NaTA:
KWEEKGRAS
erverkavelingsgebieden
Uit de
GEBRs DE JONGH
ZEEUW SC H LANDBOUWBLAD.
607
(Vervolg van pag. 605.)
dan vragen wij ons af, waar het redelijke bestaan
is gebleven op het sociaal en economisch goed ge
leide bedrijf. Wordt de knabbelpolitiek voortgezet
of zal werkelijk de hand worden gehouden aan een
redelijke winst op het goed geleide bedrijf voor een
aantal basisproducten.
Met de huidige bewindsman aan het Ministerie
zijn wij nog niet dadelijk bevreesd, maar de alge
mene tendens duidt toch in de richting van grotere
vrijheid in loon- en prijsvorming. En hoewel wij
daarvan zeker geen tegenstander zijn, dient men
toch te bedenken, dat als de grotere welvaart ver
deeld moet worden, dit niet mag gaan zonder of
ten koste van allen, die in de bedrijfstak landbouw
hun brood verdienen. Vandaar ook, dat de land
bouw bij de nieuwe 6 loonronde niet achter
moet en mag blijven, doch daarnaast tevens het
recht heeft op doorberekening in de kostprijzen
van de basisproducten met handhaving van de ge
bruikelijke ondernemers-winstmarge, waarbij men
zelfs de vraag zou kunnen opwerpen of deze niet
juist nu verhoogd dient te worden.
De nieuwe loonronde.
Zoals men heeft kunnen lezen mogen de ver
hoogde lonen reeds in de volgende week uitbetaald
worden, mits men in de bedrijfstak zelve tot over
eenstemming is gekomen. Want er is het prin
cipiële verschil met de loonsverhoging van 5 van
Januari jongstleden, die verplicht aan ieder werd
opgelegd. Voor onze leden, die op 2 October a.s.
lonen moeten uitbetalen, kunnen wij op het ogen
blik slechts dit mededelen, dat de besprekingen tus
sen werkgevers en werknemers in de Stichting
voor de Landbouw een aanvang hebben genomen.
Wij hopen in het nummer van volgende week, dat
dan nog net op tijd komt, nadere bijzonderheden te
kunnen publiceren.
Vast staat, dat de nieuwe loonsverhoging een
nieuwe last op de boerenbedrijven gaat leggen.
Een last, die slechts ten dele gecompenseerd zal
worden door een belastingverlaging. Deze ver
laging zal bovendien pas 1 Januari 1956 ingaan,
wanneer de Minister van Financiën tenminste zijn
zin krijgt. Daarnaast zal een doorberekening in de
prijzen moeten plaats vinden. Voorts dienen wij
maar af te wachten in hoeverre de prijzen van
alles, waaronder dus ook de benodigdheden voor
het bedrijf en de diensten van smid. wagenmaker,
loondorser enz. enz., deze nieuwe loonronde zullen
volgen.
Met de jubelende tonen van Troonrede en mil-
lioenennota kunnen wij voorlopig nog niet te hard
instemmen. Conjunctuur rs een gevoelig en snel
wisselend iets. De landbouw heeft dit maar al te
vaak aan den lijve moeten ondervinden. Dat men
dus in georganiseerd verband waakzaam blijft is
een dringende eis.
Zienswijze Minister Mansholt.
Het moge voor de lezer interessant zijn de
mening van Minister Mansholt zelve gelijktijdig
met bovenstaande beschouwing te vernemen en
aangezien nog juist op tijd een aantal persberich
ten van de Afdeling Voorlichting van het Ministerie
van Landbouw. Visserij en Voedselvoorziening in
zake de begroting van dit Ministerie ons bereikte,
willen wij hieronder de Minister aan het woord
laten, zoals hij in de Memorie van Toelichting de
leden van de Staten-Generaal inlicht.
Gewijzigde toestand in de landbouw
niet onrustbarend.
Wanneer men de ontwikkeling van de toestand
in de landbouw, speciaal wat de afzet en de prijzen
betreft, van de laatste jaren beschouwt, kan onge
twijfeld gesproken worden van een enigermate ge
wijzigde toestand. Gelet echter op het nauwe ver
band tussen de'toestand in de landbouw en de al
gemene economische ontwikkeling, welke laatste
zeker niet als ongunstig kan worden aangemerkt,
en gezien de feitelijke gang van zaken in de land
bouw, kan niet gesproken worden van een onrust
barende situatie. Het is echter begrijpelijk, dat de
overgang van een schaarste-economie naar een
economie met ruimere voorzieningsmogelijkheden,
zoals die zich de laatste jaren heeft voorgedaan,
zijn repercussies zal hebben op de prijzen.
De momenteel door het buitenlandse prijsverloop
meest in gevaar komende sector van de landbouw
n.l. de akkerbouw, kon door het systeem van de
monopolieheffingen in belangrijke mate tegen ern
stige gevolgen daarvan worden gevrijwaard. Een
zekere stabilisatie is ingetreden. De prijzen der
veredelingsproducten bewegen zich nog op een
bevredigend peil.
Het systeem van de monopolieheffingen kon
echter geen voldoende oplossing brengen voor de
roggeteelt. Aan de Veenkoloniale gebieden moet
bijzondere aandacht worden besteed, mede gezien
het feit., dat de bepalingen in verband met de aard
appelmoeheid de bedrijven in deze gebieden bij hun
huidige structuur in moeilijkheden brengen.
Met het opkomen van bovengenoemde moeilijk
heden, is ook de aandrang op de Overheid toege
nomen om meer concrete garanties te geven. Hoe
wel de bewindsman deze reactie kan begrijpen en
hij er op deze plaats, wellicht ten overvloede, nog
maals op wil wijzen, dat de Nederlandse landbouw
uit hoofde van ziin functie in het maatschappelijk
bestel te allen tijde kan rekenen op de bijstand der
Overheid, meent hij goed te doen er de aandacht
op te vestigen, dat een meer gedetailleerde garan-
tienolitiek op den duur weinig succes zal kunnen
hebben.
Het streven der Regering zal er steeds op ge
richt zijn de afzet te bevorderen door enerzijds,
voorzover het in haar vermogen ligt, de pogingen
tot kwaliteitsverbetering en kostprijsverlaging te
steunen en anderzijds een handelspolitiek te voe
ren, die de beste perspectieven biedt voor onze
agrarische producten. Daarbij zullen alle pogingen
om in internationaal verband tot een vermindering
van de belemmeringen voor het handelsverkeer te
komen, worden gesteund.
Hoewel de buitenlandse markt van grote beteke
nis is voor de Nederlandse landbouw, vormt de
binnenlandse markt het belangrijkste afzetgebied
voor onze agrarische productie.
Exportanalyse.
Bij het beoordelen van de toekomstmogelijkheden
terzake van de export kan een analyse over een
langere periode dan een jaar node worden gemist.
Een dergelijk overzicht leert, dat de agrarische uit
voer tot 1952 voortdurend is gestegen; gedurende
1952 is een reactie ontstaan, die in het eerste half
jaar van 1953 gevolgd werd door een stijgende
tendenz. Sindsdien is een stabilisatie ingetreden.
De daling ven de uitvoer in 1952 is behalve door
een daling van het volume veroorzaakt door een
prijsdaling, welke zich in 1953 heeft gehandhaafd.
Dit verloop zou de indruk kunnen wekken, dat in
de naaste toekomst een gelijkblijvende export of
wellicht een lichte daling te verwachten is. Deze
verwachting vindt wellicht mede enige grond in
het feit, dat de wereldmarkt tekenen van overver
zadiging begint te vertonen. Een tweede factor,
die steun geeft aan deze verwachting, is het feit,
dat de Nederlandse agrarische export voor het
overgrote deel is gericht op enkele West-Europese
landen, waarvan het niet is uitgesloten, dat zij bin
nen niet al te lange tijd hun valuta's convertibel
zullen maken. Indien dat geschiedt, zullen ener
zijds de mogelijkheden, die het voeren van een bila
terale handelspolitiek voor het verlenen van steun
aan de Nederlandse export nog bood, kleiner wor
den, terwijl anderzijds de concurrentie op onze af
zetmarkten zal toenemen.
De afzet van agrarische producten.
In de Memorie van Toelichting op de landbouw
begroting 1955 deelt Minister Mansholt voorts
mede, dat na de overdracht van de invoer van voe-
dergranen, veekoeken en eiwitvoeders in Septem
ber 1953 aan de handel, de voorraden, welke zich
nog bij het Voedsel Importbureau (V. I. B.) bevon
den, in de loop van 1954 geleidelijk zijn geruimd.
Het streven is erop gericht de centrale import van
tarwe medio 1955 te beëindigen. Met de opheffing
van deze centrale import zal het wellicht mogelijk
zijn de huidige inleveringsregeling voor de inland
se tarwe te doen vervallen.
Het probleem, op welke wijze een prijsbeleid
voor de inlandse tarwe zal moeten worden gevoerd,
wanneer wordt overgegaan tot opheffing van de
centrale import, welke opheffing ook zijn gevolgen
zal hebben op de tot nu toe gevoerde broodprijs-
politiek, is nog in studie, waarbij de belanghebben
de groepen uit het bedrijfsleven werden betrokken.
Het merendeel van de uitbreiding van het suiker -
bietenareaal heeft plaats gehad in gebieden, waar
van oudsher de suikerbietenteelt van weinig bete
kenis was. Hoewel daardoor een verheugende uit
breiding is ontstaan, verheelt de Minister zich niet,
dat bij de huidige internationale suikerprijzen dit
areaal te groot zal kunnen zijn. Indien deze situatie
blijvend zou blijken te zijn, zal niet aan een in
krimping van het areaal kunnen worden ontkomen.
Als gevolg van de overstromingsramp was de
oppervlakte klei-consumptie-aardappelen in het af
gelopen jaar geringer dan normaal. De export
bleef hierdoor beneden het peil van de laatste jaren,
terwijl de prijzen aan het einde van het seizoen
opliepen.
Aan de georganiseerde landbouw is de toezeg
ging gedaan om, indien zulks gewenst wordt ge
acht, voor de oogst 1955 de fabrieksaardappelen in
het garantiebeleid te betrekken. Plannen ter effec
tuering hiervan zullen in overleg met het bedrijfs
leven nader worden uitgewerkt.
Als gevolg van verschillende factoren heeft de
import en het verbruik van buitenlandse voeder-
granen en veekoeken gedurende het seizoen Juli
1953/Juli 1954 een zeer belangrijke stijging te zien
gegeven. De uitbreiding van de varkens- en pluim
veestapel heeft enerzijds een grotere behoefte doen
ontstaan, terwijl anderzijds een vermindering van
de binnenlandse graan, en voederaardappeloogst
een verhoogde importbehoefte met zich bracht.
Bovendien veroorzaakte het koude en late voorjaar
een late weidegang voor het vee, met als gevolg
dat de ruwvoedervoorraden uitgeput geraakten en
mitsdien een sterk gestegen krachtvoederbehoefte
ontstond. Het verbruik van geïmporteerde voeder-
granen bedroeg in het seizoen Juli 1952/Juli 1953
700.000 ton, in het seizoen 1953/54 is deze hoeveel
heid naar schatting 1.500.000 ton geweest.
De ontwikkeling van de vee. en vleesmarkt mag
bevredigend worden genoemd. Plet prijsniveau was
vrij stabiel, zij het dat de seizoensinvloeden ook
th^ns tot uitdrukking kwamen.
Tot de bedrijvigheid in de veehandel heeft een
bevredigende uitvoer van levend vee bijgedragen.
Naar een reeks van landen werden in 1953 uitge
voerd 5800 stuks stamboekvee, en ruim 11.000 stuks
gehruiksvee.
De nluimveestapel heeft een niet onbelangrijke
uitbreiding te zien gegeven Tevens kan een ge
stadig toenemen van de oroductie per kin worden
geconstateerd. Sinds 1932, toen de gemiddelde jaar
productie op 116 eieren per kip werd geschat, is
deze dusdanig opgevoerd, dat in 1954 een productie
van 200 eieren per kip zal worden benaderd.
Met een uitvoer van ca 1680 millioen eieren in
1953, heeft ons land de eerste plaats onder de
eieren-exporterende landen ingenomen.
Zoals men uit de bovenstaande passages kan
lezen is er geen reden tot ongerustheid, maar wij
worden gestijfd in onze mening, dat waakzaamheid
geboden blijft. Juist omdat de huidige hoog-con-
junctuur in de wereld aan de landbouw enigszins
voorbij gaat.
VISRECHTEN OP SCHOUWEN-DUIVELAND.
Tengevolge van de ramp en de daarop gevolgde
herstel- en herverkavelingswerkzaamheden is het
voor vele houders van visrechten niet meer moge
lijk hun visrechten op de oude wijze uit te oefenen,
liet Bureau van Uitvoering verzoekt daarom aan
houders van visrechten, welke het vissen als hoofd-
of nevenberoep uitoefenen, een schriftelijke opgave
te doen van hun rechten (naam en adres, plaats
van het oude viswater, instantie welke de vergun
ning afgaf). Op deze wijze hoopt men een over
zicht te krijgen van de bestaande rechten. De be
schikbare nieuwe viswateren kunnen dan billijk
verdeeld worden.
OPSLAAN VAN DE OOGST IN DE
SCHERPENISSEPOLDER.
De grondgebruikers in de polders Scherpenisse
en Poortvliet-Zuid worden erop gewezen, dat het
aanbeveling verdient geoogste producten zoveel
mogelijk op te slaan op het erf.
Bij de uitvoering van de complexwerken kunnen
namelijk voorraden aardappelen, uien, voederbie
ten en bietenloof een hinderlijke sta-in-de-weg be
tekenen op het land. Mochten er grote bezwaren
bestaan tegen opslag bij huis, dan kan in overleg
met het Bureau van Uitvoering een veilige plaats
worden aangewezen.
INZAAI-PROGRAMMA VOOR HET
KOMENDE JAAR.
Het Bureau van Uitvoering Tholen publiceerde
dezer dagen inzaaiadviezen voor de polders die in
de loop van de winter of het volgend jaar door het
complexwerk zullen worden in beslag genomen.
Het is nuttig hieruit enkele punten van algemeen
belang nader toe te lichten.
Wanneer het werk deze winter wordt uitgevoerd
kan men dus in het voorjaar zomergewassen
zaaien. Structuurgevoelige gewassen zoals bonen
en erwten worden dan echter sterk ontraden. In
het algemeen dient men voorzichtig te zijn met
kostbare gewassen zoals uien, bonen, wijnpeen
enz. in die polders waar het complexwerk in het
voorjaar of de zomer komt. Indien de werkzaam
heden in de herfst aanvangen lette men erop geen
late gewassen te verbouwen, maar wel graan bij
voorbeeld.
SPREEKUUR IN WAARDE.
De eerste zitting van het Bureau van Uitvoering
in Waarde is zeer geslaagd. Een twintigtal land
bouwers zijn Woensdagmiddag in Café Kloet uit
diverse moeilijkheden geholpen.
Wij vermelden dit berichtje om nog eens de aan
dacht op het spreekuur te vestigen. Het is geble
ken dat deze zittingen in een behoefte voorzien.
Maak dus gebruik van deze gelegenheid; het be
spaart U een tocht naar Goes.
(Advertentie)
en andere grasachtige onkruiden
op Uw braakliggende velden
NU bestrijden met
doodt grasachtige onkruiden radicaal,
afgemaaid of niet;
is onbrandbaar en niet explosief;
heeft geen nadelige invloed op de pH
en structuur v. d. grond;
verstoort de microflora en -fauna niet.
Vraagt direct gratis en vrijblijvend uitvoe
rige beschrijving enz. bij
Postbus 35 GOES