ORGAAN VAN DE LANDBOUW JONGEREN GEMEENSCHAP ZEELAND ZEEUWSCH LANDBOUWBLAD. 611 Redactie: J. D. Haak Dzn, A. C. Hanse, A. C. Breure, L. de Jager, Z. Poppe en M. Sanders. Redactie-adres: Secretariaat L. J. G., Landbouwhuis, Goes. Wordt het wezenlijke doel van het ploegen bij onze ploegwedstrijden wel nagestreefd PLOEG WEDSTRIJD VOOR HET KAMPIOENSCHAP VAN ZEELAND. Voor de 2e maal in de Zeeuwse ge schiedenis werden Zaterdag j.l. de pro vinciale ploegwedstrijden gehouden. Het is altijd verleidelijk vergelijkingen te gaan maken. Een verheugend feit is, dat de wed strijd dit jaar in samenwerking met de C. J. B. T. B. werd gehouden. Jammer, dat de Katholieke jongeren nog afzijdig zijn gebleven. De opkomst was dit jaar ook beter te noemen, ondanks dat de deelname aan de voorselectie in enkele streken nogal te wensen overliet. En nu het ploegen zelf. Aangezien ik grote bewondering heb voor de heren jury-leden, ga ik niet proberen de ploegen individueel te be oordelen. In vergelijking met het vorig jaar lag het ploegwerk m.i. wel op een hoger peil. Terwijl het in ieder geval een ver gelijking met het ploegwerk, dat er op de P. J. G. N.-wedstrijd in de N.O.P. te zien was, kan doorstaan. Evenals in de N.O.P. bleek ook hier weer, dat de paarden-ploegen niet op gewassen zijn tegen de trekkerploegen. Eén van de reden hiervoor is misschien ook wel, dat deze paardenploegen min der geschikt zijn om lichter dan 10 cm te ploegen. Eén van de belangrijkste vragen is, waar de meeste fouten mee gemaakt worden. Allereerst bij het uitrijden en aanstorten van de beginvoor. Het ver dere ploegen leverde weinig moeilijk heden op in deze grond. Maar bij het afmaken van de eindvoor waren er weer verschillen te zien. Dat het ploegwerk op zichzelf geen moeilijkheden opleverde, is wel even een overdenking waard. Natuurlijk waren er verschillen op te merken, maar dit lag practisch altijd aan de werking van de ploeg en niet aan de afstelling ervan. De vraag kan dan ook wel gesteld worden: was deze stoppel met klaver niet een te ideale situatie om duidelijk de kunde van de verschil lende ploegers naar voren te brengen? Gelukkig was de belangstelling goed te .noemen; ook van de zijde der fir manten. Een teken, dat ook bij de han del de waarde van deze wedstrijden wordt ingezien. Deze wedstrijden moeten dan ook in ieder geval een vaste plaats in ons pro gramma blijven innemen. Het is dan noodzakelijk, dat in de streken de voor wedstrijden meer geanimeerd worden. De uitslag van de wedstrijd luidt ten slotte Na afloop van de provin. ciale ploegwedstrijd van Zaterdag j.l. vroegen wij ons het bovenstaande af. Wat was n.l. het geval? Eén der deel nemers, die met een ploeg ploegde, die voor dit ploegwerk (stoppelen) niet ge schikt was, hield halverwege de wed strijd op, en een tweede deelnemer, die wèl zijn veldje afploegde, werd, zonder dat dit werd meegedeeld, gediskwalifi ceerd, omdat hij te diep had gereden. Aan de hand van de voorgeschreven ploegdiepte was dit een wellicht te rechtvaardigen uitspraak, hoewel naar onze smaak vrij streng. Vanuit een ander gezichtspunt be keken zelfs een niet gerechtvaardigde conclusie. Genoemde ploegen waren nu eenmaal geen stoppelploegen en moch ten dan ook niet als zodanig beoordeeld worden. Aan het verlangde doel beant woordden alleen de stoppelploegen. Wij vragen ons nu af of het wel juist is, dat aan dit ondiepe stoppelploeg- werk zo'n grote waarde toegekend wordt en op grond hiervan de ploeg- capaciteit van de deelnemer wordt be oordeeld. Wij zullen de laatste zijn die ontkennen, dat stoppelploegwerk niet belangrijk is en dat men dit a. h. w. maar afraffelen kan. Maar naar onze mening verlangt men van stoppelploeg werk niet dat fijne, dat van winter- voren of zaaivoren verlangd kan wor den. Wij zien tienmaal liever een per ceel land, dat prachtig op wintervoor is geploegd, dan een perceel stoppelland, dat kaarsrecht geploegd is. maar dat kort daarna toch weer bewerkt gaat worden. Houdt men een ploegwedstrijd zoals nu is gebeurd, welnu laat dan alleen deelnemers met stoppelploegen inschrij ven en geen andere want dit geeft alleen maar aanleiding tot teleurstel lingen. Overigens wanneer we het instructie boekje voor de ploegwedstrijden open slaan, dan wordt op bladzijde 11 daar van als richtlijn voor de ploegdiepte opgegeven ongeveer 2/3 van de ploeg- breedte. Welnu, had men hiermee rekening gehouden, dan was van diskwalificatie op deze wedstrijd geen sprake geweest, en had ook de Oost Zeeuws-Vlaamse deelnemer wellicht een betere presta tie kunnen leveren. Paardenploegers 1. A. van Liere, Oostkapelle, 203 punten. 2. J. Nijsse, Nisse, 184 punten. Tractor-ploegers 1. A. van Dijke, 's Heer Arends- kerke, 208 punten. 2. A. Dekker, Klcverskerke, 204 p. 3. P. de Looff, Geersdijk, 195 p. 4. A. Verkruijsse, Schoondijke, 194 p. 5. L. Groenewege, St. Maartensdijk, 192 p. Wij zijn ons bewust een onderwerp te hebben aangesneden waarover het laatste woord nog niet is gesproken. Men wil liefst stoppelland hebben met groenbemesting, omdat men op zulk land gemakkelijker tot een juiste be oordeling komt van het geleverde werk, speciaal t.o.v. het onderbrengen van de stoppels en de groenbemesting en het afstellen van de ploeg. De betreffende bper is dan vanzelfsprekend niet gesteld op een grote ploegdiepte. Wij geven echter in overweging om deze ploegwedstrijden aanmerkelijk later te gaan houden, om dan b.v. een blok klavers, die is afgeweid, op winter voor te ploegen. O.i. wordt hiermede beter het ge stelde doel bereikt dan nu het geval is. Wij hopen, dat dit artikel er tevens toe zal bijdragen, dat men zich in bre dere kring over dit onderwerp gaat be raden. M. C. J. KOSTEN. PRAATAVOND OVER DE HERVERKAVELING VOOR DE JONGEREN. Deze bijeenkomst wordt gehouden op Dinsdag 28 September a.s. in het „Huis van Nassau" te Zierikzee. Aanvang 19.30 uur. Sprekers: de heren A. M. Geluk en Ir L. Eelkema. Belangstellenden, niet-leden, zijn ook van harte welkom. Mis deze avond niet. Amerikaanse plattelandsjongeren, ambassadeurs in de dop (Slot.) Een zoon en een dochter van de fa milie F. W. H. Schreurs— Wilders, te Venlo, zijn naar Nieuw-Zeeland ge ëmigreerd en een andere dochter, Ma ria, staat op het punt, naar Australië te vertrekken. Maria stelde het dan ook zeer op prjijs, toen F. Caroline Wilbur een maandje op de 16e eeuwse boer derij van de familie Schreurs kwam logeren. Zij is nu in de gelegenheid zich, wat de Engelse taal betreft, enigs zins op de toekomst voor te bereiden. Maar ook Caroline heeft thuis, te Law rence in Kansas, een dergelijke voor bereiding meegemaakt. Mej. A. G. Vethman uit Anna Pau- lowna, één van de vier Nederlanders die thans in het kader van de interna tionale uitwisseling Amerika bezoeken, heeft namelijk enige tijd bij Caroline doorgebracht, voordat deze naar Neder land vertrok. De tuinbouw, waarop het werk van de familie Schreurs zich con centreert, was geheel nieuw voor de 21-jarige Amerikaanse, die er inmiddels al heel wat over te weten is gekomen. Ook Caroline heeft de weg naar de keu ken gevonden. Zij heeft al belangstel lend geïnformeerd naar het recept voor croquetten en ook de beroemde Lim burgse vla kan haar bekoren. Volleybal op de binnenplaats. Martha E. Kohl uit. Corfu in New York kan het best vinden met de fam. H. A. van Enckevoort te Sevenum. De heer Van Enckevoort is wethouder van Sevenum en tevens voorzitter van het varkens-stamboek voor Limburg, en Martha, die 24 jaar oud is, heeft hem reeds meer dan eens op een inspectie tocht vergezeld. Mevrouw D. J. van Enckevoort is zeer ingenomen met het enthousiasme van haar Amerikaanse gast, die haar in het huishouden waar mogelijk terzijde staat. En dan de kinderen, waarvan er nog vijf thuis zijn. Volleybal heeft Martha hun geleerd en de binnenplaats van de boerderij is een oefenterrein bij uitstek. Persoonlijk is Martha Kohl door vele eigenschappen van de Nederlanders ge troffen. ,,Ik zou er graag enige in mijn bagage willen meenemen", zegt zij, „en ik neem aan, dat zij er nog wel bij kun nen." Voorbeelden? „Hun vaderlands liefde, en toch ook het respect voor mijn land, Amerika, de vindingrijkheid, de vlijt en het geduld, waarmee zij een groot deel van hun land meter voor meter op de zee hebben veroverd, en de handenarbeid, die hun woningen zo gezellig en warm heeft gemaakt." Joe G. Campbell ten slotte vindt zijn tweede pleisterplaats, de boerderij „His- semaheerd", in Ten Boer, tussen Dam- sterdiep en Eemskanaal, een kolfje naar zijn hand. Het landbouwbedrijf beheerst hem en dat is niet te verwon deren. Ondanks zijn 21 jaren is Camp bell namelijk mede-eigenaar en be drijfsleider van een grote „farm" van een 350 hectaren te Lebanon in Virgi nia. Het is duidelijk, dat Joe met de landbouwmachine is opgegroeid, maar dat hij desondanks het. gebruik van spierkracht niet schuwt, is deze maand aangetoond. Als gevolg van de zware regenval moet er momenteel op „Hisse- maheerd" veel meer dan gebruikelijk met de hand worden gedaan. Joe kon dus bewijzen, dat hij daarop berekend is. En hij heeft het bewezen. De fami lie A. BolhuisDe Boer, die „Hissema- heerd" bewoont, is daar best over te spreken. Vlas is als gewas nieuw voor Joe Campbell. In Pijnacker, waar hij de eer ste maand van z'n verblijf heeft doorge bracht, heeft hij het voor het eerst ge zien; hier, in Ten Boer, heeft h\j het al helpen oogsten. Evenals de dames op hun gebied, heeft Joe op het zijne reeds vele indrukken opgedaan. Hij hoopt daar nog enige op zuivelgebied aan toe te voegen, want hij heeft ver nomen, dat hem in Enschede, waar hij het vierde en laatste gedeelte van zijn verblijf zal doorbrengen, een bedrijf met een respectabel aantal melkkoeien wacht. Wanneer de vier Amerikaanse gasten in November naar de Verenigde Staten terugkeren, zullen zij een beter begrip hebben van wat de Oude Wereld te bie den heeft. En Nederland kan nu reeds verzekerd zijn van een viertal nieuwe, toegewijde ambassadeurs. (Vervolg van pagina 610.) ling wordt het ras weinig door roest en voetziekten aangetast. De opbrengst is goed. Carstens VI lijkt veel op de bekende Carstens V. Het is eveneens een goed wintervaste tarwe met een vrij kleine rode korrel. Ook Carstens VI stelt geen hoge eisen aan de grond. Het stro is vrij kort en niet stevig. Iets vatbaar voor gele roest. De opbrengst lijkt (te oordelen naar slechts één proefveld) beter dan die van Carstens V. Van de laatstgenoemde rassen is slechts een beperkte hoeveelheid élite zaaizaad beschikbaar. Conclusie: Zaai in hoofdzaak Heine's VII. Ver gelijk de opbrengst van dit ras over de verschillen de jaren met die van andere rassen. Verbouw op beperkte schaal rassen die gemakkelijk uitwinte- ren. Als liet enigszins mogelijk is in hoofdzaak Heine's VII en daarnaast tot 'b.v. 1/3 andere ras sen. b. Overstroomde grond. Daar men op overstroomde gronden aan een één zijdige vruchtwisseling gebonden was en daarom weer genoodzaakt zal zijn wit op wit te verbouwen, zal hier ongetwijfeld de voetziekte een belangrijke rol gaan spelen. Door aanleg van een viertal proefvelden met de bekende rassen werd getracht een en ander na te gaan. De abnormale opkomst door droogte in de herfst, de vorstschade, het uit blijven van voetziekte, en het optreden van roest hebben tot gevolg gehad, dat enigszins aifwijkende opbrengsten zijn verkregen. Een bezwaar voor Heine's VII is de sterke gevpe- ligheid voor voetziekte vooral als de cultuurtoe stand van de grond het laat zitten. Slechte struc tuur, nat land in herfst en winter verdraagt het ras slecht. Daar deze omstandigheden in de afge lopen herfst en winter niet voorkwamen, menen wij hieruit de goede opbrengst van het ras te moe ten verklaren. Ook Alba is zeer vatbaar voor voet ziekte, doch door de mindere roestaantasting staat het hier mede aan de kop. Staring, Minister en Mado hebben weinig last van voetziekte en verdie nen uit dit oogpunt de voorkeur. RASSEN Gem. 1954 Heine's VII 47.5 (4) Alba 47.6 (3) Staring 42.6 (4) Minister 42.6 (3) Conclusie: Verbouw op de overstroomde grond, op de beste percelen Heine's VII vanwege de goede wintervastheid, doch ga niet boven 50% van de oppervlakte. Voor de andere 50% komen in de eer ste plaats Staring, Mado en Minister in aanmer king.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1954 | | pagina 7