Gebrs DE JONGH Aanschouwelijk onderwijs en scholing in de praktijk INHOUDSOPGAVE EERSTE STEENLEGGING KOELCEL TE KRUININGEN. TARWEREGELING 1954. PRIMA ZAAIWIKKEN STOPPELKNOLLEN 460 ZEEUWSCH LANDBOUWBLAD. Dezer dagen waren we op bezoek bij de heer L. van Dijk, directeur van de Rijkslandibouwwinterschool te Schoondijke. In de loop van het gesprek en het daarop volgende bezoek aan school en schooltuin, deden we een aantal indruk ken op, die we hier trachten weer te geven. Al was het alleen maar omdat, zoals de heer Van Dijk het uitdrukte: ,,We het hier wat anders doen dan elders". TWEE- OF DRIE JARIGE CURSUS? Er wordt de laatste tijd veel aandacht besteed aan de vraag hoe de steeds groter wordende stroom kennis die over leerlingen van landbouwwinter- scholen wordt uitgestort, in goede banen geleid dient te worden om tot haar recht te komen. Daarbij wordt vooral de mogelijkheid van een drie jarige cursus na'ar voren geschoven. De heer Van Dijk is geen voorstander van dit systeem, daar hij vreest, dat op deze wijze het aantal leerlingen, dat de landbouwwinterscho'len gaat bezoeken, zal ver minderen. Terwijl we juist zo goed op weg zijn de landbouwwinterschool te maken tot de opleiding bij uitstek voor jonge boeren. Bovendien bestaat het gevaar, Idat in die drie jaar een ophoping van parate kennis zal plaats vinden, die uiteindelijk niet voldoende verwerkt wordt. Het euvel van de slechte vóóropleiding wreekt zich in toenemende mate. Dit geldt vooral voor diegenen die de landbouwwinterschool gaan be zoeken met de lagere school als enige vooroplei ding; doch ook voor diegenen die de lagere land bouwschool bezocht 'hebben, geldt dit bezwaar enigszins. Daarom: is de heer Van Dijk voorstander van het bezoeken van de U.L.O. met daarna een jaar op het bedrijf, alvorens de landbouwwinterschool bezocht wordt. Als de jongens allen een goede vooropleiding hébben gehad, is het vee'l gemakkelijker de stof in twee jaar door te werken. Het is daarnaast nood zakelijk het onderwijs zoveel mogelijk aanschouwe lijk te maken en de zomer "te benutten om in de praktijk het geleerde te gaan opzoeken. Van beide hébben we op de school te Schoondijke goede voorbeelden gezien. De school beschikt over een uitgebreide verzameling grafieken en platen, die uitnemend demonstratiemateriaal vormen. De stijging van de opbrengst der akkerbouw gewassen, een verantwoord bouwplan, de hoeveel heid voedingsstoffen die de gewassen aan de grond onttrekken en de samenhang van melkplas en vet gehalte met het aantal dagen; het is een greep uit een rijke collectie die in de loop der jaren met zorg is samengesteld. Daar speciale aandacht wordt besteed aan het lezen en begrijpen van grafieken, zeggen deze teke ningen de leerlingen ook wat en zijn ze een goede aanvulling van het gesproken woord. REGELMATIG SCHOOLTUIN. BEZOEK AAN Enkele indrukken van de Landbouwtentoon stelling; Zitdagen Boekhoudbureau der Z. L. M. Richtprijs Koolzaad voor de oogst 1955 Rooidata Pootaardappelen Wolinname Afd. Zeeland Nederlandse Wolfede ratie Rectificatie Zitdagen Zeeuws Voorlichtingsinstituut op Verzeke- ringsgebied (Z. V. V.) Zeeuws Voorlichtingsinstituut voor de Brandverzekering (Z. V. B.) Adviesbureau voor Oorlogs- en Ramp- schade. Garantieprijs pootaardappelen oogst 1954 Staart- en manenziekte De resultaten van het voorbeeldbedrijf ,,'t Hof Zwagerman" Aanschouwelijk onderwijs en scholing in de praktijk Eerste steenlegging koelcel in Kruiningen Tarweregeling 1954 Van Boerderij en Organisatie Lonen en Sociale voorzieningen Werkgelegenheid en Arbeidsmarkt. Bestrijding valse meeldauw in uien Onderwijs: Een belangrijke dag voor de Landbouw- huishoudschool te Terneuzen. Wormstekigheid in erwten Voor de Plattelandsvrouw: Welke school kiezen we straks voor onze dochters? Tuinbouw: Stemmen uit de praktijk. Marktberichten Noord-Brabantsche Maatschappij van Land bouw Bram uit de Slikhóek Bladz. 457 458 458 458 458 458 458 459 459 459 460 460 460 461 461 462 463 463 463 465 465 467 467 De andere aanvulling wordt gevormd door de goed onderhouden schooltuin, die demonstratie en proefveld tegelijk is. We vinden er de verschillende tarwe- en aardappelrassen naast in Zeeland bijna niet meer bekende gewassen als serradella, lupi nen, boekweit, meekrap en hennep. Maar ook een verzameling van onkruiden, wat in deze tijd met de mogelijkheid van chemische be strijding zeker geen luxe meer is. Veel aandacht is besteed aan het demonstreren van de verschillende ziekten, waartoe de grond vaak opzettelijk besmet werd om kwalen als kla veraaltje en andere vruchtwisselingsziekten te vertonen. Om leraren en leerlingen ook zoveel mogelijk bij het onderzoek te betrekken en te laten zien hoe lang het wel duurt vóórdat uit het onderzoek bruik bare resultaten voor de praktijk kunnen worden afgeleid, liggen er ook een aantal proefveldjes in de schooltuin. In één daarvan worden proeven over de onkruidbestrijding in vlas genomen. Ook worden er meteorologische waarnemingen verricht, die, wanneer ze lang genoeg worden voortgezet wellicht bepaalde verschillen tussen Vlissingen en Schoondijke te zien zullen geven. Wie weet of hier op den duur waardevolle ge gevens voor de bestrijding van de aardappelziekte uit afgeleid kunnen worden. Een schooltuin op zichzelf betekent nog niets als er niet een vorm wordt geschapen, die de jongens regelmatig met datgene wat er te zien is in aan raking brengt. Daar is in voorzien, omdat de leer lingen om de tien dagen in kleine groepjes prac- tische lessen krijgen. De helft van de dag wordt in de schooltuin doorgebracht en de rest van de dag op een goed-geleid bedrijf in de omgeving. Zo worden de leerlingen er met de neus opge drukt en krijgen ze de behandelde leerstof nog eens in de meest begrijpelijke vorm opgediend. Bij de lessen in grondbewerking krijgen ze zelfs de schop in handen om drainreeksen te leren leggen, wat een vak op zichzelf is, dat helaas slechts wei nigen beheersen. Straks zullen deze jonge boeren zelf leiding kun nen geven als er op hun bedrijf gedraineerd moet worden. Het blijkt, dat de ouders deze vorm van onder wijs stellen boven een driejarige cursus, die ook i.v.m. de militaire dienst z'n bezwaren heeft. Als de ouders maar willen inzien, dat hun kinde ren nog lang genoeg kunnen werken wanneer ze van de schoolbanken af zijn, is er al veel gewon nen. i 's Zomers is een moeilijke tijd om de jongen te missen. Daar staat tegenover, dat 's zomers in korte tijd veel geleerd kan worden, vooral op het gebied van de plantenziekten en de ontwikkeling der gewassen. Als het goed is, moet je de gewas sen van dag tot dag in hun groei volgen en trach ten alle bijzonderheden, die zich daarbij voordoen, op te merken. Bij de beoordeling van dit systeem van onder wijs dient men er vooral oog voor te hebben, dat Zeeuws-Vlaanderen geen proefbedrijf kent. Daar door is het vanzelfsprekend, dat op andere wijze in dé behoefte aan instructie wordt voorzien. Dat dit een meer intensieve vorm is, dan op de meeste andere scholen het geval is, pleit voor deze binding van onderwijs, demonstratie en onderzoek, die we elders maar al te veel zijn kwijtgeraakt. OOK CULTURELE VORMING? De rusteioze geest van de heer Van Dijk zoekt nog verder, omdat hij met z'n veelzijdige belang stelling voelt, dat jonge boeren niet met een hoe veelheid landbouwtechnische en economische ken nis alleen het leven ingestuurd mogen worden. Daarom zou hij graag ook een plaats inruimen aan cultureel werk als voordragen, muziek, toneel en boeken lezen. Op dit gebied zou samenwerking met andere middelbare scholen voor de hand lig gen, ware het niet dat het programma vaak te zwaar wordt gekozen om de liefde voor muziek of toneel op te wekken. In een streek, waar van de paardenstapel van vóór de oorlog nog maar 55 over is dreigt het leven toch al genoeg te verzake lijken. Daarom is het goed, dat de jeugd van onze tijd op de scholen leert een bredere kijk op het leven te krijgen, dan die van kunstmest en opbrengsten alleen. In Schoondijke wordt deze belangstelling wakker geroepen. Moge het leerplan van de landbouw- winterscholen spoedig meer ruimte geven aan deze dingen, die voor het latere leven van groot belang zijn. B. Woensdagmiddag vond te Kruiningen, in aan wezigheid van Burgemeester en Wethouders der gemeente Kruiningen, de heer Ir. J. D. Dorst, Prov. Voedselcommissaris, vertegenwoordigers van de Rijks Landbouwvoorlichtingsdienst en V.B.N.A. de symbolische handeling van de eerste steenleg ging plaats voor een reeds vier maanden in aan bouw zijnd aardappelkoelhuis van de heer C. Meijer. Dit koelhuis zal na de voltooiing tot één der modernste en best geoutilleerde inrichtingen op dit gebied kunnen worden gerekend. De totale capa citeit van het complex, waarin, naast een 26-tal koelcellen, ruimte zal zijn voor een grote sorteer- hal, waarin de spoorwagons zullen kunnen in rijden en een aardappelwasserij, zal ruim 4000 ton bedragen. De koeling zal zowel met buitenlucht als mecha nisch geschieden, terwijl de werking van de nacht- gekoelde cellen geheel automatisch zal zijn. De Burgemeester van Kruiningen en de heer Dorst voerden bij deze gelegenheid het woord en wensten de familie Meijer geluk met dit initiatief, waaruit durf en ondernemingsgeest blijkt en dat voor de toekomstige welvaart van de gemeente Kruiningen van betekenis zal blijken te zijn. De tarweregelingvoor de oogst 1954 is groten deels gelijk aan die vóór de oogst 1953. De voornaamste punten brengen wij onder Uw aandacht. Voor gemengd gewas met tarwe van de oogst 1954 zal, gezien de inmiddels gewijzigde prijsver houdingen, geen regeling meer gelden. Tarwe van de oogst 1954 mag uitsluitend wor den aangewend voor menselijke consumptie. Tarwe moet, behoudens het kwantum, waarvoor toewijzingen uit eigen oogst zijn afgegeven, aan een erkend handelaar worden verkocht, tegen in neming van het bekende T. of Z.T.-afleverings- bewijs. Ook telers van tarwe met een oppervlakte van minder dan 30 are, die hun opbrengst niet nodig hebben voor eigen gebruik, zijn verplicht hun product aan een erkend handelaar af te leveren. De dorsregeling blijft ongewijzigd van kracht. Van onderploegen of groenmaaien van tarwe na de inventarisatie moet vóór 1 Augustus 1954 schriftelijk aan de betreffende P.B.H. kennis wor den gegeven. Ook te verwachten slechte opbreng sten van de verbouwde tarwe moeten minstens 10 dagen vóór dat tot maaien wordt overgegaan, schriftelijk aan de P.B.H.'s kenbaar worden ge maakt. Het verkopen/kopen van te velde staande tarwe is verboden. Hiervan kan in bepaalde gevallen ont heffing worden verleend, waarvoor belanghebben den zich vóór 1 Augustus 1954 tot de betreffende P. B. H. dienen te wenden. Toewijzingen uit eigen oogst voor consumptie-doeleinden behoeven niet meer te worden aangevraagd. De toewijzingen worden rechtstreeks aan iedere teler, die meer dan 30 are tarwe heeft verbouwd, toegezonden. De telers, die menen aanspraak te kunnen maken op een hogere toewijzing, kunnen een daartoe strek kend verzoek indienen bij de P. B. H. Toewijzingen uit eigen oogst voor zaai-doeleinden moeten als voorheen bij de betreffende P. B. H. worden aangevraagd. Het Hoofd van de Rijksvoorlichtingsdienst voor de Pluimveeteelt brengt ter kennis van belang stellenden, dat het in de bedoeling ligt, in het a.s. najaar voor onderwijzers en onderwijzeressen, die in het bezit zijn van de acten land- of tuinbouw l.o. of van de acten N XIX en N XXI op nader te be palen plaatsen cursussen te organiseren voor de opleiding van leerkrachten in pluimveeteelt. Deze cursussen zullen 20 lessen van elk 3 uur om vatten en bij voorkeur worden gehouden op Zater dagmiddagen. De plaatsen, waar de cursussen zul len worden gehouden, zullen worden bepaald aan de hand van de woonplaatsen van degenen, die zich voor deelneming aanmelden. Zij, die belangstelling hebben en nadere inlich tingen wensen over het volgen van een dergelijke cursus kunnen zich vóór 1 Augustus wenden tot het Hoofd' van de Rijksvoorlichtingsdienst Voor de Pluimveeteelt, Utrechtseweg 298, De Bilt. Uit voorraad leverbaar: Alsmede halflange witte blauwkop (Voederrapen) Postbus GOES

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1954 | | pagina 4