N.- Brabantsche Mij van Landbouw
Van en voor de boer
ONDERLING BOERENVERZEKERINGSFONDS
Paard en paardensport
De tijd staat niet stil
ZITDAGEN BOEKHOUDBUREAU.
TUINBOUWLONEN.
Bescherming
bij
eigen
organisatie
AARDAPPELSELECTIECURSUS.
VEILINGSBERICHT VAN VEILING
„DE LANGSTRAAT" DRUNEN.
RONDOM DE BOERDERIJ.
TONEEL
ZANG
673
(Advertentie).
DINTELOORD: Woensdag 27 October, 11 Va tot
1 uur Hotel Rijn.
FIJNAART: Vrijdag 29 October, 10y2 tot 12% uur,
Hotel „De Graanbeurs".
In verband met de 6 loonsverhoging zijn voor
de tuinbouwlonen in Noord-Brabant ingaande 4
October j.l. o.a. de volgende lonen in de sub-com-
missie Tuinbouw overeengekomen:
De tijdlonen bedragen:
a. voor vaste arbeiders van 23 jaar en ouder:
vakarbeiders ƒ54,40 per week;
ongeschoolden 50,10 per week.
b. losse arbeiders van 23 jaar en ouder:
(van October t/m Maart)
vakarbeiders ƒ54,40 per week;
ongeschoolden ƒ50,10 per week.
De tijdlonen voor onvolwaardige jeugdige man
nelijke uitwonende arbeiders bedragen
Voor vaste arbeiders:
leeftijd
17 jaar
18 jaar
19 jaar
20 jaar
21
22 jaar
vakarbeiders
31,per week
35,35
40,80
„45.15
48,95
51,70
Voor losse arbeiders gelden van October t/m
Maart dezelfde lonen als voor vaste arbeiders.
In de maanden October t/m Maart toedraagt de
waarde van de vacantiebon per week voor losse
arbeiders van:
23 jaar en ouder
22 jaar
21 jaar
20 jaar
19 jaar
18 jaar
17 jaar
4,20
4,
3,80
3,80
3,20
„2,80
2,40
De bietenoogst is in volle gang; konden eerst
Zevenbergen en Roosendaal nog maar over vol
doende bieten beschikken, thans is ook „Dinteloord"
zijn campagne begonnen.
Het is op de fabrieken een geregelde drukte. Men
is practised altijd aan het lossen en men behoeft
haast niet te wachten; een ideale toestand.. Het zal
misschien niet uitgesloten zijn, dat, nu de fabrieken
zp laat konden gaan draaien, we wel een termijn
van aflevering erbij krijgen. Want als zo zachtjes
aan iedereen zijn aardappelen uit heeft, dan zal er
wel een enorme aanvoer komen.
Ook het ploegwerk begint een beetje op gang te
komen. Het valt anders niet mee met de grond,
er is haast geen doen aan om een beetje behoor
lijke ligging van de sneden te krijgen en alle trek
kracht moet gebruikt worden om de grond op win-
tervoor te krijgen.
Enkelen hebben tarwe gezaaid, maar dat zijn er
nog niet veel. Heines VII zal dit jaar nog wel een
groter percentage van ons areaal beslaan dan
vorig jaar. Trouwens gezien de uitkomsten is
dat ook wel verantwoord, al blijven er enkele grote
bezwaren kleven aan dit ras.
De koeien zijn op vele plaatsen reeds opgestald
vanwege het slechte weer in de eerste week van
October en men komt er niet meer toe om bij wat
mooier weer de beesten weer in de weide te doen.
Onze veevoederpositie zal er deze winter niet te
beter om zijn, want weinig kuilvoer is er gewon
nen. In West-Brabant kan dit nog wel meevallen
want bietenkoppen en bietenblad zijn er bij de vleet
en het gaat er maar om, dat we het goed winnen
en inkuilen, opdat het voor 100 procent tot zijn
recht komt.
In 1922 namen boeren het initiatief tot de oprich
ting van het Onderling Boerenverzekeringsfonds.
Sinds dit jaar zijn het boeren geweest, die de teu
gels van deze organisatie in handen hadden.
In 1922 namen boeren het besluit, dat het O.B.F.
moest waken voor de belangen van de boer. Nu in
1954 is deze doelstelling nog het kompas, waarop
het O.B.F. vaart en waarop het in de toekomst zal
blijven varen. Haar doel is het dienen van het
boerenbelang.
Volgt hierom het voorbeeld van bijna 19.000 Neder
landse boeren en sluit Uw levensverzekering bij
het O.B.F.
SOPH1ALAAN 2 LEEUWARDEN
Medewerker voor Zeeland: R. MEYERING
Julianastraat 24, Wemeldinge (Tel. K 1192395).
De Keuringsdienst Noord-Brabant maakt bekend,
dat er ook dit winterhalfjaar bij voldoende deel
name weer gelegenheid bestaat tot het volgen van
een aardappelseïectiecursus.
Deze cursussen, welke zowel voor telers als hun
personeel van belang zijn, toestaan uit 10 a 12 theo
retische lessen, terwijl er in de a.s. zomer nog
1 a 2 practische lessen gegeven zullen worden.
De kosten bedragen 17,50 per persoon. Het
boekje van wijlen Ir W. B. L. Verhoeven „Ziekten,
selectie en keuring van aardappelen" wordt gratis
verstrekt.
Aanmeldingen vóór 6 November a.s. aan de
Keuringsdienst Noord-Brabant, Hoogstraat 122,
Roosendaal.
De Directeur,
R. HAGENOUW.
Per kg Tomaten 2062 ct.; Pronkboner* 1747
ct.; Stokprinces 90105 ct.; Dubbele bonen 84
127 ct.; Snijbonen 90—124 ct.; Andijvie 10—20 ct.;
Savoye kool 1425 ct.; Rode kool 1323 ct.; Witte
kool 1016 ct.Spinazie 24—45 ct.Prei 1323 ct.
Breekpeeji 924 ct.; Koolrapen 9ip ct; Wortelen
B-C 616 ct.; Juin 620 ct.; Boerenkool 611 ct.;
Kroten 10—25 ct.; Spruiten sch. 3481 ct.; Sprui
ten n. sch 1850 ct.Postelein 3032 ct.; Nero
1036 ct.; Gele kool 1015 ct.; Druiven 85
100 ct.
Per 100 stuks: Sla 2,50—8.
Per stuk: Knolselderij 111 ct.; Perzik (natuur)
14 ct.; Bloemkool 940 ct.
Per bos: Bospeen 9—20 ct.
Per kg: Appelen 423 ct.; Peren (keuken)
5—21 ct.
DE WESTHOEK.
Nog een week zulk weer als we gehad hebben
en raken in West-Brabant door de allergrootste
drukte heen. Dat wil niet zeggen dat we nu klaar
zijn, nee dat niet, we zijn met ons werk achter en
dat zullen we wel blijven tot de ploeg onder dak
staat.
Alom is men druk doende de laatste aardappelen
uit de grond te halen en Bureau Oogstvoorziening
verricht zeer waardevolle diensten. Men is van plan
om deze instelling op te heffen, maar met een jaar,
als dit, is het een zeer nuttige instelling.
De laatste weken laat Nederland zich weer eens
van zijn beste kant zien, als men hoort wat men
doet om de aardappeloogst geborgen te krijgen. In
Den Haag schijnt zelfs een predikant met mensen
uit zijn wijk de akker in te trekken om aardappe
len te rapen.
Op regelmatige tijden kunnen we ons in alle
mogelijke bladen verlustigen in verslagen van
verschillende keuringen. Naast het bestuderen
van pedigree's vormen deze artikelen wel de
voornaamste lectuur van de paardenfokkers.
Zeker, dit heeft voor de fokker veel waarde. Maar
is de tijd niet gekomen, dat hij zich ook in andere
dan foktechnische problemen moet verdiepen
Ik meen van wel. Immers, de positie van het
paard is wel sterk in het gedrang gekomen. Dat
weet natuurlijk iedere paardenliefhebber al lang
en daar behoeven we toch geen praatje aan te
wijden. Alles wat paard is heeft wind tegen en
wat zul je tegen de stroom op roeien, redeneert
menigeen. Er zal wel eens een tijd komen dat de
wind zal draaien. Daar speculeert gewoonweg
alles wat des paards is, op. Het is eigenlijk treurig
dat men deze berustende houding aanneemt, af
gewisseld met af en toe een kleinigheidje kan
keren.
We kunnen er best wat aan doen. En ik weet
zeker dat er heel wat zijn die meteen beginnen
tegen te stribbelen en denken: al weer zo'n on
werkelijk stukje. Een stukje van een idealist.
Nee, probeert het nog even vol te houden. Een
stukje van een realist. De meeste paardenfokkers
zijn niets meer, geen idealisten en geen realisten.
Het zijn fatalisten geworden. Ze verdedigen het
paard met oorlogsdreiging en slechte weersom
standigheden. Soms hoor ik de opmerking: we
strijden voor een verloren zaak. Maar werd er
maar gestreden. Wat doen de paardenfokkers in
vergelijking met de trekkermensen Toch wer
kelijk helemaals niets. Alle hoop bouwen op ge
slaagde tentoonstellingen, die wel degelijk waarde
hebben, maar die niet meer volledig op de huidige
omstandigheden zijn afgestemd. Waar men elkaar
komt vertellen, dat er toch zoveel fokkers zijn
die doorzetten, ondanks mechanisatie. Motorisatie
wordt dan bedoeld en deze mededeling moet de
bezoekers en fokkers een hart onder de riem
steken. Neen, zo zal ik niet doorgaan, al beseft
men beslist niet hoe negatief er vaak gehandeld
wordt.
Wat kan er dan wel gedaan worden, zal men
zich misschien afvragen. Wel, de paardentractie
bevorderen. Dat is ons werk niet, zal mij tegen
geworpen worden. Och, wat doet het er toe. Zo
redeneren de trekkerfabrikanten ook niet. En zij
hebben geen organisatie met een hoop geld
achter zich. Ze vechten om den brode.
Paardenfokkers, neemt een voorbeeld aan de
reclame die de trekkermensen maken, schreef de
Zeeuwse secretaris Cappon in ons landbouwblad
in Mei 1949. Reclame maken kunnen we niet
alleen doen door te adverteren en te exposeren.
We moeten er aparte mensen voor aanstellen. Er
moet een werktuigen-specialist komen, die in
overleg met de fabrikanten de werktuigen voor
paarden tracht te verbeteren en speciaal voor
het kleine bedrijf nieuwe ontwikkelt. Hij moet
alle werktuigen-demonstraties helpen organiseren.
De paardentractie is op de meeste demonstraties
slecht vertegenwoordigd, zowel kwantitatief als
kwalitatief. Ik ben benieuwd hoe het in Biervliet
zal zijn. Kwantitatief zit het wel goed. Op deze
bietenrooidemonstratie (27 en 23 October) wil
men het paard in ieder geval een goede kans
geven. Het is te hopen, dat deze kans gegrepen
wordt. Juist de zijde van de tractie verdient
meer dan ooit de volle aandacht. Dat kan niet
als iets bijkomends door de huidige functionaris
sen behandeld worden. Er moet een speciale op
dracht verstrekt worden.
Tot de volgende keer.
TOONTREDER.
i
opgevoerd door het gezelschap van
Tetman de Vries.
De goed gevulde zaal van het Schuttershof in
Goes heeft meegeleefd met de uitvoering van een
eenvoudig en waarachtig toneel- en zangspel, dat
vooral voor het platteland geschikt is door het
steeds weer teruggrijpen op het gebeuren in d.e
natuur.
Het simpele grondmotief: lente, zomer, herfst en
winter speelt niet alleen in de natuur, doch ook in
het leven van de mens. De uitwerking van het
eenvoudige motief was echter verre van cliché
achtig en getuigde van een goede smaak, die tot
uiting kwam in de wijze waarop ernst en humor
elkaar afwisselden. Dat verschillende scènes,
vooral in het eerste bedrijf wat sentimenteel aan
deden moet in hoofdzaak op rekening van de aard
van deze Friezen worden geschreven. Het spel was
heel goed, waarbij de tweelingbroers wel ver boven
de anderen uitstaken met de flitsende humor.
Vooral in de scènes na afloop van de voetbalwed
strijd en tijdens de vispartij bereikte dit samenspel
hoogtepunten. Goed getekend was ook het gesprek
van de oudjes bij het aardappelrooien, terwijl de
uitbreiding van het hooien geen gelegenheid gaf het
vakmanschap van de tweelingen in twijfel te trek
ken. De liedjes deden, het goed, waarbij de Elf
stedentocht ongetwijfeld de kroon spande. Met
elkaar was het een goed voorbeeld 'hoe met een
voudige middelen wat goeds gebracht kan worden
als men over de krachten beschikt. Dit zal wel
steeds het knelpunt blijven. Na Zaterdag hebben
we echter des te mee# bewondering voor de Zuid-
Hollandse jongeren die dit spel ook al op de plan
ken gebracht hebben.
We zouden wensen dat Zeeland ook eens met een
dergelijk gezelschap uit de bus kwam. Emplooi is
er zeker voor te vinden, zowel in als buiten Zeeland.
Het vervolgstuk van „De tijd staat niet stil"
hopen we ook nog eens op de planken te zien. Het
moet nog „vertaald" worden uit het Fries, doch
gezien de wijze waarop dit met het eerste stuk ge
beurd is, vrezen we niet voor het resultaat.
Tot zo lang zullen we het echter moeten doen
met de goede herinneringen aan het gezelschap
van Tetman de Vries.
B.