Het K.N.L.C. 70 jaar. ZITDAGEN B0EKH0UBBUREAU Gras- en Klaverzaden middelburo ZATERDAG 31 JULI 1954. 1884 1954 HEBT U DE AANVULLENDE BIJDRAGE OP BEDRIJFSUITRUSTING AL AANGEVRAAGD? Lonen en sociale voorzieningen. D. J. VAN DER HAVE -iosusch-Tochnologisch Insüti voor Zeeland No. 2234. Frankering bij abonnement: Terneuzen 42e Jaargang. ZEEUWSCH LANDBOUWBLAD WAARIN OPGENOMEN HET NOORD-BRABANTSCH LANDBOUWBLAD Officieel Orgaan van de Zeeuwsche Landbouw Maatschappij (Z. L. M.) de Noord-Brabantscbe Maatschappij van Landbouw en andere Verenigingen TERWIJL de boeren zich met oogstproblemen bezig houden en dat zullen ze in 1884 ook wel gedaan hebben was het dezer dagen 70 jaar geleden, dat het Koninklijk Nederlands Land bouw Comité werd opgericht. Hoewel dit jubileum niet gevierd wordt willen we er toch enige aandacht aan schenken. Opgericht door de provinciale landbouwmaat schappijen, is het K. N. L. C. nog steeds de over koepelende organisatie van deze maatschappijen, die problemen en vragen van landelijk belang via het K. N. L. C. en daardoor vaak ook weer via de Stichting v. d. Landbouw bij de regering aanhangig kunnen maken. Doch meen vooral niet, dat het K. N. L. C. .alleen maar een doorgangshuis is voor alles waar de landbouwmaatschappijen mee zitten. Er wordt terdege eigen werk gemaakt en de agenda's van de Hoofdbestuursvergaderingen, die ieder lid van het D. B. kent, getuigen daarvan. Het K. N. L. C. is bovenal een democratische organisatie die van onderen af bestuurd wordt, waardoor een groot aantal mensen bij het werk betrokken is. Dit maakt wel eens, dat het moeilijk is conclusies te trekken en besluiten te nemen, omdat het zoveel hoofden zoveel zinnen ook op landbouwvraagstukken toegepast kan worden. Maar als er dan ook besluiten worden genomen kan men zeggen, dat deze gedragen worden door een grote groep van Nederlandse boeren, die zich grotendeels laten vertegenwoordigen door hun eigen collega's. Dat is ook wel enigszins anders dan in het begin van- het bestaan der landbouworganisaties, toen vaak personen die buiten de landbouw stonden en alleen door hun belangstelling met de landbouw verbonden waren, het initiatief voor allerlei activiteiten op landbouwgebied moesten nemen. Het heeft lang geduurd voordat de provinciale landbouwmaatschappijen die soms zelf reeds een 40-tal jaren bestonden een landelijke band aangingen. Heden ten dage is het organisatieleven met de zojuist tot standgekomen P. B. O. dip veler werkkracht vraagt - ondenkbaar zonder het K.N.L.C. Juist daarom is het goed nog eens achterom te kijken, omdat dit verleden ons ook nu nog leert, dat door samenbundeling van krachten het boerenbelang op z'n best gediend wordt. Wij moeten teruggaan tot de voorgangster van het K. N. L.C., de Koninklijke Landbouwvereniging, welke van 1854—1863 heeft bestaan, doch bij ge brek aan belangstelling een zachte dood was ge storven. Toch werd in de kringen der diverse Landbouw Mijen de noodzaak gevoeld om te komen tot een landelijke bundeling. Het is vooral het Ned. Landhuishoudkundig Congres geweest, dat hierop herhaaldelijk heeft aangedrongen, b.v. in 1870 en 1879. De meningen bleken evenwel ver deeld: sommigen dachten meer aan een officiële band met de Regering, terwijl anderen de voorkeur gaven aan een geheel vrije organisatie. De gedachte aan een nationale concentratie liet de bestuurders niet los: in incidentele gevallen nam één of meer der Prov. Mijen het initiatief om samen te komen, teneinde bepaalde stappen te ondernemen bij de Re.gering. Tenslotte gaf de heer D. R. Mahsholt de stoot tot de vorming van een permanente afvaardiging van vertegenwoordigers der Mijen. In een verga dering van 24 Juli 1884 in „Amicitia" te Amers foort werd toen besloten tot. de oprichting van het Nederlandsch Landbouw-Comité. De organisato rische opbouw van dit Comité en de verhouding tot de Regering heeft veel moeilijkheden opge leverd, hetgeen tot uiting kwam in verschillende statutenwijzigingen. Omstreeks 1898 kon het Comité gelden als de overkoepeling van alle Nederlandse Mijen en ver enigingen op land-, tuin- en bos'oouwgebied, welke meer dan 600 leden telde. In de daarop volgende HULST:. Maandag 2 Aug. in „De Graanbeurs", van 3—5 uur. OOSTBURG: Woensdag 4 Aug. in Café „De Windt". KOUDEKERKE: Woensdag 4 Aug. in Hotel „Nieuw Walcheren", van 9--1.30 uur. ZIERIKZEE: Donderdag 5 Aug. in Hotel „Huis van Nassau". KORTGENE: Donderdag 5 Aug. in Hotel „De Korenbeurs". MIDDELBURG: Donderdag 5 Aug. in Café ,,De Eendracht". ST. PHTLIPSLAND: Zaterdag 7 Aug. in Hotel „De Druiventros". jaren werden echter veel klachten vernomen over de opbouw en werkwijze van het Comité en werd aangedrongen op reorganisatie. Zelfs werd van Regeringszijde flinke critiek geleverd op deze or ganisatie. Een en ander leidde tot interne wijzi gingen. Zulks was de Regering echter niet vol doende: deze diende in 1902 een wetsontwerp in tot instelling van een wettelijke landbouwvertegen- woordiging. Mede als gevolg van de besprekingen in het Comité werd dit ontwerp later belangrijk omgewerkt, doch in 1905 geheel ingetrokken. Omstreeks 1906 kwam een nieuwe phase, welke verband hield met het ontstaan der dorpslandbouw. verenigingen, welke in het Zuiden ontstonden en op den duur een uitgesproken R.K. karakter kre gen. Ook het uittreden van de belangrijkste tuin bouworganisaties deed het Comité geen goed. In 1918 werd het Comité samengesmolten met de in 1908 opgerichte „Kon. Ned. Landbouwvereniging", welke zich speciaal bezig hieid met het behartigen van landbouwtentoonstellingsbelangen: vanaf dat jaar dateert de huidige naam. Een belangrijke gebeurtenis was de uittreding in 1920 van de R.K. landbouworganisaties; in 1921 gevolgd door het uittreden van de Christelijke Boe ren1 en Tuindersbond, welke in 1918 was opgericht. Hiermede was de vorming van „de 3 zuilen" in de landbouw een feit geworden. Een en ander heeft in 1921 geleid tot ingrijpende structurele wijzigingen binnen het Comité. Hoewel het K. N. L. C. de verzuiling uiteraard betreurde, heeft het de 2 confessionele zusterorga nisaties reeds in 1922 uitgenodigd om periodiek gezamenlijk de algemene landbouwbelangen te be spreken: deze besprekingen, waaraan later ook de F. N. Z. deelnam, werd vlak voor de oorlog uitge breid tot de landarbeidersbonden en heeft uiteinde lijk geleid tot de instelling van de Stichting v. d. Landbouw. In 1941 werd het K. N. L. C. op grond van een Duitse verordening en een besluit van de „Boeren leider" ontbondende heren van de Landstand maakten zich meester van het aanzienlijke kapi taal, dat omstreeks 7 ton bedroeg. Direct na de bevrijding werd besloten het K. N. L. C. weer te doen herrijzen; reeds in Juni 1945 vond de eerste bestuursvergadering plaats. In de eerstvolgende jaren kwam een fusie tot stand van de Ned. Tuindersbond en de Bond van Kleine Boe ren. Momenteel zijn bij het Comité de 10 algemene Prov. Landbouw Mijen aangesloten én beschikt het naast het Hoofdbestuur met het Centraal Secreta riaat over speciale Afdelingen Kleine Boeren, Tuinbouw,en Werkgeversbelangen, welke allen een eigen bestuur en secretaris hebben. Het Comité vertegenwoordigt hiermede omstreeks 58.000 Ne derlandse boeren en tuinders. Het Ministerie van Financiën herinnert de be langhebbenden er aan, dat boven de gewone bij dragen in oorlogsschade aan ibedrijfsuitrusting, berekend naar het prijspeil van 9 Mei 1940, vol gens bepaalde richtlijnen op verzoek van de be langhebbenden aanvullende bijdragen worden vei leen cl ingevolge artikel 72 van de Wet op de Materiële Oorlogsschaden. Dergelijke verzoeken dienen vóór 1 October 1954 te zijn ingediend. De getroffenen, die zulks tot op heden niet hebben gedaan, raden wij aan om dus thans, of in elk geval vóór 1 October een verzoek om een aan vullende bijdrage op bedrijfsuitrusting in te dienen. Wanneer..U niet zeker weet of U hiervoor in aan merking komt, raden we U aan een zitdag voor het Adviesbureau voor Oorlogsschade, zoals deze worden aangekondigd in dit blad, te bezoeken. Boeren en tuinders dienen in het algemeen hun aanvrage te richten tot de Rijksdienst voor Land- bouwherstel, Hooftskade 1, 's-Gravenhage. Zij kun nen hun verzoek als volgt opstellen: Aan de Rijksdienst voor Landbouwherstel, Hooftskade 1, 's-Gravenhage. Ondergetekende wonende te straat en huisnummer geregistreerd onder schadenummer..... verzoekt toekenning van een aanvullende bij drage op bedrijfsuitrusting zoals bedoeld in artikel 72 van de Wet op de Materiële Oorlogs schaden. (ondertekening) NIEUWE BOEKJES C. A. O. 1954/1955. Medegedeeld kan worden, dat de nieuwe boekjes van de C. A. O., contractjaar 1954/1955, thans in druk zijn verschenen. Zij, die reeds per giro 172503 t.n.v. dc Z. L. M., Landbouwhuis, Goes, een bedrag van 25 cent per boekje hebben overgemaakt, mochten het boekje inmiddels ontvangen. Met de meeste klem mogen wij die werkgevers leden adviseren, die nog geen exemplaar bestelden, dit met spoed te doen. Wanneer U met vreemd per soneel werkt, kunt U dit boekje eenvoudig niet missen. Bestellingen, uitsluitend door storting van 25 cent op giro 172503. Schriftelijke aanvragen worden niet behandeld. De nieuwe boekjes voor de tuinbouwsector zul len eveneens een dezer dagen in druk verschijnen. KONINKLIJK KWEEKERIJBEDRIJF EN ZAADHANDEL KAPELLE—BIEZELINGE. voor aanleg van weilanden.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1954 | | pagina 1