Noord-Brabantsche Maatschappij van Landbouw
OP DE ERE GALERIJ.
BEKNOPT VERSLAG
van de vergadering «van het Dagelijks
Bestuur der N. B. M. L., gehouden op
16 Augustus 1954 te Breda.
VAN DE PENNINGMEESTER.
VAN DREES TOT S. E. R.
545
Op 1 September a.s. is de heer Hendrik Crezee
25 jaar werkzaam op het bedrijf van de heer L. A.
Munters, Langleweg te Klundert en mag diabrbij te
rug zien op een langdurige periode K^an onafgebro
ken trouwe plichtsvervulling. Zowel aan werkne
mer als aan werkgever 'bieden wij ook vanaf deze
plaats onze gelukwensen aan bij de herdenking van
dit langdurig dienstverband.
Als voornaamste onderwerpen) kwamen op deze
vergadering o.a. de volgende punten aan de orde:
C. A. O. Tuinbouw.
Bericht werd ontvangen* dat deze C.A.O. intus
sen door het College van Rijksbemiddelaars is
goedgekeurd. De gedrukte boekjes zullen binnen
kort bij het secretariaat verkrijgbaar zijmi.
Vergoeding vvatersnoodschade.
Voor oogstjaar 1954 werd door Landbouwherstel
een kleine tommissie van schatters aangewezen
voor het schatten van de gewasen der afwijkende
percelen in het rampgebied.. Over de z.g. gerstnor
men van oogst 1953 is na moeizame besprekingen
vrijwel overeenstemming verkregen, zodat waar
schijnlijk binnenkort met de afwikkeling van deze
vergoedingen zal kunnen worden begonnen. Inzake
de normen voor grasland zijn de besprekingen nog
niet beëindigd. Hoewel het volkomen begrijpelijk
is, dat verschillende gedupeerden ongeduldig be
ginnen te worden, werd door het Dagelijks Bestuur
vastgesteld', dat alles in het werk wordt gesteld
door de vertegenwoordigers van de organisaties om
tot een vlotte en bilijke afwikkeling van de ver
goedingen te kohien. Er zijn in dezen nu eenmaal
twee partijen die in gezamenlijk overleg tot over
eenstemming ciienen te komen. Een billijke vergoe
dingsregeling is daarbij vaak belangrijker Ivoor de
getroffenen dan een overhaaste overeenstemming.
De loonhoogte.
Door de arbeidersbonden is de noodzaak va>ni een
nieuwe loonronde aangekondigd. Als motief wordt
aangevoerd* dat de stijging van het nationaal in
komen het nbdig maakt, dat de loontrekkenden
een groter aandeel hierin verkrijgen. De commissie
Lonen en Prijzen van de Sociaal Economische Raad
heeft deze zaak in studie. Het Dagelijks Bestuur
stelt vast, dat verhoging van de lonen eewi over
eenkomstige verhoging van de prijzen inhoudt,
zodat men steeds vierder in de vicieuze cirkel komt.
Het Dag. bestuur ziet dan ook geen enkel motief
voor een nieuwe loonronde. Mocht toch hiertoe
worden besloten, dam kal de landbouw noodgedwon
gen mee moeten d:oen en zullen ook de landbfouw-
lonen verhoogd moeten worden, waarbij voorop
moet worden gesteld, dat alsdan deze loonsverho
ging in de prijzen wordt doorberekend.
Reorganisatie Bedrijfsverenigingen.
Het gebied van 'die Bedcijfsver. vioor het Agra
risch Bedrijf zal in beginsel worden verdeeld naar
de indeling van ons land in provinciën. Het Land
van Maas en Waal en Rijk van Nijmegen zal echter
bij Noord-Brabant worden ingedeeld. Deze reorga
nisatie zal in de e.v. Hoofdbestuursvergadering
nadier wlcfdemi behandeld.
Reservering varkenshouderij voor boerenbedrijven.
Door de Hoofdafd. Veehouderij van de Stichting
voor die Landbouw is hierover een nota samenge
steld, waarin het volgende wordt (voorgesteld:
Het is gewenst een regeling te maken, welke be
oogt een reservering van de varkenshouderij voor
de boerenbedrijven.
Deze regeling beoogt nog geen directe beheer
sing resp. beperking van de varkenshouderij en
werd als volgt voci.gesteld:
1. Het is aan eenieder toegestaan één varken
(meestal een huisslachti'nigsvarken) te houden.
2. Het houden van méér dan één varken is niet
toegestaan aan bedrijven konder cultuurgrond, ten
zij ze z.g. historische rechten hebben.
3. Het houden van méér dan één varken doch
minder dan 100 varkens is niet toegestaan aan alle
bedrijven met cultuurgrond met een maximum van
30 ha.
4. Het houden van méér dan één varken op be
drijven, groter dam 30 ha, is niet toegestaan, tenzij
deze bedrijven z.g. historische rechten hebben.
5. Het houden van méér dan 100 varkens is niet
toegestaan, tenzij aan bedrijven, die z.g. historische
rechten hebben.
6. Als basis voor deze regeling moet worden: ge
nomen de Mei-telling van 1954.
Bij de bespreking van dit voorstel wordt vastge
steld, dat momenteel, gezien de rentabiliteit van de
varkenshouderij, geen behoefte bestaat aan een re
geling. Bovendien zou voor het uitoefenen van tfoe-
zioht een uitgebreid controle apparaat nodig zijn,
terwijl de binding aan vergunningen uitgaande van
basisjaren, de gevaren van een bevriezingssysteem
inhoudt.
Het Dag. Bestuur meent dan oiok afwijzend te
moeten staan; tegenover genoemd voorstel.
Levering van baconvarkens naar kwaliteit.
Het D.L.G. stelt aan de orde, dat het ter verkrij
ging van een zo goed mogelijk baconvarken van be
lang is, dat de mesters uitbetaald worden naar
gelang van kwaliteit.
Slechts dan is het mogelijk tot verbetering van
ihet type te komen. Bij levering aan Coöp. Slachte
rijen wordt naar kwaliteit uitbetaald, bij levering
aan dia handel wordt meestal bij het ruwe gewicht
gekocht.
De vergadering acht het echter onnodig om hier-
vbor een regeling te treffen. Elke mester is in de
gelegenheid om coöperatief te leverem.
Levert hij aan de vrije hand-el, dan dient hij er
op toe te zien, dat hem naar kwaliteit wordt! uitbe
taald.
Consumptiemelk-beJeid.
Door de Stichting voor de Landbouw is bij de
Minister een verhoging van het vetgehalte van de
consumptiemelk van IV2 op 3 bepleit. De Minis
ter heeft echter verschillende bezwaren hiertegen
o.a. de stijging van de consumentenprijs over het
gehele niveau. Daarnaast heeft de Veehiouderij-
com'mis/sie van het K.N.L.C. een plan ontwikkeld
voor het in consumptie brengen van twee soorten
melk, waarvan de een een vetgehalte mbet hebben
van 2]/L> en d(e ander een hoger percentage vet
moet hebben van 3 of 3%
Laatstgenoemde melk zou dan uitsluitend in ge
merkte flessen verkrijgbaar moeten worden ge-
-S'teld. De Ivergadering 'kan zich met dit voorstel
volledig verenigen.
Toeslagregeling rogge.
Gezien het prijsverloop van de rogge is d'oor de
organisaties reeds herhaalde malen aangedrongen
op een toeslagregeling voor dit voor de zandbedrij-
ven zo belangrijke product.
De besprekingen hierover 'met de Minister zullen
er waarschijnlijk toe leiden, dat voor oogst 1954 een
toeslag per 100 kg rogge zal worden verleend. Bin
nenkort zullen hierover nadere publicaties kunnen
worden gedaan.
Het Schelde-Rijnkanaal.
Aan de hand van een nota van het secretariaat
hierover werd vastgesteld, dat de betreffende plan
nen voor Westelijk Noord-Brabant van zlodanig be
lang moeten worden geacht, dat dit punt in een e.v.
t/ergadering van de kring West-Brabant aan de or
de zal worden gesteld. Deze kanaal-plannen dienen
uiteraard gezien te worden in het geheel van de
voorstellen tot uitvoering van het Deltaplan, ter-
wij'! bok een verdere verwezenlijking van de Bene-
luxplannen niet los hiervan kan worden gezien.
Hoof ((bestuursvergadering.
De datum voor de vergadering van het Hoofdbe
stuur werd vafstgcjsteld op 28 September a.s.
Onderwerp van bespreking maakten verder nog
uit het Borgstellingsfonds voor de Landbouw,
waarover de Hoofdbestuursleden nader werden in
gelicht, en de plannen inzake een. demonstratie-
bedrijf te Klundert.
Sinds de vorige verantwoording werd intussen de
contributie ontvangen van de afdelingen Klundert
en Nuenen. Aan de penningmeesters en leden van
deze beide afdelingen onze dank voor hun (mede
werking.
11.
De gevolgen voor het verzekeringsbedrijf.
De meningsvormen rond het advies is nog in
volle gang, daar dit belangrijke, elke Nederlander
rakende vraagstuk, uiteraard vele pennen en ton
gen in beweging heeft gebracht. Het is in dit sta
dium nog te vroeg om de balans van deze discus
sies op te maken, maar wél kan thans reeds wor
den geconstateerd, dat, enkele uitzonderingen daar
gelaten, het advies in zijn strekking en hoofdlijnen
gunstig wordt beoordeeld. Een wettelijke regeling
volgens de door het advies aangegeven richting
sluit kennelijk aan bij het rechtsbewustzijn van
het overgrote deel van het Nederlandse volk.
De discussie komt uiteraard veelvuldig op het
terrein van het politiek-economisch denken en
daarom haasten we ons dit glibberig vlak te ver
laten, teneinde te trachten de positie van het levens
verzekeringsbedrijf te bepalen.
De voorzitter v$n de Nederlandse Vereniging ter
Bevordering van het Levensverzekeringswezen
meent, dat velen geen genoegen met dit pensioen
zullen nemen en dus voort zullen gaan verzekerin
gen te sluiten ter aanvulling van het minimum
bedrag aan „staatspensioen." Ook werkgevers zul
len vaak hetzelfde denken. Bedoelde voorzitter ver
wachtte per saldo een stimulans voor het vrijwil
lige „bij"-verzekeren.
Tot dezelfde conclusie komt Dr Van de Woestijne
in een artikel in één der landelijke weekbladen. Hij
spreekt de verwachting uit, dat grote groepen van
de bevolking thans zullen komen tot het sluiten
van aanvullende verzekeringen, daar men op deze
wijze het bestaansminimum, waarover het advies
spreekt, kan verruimen tot een meer onbekom
merd bestaan.
Deze beide verwachtingen hadden steun kunnen
vinden in de ontwikkeling, zoals die zich sinds 1935
in de Verenigde Staten heeft voltrokken. In dat
jaar werd n.l. in de U. S. A. de Social Security Act
ingevoerd, welke wet de oudedagsvoorziening van
grote groepen Amerikanen regelt. Het belangwek
kend feit doet zich voor, dat deze wet de Amerika
nen verzekeringsgezind heeft gemaakt, hetgeen
wel blijkt uit de ontwikkeling van het levensver
zekeringsbedrijf. Het verzekerde bedrag bij alle
Amerikaanse maatschappijen steeg n.l. van 12 mil
liard dollar in 1935 tot 253 milliard in 1953.
Dr. v. d. Woestijne wijst er in het reeds genoem
de artikel op, dat het z.i. een kwestie is van juiste
voorlichting door de verzekeringsmaatschappijen
en het is de vraag of de schoen hier niet begint te
wringen. De voorlichting door het verzekerings
bedrijf is in het verleden wel in heel sterke mate
dienstbaar gemaakt aan het wachtwoord: „pro
ductie" en objectiviteit kwam veelal ernstig in het
gedrang.
Uilenspiegel: ,,Ze mogen me niet, maar ik heb het
er naar gemaakt".
Een markant voorbeeld van gebrek aan objecti
viteit is het door ons vet gedrukte punt uit het
advies van de S. E. R. Jarenlang heeft het over
grote deel der verzekeringsmaatschappijen het ar
gument van de verplichte verzekering gebruikt bij
de productiejacht, door het voor te stellen alsof
een vrijwillig gesloten verzekering vrijstelling van
de verplichting zou geven. Slechts weinig maat
schappijen voelden zich geroepen tegen deze voor
stelling van zaken stelling te nemen en de werke
lijke feiten te vermelden. En deze werkelijke fei
ten men vergelijke de nota van Maart 1952
gaven nimmer enige grond voor de verwachting,
dat een vrijwillig gesloten verzekering vrijstelling
van de verplichting zou geven.
De toch al niet bij uitstek gunstige reputatie van
het levensverzekeringswezen een reputatie, wel
ke een gevolg is van de bij de werving tè veelvuldig
toegepaste methoden - krijgt ongetwijfeld opnieuw
een ernstige deuk, indien de regering en de volks
vertegenwoordiging het advies van de S. E. R. op
dit punt volgen.
De structuur van het levensverzekeringsbedrijf
enerzijds en de juiste voorlichting, welke Dr Van
de Woestijne graag zou zien, anderzijds, laten zich
in de practijk heel moeilijk tot een harmonisch ge
heel samenvoegen. Het publiek, opnieuw een er
varing rijker, zal tegenover de acquisitie van het
levensverzekeringswezen een nog sterkere mate
van wantrouwen gaan koesteren, dan in het ver
leden reeds vaak het geval was.
De consequenties voor de boer.
Zal, indien het advies van de S. E. R. in deze
vorm wet wordt, sprake zijn van bepaalde conse
quenties voor de boer? Zonder te willen preten
deren, dat alle aspecten van dit vraagstuk in het
kader van dit artikel kunnen worden belicht, zijn
toch enkele opmerkingen te maken.
De eerste opmerking ligt aan de kant van de
den getwijfeld, dat de groepen uit onze samenle-
betaling der premies. Er behoeft niet aan te wor-
ving, welke van hun hand een vuist kunnen ma
ken, zullen aandringen op compensatie van de
extra-last, welke op hun schouders wordt gelegd.
Ook de landbouw heeft er recht op, dat haar gro
tere lasten in ieder geval tot uitdrukking komen
bij de prijsgaranties, welke de Overheid voor een
aantal producten geeft. Wij kunnen ons voorstel
len, dat de georganiseerde landbouw bijzondere
belangstelling heeft voor dit onderdeel uit het ad
vies van de S. E. R.
Het tweede belangrijke punt betreft de conse
quenties voor de boer en de houding, welke hij ten
opzichte van een eventuele wettelijke regeling zal
innemen.
Nemen wij eerst de ruim 19000 leden van het
O. B. F. onder de loupe, dan geloven wij niet, dat
een wettelijke ouderdomsvoorziening voor deze
groep ingrijpende gevolgen zal hebben. Indien bij
het O. B. F. vele duizenden ouderdomspensioenen
zouden lopen, zou waarschijnlijk de behoefte ont
staan deze verzekeringen te verminderen, c.q. om
te bouwen tot verzekeringen, welke een ander risi
co overlijden dekken. Het overgrote deel van
de bij het B. F. gesloten verzekeringen zijn ech
ter kapitaalverzekeringen, waarbij reeds een juist
evenwicht tussen overlijdensrisico en oudedagsver-
zorging is verkregen. Voor die leden, die niettemin
t.z.t. behoefte zouden gevoelen hun verzekering
aan te pasen, staan de medewerkers van het O. B.
F. te allen tijde gereed.
(Zie verder pag. 547 le kolom onderaan.).