Mechanisatie en rationalisatie van het landbouwbedrijf 2EEUWSCH LANDBOUWBLAD. 393 ZEKEJf B/EPEN BENT VAS/ VAN PP/MA TEGEN ESS/ V/fUS. Als er over mechanisatie gesproken wordt, denkt men tegenwoordig aan ronkende motoren, die een grote variatie van soms ingewikkelde werktuigen trekken. Dan zeggen we: „dat is de nieuwe tijd." Dit is niet juist. In wezen is de mechanisatie reeds in de oertijd begonnen, toen de mens pro beerde gereedschappen te maken, die hem in staat stelden het landwerk beter en sneller te verrichten. Vooral toen hij er toe overging dieren te gaan gebruiken voor het zware werk, was dit voor hem een grote vooruitgang. Er kwam meer trekkracht beschikbaar, waarvoor nieuwe werktuigen ont worpen moesten worden om deze trekkracht te kunnen benutten. De ploeg in zijn eenvoudigste vorm werd uitgedacht, waardoor hij een grotere oppervlakte bouwland voor zichzelf dienstbaar kon maken. Zo ging het ook met de slede, eggen en wagens. Al deze werktuigen zijn in de loop der eeuwen natuurlijk veel verbeterd door gebruik van ander en beter materiaal. Ook de verscheiden heid is wel uitgebreid, maar men bleef gebonden aan de mogelijkheid, die het dier als trekkracht bood. tegenheid er dieper op in te gaan, maar het ver dient in streken met gelijksoortige bedrijven, zeker de aandacht. Een ander punt, waar men niet genoeg aandacht aan kan schenken, is het onderhoud. Is de af schrijving een voorname post bij de exploitatie, het onderhoud is niet minder belangrijk; niet alleen wat de exploitatiekosten betreft, maar óók voor de betrouwbaarheid. De huisvrouw heeft ieder jaar als regel de grote schoonmaak in het voorjaar. De boer moet als vaste regel zich gaan aan wennen om in de wintermaanden werktuigen en tractoren schoon te maken en op slijtage te contro leren. Als hij dit ieder jaar grondig doet, zal hem dat in het drukke seizoen veel tijd en geld besparen. Een voorbeeld. Als het najaarsploegwerk gedaan is, moet hij niet zeggen „Ziezo, ik ben klaar!" Neen, als de ploeg thuis is, dan goed schoonmaken en direct de blanke delen met afgewerkte olie insme ren om roestvorming te voorkomen. Ook zelfbin- ders, maaimachines enz. dient men te demonteren en te zorgen, dat ze betrouwbaar en bedrijfsklaar zijn als het seizoen aanbreekt. Gebruik hiervoor goed passend gereedschap en geen half versleten sleutels, want anders is het middel erger dan de kwaal. Ook uw leverancier heeft dan meer tijd. Wat dat; laatste betreft, vergeet niet een kijkje te nemen in de stand van de werktuigen-voorlich tingsdienst op de tentoonstelling. U zult daar veel kunnen zien wat U straks van grote waarde zal blijken te zijn. U kimt er kennis maken met hoe het niet en hoe het w 1 gedaan moet worden. J. M. KAKEBEEKE. De eerste stap. De eerste stap op de weg naar de huidige mecha nisatie kwam met het gebruik van de locomobiel. Ook hier waren de mogelijkheden echter nog zeer beperkt en konden alleen de allergrootste bedrijven hiervan profiteren door het gebruik van meerscha- rige ploegen en dorsmachines. Het waren echter logge en zware machines, die voor transportwerk en het verdere landwerk ten enenmale totaal on geschikt waren. Betere vooruitzichten voor de mechanisatie van de landbouw werden verkregen na de eerste wereld oorlog, toen de eerste typen van de huidige trac toren op de markt kwamen. Het waren meest trac toren met een petroleummotor en ijzeren wielen. Hoewel meerdere grotere bedrijven tot aanschaf fing van een tractor overgingen, bleef het aantal in Zeeland toch betrekkelijk beperkt om de navol gende redenen: 1. Ze konden alleen gebruikt worden voor de werkzaamheden na het roven van de oogst; 2. het motorisch vermogen was te gering, waar door onvoldoende paarden vervangen konden worden en waardoor ze niet gebruikt konden worden voor het dorsen en persen; 3. er waren voldoende geschoolde paardeknech- ten beschikbaar; de lonen en -paardenkosten waren laag; 4. er waren geen specifieke tractor-werktuig'en; 5. men kende ook niet de mogelijkheden, die het trekkerge,bruik bood. De hofstede ,,Schenge" vanuit de lucht gezien. Na de oorlog de grote stoot. Na de tweede wereldoorlog was de situatie een geheel andere. 1. Men heeft nu de keus tussen zeer lichte tot zeer zware tractoren met luchtbanden; 2. de tractoren hebben luchtbanden met mogelijk heden van antislipkettingen en kooiwielen om de slip en de druk op het land te verminderen; 3. de lonen zijn hoog en nog steeds stijgende; 4. geschoolde arbeidskrachten zijn schaars; 5. er is een zeer ruime sortering van tractorwerk tuigen, waardoor men zijn tractor het gehele jaar een voldoend aantal uren kan gebruiken. Men ziet, dat de factoren om tot mechanisatie te besluiten aanwezig waren. Was men eenmaal tot mechanisatie besloten, dan rees onmiddellijk de vraag welk type men diende aan te schaffen. De rupsbandtractor, meestal voorzien van een dieselmotor, heeft wel vele voordelen, als: weinig neiging tot slippen, geringe gronddruk en geschikt als trekkracht voor brede werktuigen. Maar heeft als nadeel een hoge aanschaffingsprijs en zijn on geschiktheid voor transport. Snelheid geeft bij deze tractoren zeer snelle slijtage van de rupsband ten gevolge, vooral op de lichtere en meer zandige gronden. Deze tractoren zijn dan ook alleen te ge bruiken voor grondwerk als ploegen, eggen, culti- vateren enz. en ook wel voor het voortslepen van geladen bietenwagens. Deze tractors hebben zich alleen op grote bedrijven een blijvende plaats ver overd. Eén man doet gemakkelijk het werk van 20 paarden. Het najaarsploegwerk levert geen pro bleem meer en men kan reeds maanden van te voren bepalen wanneer men dit wil beëindigen. Op deze bedrijven heeft men naast de rupstractor één of meer wieltractors. Bij de aanschaf van een wieltractor dient men goed in ogenschouw te nemen hoeveel paarden deze tractor kan vervangen en of hij wel voldoende bedrijfsuren kan maken. Tot voor enige jaren was de tractor van 25 a 30 P.K. favoriet en dacht men hiermede de tractor te hebben gevonden, die voor alle werkzaamheden geschikt was. Later zag men meer een verschui ving naar de zwaardere tractor van 35 tot 40 P.K. en een toename van de lichtere tractor van 20 a 25 P.K., die vooral voor de kleinere bedrijven zijn bruikbaarheid bewees. Vooral dient gewaakt te worden voor het over belasten van de motor. Als van de tractor meer kracht wordt gevraagd, dan hij kan geven, zal het een duur en onrendabel werktuig blijken te zijn. Reserveren en afschrijven. Reservering is bij mechani sering dan ook een eerste vereiste, wil men later, wanneer de tijden mogelijk minder gunstig zijn, niet in moeilijkheden geraken. Omdat de afschrijving een grote rol speelt, moet men zich er terdege van vergewissen, dat men voor zijn bedrijf het meest geschikte type aanschaft. Methoden, die nu goed lijken, zijn dikwijls over een paar jaar door betere achterhaald. Het mecha nisch werken stelt vaak andere eisen aan werk methoden en ieder jaar worden weer nieuwe er varingen opgedaan. Mechanisatie kan een zegen zijn, maar kan een kruis worden als dit verkeerd wordt toegepast. Mechanisatie stelt zeer hoge eisen en veel zelfbeheersing aan de leider van het bedrijf. Men wake ervoor van zijn land een racebaan te maken. Verhoging van dagprestatie moet meest niet worden gezocht in snelheid, maar meer in een brede aanspanning der werktuigen, wat vooral in het voorjaar betekent minder sporen, minder kans op structuurbederf en beter werk. Een ander punt, dat zeker de aandacht verdient, is het onder elkaar aanschaffen en exploiteren van werktuigen. Laat onze Zeeuwse boeren hiervoor eens een studie-reisje maken naar Groningen, waar dit systeem van gemeenschappelijke exploitatie reeds vele jaren tot grote tevredenheid eiv met goade resultaten werkt. Het is hier niet de ge- Denk om de rentabiliteit. Om werkelijk rendabel te kunnen zijn, wordt in 't algemeen aangenomen, dat een tractor minstens 500 uren werkzaam moet zijn. De gemiddelde levensduur van een tractor kan men stellen op ongeveer 10 a 12 jaar, wat neerkomt op 6000 be drijfsuren. Hetgeen voor een middelzware tractor op een afschrijving van 1,— per uur neerkomt. Óok als men de tractor weinig gebruikt zal men na deze termijn tot aanschaffing van een andere dienen over te gaan, omdat on ze tractoren steeds verder ont wikkeld worden en men dan een zodanig verouderd type heeft, dat toch besloten moet worden tot aankoop van een nieuw en handiger type. Om later niet in financiële moeilijk heden te komen, reservere men dus het jaarlijks bedrag der af schrijving. Dit geldt evenzeer voor de afschrijving voor de andere werktuigen. Niet ver geten moet worden, dat we nog in het beginstadium van de ont wikkeling der mechanisatie zit ten en dat vele werktuigen ver ouderd zijn, vóórdat ze versle ten zijn, waardoor ook hun restwaarde sterk gedrukt wordt.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1954 | | pagina 13