Longwormen bij Runderen erverkavelingsgebieden HUit de De bestrijding van de Koolzaadaardvlo 536 «EEUWSCH LANDBOUWBLAD. DEVIEZENREGELING VOOR EMIGRANTEN. Van de zeer gunstige regeling die getroffen is voor emigranten uit de Herverkavelingsgebieden wordt nog weinig gebruik gemaakt. Het is daar om dienstig nogmaals deze regeling in het kort onder de aandacht te brengen. Zij die uit de Herverkavelingsgebieden emigre ren verkopen hun bedrijf aan de Stichting tot het Beheren van Landbouwgronden. Men kan de hier voor ontvangen gelden geheel in dollars uitge keerd krijgen in het nieuwe land. Teneinde de emigranten niet direct aan het lot over te laten in den vreemde is bepaald, dat zij gedurende het eer ste jaar van hun verblijf deze meegenomen" gel den slechts met advies van deskundigen kunnen aanwenden voor de aankoop van een nieuw be drijf. Ook bestaat de mogelijkheid dat emigranten uit andere delen van ons land van de regeling pro fiteren. Zij stellen dan hun bedrijf ter beschikking van een landbouwer uit de Herverkavelingsgebie den. PLANNEN VOOR HET KOMENDE SEIZOEN. In alle Herverkavelingsgebieden vinden momen teel aanbestedingen plaats van de werken die het komende seizoen in uitvoering zullen komen. De gang van zaken hierbij is de volgende. Na goed keuring van de opgestelde plannen in de agrari sche subcommissies, worden deze voorgelegd aan de Herverkavelingscommissie Zeeland. Deze be slist of de uitvoering van het werk volgens de plan nen kan worden ter hand genomen. Voor de gro tere projecten is Ministeriële goedkeuring vereist. S. B. L.-GRONDEN. Alle door de Stichting tot het Beheren van Land bouwgronden gekochte bedrijven en gronden zijn per 31 Juli j.l. betaald. Het is begrijpelijk, dat velen met ongeduld op deze betaling hebben zitten wachten. De werkzaamheden der Stichting moes ten echter na de ramp in dit gewest bijna geheel opnieuw opgezet worden, omdat al spoedig was gebleken, dat het bestaande apparaat voor de vele te verwachten werkzaamheden in de Herverkave lingsgebieden te klein was. Met het op gang ko men der herverkaveling moest ook de Stichting op toeren komen. De eerste boeren vertrokken al heel spoedig naar de N. O. P. en zelfs emigreerde er al één. De S. B. L. kocht hun bedrijven aan, maar, zoals bekend, zitten aan een grondaankoop tegenwoor dig heel wat formaliteiten vast. Ook de S. B. L. moest wachten tot deze alle vervuld waren, even als dat in particuliere zaken het geval is. Het is dus wei enigszins te begrijpen, dat men door de plotseling opkomende werkvermeerdering min of meer achterop kwam. Wij kunnen in dit verband mededelen, dat er een interne afspraak bestaat 1 November als streef datum aan te houden voor de afwikkeling van de S. B. L.-transacties. Of deze datum dit jaar reeds bereikt kan worden, is nog niet te zeggen. Het grote belang van deze zaak wordt echter algemeen ingezien en erkend. WERKZAAMHEDEN OP THOLEN. De werkzaamheden in het complex Scherpenis- sepolder zijn vorige week aangevangen. Vier drag lines en enige dumpers zijn al ingezet om het vele werk in deze polder snel uit te voeren. Oude sloten Worden gedempt, nieuwe rechte kavelsloten ge graven. Lage gedeelten worden opgehoogd met de vrijkomende grond uit hoge ruggen. Het terrein wordt dus geheel geëgaliseerd. De eerste indruk, die men krijgt, op het werk staande, is er een van vernieling en troosteloos heid. Beschouwt men de klaargekomen gronden echter nader, dan zal men moeten erkennen, dat er veelal, van een flinke grondverbetering sprake is. De boeren uit de blokken, die nu onderhanden genomen worden, zullen goed doen zich eens trach ten voor te stellen hoe hun land er straks uit zal zien als het hele gebied op deze wijze is bewerkt. De bij velen bestaande ongerustheid zal dan wel licht plaats maken voor een vertrouwen in een betere toekomst. De uitvoerders van deze werken worden helaas belemmerd door de slechte weers omstandigheden van het ogenblik. Doordat op verschillende akkers de oogst nog niet is ingehaald, zal het werk misschien enige ver traging ondervinden. Ook het Bureau van Uitvoering Tholen werkt aan de complexkaart. De moeilijkheden bij de aan duiding van de volgorde waarin de werken worden aangevangen, zijn op Tholen echter nog groter dan op Schouwen. De bestaande bedrijfsvoering dient n.l. zo min mogelijk belemmerd te worden. Daarom zullen werken in het zomerseizoen dikwijls op grote be zwaren stuiten. Wil men de herverkaveling echter tijdig tot een goed einde brengen, dan is het nodig winter en zomer achtereen door te werken. De plannen zul len zo vroeg mogelijk bekend gemaakt worden, zo dat een ieder er zich op kan instellen. DE AFSLUITING VAN HET DIJKWATER. Nu de dichting van het Dijkwater op Schouwen zijn voltooiing nadert, zal de afwatering van de Ongeveer half Augustus kan men in ongunstige jaren reeds met longwormen besmette kalveren aantreffen. In de meeste gevallen worden de ver schijnselen bij kalveren pas duidelijk in de maand September. Het is dus goed om thans deze ziekte nog eens onder de aandacht te brengen,. De verwekker. De ziekteverwekker is een kleine worm, welke 48 cm lang kan worden en welke leeft in de bron- chiën, dat zijn de kleinere vertakkingen van de luchtpijp, dus in de longen. Niet alleen bij het rund komen dergelijke wor men voor, maar ook bij het schaap en het varken worden ze in ons land veelvuldig waargenomen. De ontwikkeling van de longworm. In de longen van het rund leggen de vrouwelijke wormen eitjes. Aangezien het rund voortdurend hoest, worden deze eitjes opgehoest en doorgeslikt. Reeds in de darm komt uit het eitje een worm- larfje, dat met de mest afkomt. Buiten het lichaam gekomen, ondergaat deze larve drie vervellingen, waarna de larve geschikt is geworden voor de besmetting van een nieuwe gastheer. Onder gunstige omstandigheden, d.w.z. bij vol doende vochtigheid en bij een temperatuur van 27° C., kunnen de larven reeds in 4 dagen besmet telijk zijn geworden. Deze besmettelijke larve kan maar matig tegen droogte, maar in de vochtigheid en in de koude kan de larve het vele maanden uit houden. Wanneer de zon schijnt terwijl het gras nog nat is, kruipen deze larven op de grassprieten en kun nen dan opnieuw door runderen worden opge nomen. In het rund komen de larven in de darm, krui pen door de darm wand heen. vertoeven enige tijd in de darmklieren, en laten zich dan met de bloed en lymphebanen naar de longen brengen. In de lon gen kruipen ze in de fijnere vertakkingen van de luchtpijp, waar ze geslachtsrijp worden. De ontwikkeling tot geslachtsrijpe worm in het rund duurt ongeveer 6 weken. Ziekteverschijnselen. De jongere dieren, dus de graskalveren, zijn vooral gevoelig. Een enkele maal ziet men de ziekte ook wel bij oudere dieren, waarbij blijkt, dat vooral kalfsvaarzen dan ernstig van de infectie te lijden kunnen hebben. De longwormen zuigen bloed. Hierdoor veroor zaken ze bloedarmoede. Tevens veroorzaken ze een bronchitis en vaak plaatselijk een longontsteking. De dieren hoesten door de bronchitis, een typi sche holle hoest. Luistert men aan de borstkas van de hoestende kalveren, dan hoort men aan alle kanten piepen in de longen. Door de bloedarmoede worden de dieren zwak ker, gaan minder eten, worden daardoor nog zwak ker, waardoor ze aan bloedarmoede, gepaard gaan de met een min of meer uitgebreide longontste king, ten gronde gaan. Behandeling. De volgende wijze van behandeling dient bij deze ziekte te worden toegepast: 1. Opstallen. Door het opstallen is hernieuwde infectie moge lijk. Desnoods kan men alleen opstallen zolang het gras nog nat is, en op droge dagen de dieren over dag nog wat buiten laten. polders, die vroeger op deze oude zee-arm loosden, opnieuw onder ogen gezien moeten worden. Het is duidelijk, dat de herverkavelingswerkzaamheden in deze gebieden nauw met de nieuwe afwaterings plannen samenhangen. Zoals bekend, zal de polder Dreischor in de toe komst bemalen worden door een nieuw te stichten gemaal aan de Grevelingendijk. Met het ontwer pen hiervan is men begonnen. Het gemaal Stevenssluis, vroeger zorgend voor de bemaling van de Vierbannen, zal worden ver vangen door een nieuw gemaal bij Ouwerkerk. Er moet nu nog alleen voorzien worden in de afwatering van de Adriana Johannapolder en de Jongepolder. Het ligt in de bedoeling deze laag gelegen polders via de polder Dreischor af te laten lopen. Daartoe zullen kunstwerken ontworpen worden in de oude dijken langs het Dijkwater be zuiden Dreischor. Deze afwatering zal n.l. via het nu afgesloten oude Dijkwater lopen. Zolang deze werken nog niet zijn uitgevoerd, zullen de oor spronkelijke bemalingen uiteraard gehandhaafd blijven. Het overtollige water in het dan afgeslo ten Dijkwater zal door een aantal hevels over de nieuwe zeedijk gebracht worden. VERHARDING VAN DE WEGEN IN DE ZUIDHOEK. De nieuwe wegen in de Zuidhoek bij Zierikzee zullen binnenkort van hun definitieve verharding worden voorzien. Dit gebied zal dan als eerste ge deelte van het herverkavelde Schouwen gereed zijn gekomen. 2. Bijvoeren. Speciaal in verband met de bloedarmoede is het goed om de dieren wat krachtvoer bij te voeren. De bloedarmoede wordt er door bestreden, waardoor de weerstand verhoogd wordt. 3. Injecties met wormciodende middelen In de luchtpijp. Deze behandeling dient altijd tezamen te geschie den met het onder 1 en 2 voorgeschrevene, omdat dan het meeste succes te verwachten is. Voorbehoeding. Aangezien vochtigheid een belangrijke rol speelt bij de ontwikkeling van de larve buiten het lichaam, zijn slechts gedraineerde, laag liggende weiden altijd gevreesd ten opzichte van een long- worminfectie. Men dient er verder rekening mede te houden, dat de weide in het voorjaar besmet wordt door één van de andere dieren die nog een enkele long worm bij zich heeft. Ook is het niet uitgesloten, dat in een zachte winter enkele larven in de weide overwinteren. De ontwikkeling van de larve gaat in het vroege voorjaar langzaam. Rekenen we dat de dieren op 1 Mei in de weide gaan, dan zullen er op 1 Juni wel een behoorlijk aantal besmettelijke larven zijn opgenomen. Deze zijn na 6 weken, dus ongeveer half Juli zelf weer besmettelijk en dan wordt de weide zeer sterk besmet. In Augustus beginnen dan de verschijnselen van een sterke besmetting te komen. Oppervlakkig bekeken lijkt het jaar 1954 een gunstig jaar voor een longworminfectie. Het is immers een natte zomer. Dit kan echter wel eens anders uitkomen. De zomer is koud, waardoor de ontwikkeling van de larven maar zéér traag zal geschieden. Hierdoor worden de kansen van het rundvee al gunstiger. Bovendien is er voldoende gras, zodat de runde ren de meest besmette plaatsen, nl. vlak rondom de mestflatten, niet behoeven te beweiden. Ook is er goed gras en goed drinkwater, hetgeen de weer stand van de dieren ten goede zal komen. Een broeierige zomer met warm weer en on weersbuien en niet te veel gras, zal vermoedelijk wel ongustiger zijn dan de zomer van thans. Dan is er nog de kwestie van het spreiden van de mestflatten. Wanneer men deze steeds binnen 4 dagen goed spreidt, dan zijn de larven nog erg kwetsbaar. Voor een gedeelte zullen ze bij droog zonnig weer ten gronde gaan. Bij spreiding na 4 dagen, en dat zal het meest het geval zijn, zal het spreiden ten aanzien van de longwormlarven eer der de besmetting doen verspreiden dan remmen. Uit hygiënisch oogpunt bezien is het toch ook in strijd met ons gevoel om het voedsel van de dieren met verse mest te besmeuren. Niet voor niets mij den de dieren instinctief de plaatsen waar de mest gedeponeerd is. In de weide waar de jonge dieren lopen, lijkt het ons dus in verband met de kans op een longworminfectie nog altijd het beste om de mestflatten uit de weide te halen en in de mest put te deponeren. G. W. Reeds korte tijd nadat het koolzaad is opge komen, beginnen de koolzaadaardvlooien hun eitjes in de grond af te zetten. De larven, die uit deze eitjes te voorschijn komen, dringen de bladstelen en de stengels binnen en vreten deze uit. Dit uit vreten geschiedt langzaam. Daarom is de schade meestal eerst goed te zien in Februari of Maart. Uit de levenswijze van de larven blijkt, dat deze zeer moeilijk zijn te bestrijden. Daarom is het nodig de bestrijding tegen de kevers te richten, en wel vóórdat zij eitjes hebben gelegd. Dit komt er op neer, dat het beste moment voor de eerste be handeling is aangebroken, zodra de planten 2 tot 4 blaadjes hebben gevormd. Omdat de aardvlooien gedurende een lange periode te voorschijn komen, dient de eerste behandeling na ongeveer 10 dagen door een tweede te worden gévolgd. De bestrijding kan worden uitgevoerd met: DDT-vloeibaar van een 25 %-ig middel 2V2 1/ha; Dieldrin bevattende middelen: Dieldrex 15 (Shell, Den Haag) 2 1/ha; Dorytox (IMG, Rotterdam) 1 y2 kg/ha. In vorige jaren werd van DDT-vloeibaar 25 2 liter per ha aanbevolen. Gebleken is echter, dat. vooral indien er veel kevers zijn, door een kleine verhoging van de concentratie een beter resultaat kan worden bereikt. Voorts heeft het onderzoek aangetoond, dat ook met Dieldrin-bevattende middelen de koolzaad aardvlo goed is te bestrijden. Tenslotte wordt er nog op gewezen de bestrij ding bij voorkeur op een zonnige dag uit te voeren, omdat de aardvlooien juist dan zeer actief zijn. Nadere inlichtingen worden verstrekt door de Plantenziektenkundige Dienst en Rijkslandbouw- voorlichtingsdienst.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1954 | | pagina 4