan meestal minder klui ten boven komen dan bij het kettingsysteem. No. 9 Decor; met twee zeefraderen, aangebouwd aan de driepuntsbevestiging en tevens voorzien van één steunwieltje. Matig werk; behoorlijk bruikbaar. No. 10 Haesum; aangebouwd aan de driepunts bevestiging. Nieuw geïmporteerd uit België. Matig werk; iets variërend van diepgang. In het groene loof gaf deze m#r moeilijkheden. No. 11 Komeet-trekkermodel met verticaal- en schuinstaand zeefrad. Tevens is een versnellings bak met 2 mogelijkheden. Loopt op eigen lucht- bandenwielen, waardoor geen invloed van de hef- inrichting ondervonden wordt. Behoorlijk goed werk. Bij nauwkeurige afstel ling zeer goed werk mogelijk is. Spreidt de aard appelen behoorlijk, waardoor vrij goed is te rapen. No. 12 Kromag; uitgerust met drie zeefraderen. Moet ook nauwkeurig worden afgesteld. Ook uit gerust met twee luchtbandwielen. Het eerste horizontaal draaiend zeefrad loopt door een te dichte stand d.er tanden te gauw vol en wordt dan als het ware één schijf bij deze zware kliegrond. In lichtere grond zal dit euvel niet optreden. Matig werk. No 13 Ituli; loopt op twee eigen luchtbandenwie- len, is uitgerust met 2 zeefraderen met daarach ter een tweetal schudzeven. Tevens is deze ma chine voorzien van 'n reeds genoemde loofklapper. Maakt goed werk, wat vooral tot uiting komt bij veel loof of onkruid. Aardappels vallen goed ver spreid op de grond, waardoor ze gemakkelijk te rapen zijn. No. 14 niet aanwezig. No. 15 Rekord-trekkermodelmet twee zeef raderen enig verlies. Verder de aardappels goed verspreid om goed te kunnen oprapen. No. 16 Rekord; wordt aangedreven door de wie len. Matig werk, geeft ook iets verlies. Is ook bruikbaar voor paardentractie. PAARDEN-ZEEFRADROOIERS. No. 17 Decor met 2 zeefraderen en draaibaar voorstel. Door dit voorstel loopt de machine meer onafhankelijk van de paarden. Het voorstel moet echter onder moeilijke om standigheden verzwaard worden, anders gaat dit zweven. Matig werk. No. 18 Komeet-paardenmodel. Wordt gedragen door lange boom tussen de paarden. Behoorlijk werk. Werpt de aardappelen vrij breed weg, waardoor soms een enkele aard appel van de vorige rij weer door wegslingerende grond wordt bedekt. EEN WERPRADROOIERZEELAND. Deze machine is gebouwd, als trekker-werprooier en loopt op eigen Wielen. Er is een versnellingsbak aanwezig waardoor 4 verschillende snelheden zijn te gebruiken. Maakt als werprooier, dus niet voorraadrooier, mooi werk. Dan moet elke rij direct worden opgeraapt. Als voorraadrooier worden nogal aardappelen van voorgaande rijen met grond bedekt; dit zal dan meestal verlies aan aardappels teweeg brengen. Onder zeer moeilijke omstandigheden zal nog vrijwel altijd met deze machine, bij niet voorraad- rooien, behoorlijk te werken zijn. RIJKSLANDBOUWVOORLICHTINGSDIENST ZEVENBERGEN. Hoewel het aantal inzendingen klein was, n.l. 22 dieren in totaal, waarvan er nog enkele wegbleven, was de belangstelling voor deze afdeling goed te noemen. We verheugen ons hierover, omdat de animo voor de varkensfokkerij in onze provincie nog steeds matig is. Hopelijk is deze fokdag dan ook aanleiding, dat verschillende boeren er toe zullen overgaan meer aandacht te besteden aan de varkensfokkerij. Want al was het aantal dan ge ring, toch kwam hier het kwaliteitsverschil wel naar voren. Ook de ontwikkeling van de verschil lende dieren, speciaal in de rubriek loopvarkens, was opvallend. Men heeft hier dus, zij het dan op bescheiden wijze, een overzicht kunnen krijgen van het gewenste type varken tegenover het minder goede type. En juist hierin liggen de grootste voordelen van een goed gefundeerde varkensfok kerij. Naast een vlugge en voordelige groei, is het immers noodzakelijk om een kwaliteitsvarken te fokken (en te mesten), wil men de hoogste prijs maken. Hier volgen dan nu de uitslagen in de verschil lende rubrieken. In rubriek 1 ging de strijd tussen de dekberen van de Varkensfokvereniging Walcheren. Een vier tal goede beren, waarvan er drie elkaar weinig toegaven, wat voor de jury aanleiding was om drie le prijzen toe te kennen. De la-prijs was voor no 598, een sterkgebouwde beer met zeer brede lende nen. De kop is iets ontsierend. Deze beer werd later kampioen. De lb-prijs was voor no 662, even als no 598 een premiebeer. Een beer met een goede lengte en een beste achterhand. Werd later res.-kampioen. De derde eerste prijs, een lc-prijs, was voor premiebeer no 627. Deze beer heeft een brede achterhand, staat goed op de benen, maar kon iets beter in de rug zijn. No 648 kreeg een 2e- prijs. Beste hammen en lengte, doch wat zwak in de lendenen. Al deze beren werden gefokt in Over ijssel. In rubriek 2, kennelijk drachtige zeugen, geboren in 1951, was slechts één inzending, n.l. zeug no 3760 van P. de Kam te Westkapelle. Een varken met goede ribwelving en diepe, goedgevormde hammen. Ze was echter wat zwak in de koot, terwijl ze qua type iets fraaier kon zijn. Ze kreeg een 2e-prijs. Ook in rubriek 4, kennelijk drachtige zeugen, geboren na 31 Dec. 1952, was slechts één inzending. Dit was de fraaigelijnde zeug no 3807 van mevr. Wed. J. KrijgerPouwer te Nw. en St. Joosland. Deze zeug, die later gemakkelijk kampioene werd, kenmerkt zich verder door een goede, gesloten rompbouw met beste hammen en goede lengte, Een viertal biggen uit de eerste worp van deze zeug, zijn in onderzoek op de Selectiemesterij te Boxtel. Rubriek 8, zeugen geboren na 31 Dec. 1952, telde 2 inzendingen. Een le-prijs was voor zeug no 3823 van L. Koole te St. Laurens. Een varken met goe de verhoudingen, voldoende diepte en goed achter stel. Zeug no 3828 van W. Minderhoud te West kapelle kreeg een 2e-prijs. Ze was wat plat in de ribben en matig ontwikkeld. Het kruis was goed. In rubriek 10, vrouwelijke loopvarkens, geb. tus sen 31 Jan. 1954 en 1 Juni 1954, waren 4 inzendin gen. De la-prijs was voor no 30912 l.o. van M. J. Rottier te Vlissingen. Deze zeug vertoonde, naast een goede ontwikkeling, een fraai type, gepaard met een goede lengte en best achterstel. De lb-prijs was voor een volle zuster van de vorige zeug', n.l. no 30916 l.o. van L. Koole te St. Laurens. Eveneens een mooie, typische zeug met goede verhoudingen. Beide zeugen zijn in Gelderland gefokt. De 2e-prijs was voor no 7503 l.o. van Voorbeeldbedrijf Walche ren te Grijpskerke. Beste ontwikkeling en voldoen de typisch. Voor fokvarken iets te veel conditie. Achterbenen konden sterker. No 7592 l.o. van M. J. Rottier te Vlisslpgen kreeg een 3e-prijs. Matige ontwikkeling, met wat losse schouder en iets wei nig ribwelving. Lengte is goed. Rubriek 11, zeugen met biggen voor de eerste keer gebigd, telde 3 inzendingen. Hiervan kreeg no 3824 van W. Minderhoud te Westkapelle de la- prijs. Goed type varken met voldoende diepte, best achterstel en een uniforme toom biggen. Deze zeug werd later reserve-kampioene. Zeug no 3831 van D. A. van Nieuwenhuyzen te Nw- en St.-Joosland verwierf in deze rubriek de lb-prijs. Een varken met een sterke bovenlijn, voldoende ontwikkeling en type, dat iets meer ribwelving kon vertonen. Een 2e-prijs was voor zeug no 3833 met matige ontwikkeling en iets steile schouder van J. J. Geer- se Zn te Middelburg. De verhoudinge waren goed bij deze zeug, evenals de achterhand. Rubriek 14 tenslotte, beren geboren tussen 1 Jan. 1954 en 1 Juni 1954, telde 2 inzendingen, beide van M. J. Rottier te Vlissingen. Een 2a-prijs verwierf hier no 7587 l.o., een beer met goede lengte en uit gebroken achterstel, doch wat losse schouder en matige ontwikkeling. Dit laatste gold eveneens voor de 2b-prijswinnaar, no 7586 l.o., die qua type iets minder was en ook minder sterk op de benen. Rest ons nog te melden, dat de hokken vóór deze fokdag bereidwillig waren afgestaan door de com missie fokveetentoonstelling te Oostburg. M. NIEUWENHUYSE.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1954 | | pagina 6