EMIGRATIE
UIT DE
PROVINCIE
NIEUWE DEVIEZENREGELING VOOR
DOOR DE OVERSTROMINGSRAMP
GETROFFEN BOEREN, DIE GAAN
EMIGREREN.
AANVULLING
PLANTENZIEKTEN WET.
ZEEUVVSCH LANDBOUWBLAD.
4
485
Van boerderij en organisatie
WALCHEREN.
17 Juli.
Op de paardenkeuring te Middelburg
hebben we kunnen vaststellen, dat we
met de paardenfokkerij in de goede
richting gaan, en dat de achterstand,
in vergelijking met andere gebieden,
thans vrijwel volledig is ingehaald.
In andere gebieden met overwegend
grote bedrijven, zijn reeds zeer veel
paarden vervangen door tractoren.
Maar in Walcheren, met zijn talrijke
kleinere gemengde 'bedrijven, blijft
het paard in ere, omdat dit voordelig
uitkomt, en geen hoge investeringen
vraagt.
Het doet weldadig aan, wanneer men
in het inundatiegebied van Walcheren,
naast vele kale boerderijen, ook bedrij
ven ziet die omgeven zijn door mooi,
jong, groen houtgewas.
Een volledig kaal staande boerderij
kan op zichzelf wel mooi zijn. Maar
indien hierbij mooie windsingels staan,
wordt het geheel veel fraaier en aan
trekkelijker.
Staatsbosbeheer geeft een zeer be
langrijke subsidie bij de inplant rondom
de boerderij, indien aan redelijke voor
waarden wordt voldaan. Tevens krijgt
U dan alle gewenste inlichtingen be
treffende houtsoorten enz.
Wanneer men dan bovendien nog
zorgt voor een mooie bloementuin voor
het woonhuis (inplaats van voederbie
ten te verbouwen), dan zal men boer
derijen aantreffen die een sieraad kun
nen zijn voor de omgeving en een wel
daad voor het oog.
WEST ZEEUWS-VLAANDEREN.
19 Juli.
De boerderij zou in deze tijd in het
teken van de oogst moeten staan. Het
weer is echter van dien aard, dat de
gedwongen rust een zekere spanning
teweeg brengt, welke ons doet afvra
gen hoe straks de opgehoopte werk
zaamheden op tijd moeten klaar
komen.
Sommige jaren volgen de vruchten
elkaar mooi op, zodat een regelmatige
oogstperiode verkregen wordt. Thans
zal dat niet het geval zijn. Daarbij
komt nog, dat de kwaliteit en ook de
opbrengsten bij dit aanhoudende natte
weer sterk gedrukt worden. Het vlas
dat in zwad op het land ligt, zal de
mooie kleur gauw kwijt zijn, terwijl het
vlas dat vrij groen was toen het getrok
ken werd, ook niet mooi opkleurt.
We zijn benieuwd, hoe het werk zal
zijn van de nieuwe aardappelrooier die
in de zak rooit. Naar ik vernomen heb
waren de resultaten, welke bij een
proefneming te voorschijn kwamen
gezien de grote massa kluiten, welke
eveneens in de zak kwamen niet
best te noemen. Het is bij de aan
schaffing van dergelijke nieuwe ma
chines wel zaak om de betalingscondi
ties voldoende veilig vast te leggen om
achteraf geen moeilijkheden te krijgen
wanneer de machine niet voldoet.
THOLEN EN ST. PHILIPSLAND.
19 Juli.
De huidige weersgesteldheid die ons
meer aan het najaar doet denken dan
aan de zomer, is niet bevorderlijk voor
een goede ontwikkeling van onze land
bouwgewassen. Het ene gewas onder
vindt in sterkere mate de terugslag
hiervan dan het andere, maar gunstig
is dit weer zeker nergens voor. Tot de
gewassen die thans het meeste nadeel
hiervan ondervinden behoren zeker
ook de bonen. Op vele plaatsen staan
deze er aller beroerdst voor. De bonen
blijven klein, en er vertonen zich op
vele plaatsen grote bruine plekken. De
vetvlekkenziekte neemt snel toe, mede
ook al door het koude weer.
In vele gewassen ziet men thans veel
luizen. We denken daarbij in de eerste
plaats aan bieten en aardappels. In de
bieten ziet men veel de zwarte luis;
de bladeren gaan omkrullen en krijgen
een gebobbeld oppervlak. Deze luis
speelt een grote rol bij de verbreiding
van de vergelingsziekte en daarom ver
dient het aanbeveling deze te bestrij
den. Men moet dan sproeien met Pa-
rathion.
De geweldige luizeninvasie in de
aardappels heeft een sterke primaire
virusziekte-besmetting in de aardappel
percelen met zich meegebracht. De
pootgoedtelers hebben dit tot hun
schade moeten ondervinden en vele
percelen zijn als gevolg hiervan in
klasse verlaagd of zelfs afgekeurd. Aan
de nateelt zal men wellicht geen al te
hoge eisen mogen stellen. De boeren
die zelf voor eigen gebruik aardappels
hebben geteeld, doen er goed aan hun
percelen eerst eens goed na te zien al
vorens te rooien.
ZUID-BEVELAND.
20 Juli.
Het begint nu toch zichtbaar te wor
den, dat de oogst aanstaande is. Scher
pe kleurcontrasten vallen waar te
nemen, welke het landschap wel bij
zonder mooi maken. Vooral op een
zonnige dag als vandaag, na een pe
riode van regen en kou.
Het is opmerkelijk, dat er dit jaar
zoveel bladluizen zijn. De bewering als
zouden deze wel weg regenen, blijkt
niet op te gaan. De bieten lijden er
hier en daar knap van. Bij de aard
appelen ziet men door de luizen een
sterk optreden van primaire virusziek
ten. Wanneer hieraan niet voldoende
aandacht wordt besteed, zal de nateelt
volgend jaar zeker teleurstellingen te
zien geven. Of extra vroeg gerooid, of
aankoop van prima pootgoed is zeker
nu een gebiedende eis.
Opmerkelijk is ook, dat in de gerst
meer stuifbrand voorkomt. De Piroline
is vrijwel geheel afgekeurd en ook Bal
der heeft uitvallers. Hebben we het
misschien te gemakkelijk opgenomen?
Hoe het dan ook zij, het is een bewijs
temeer, steeds wakker te blijven.
Veel vraag naar winterzaaitarwe,
ook voor export. Vrijgave van onge
keurd wordt ernstig overwogen. Het
is te hopen, dat het Bedrijfschap hier
spoedig een beslissing over neemt.
Onder invloed van het weer stijgen
de peulvruchtenprijzen voor de export-
kwaliteit. Bij langer aanhouden van
de regenperiode zullen er heel gauw
bruine vlekken te voorschijn komen.
De uienhandel is na een zeer enthou
siaste start, opeens opmerkelijk stil ge
worden. Is er onverwachts weer een
of ander land op de wereldmarkt ver
schenen?
Ook in de aardappelen is het hier erg
kalm. Vlas is er heel wat te velde ver
kocht maar ook hier horen we de laat
ste dagen van weinig nieuwe zaken.
Niet te verwonderen overigens, wan
neer we de weersomstandigheden in
aanmerking nemen.
Dat de gronden in de rampgebieden
nog niet normaal zijn, hebben we de
laatste weken duidelijk kunnen waar
nemen. Al leek het hier en daar aan
vankelijk aardig wat; op 't laatst van
hun groeiperiode lieten de gewassen
het zitten. Vooral in Kruiningen moet
met een zeer matige gerst-opbrengst
rekening worden gehouden.
In bepaalde streken in het rampgebied zullen
door de overstroming getroffen bedrijven niet in
hun oude toestand worden teruggebracht. Deze
streken zijn: Schouwen, en Duiveland, Tholen, de
polder Waarde en de zak van Zuid-Beveland. De
grootte, de verkaveling en de -versnippering van
de bedrijven was veelal zó, dat hierop moeilijk een
lonend bestaan mogelijk was. Daarom zal in die
streken een herverkaveling worden toegepast,
waardoor economisch verantwoorde bedrijven zul
len ontstaan. Maar dit betekent, dat het aantal
bedrijven kleiner wordt en dus een aantal boeren
bun bedrijf kwijt raken.
Deze boeren moeten natuurlijk worden gehol
pen, hetzij in de Noord Oostpolder of elders.
Nu wordt onder elders ook verstaan in het bui
tenland. Op boeren uit de rampgebieden, die wil
len emigreren is nu de nieuwe deviezenregeling
van toepassing. Deze regeling luidt als volgt:
De algemeen voor emigranten geldende richt
lijnen inzake het verstrekken van deviezen en het
overmaken van geld zijn van toepassing. Dit is
zonder meer duidelijk.
Bovendien zal ten behoeve van emigrerende
grondgebruikers in Schouwen- en Duiveland, Tho
len, de polder Waarde en de zak van Zuid-Beve-
land, op advies Van de Commissaris voor de Emi
gratie, vergunning worden verleend tot het over
maken van de netto-opbrengst van hun, aan de
Stichting tot het Beheren van landbouwgronden
verkochte landerijen, voor zo-ver deze in het boven
genoemde watersnoodgebied liggen.
Dit betekent dus, dat wanneer het bedrijf aan de
Stichting tot het Beheren van Landbouwgronden
wordt overgedragen, de opbrengst daarvan bij
emigratie mag worden uitgevoerd. Er is één voor
waarde, n.l., dat wanneer men binnen een jaar na
aankomst in het nieuwe vaderland een bedrijf wil
kopen, hierover eerst -het advies van de landbouw-
emigratie-attaché moet worden gevraagd. Dit'is
in het belang van de boeren zelf. Want het kan
gevaarlijk zijn te gauw in een vreemd land een
bedrijf te kopen en zo'n advies kan de emigrant
voor veel narigheid behoeden. Verder is bepaald,
dat boeren buiten het rampgebied ook van deze
regeling kunnen profiteren, wanneer zij hun
landerijen ter beschikking stellen van boeren uit
het rampgebied, die hun bedrijven hebben overge
daan aan de Stichting tot het Beheren van Land
bouwgronden.
Enkele voorbeelden kunnen dit duidelijk maken.
Een boer in de omgeving van Zierikzee is eige
naar van een bedrijf van 15 bunders en hij> wil
emigreren. Nu kan hij deze 15 bunders overdoen
aan de Stichting tot het Beheren van Landbouw
gronden en de opbrengst daarvan in deviezen mee
nemen.
Deze boer uit de omgeving van Zierikzee wil
niet emigreren, maar een bedrijf overnemen van
een boer uit bijvoorbeeld West-Brabant, die wél wil
emigreren. In dat geval draagt de boer uit Zierik
zee zijn landerijen over aan de Stichting, neemt de
boerderij in West-Brabant over en de West-Bra
bantse boer mag de opbrengst daarvan in deviezen
meenemen. Deze regeling is tijdelijk en geldt tot
1 Mei 1957.
Hiermede is voor een aantal boeren een moeilijk
probleem opgelost. Indien deze regeling na dit
korte overzicht nog niet voor iedereen volledig
duidelijk is, kunnen vragen hierover, door tussen
komst van de Nederlandse Emigratiedienst, in dit
blad worden beantwoord.
De Belgische melkproductie is in 1953 gestegen
tot 3600 liter met 3,35 vet, wat een toename van
150 liter betekent t.o.v. het voorgaande jaar.
In België zal de tarweprijs (richtprijs) voor
oogst 1955 verlaagd worden van 470 tot 440 B. fr./
100 kg.
Blijkens het door het Landbouw Economisch
Instituut dienaangaande uitgebrachte rapport
heeft de 2 maandelijkse berekening van de kost
prijs van de slachtvarkens een stijging te zien
gegeven van 6 cent per kilogram.
In overeenstemming hiermede heeft de Minister
van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening be
sloten met ingang van 19 Juli j.l. de richtprijs
voor de baconvarkens 2e kwaliteit dienovereen
komstig te verhogen en vast te stellen op ƒ2,38
por kg koud geslacht gewicht.
Tegelijkertijd heeft -het Bedrijfschap voor Vee
en Vlees de overnameprijs vastgesteld op ƒ2,42
per kg, zodat met ingang van genoemde datum 4
cent per kg uit het Vleesfonds zal worden bijge
dragen.
Bij de Tweede Kamer is ingediend een wetsont
werp, houdende enige aanvullende bepalingen met
■betrekking tot de wering en bestrijding van voor
de landbouw schadelijke organismen.
Hierdoor zal de in 1951 van kracht geworden
Plantenziektenwet enige in de praktijk noodzake
lijk gebleken aanvullingen ontvangen.
Ondermeer is gebleken, dat het gevaar van over
brenging van schadelijke organismen met grond
geenszins denkbeeldig is. Ook internationaal
wordt ingezien, dat grond zich bij uitstek hiertoe
leent, en verschillende landen hebben op dit stuk
dan ook reeds -maatregelen getroffen. Ook het
vervoer binnenslands van grond kan gevaar opleve
ren. Men denkt in dit verband aan de mogelijk
heid van verbreiding der aardappelmoeheid op
deze wijze. Een wettelijke voorziening met betrek
king tot het transport van grond is dan ook zeer
gewenst.
Eveneens acht de Minister het onbevredigend,
dat onder de geldende bepalingen schadelijke orga
nismen slechts kunnen worden geweerd en be
streden, voor zover zij zich op planten bevinden.
Ook het vervoeren of in voorraad houden van de
schadelijke organismen zelf, is niet zonder-gevaar.
Tevens is het gewenst, dat bepaalde schadelijke
organismen, die sporadisch en slechts op bepaalde
plaatsen voorkomen, kunnen worden opgeruimd of
bestreden vóór zij tot een plaag voor de Nederland
se land- en tuinbouw worden.
Voorts heeft de Directeur-Generaal van de Euro
pese Organisatie voor de Bestrijding van Planten
ziekten schriftelijk aan de Minister verzocht wet
telijke maatregelen te treffen, teneinde zo nodig
het opzettelijk invoeren en kweken van buiten-
Europese parasieten van schadelijke organismen
te voorkomen.
Tenslotte komt het noodzakelijk voor in de wet
vast te leggen, dat voor de werkzaamheden, welke
de Plantenziektenkundige Dienst ter uitvoering
van de wettelijke voorschriften verricht, in gevallen
waar zulks billijk moet worden geacht, van de
belanghebbenden een vergoeding van kosten kan
worden geheven volgens een tarief, dat door de
Minister wordt vastgesteld.
Dat de mechanisatie in België vrij sterk toe
neemt tonen ons de cijfers van het aantal trekkers
dat steeg van 12.500 stuks in 1953 tot 15.600 stuks
in 1953. Ook het aantal melkmachines steeg van
13.000 tot 15.000 stuks.