Stands op de tentoonstelling
Perspectieven van de aardappelbewaring
ZITDAGEN
BOEKHOUDBUREAÜ
ZEEUWSCH LANDBOUWBLAD.
je*
jv
395
Het bouwen van koelhuizen gaat regel
matig voort op Zuid-Beveland, maar het
zal nog harder moeten gaan, wil het
Zeeuwse product in de naaste toekomst de
concurrentie op de consumptie- en poter-
markt kunnen bijhouden!
Eerst strohutten.
De grote verandering bij de aardappelbewaring
heeft ook vele boeren op West Zuid-Beveland de
laatste jaren bezig gehouden. Trouwens het be-
waringsvraagstuk heeft reeds veel vroeger onze
aandacht gehad.
Op de Landbouwtentoonstelling te Goes in 1929
werd door enkele kringleden een strohut gedemon
streerd van het type „Groenewege." Door deze
propaganda verschenen er enkele jaren later op
Zuid-Beveland een 10-tal van dergelijke hutten;
het grootste aantal in West Zuid-Beveland. De
lengte varieerde van 15 tot 30 meter en de breedte
van 4 tot 5 meter.
De Noord-Hollandse hutten, speciaal in de om
geving van Amsterdam, waren een copie van de
Zuid-Bevelandse. Alleen de afmetingen waren gro
ter en er werd iets meer hout in verwerkt. Ook in
Zuid-Holland volgden enkele grote telers ons voor
beeld.
Daarna van beton.
In 1939 bouwde Jac. van 't Westeinde te Nieuw-
dorp een betonhut, aangezien zijn strohut bouw
vallig was geworden.
De ervaringen met de strohut leken aanvanke
lijk gunstig, maar na enige jaren bleek, dat ook
aan deze bewaarmethode nog veel fouten kleefden.
Het vroeger ..versleten" zijn der aardappelen dan
bij kuilbewaring stond vast, hoewel sommige door
het toepassen van minder ventilatie het vrij lang
konden volhouden. Omzetten kon niet voorkomen
worden en de handel klaagde over de z.g. magazijn-
kleur.
Doordat verschillende strohutten niet door vak
kundig personeel waren gebouwd en de bewaring
niet geheel voldeed aan de verwachtingen, ver
dween het merendeel weer van het toneel.
De oude strohut van 1926 in ,,De Wilhelminapol-
der" wordt nog steeds gebruikt, al is het dan ook
meer voor tijdelijke opslag. Die in de Bathpolders
zijn van een latere bouwdatum en nog steeds in ge
bruik. Door het aanbrengen van een ventilatie
systeem voldoen deze hutten nog zeer goed.
In 1946: commissie ingesteld.
Door de regering werd in 1946 een commissie in
gesteld, die het bewaringsvraagstuk opnieuw in
studie zou nemen. De secretaris van deze com
missie, Dr W. H. de Jong uit Wageningen, maakte
diverse buitenlandse reizen. Uit dit onderzoek is
het idee ontstaan om via ondergrondse kanalen
buitenlucht in de bewaarruimten te brengen, hetzij
in daarvoor speciaal aangelegde kuilen, hetzij in
gebouwen. De eisen aan een dergelijk gebouw te
stellen, waren: geïsoleerde wanden en plafond of
dak voor kou en warmte.
De proefinstallatie in Kerkwijk heeft aan de
practijk grote diensten bewezen. Het proefstadium
is nu achter de rug en het principe van buitenlucht-
koeling is nu wel algemeen bekend. Reeds zijn een
groot aantal koelhuizen in ons land verrezen en
een nog groter aantal moet volgen. De voorjaars
kuilbewaring dient zeker te verdwijnen, niet alleen
voor pootgoed, maar ook voor consumptie.
Buitenluchtkoeling algemeen bekend.
Ter oriëntering het volgende overzicht:
Aantal bewaarplaatsen op Zuid-Beveland 27 met
een gezamenlijke inhoud van 8.359.300 kg. Momen
teel in aanbouw 7 met een inhoud van 4.455.000 kg.
Bij de Landbouwvoorlichtingsdienst is verder
bekend, dat aan 10 plannen wordt gewerkt voor
nieuwbouw of uitbreiding met een inhoud van
2.874.000 kg.
Nieuwbouw is op verschillende bedrijven niet
nodig; met opoffering van enige tasruimte in de
bestaande schuren kan nog heel wat bereikt wor
den. Ook zij. die gewoonlijk hun aardappelen vroeg
verkopen, kunnen door een tijdelijke opslag in de
schuur nog voordeel behalen. De in de handel
zijnde verplaatsbare houten luchtroosters zijn in
dezen een uitkomst. Ook zijn handige rekken of
staanders in de handel, waardoor op gemakkelijke
wijze stevige wanden gemaakt kunnen worden.
Partijen, die nat zijn of partijen verdacht van „ziek",
Over het pootgoed, bewaard in de koelcel, is
bijna iedereen tevreden.
Bintjes van 1 Augustus 19531 Maart 1954
dus 7 maanden in de koelcel bewaard, zonder
omzetten, kwamen ongekiemd goud-geel uit de cel
en geven een uniforme opkomst te zien.
Door de allerwege verkregen gunstige resultaten
is het bewaringsvraagstuk zeer actueel geworden.
Het is ons bekend, dat velen met bouwplannen
rondlopen. >Ien voelt, dat er iets gedaan moet
worden, anders raakt men achterop.
De fruitkwekers op Zuid-Beveland behoorden ook
tot de eersten, die tot het koelen van fruit over
gingen.
Moge de a.s. Landbouwtentoonstelling, hetzij
door gesprekken met collega's hetzij door de voor
lichting, die daar gegeven wordt, velen er toe
brengen de kuilbewaring vaarwel te zeggen tot
voordeel van hen zelf en het Zeeuwse product.
F. DE GROENE.
De aardappelbewaarplaats van
laten zich op deze wijze beter bewaren en kunnen
daardoor vlugger worden afgeleverd. Vooral voor
export in het najaar is deze methode te prefereren.
Mechanische bijkoeling kan in het vroege najaar
en het late voorjaar nuttig zijn, maar in normale
gevallen is het niet nodig gebleken.
Ook voor andere producten.
Natuurlijk kan de koelinrichting ook benut wor
den voor het koelen en drogen van uien, gecom-
bined graan, bonen en erwten, maar dan in het
stro. Ook wordt wel gras en klaver gedroogd. In
de Betuwe wordt in dergelijke inrichtingen ook
fruit gekoeld.
Is men van plan om veel akkerbouwproducten
te drogen, dan kan men door het toevoeren van
warme lucht die men verkrijgt door het aan
brengen van een verwarmingsapparaat veel be
reiken. Er moet op dit terrein echter nog veel er
varing worden opgedaan. Een studie-commissie
heeft intussen dit vraagstuk reeds ter hand geno
men.
Kan men door bepaalde omstandigheden geen
koelruimte bouwen, dan is het ook mogelijk door
het aanbrengen van een ventilatiesysteem in de
kuil de aardappelen beter to bewaren.
Ook moeten wij de aandacht vestigen op enkele
anti-kiemmiddelen, die deze winter zeer goed heb
ben voldaan. Kosten cent per kg aardappelen.
Omzetten is dan niet meer nodig.
Niet duurder, wèl beter.
De nieuwe bewaarmethoden zijn beslist niet duur
der dan de oude manier van in de kuil bewaren
en het product is beter leverbaar. Dit is zeer be
langrijk, omdat de consument hogere eisen gaat
stellen.
Enkele firma's leveren in Amsterdam gewassen
veen- en zandaardappelen. „Kleiboeren, let dus op
uw saeck." Vanouds heeft Zeeland een goede naam
als leverancier van
consumptie-aardappe
len in onze grote ste
den, maar het aantal
kleipolders, dichter bij
de grote steden,
groeit. Met een goed
verzorgd product zul
len we het in de toe
komst moeten halen,
anders worden we
weggedrukt.
We mogen verwach
ten. dat dan de kuil-
aardappelen, die half
versleten zijn, moei
lijk zullen zijn te
plaatsen of tegen een
lagere prijs.
De mooie blanke,
goed gesorteerde
koelhuisaardappelen
hebben nog geen con
currentie te vrezen
van de zand- of veen-
aardappelen, al wor
den die dan ook ge
wassen op de markt
gebracht.
de Wilhelminapolder.
TERNEUZEN: Woensdag 16 Juni in Hotel „Des
Pays-Bas".
ZIERIKZEEDonderdag 17 Juni in Hotle „Huis
van Nassau".
MIDDELBURG: Donderdag 17 Juni in Café „De
Eendracht".
THOLEN: Zaterdag 19 Juni in Hotel „Hof van
Holland".
(Advertentie.)
HET ONDERLING BOEREN VERZEKERINGS
FONDS.
Zoals bekend werkt deze organisatie, welke zich
de levensverzekering van de 'boer én zijn gezin ten
doel stelt, ten nauwste samen met plaatselijke
coöperaties. Haar werk dient gezien te worden
als een verlengstuk van de doeleinden welke de
coöperaties beogen: bestaanszekerheid voor de
boer en zijn gezin. Het Ó.B.F. streeft er naar aan
de bestaanszekerheid in de toekomst een basis te
verschaffen, door in onderling verband de bescher
ming van het boerengezin en de verzorging van de
oude dag te regelen. Haar ontstaansgrond is niet
los te denken van deze, bij talloze coöperaties
levende wens; haar organisatorische opbouw vindt
hierin zijn verklaring.
In de stand van het O.B.F. is deze organisatori
sche opbouw door middel van een met electrische
lampjes voorziene landkaart in beeld gebracht.
Men ziet hier hoe deze, in Friesland ontstane orga
nisatie zich, naar tijd en plaats gemeten, geleidelijk
heeft uitgebreid en thans haar taak in een groot
deel van ions land vervult. Sinds enkele jaren
werken ook de coöperaties op Walcheren mede,
terwijl er naar gestreefd wordt in de overige delen
van de provincie het werk geleidelijk uit te bou
wen. Op de kaart is tevens de groei van het leden
tal en het verzekerde kapitaal aangegeven, welke
zich met name na de oorlog met sprongen ontwik
kelden en in het begin van 1954 respectievelijk de
cijfers van 19000 en meer dan 100 millioen be
reikten.
Op een in de stand aangebracht draaibord zijn
enkele belangrijke verzekeringsvonmén ih tekenin
gen weergegeven, terwijl het uit advertenties be
kende embleem van het O.B.F. de inrichting van
de stand completeert.
Bij deze en soortgelijke stands staat de voor
lichting uiteraard op de voorgrond. Medewerkers
van het O.B.F. belasten zich met deze taak door
het uitreiken van brochures en folders en door
het geven van inlichtingen.
De N.V. LOUIS NAGEL Co. te Arnhem ver
schijnt met een nieuwe serie Lanz Bulldogtracto-
ren, 17, 22, 28 en 36 PK in verschillende uitvoerin
gen, alsmede met de nieuwe Lanz Alldog-werktuig-
drager met ruwoliemotor.
Verder verschijnen wij met de Zweedse Viking
zelf rijdende maaidorsmachine en de Lanz 6' ge
trokken maaidorsmachine.
De bezoekers zullen een keur van de modernste
Klausing aanbouwwerktuigen vinden, passend aan
alle typen en merken tractoren.
De Zweedse Viking en de Lanz Oogstwerktuigen,
de Rud. Sack zaaimachines en de Rud. Sack paarde-
ploegen, maken een bezoek aan de stand van de
fa Louis Nagel Co. alleszins de moeite waard,
(Zié verder pag, 407.)