Herstelbare schade.
BIJLAGE VAN HET ZEEUWSCH LANDBOUWBLAD VAN 11 SEPTEMBER 1954.
Gesloten uitwendig gekoeld. Met riemschijf:
pk
Vs pk
pk
pk
1 pk
102
„112
132
„147
„161
1% pk 197
pk „228
pk 294
4 pk
5% pk
7% pk
10 pk
12 pk
15 pk
20 pk
359
449
572
730
862
1002
1450
10 m 1950
11 m „2025
2 3.75 m ƒ1000
4.75 m 1130
Waterpompen met benzine motoren.
„Bernard" 8 pk ƒ1370
2 pk ƒ632
3% pk „900
Weerinstrumenten. Bascule:
10 pk „2090
15 pk „3240
Weegvermogen
50 kg
100 kg
60
65
200 kg
300 kg
70
80
500 kg „113
Veebascule 1000 kg 622 Snelweger 450
Wijzerschaal:
5 kg ƒ31.25 20 kg ƒ60,—
10 kg 32 25 kg 61.75
Zakkenheffer 115.
Toolbar
met 9 verende cultivatortanden ƒ440
met 9 vaste cultivatortanden 490
Extra voor:
Aanaardploegje 28
Bietenlichter 130
Wiedgarnituur 385
Bietenlichter met
wielen 155,
Aardappel-
lichter 87,50
TOTAAL AAN KLEIN GEREEDSCHAP
LANDBOUWBEDRIJVEN
(akkerbouw-, veeteelt, en gemengde bedrijven).
Totaal verlies van alle gereedschap op een bedrijf
van:
vergoedingsbedrag
1 ha 120
2 ha 255
3 ha 435
4 ha 615
5 ha 820
6 t/m 10 ha 1000
11 t/m 20 ha 1110
21 t/m 30 ha 1230
31 t/m 40 ha 1560
41 t/m 60 ha 1980
61 t/m 80 ha 2370
81 t/m 100 ha 2730
groter dan 100 ha 3000
AFZONDERLIJKE GEREEDSCHAPPEN.
BEGREPEN IN HET TOTAAL AAN KLEIN
GEREEDSCHAP LANDBOUWBEDRIJVEN.
Vergoedingsbedrag
Aardappelrooi-
vorken 7,40
Bietenmessen 2,90
Bietenspaden 5,10
Haarspit
hamer 4,90
Hooiharken 2,90
Ladders (fruit) „48,
Ladders (kort) t/m
3 meter 18,
Melkbussen 20,10
Mestvorken 6,60
Spaden 7,70
Stalemmers 3,20
Zeisen 9,50
GEREEDSCHAPPEN, NIET BEGREPEN IN HET
TOTAAL AAN KLEIN GEREEDSCHAP
LANDBOUWBEDRIJVEN.
Dommekracht
(staal) 96
Kruiwagen (hout) „30
Kruiwagen (stalen
met ijzeren wiel) „36
TOTAAL AAN KLEIN GEREEDSCHAP
F R UITTE E LT BE DRIJVEN.
Voor totaal verlies van gereedschap op een
bedrijf groot
kan worden toegekend een
vergoeding van:
Elevatoren.
8 m 3780
9 m 1840
Schrikdraad installatie.
incl. batterij ƒ130 losse batterijen:
aansl. lichtnet 120 714 volt 18,75
9 volt 25,50
Transporteurs.
Maagd:
IA 2.75 m 910
1 3.25 m 965
Oosterhuis:
4.25 m 1065
tot 1 ha
2 ha
3 ha
4 ha
5 ha
6 ha
7 ha
8 ha
280
tot 9 ha
ƒ485
„310
10 ha
508
350
11 ha
„530
„373
12 ha
553
395
13 ha
575
„418
14 ha
598
440
15 ha
620
„463
iedere ha meer
7,50
PAARDENTUIG.
Totaal verlies van het tuig voor:
Verg.bedrag
1 paard 360
2 paarden 720
3 paarden 900
4 paarden 1080
Ieder paard meer 270
PAARDENTUIGONDERDELEN.
Verg.bedrag
Verg.bedrag
AFZONDERLIJKE GEREEDSCHAPPEN,
BEGREPEN IN HET TOTAAL AAN KLEIN
GEREEDSCHAP GROENTEBEDRIJVEN EN
FRUITTEELTBEDRIJVEN.
Ballastschop
Greep
Trekzaag
ƒ3,30
6,65
„5,-
Emmer
Spade
Zeis met
boom
ƒ3,25
7,65
9,50
TUINBOUWGEREEDSC HAPPEN. NIET
BEGREPEN IN HET TOTAAL AAN KLEIN
GEREEDSCHAP GROENTEBEDRIJVEN EN
FRUITTEELTBEDRIJVEN.
Bit
3,-
Paardenkleedje
2,70
Borsttuig
36,-
Stalhalster
Broek
27,
Sluitreep
11,40
Gareel
60.—
Touwhalster
1.20
Halstertouw
0,60
Zadel (groot)
Harnas (achter.
lichters
51,-
tuig e.d.)
28,50
Zadel (klein)
Hoofdstel
13,20
lichters
„90,—
Juk
„12,-
Zadel groot
78,-
Kruisleidsel
6,—
Lichters groot
12,—
Leidsel (enkele)
3,60
Zadel klein
42,—
Leren halster
32,—
Lichters klein
9,—
Ondergareel
9,-
Fruitkisten 1,80
Pluktafel 7,20
Uienren van gaas
werk per m „2,55
Plantkisten 0,90
Rietmat p. m- 0,60
Uienren en mais-
ren van latten per
vak v. 2 meter 21,
Voor de herstelbare schade aan werktuigen art. 16 en art. 19 worden de herstelkosten met
inbegrip van een toeslag wegens waardevermindering vergoed volgens onderstaande normen.
Hierbij ivordt ervan uitgegaan, dat de werktuigen gedurende meer dan twee dagen tenminste 40
cm in het zoute water hebben gestaan.
Onderscheid wordt gemaakt tussen de volgende klassen:
I. Gehalte minder fan drie gram keukenzout per liter.
II. Gehalte drie tot tien gram keukenzout per liter.
lil. Gehalte meer dan tien gram keukenzout per liter. j
IV. Gebieden, die tenminste drie maanden overstroomd zijn geweest.
Schouwen-Duiveland, Kruiningen en Waarde, waar door de Overheid een herconservering uit
gevoerd is, vallen onder klasse IV. Voor de herconservering wordt op de normen 10 gekort.
Overig Zeeland en een groot gedeelte van West-Brabant vallen onder klasse III, voor zover
de inundaties met het water van Oosterschelde cn Zijpe plaats gevonden hebben. Over het alge
meen kan men de spoorlijn Bergen op ZoomMoerdijk als grens aannemen,
in Zeeland vallen de polders die geinundeerd zijn door de Westerschelde in klasse II.
Hebben de werktuigen minder dan tw&e dagen, of in minder dan 40 cm water gestaan, dan val
len ze in een klasse lager voor zover ze anders in de klassn 11, III, of IV gevallen zouden zijn.
Is dit het geval met de werktuigen uit klasse I, dan wordt de norm met de helft verminderd.
Voor de grotere werktuigen die niet genoemd worden, geldt een individuele regeling, waarbij de
worden.
LANDBOUWWERKTUIGEN.
Vergoedingsbedrag
Aardappelschep-
vorken 8,90
Bietenvorken 6,10
Eng. sleutels 3,50
Hooi- en koren
vorken 5,80
Ladders (lang)
boven 3 meter 33,
Melkemmers 4,90
Melkstoeltje 1,10
Schoffels 2,90
Stalbezems 2,30
Stalschoppen e.d. 3,30
Zichten 7,20
Dommekr. (hout) 60
Kruiwagen (stalen
met luchtbanden) 57
Aardappelleestafels 35
Aardappellichters 15
Aardappelpootmaehines
(half- en volautomatisch):
I
Eénrijig 55
Tweerijig 80
Drierijig 115
Vier- en meerrijig 190
Aardappelrooimachines:
Werprad-zeefrad 55
Staafrooster, Ir. „90
Staafrooster, 2 r. 240
Aardappelsorteermachines:
Voor bandkr^cht 40
Bascules: 20
Bietenkoppers:
1-rijig 35
2- en meer-rijig 35
Bietenlichters:
1-rijig 20
2- of meer-rijig 35
Cambridgerollen
Met een werkbreedte
t/m 2.50 m 25
groter dan 2.50 m 40
Cultivatoren:
Voor paardentractie 15
Voor trekkertractie
en toolbars 60
ƒ65
„25
ƒ80
„30
ƒ80
30
ÏI
ƒ125
„185
260
„420
III
ƒ175
265
„360
565
IV
ƒ200
„290
„385
590
ƒ130
„220
„540
ƒ180
340
735
205
„365
175
85
45
ƒ120
65
130
75
75
80
95
105
ƒ100
lid
40
75
50
105
55
115
55
80
80
105
85
115
50
70
80
140
190
210
met de plaatsruimte een keuze gemaakt moest
Eggen:
vierkante eggen
30
60
75.
80
Zigzag, en scharnier-
eggen (p. veld)
10
15
20
20
Onkruideggen en
Weide-eggen
15
35
50
55
Electromoren:
tot 1 pk
50
55
60
60
1—3 pk
60
75
80
80
3—7% pk
105
130
140
140
7% t/m 15 pk
190
„230
250
250
Kunstmeststrooiers
met een spoorbreedte
t/m 2.50 m
55
ƒ115
ƒ160
ƒ195
met een spoorbreedte
groter dan 2.50 m
95
190
„255
„285
Landbouwspuitmachines.
Landbouwwagens op
luchtbanden
ƒ125
ƒ290
395
ƒ420
extra v. verlicht.
15
30
35
40
Landbouwwagens op
ijzer 2- en 4-wielig
30
65
85
90
Landrollen:
met een werkbreedte
t/m 2.50 m
35
70
85
90
met een werkbreedte
groter dan 2.50 m
45
80
105
110
Lippe mestverspreiders:
Maaibalken
90
ƒ200
280
ƒ305
Maaimachines
90
200
„280
„305
Melkkarretjes
10
40
45
50
Mestverspreiders
190
395
525
550
Moesmolens
20
40
45
45