Dan boerderij en organisatie
553
WEST ZEEUWS-VLAANDEREN.
28 Augustus '54.
Wanneer we nu, eind Augustus, door
de polders rijden, zien we nog heel veel
oogst, welke nog geborgen moet wor
den. Het is met zulk nat weer ook niet
te verwonderen, want het is onmogelijk
enkele dagen achtereen, eens flink door
te werken. Telkens weer worden we
overvallen door hevige regens, zo on
verwachts soms, dat menigeen zijn
tarwe stuiken of erwtenruiters open
gespreid op de grond moet laten liggen.
Het zal een toer worden om vóór de
bietencampagne met alles aan kant te
zijn.
Ondertussen treffen we weer voorbe
reidingen voor de inzaai van de nieuwe
oogst. Koolzaad zal er veel uitgezaaid
worden. Men zij echter voorzichtig op
de percelen, welke niet helemaal vrij
zijn van bietenmoeheid.
Het is niet gemakkelijk om een ras-
senkeuze voor wintertarwe te maken.
De Heine's VII is wel erg vatbaar voor
roest gebleken, hetgeen zeer zeker een
belangrijke opbrengstvermindering zal
geven. Wanneer we nagaan, dat het
uitvriezen van de wintertarwe practisch
niet méér voorkomt dan ééns in de 10-
15 jaar, lijkt me, dat risico toch niet zo
groot. Dit is voor mij geen factor van
overwegend belang.
THOLEN EN ST. PHILIPSLAND.
28 Augustus '54.
Eindelijk is er dan dank zij het ver
beterde weer, een klein beetje schot ge
komen in de oogstwerkzaamheden.
Laten we hopen dat de thans ingetre
den weersverbetering de komende week
zal voortduren, opdat de toch al zeer
verlate oogstdrukte nu eens afgesloten
zal kunnen worden.
Wanneer we zo eens tijd hebben om
's avonds eens een toertje door onze
schiereilanden te maken, dan consta
teren we, dat zeker nog een week
droog weer nodig is, voordat we een
punt kunnen zetten achter de graan
oogst.
We gaan dan weer denken aan de
stoppelbewerking, die toch ook een zeer
belangrijk onderdeel van de bedrijfs
voering beschouwd zal kunnen worden.
Ook de jongeren denken er blijkbaar
zo over, want wanneer we de jongeren-
editie in ons Zeeuwsch Landbouwblad
lezen van deze week, dan zagen we
daarin diverse ploegwedstrijden ver
meld. Tot onze vreugde bleef ook ons
district daarin niet achter.
We vernamen dat er ook hier een
goede belangstelling voor deze uiter
mate leerzame wedstrijden bestaat.
Het doel is immers om door middel
van de wedstrijd en door het geven
van richtlijnen de practische vakbe
kwaamheid te verhogen. Wanneer de
jury na afloop van dé' wedstrijd de
prijzen bekend maakt en dan nog eens
een toelichting geeft over haar bevin
dingen, welnu wij menen dat de L.J.G.
daarmee een zeer belangrijk oiföerdeel
van haar werkterrein op voorbeeldige
wijze ten uitvoer brengt.
Trouwens onze pet af voor het fraai
verzorgde programmaboekje, alsmede
voor het werkelijk uitmuntend zomer-
programma dat zij afwerken. Dit moet
toch voor vele jongeren een stimu
lans zijn om zich ook eens te beraden
over hun lidmaatschap van deze jonge
renverenigingen. Zij verdient ons aller
belangstelling!
OOST ZEEUWS-VLAANDEREN.
30 Augustus '54.
Met de oogstwerkzaamheden wil het
nog steeds niet vlotten. De weersom
standigheden, een oogstperiode van
horten en stoten, dat zijn de onderwer
pen van iedere dag. Maar, toch komt
het eind in zicht.
De gerst is nu zo goed als af; bijna
alle gerst is met de maaidorser afge
daan maar het is niet gemakkelijk ge
gaan, natte grond, veel doorwas, plat
tegen de grond geregend. Zo is de
gerstoogst 1954 van het land gehaald.
Zowat alles is nat gemaaid, zodat alle
gerst moest worden gedroogd.
De drooginrichtingen zijn in het bij
zonder dit jaar van enorm belang ge
weest; denkt eens even na als ze er
niet waren geweest.
Evenzo is het met de tarwe gegaan;
een gedeelte is ook met de maaidorser
afgedaan, terwijl het grootste gedeelte
met de graanmaaier is afgereden; nog
een paar dagen en alle tarwe zal voor
het merendeel in de schelf staan om te
wachten op de dorsmachine.
De vele percelen erwten, die alle op
ruiters zijn gezet, staan gereed om
rechtstreeks door de machine te gooien.
Vooral erwten dorsen met de velddors-
machine werkt prima en voordelig.
Men moet ze niet bijeenbrengen, want
deze machine gaat van de ene ruiter
naar de andere. Verschillende percelen
zijn al vroeg en nat gedorsen. Hoe het
met de houdbaarheid is afgelopen, is
ons niet bekend; wel weten wij dat het
stro waardeloos is.
Wat de schade aan de gewassen be
treft waar men zeer uiteenlopende
meningen over hoort, is onze me
ning, dat de schade wat het schot be
treft niet erg is. In de laatste percelen
komt een weinig schot voor, terwijl in
tarwe die zwaar gelegerd was, ook
schot voorkwam. In slecht gezette rui
ters, vooral die met brede platte kop
pen, vindt men ook wat geschoten
erwten.
Ondanks het langdurige natte weer
is de schade aan de gewassen gering.
Natuurlijk zijn er de vele moeilijk
heden geweest met hogere kosten en
achterstand in de werkzaamheden.
Goudgeel graan is er niet; de kleur
van alle graan is grauw als de grond.
Over de opbrengst wordt door nie
mand geklaagd.
Aan het vlas is o.i. de meeste schade
toegebracht. Zeer zware partijen heb
ben in de plukperiode enorm geleden
en nu alles in de schelf staat en het
steeds regende, heeft iedere schelf aan
de buitenkant een laagje vlas, dat ver
regend is. Het weghalen van het land
vordert slecht; de grond is te nat.
Vlas staat er nog veel op het land en
het zal nog wel enige tijd duren voor
dat de laatste schelf weg is. De zaad
opbrengst en het gewicht van het vlas
per ha is goed.
Wij willen het ook nog even over het
belangrijke product de suikerbieten
hebben, want daar hoort men maar
weinig over praten. Geen wonder; alles
concentreert zich bij voortduring op de
graanoogst, terwijl de tijd steeds door
gaat.
In Augustus is de zon bijna niet te
zien geweest. Straks zou misschien nog
wel eens kunnen blijken, dat de biet
zelf maar rond en klein is en niet diep
in de grond zit. Mogelijk kunnen door
de natte zomer de grootste tegenval
lers nog wel eens bij de bieten voor
komen.
De aardappeloogst verloopt goed;
veel zijn er al gerooid, met weinig
zieke knollen. De prijzen laten ons in
de steek en er is weinig belangstelling
zowel voor verkoop van poters als voor
consumptie.
NOORD-BEVELAND.
31 Augustus.
Nu, zo vlot als verleden jaar gaat het
nu niet met de oogst. Een groot ver
schil
In feite is de schade t.g.v. de ongun
stige weersomstandighelen tweeledig.
Want is allereerst de kwaliteit van het
grootste en nog te oogsten product ge
daald, daarnaast hebben we nog te ma
ken met een niet onaanzienlijk tijdver
lies. Mochten we nog een periode van
goed weer voor de boeg hebben, dan
zal er nog wel tijd kunnen worden in
gehaald, maar zet dit onbestendige
weer zich voort, dan zullen we in tijd
nood geraken. Immers kan er maar
heel weinig worden getornd aan het
begintijdstip van de bietenoogst. Voor
al bedreven met procentueel veel aard
appelen en suikerbieten kunen bij aan
houdend ongunstig weer wel eens heel
moeilijk komen te zitten.
Maar dit is nog maar toekomst
(treur)muziek. We kunnen er nog
maar zo weinig van zeggen.
Wél weten we nu zo langzamerhand
één en ander omtrent de kwaliteits
depressie.
De wintertarwe is het niet, die veel
geleden heeft. Wel ziet de korrel niet
mooi fris en ook moeten enkele par
tijen nog worden gedroogd, maar voor
het overige valt het mee. Vooral ook
met het schot. Dat hebben we onge
twijfeld te danken aan het overigens
verwenste rode kleurtje van Heine's
VII's zaadhuid. In overstroomde pol
lers ondervindt men hier en daar veel
last van snel opkomend onkruid en
klaver.
De zomergerst heeft iets meer voor
de broek gehad. Niet enkel de kleur.
Was dat het ergste maar! Maar het is
de kiemkracht die heeft geleden, en
nog meer zal moeten lijden, wanneer
kunstmatig moet worden gedroogd.
Van sommige partijen zal daarom de
geschiktheid voor de brouwerij twijfel
achtig zijn en er zou wel eens veel
gerst, oorspronkelijk voor de brouw be
stemd, in de veevoedersector terecht
kunnen komen. Voor het overige val
len de opbrengsten veel mee.
Vooral de erwten hebben het zwaar
te verduren gehad. Donker weer tij
dens de bloei is zeker welkom, mede
met het oog op de knopmade; maar
zodra deze is afgelopen, laat dan het
zonnetje maar schijnen, laat dat dan
alles wat water heet, maar gestadig uit
grond en gewas zuigen. Gaan de erw
ten dan straks door peulenzwaarte
tegen de grond, dan komen de onderste
peulen tenminste te rusten op droge
grond, zullen niet spoedig gaan rotten.
Edoch, dit alles ontbrak er dit jaar
nog al aan. En gingen er veel peulen
tot rotting over. De een, door voort
durend contact met de vochtige grond,
een ander door het blijven zitten van
de bloemblaadjes, wat een centrum van
rotting werd aan het eind van de nog
groeiende peul. Later gingen veel erw
ten in de peul ontkiemen, nauwelijks
nog maar volgroeid. Voeg daarbij de
omstandigheden, dat lang niet alle erw
ten mooi op de ruiter kwamen, veel
ruiters inregenden en er soms ook wel
wat vroegtijdig in de schuur of aan de
klamp werd gereden, dan kunnen de
verwachtingen omtrent de kwaliteit
toch niet al te hoog gespannen zijn.
Ook de bruto-opbrengst zal niet mee
vallen; wel veel zaden per plant, maar
ze zijn maar klein van stuk. In 't bij
zonder valt dit op van de kleine groene.
De aardappels hebben ook geleden,
zij het dan ook meer indirect door veel
vuldig en in ernstige mate optreden
van phytophtora in het loof. Liet de
knolaantasting zich aanvankelijk nog
al ernstig aanzien, het blijkt naderhand
vooral in de lichte polders nog wel wat
mee te vallen. Gelukkig hebben velen
tijdig de doodskogel door het gewas ge
jaagd. Bezien we het verschil in loof-
aantasting tussen percelen met het
vliegtuig en de sproeikar bespoten, zo
kunnen we gevoeglijk van „vliegtuig
patiënten" spreken.
In zo goed als alle percelen stam-
bonen viert de vetvlekkenziekte hoog
tij. Ook al weer als gevolg van de
weersomstandigheden. Overigens zeer
tot schade van de boer, want hij ver
speelt hiermee een groot gedeelte van
de opbrengst. Erger voor hem zal mis
schien wel zijn, dat zijn bonen straks
de weg zullen moeten volgen van alle
bonensoep. Omdat ze door de N.A.K.
werden afgekeurd wegens een teveel
aan vetvlekkenziekte.
Eén van de Noord-Bevelandse
[Breuren,
Die zat over het weer toch zo te
treuren,
Maar het zonnetje verscheen,
En elk wolkje verdween,
Toen begon hij uit volle borst te
[neuriën.
ZUID-BEVELAND.
31 Augustus 1954.
De oogst is dit jaar drie weken ach
ter bij andere jaren. Dit als gevolg van
de ongunstige weersomstandigheden,
hetgeen een late afrijping tot gevolg
heeft gehad, terwijl ook soms dagen
lang gewacht moest worden voor dat
het mogelijk was iets aan de oogst te
doen.
De laatste dagen, zie datum hier
boven, is het eindelijk nog zomer ge
worden, en was het mogelijk de achter
stand enigszins in te halen.
De erwten zijn in West Zuid-Beveland
voor het merendeel geruimd. Voor een
gedeelte zijn deze van uit de ruiter af-
gedorsen. De kwaliteit heeft dikwijls
vrij ernstig geleden door de ongunstige
weersomstandigheden. De opbrengst is
echter goed. In Oost Zuid-Beveland
staan nog veel erwten op de ruiter.
De gerst is intussen wel voor 90
geoogst. De maaidorser heeft het
leeuwendeel voor zijn rekening geno
men. Hadden we deze machines niet
tot onze beschikking gehad, de moei
lijkheden en de verliezen waren veel
groter geweest. Het vochtgehalte was
soms zeer hoog. De aanvoer aan de
drogerijen was op verschillende dagen
zo groot, dat niet alles direct verwerkt
kon worden. In het rampgebied te
KruiningenWaarde moet nog een be
langrijke oppervlakte gemaaidorst wor
den, terwijl het wel niet mogelijk zal
zijn, dat van alle percelen de gerst ge
oogst zal worden. De gerst is alsdan te
kort en ligt tegen de grond of het land
is te nat voor de combine. In de ramp
gebieden waar vorig jaar ook reeds een
oogst gegroeid is, is de opbrengst over
het algemeen goed.
De tarwe en de haver zijn voor 90
geoogst maar van deze gewassen staat
er vooral op de grotere bedrijven nog
veel op het veld. Het zijn de boeren
onder ons die over een eigen maaidor
ser beschikken die dikwijls nog een ge
deelte van de tarwe hebben vast staan.
De schade door schot in de tarwe
valt tot op heden toe wel mee, dank zij
het koele weer tijdens en na de regen
dagen. Meer verlies is veroorzaakt door
uitval van de korrel wat vooral bij het
ras Heine's VII belangrijk kan zijn. Ook
bij de haver is dit het geval.
In de rampgebieden is de opbrengst
van de tarwe matig, maar wie dit ge
was heeft zien groeien, moet zich ver
wonderen over de opbrengsten die
thans nog gedorsen worden.
Ook het vlas staat voor een gedeelte
nog op het veld. De kleur van het vlas
laat dikwijls veel te wensen over.
Met de aardappeloogst is zo hier en
daar een begin gemaakt. Veel percelen
zijn de laatste weken doodgespoten met
als doel de phytophthora aantasting in
de knol, en het vervuilen van het ge
was tegen te gaan. In de zware zee
kleipolders als ook in de kalkarme pol
ders worden nu reeds vrij veel zieke
knollen gevonden, al loopt dit van per
ceel tot perceel veel uiteen. De weers
omstandigheden waaronder gerooid zal
kunnen worden, zullen belangrijk zijn
voor het al of niet uitbreiden van deze
ziekte.
De stambonen beloven niet veel. De
afrijping verloopt traag, terwijl de peu
len dikwijls slecht gevuld zijn.
De suikerbieten staan op het oog er
goed voor. Leest men echter de be
richten van het Instituut voor Ratio
nele Suikerproductie, dan zijn deze pes
simistisch, zowel wat de kg-opbrengst
als wat het suikergehalte betreft.
Wat we nodig hebben is een droge
en zonnige September en October-
maand. Veel kan dan nog ten goede
keren. Iedere boer zal daarbij gebaat
zijn. Zeker geldt dit voor onze collega's
in de rampgebieden. Een eventuele
stoppelbewerking moet zo ondiep mo
gelijk plaats hebben. U hebt het reeds
waargenomen, het structuurverval is
erger dan vorig jaar. Rooit daarom
straks zoveel mogelijk de bieten als het
droog is, en ook als U ze niet direct
kunt afleveren, haal ze bij zo gun
stig mogelijke weersomstandigheden
van hel land. We zijn van het weer
afhankelijk, maar het kan verschil
maken als U steeds goed voor ogen