Een blik op de Herverkaveling Zuid-Beveland
DE POEL
384
ZEEUWSCH LANDBOUWBLAD.
STAANDE op de zeedijk nabij Ellewoutsdijk zou men op een rustige dag kunnen menen, dat
het schijnbaar kalme water van de Schelde geen bedreiging inhoudt voor de dijken, die het land
beschermen.
Hoe geheel anders leert ons het verleden van deze streek.
De bewoners uit vroegere jaren, alsmede de huidige bewoners hebben maar al te ernstig ervaren
wat de betekenis is van het feit, dat hun woongebied beneden de zeespiegel ligt.
Behalve de nimmer eindigende getijbeweging kunnen krachtige winden het water in de Schelde
opstuwen. Alsdan, zo leert ons het verleden, bestaat er gevaar voor overstroming van het kostbaar
land.
De mens wapende zich tegen dit gevaar; maar een enkele maal in het verleden verloor hij een
ongelijke strijd.
Hiervan getuigen de grote veranderingen, welke in de loop van de jaren hebben plaats gevonden.
Nog in de Zestiende Eeuw was de zeedijk van Baarland binnendijk. Ten Zuiden van Baarland
zijn de polders „Dierik" en „Stuyvesant," alsmede het gelijknamige kerkdorp, geheel in de Schelde
verdwenen. De streek heeft een wetenswaardig verleden met grote veranderingen.
het afwateringsstelsel van deze polders echter niet
berekend was.
Weliswaar werd in de loop van de jaren hier en
daar verbetering gebracht, maar geenszins vol
doende.
Momenteel heeft het gebied, met uitzondering
van het gebied van het waterschap Hoedekensker-
ke, nog natuurlijke lozing door de sluizen nabij
Ellewoutsdijk en Baarland. Het is echter duidelijk,
dat de laag gelegen gebieden rond Ellewoutsdijk en
Baarland het niet zonder kunstmatige lozing kun
nen stellen. Het is intussen wel tot in alle land-
bouwkringen doorgedrongen dat het producerend
vermogen van de gronden ten zeerste gebaat is
bij een goede waterbeheersing. Momenteel worden
deze lage gebieden als het ware gebruikt als
boezemgebied voor het water van de hoger gelegen
jonge polders, wanneer de natuurlijke lozing ge
stremd is.
In dit licht beschouwd zal uitvoering van de her
verkavelingswerkzaamheden zeer zeker gehele of
gedeeltelijke kunstmatige lozing met zich mede
brengen.
Te kleine bedrijven kunnen groter worden.
Naast egalisatie van percelen met onegale lig
ging en het ontwerpen van een nieuwe kavel
indeling biedt de herverkavelingswet nog de moge
lijkheid om de bestaande kleine bedrijven te ver
groten.
Dit zal uiteraard slecht^ dan kunnen geschieden,
wanneer de Herverkavelingscommissie de beschik
king krijgt over gronden, die vrij van gebruik of
pacht zijn. Om dit mogelijk te maken worden ge
bruikers van grond uit het herverkavelingsgebied
in de gelegenheid gesteld om in de Noord-Oost
polder, de Braakman of in de Quarlespolder (de
laatste polder alleen voor fruittelers) een bedrijf
te exploiteren op voorwaarde dat zij hun bedrijf
bij de Herverkavelingscommissie inleveren voor
sanering van de kleine bedrijven.
Hier zij nog eens gewezen op het belang van
deze maatregel. De sanering van de bedrijven is
een belangrijk onderdeel van de herverkaveling,
en het zou uitermate jammer zijn, indien de be
langhebbenden in het herverkavelingsgebied deze
kans voorbij zouden laten gaan.
In de Noord-Oost polder en Braakman liggen
jonge gronden te wachten op grondgebruikers uit
de Zak van Zuid-Beveland. In de Quarlespolder
worden eveneens bedrijven gereserveerd voor de
fruittelers uit het herverkavelingsgebied. Volgens
de fruitteelt-deskundigen houden deze bedrijven
de beste waarborgen in voor een goede fruitteelt.
Na afloop van de herverkaveling kunnen deze
kansen niet meer aangeboden worden.
Na deze algemeen technische beschouwing over
de herverkaveling, nog een kort woord tot slot.
Een herverkaveling dient uiteindelijk uitgevoerd
te worden omwille van het belang en geluk van
de mens zelf, hoewel dit niet altijd wordt gezegd.
Een technisch knap uitgevoerde herverkaveling
Is prachtig, maar zou onvolledig zijn, indien deze
niet tevens met zich meebracht het scheppen van
een aangenaam woonoord, waarin de mens, aan
gepast aan de nieuwe omstandigheden, zich thuis
voelt.
AP.
Thans staan wij weer voor een periode van ver
andering, n.l. die van de Herverkaveling.
De aanleiding hiertoe is de stormvloed van 1
Februari 1953. Deze stormvloed ging ook deze
streek niet onopgemerkt voorbij. In totaal werden
2200 ha cultuurland met zout water overstroomd.
Tengevolge van het hoge zoutgehalte van het bo
demwater moesten vele boomgaarden gerooid wor
den. De fruittelers werden wel bijzonder zwaar ge
troffen. In de polder „Everinge" werd grote schade
aan de grond toegebracht.
In deze omstandigheden werd het door de Re
gering en de volksvertegenwoordiging verantwoord
geacht om de Herverkavelingswet van toepassing
te verklaren voor dit gebied. Hierdoor is het moge
lijk geworden om de landbouw in de streek op een
hoger peil te brengen door uitvoering van omvang
rijke cultuur-technische werken.
Het gebied wordt beter ontsloten.
Zo zal in het kader van de Herverkaveling een
nieuw wegenstelsel ontworpen worden.
De toenemende productie van de gronden, als
mede de mechanisatie in de landbouw, brengen de
eis van een goed wegenstelsel met zich mede.
Verschillende voorbeelden uit de practijk tonen
dan ook aan dat de productie van gronden in slecht
ontsloten gebieden achter is gebleven.
Bij het ontwerpen van een nieuw wegenstelsel
dient tevens de toekomstige kaveldiepte beschouwd
te worden. Enerzijds leidt een dicht wegenstelsel
tot een geringe kaveldiepte, anderzijds echter
brengt een dicht wegenstelsel landverlies en hoge
aanleg- en onderhoudskosten met zich mede. De
grootte van de bedrijven heeft eveneens invloed op
de dichtheid van het wegenstel. Bij de aanleg van
de wegen moge ook gewezen worden op de breedte
van de bermen. Niet alleen het belang van het ver
keer is gediend met voldoende brede bermen, maar
tevens wordt hierdoor de aanleg van electriciteits-
en telefoonkabels, waterleiding etc. mogelijk ge
maakt.
De afwatering wordt verbeterd.
Betreffende de afwatering van de gronden in het
herverkavelingsgebied kan opgemerkt Worden, dat
het afwateringsstelsel zich moeilijk bij de omstan
digheden kon aanpassen. De polders werden uiter
aard in opeenvolgende perioden ingedijkt. Als
oudste polders kunnen die van Ellewoutsdijk, Baar
land en Hoedekenskerke worden aangewezen. De
meer Noordelijk gelegen polders zijn in een later
stadium tegen deze drie oude kernen ingedijkt. Het
overtollige water van deze jongere polders moest
geloosd worden door de oudere polders, waarop
IEDERE WEST ZUID-BEVELANDER KENT HET CIRCA 2500 HA GROTE GEBIED DAT ON
MIDDELLIJK TEN ZUIDEN VAN GOES GELEGEN, GEWOONLIJK WORDT AANGEDUID MET:
DE POEL VAN GOES. OOK VOOR DE MEESTE ZEEUWEN UIT ANDERE STREKEN VAN ONZE
PROVINCIE VORMT DEZE AANDUIDING EEN BEKEND GELUID, DIE ZIJN WEERKLANK VINDT
IN GEBIEDEN UIT EIGEN OMGEVING ALS IIET PLATTE LAND VAN SCHOUWEN, DE POORT-
VLIETSE WEIHOEK, HET PLATTE VAN WALCHEREN. LANDBOUWKUNDIG GEZIEN BEHOREN
DEZE GEBIEDEN ZEKER NIET TOT DE BESTE VAN ZEELAND. DAAROM IS HET EEN GOEDE
GEDACHTE VAN DE REDACTIE VAN HET ZEEUWSCH LANDBOUWBLAD GEWEEST, VOOR DE
ONTWIKKELINGSMOGELIJKHEDEN VAN DE LANDBOUW IN EEN DERGELIJK GEBIED AAN
DACHT TE VRAQEN. DAT HIERVOOR DE POEL VAN GOES WERD GEKOZEN, BEHOEFT
ONDER DE GEGEVEN OMSTANDIGHEDEN GEEN NADERE TOELICHTING,
LANDBOUWKUNDIGE
BESCHRIJVING.
Iedere bezoeker van de Poel,
welke naam bodemkundig tref
fend juist is, komt onder de in
druk van de verlaten uitgestrekt
heid van het gebied. Geen wo
ning of schuur in een wijde om
trek. Alleen waant hij zich in voorjaar en zomer
met de jubelende leeuwerik boven de hollebollige
hier en daar door perceeltjes bouwland afgewis
selde, graslanden.
Eenzaam kiest hij z'n weg uit de vele smalle, kron
kelige wegjes wanneer een druilerige herfstregen
de graslanden hier meer, daar minder, onder water
zet. Hoe zou de verhouding tussen bouw- en gras
land wel zijn Langs de wegjes, die nijvere handen
eens over de stroomruggen heb
ben gelegd men had dan een
vaste ondergrond, de bochten
werden op de koop toe genomen
en er was immers geen snelver
keer is ongetwijfeld wat meer
bouwland dan verder af. Hoe
zou de boer trouwens producten
als bieten vandaar weg moeten
krijgen! Maar met 40 bouw
land en 60 grasland zal de
verhouding toch wel juist bena
derd zijn. Het bouwland lijkt
overigens niet in al te beste con
ditie. Zwaar is de grond niet en
toch ligt hij vaak grof. In het
felle zonlicht blikkert hij je te
gemoet alsof hij nog maar kort
geleden met zout water werd
overstroomd. Hij heeft bepaald
neiging tot verslempen. Een
paar druppels zoutzuur op een
kluit laten geen bruising zien!
Door een flinke bekalking zou
hier nog heel wat te bereiken
zijn.
Met het grasland is het be
paald slecht gesteld. Van nature
ongelijk van ligging, wordt in
grote percelen geweid. Hier
Door
Dr Ir C. W. C. van Beekom
Rijkslandbouwconsuleni voor
Zeeuwse eilanden
zou de productie gemakkelijk
verdubbeld of verdrievoudigd
kunnen worden, door omweiden
in kleine percelen en doelmatige
bemesting. Tenminste, wanneer
de wateroverlast in herfst en
winter tot het verleden zou be
horen, en die ligging ook nog
eens wat vlakker mocht zijn.
En je niet voor elke kleinigheid zo'n eind van huis
moet komen, dat er direct een halve ochtend of
middag mee gemoeid is. Ja, als al die dingen eens
tot het verleden mochten behoren. Als de boeren
van de Poel eens dezelfde kansen hadden als andere
boeren in goed ontwaterde, goed ontsloten en goed
verkavelde polders, dan was er wat van te maken.
Nu is er eigenlijk geen beginnen aan
Met het grasland in de Poel is het vaak slecht gesteld.
Maar als