Wie en wat bepaalt deze
«URGENT» Sproei- en Nevel-apparatuur
VOOR EEN RIJKE OOGST GEBRs DE JONGH - GOES
STAND No 2 Telef. 2180-2189 (K1100)
392
ZEEÜWSCH LANDBOUWBLAD.
„Voor LandbouwFruit- en Groenteteelt
Staan wij een heel jaar door gereed!9'
IETS OVER DE
MECHANISATIE
Men hoort dikwijls beweren, dat mechanisatie een mode is van onze tijd en dat de boeren niet
voor elkander willen onderdoen in het aanschaffen van allerlei machines. Een zeer groot investerings
kapitaal is hiervoor nodig en menige boer is slaaf van de machine.
Het laatste is wel juist, doch een mode is het niet, enkele uitzonderingen daargelaten. Het is
een noodzaak van onze tijd. Hiervoor zijn verschillende factoren aan te wijzen, waarvan ik er enkele
wil noemen.
voldoen. Een machine op de kleigronden zal aan
andere eisen moeten voldoen, dan op de zandgron
den. Ook de gebruikers stellen verschillende eisen
en daarom is het nuttig dat de gebruikers zelf
kunnen aangeven hoe een machine aan hun eisen
kan voldoen.
Neem enkel het voorbeeld van het bietenloof. Er
zijn boeren die er geen bezwaar tegen hebben dat
dit wordt vernietigd; anderen willen dit zo zuiver
mogelijk winnen en inkuilen en in Noord-Beveland
wil men enkel de koppen zonder loof. Dit laatste
moet machinaal mogelijk zijn.
Ie. De concurrentie ten opzichte van het buitenland.
2e. Een tekort aan arbeidskrachten.
3e. Om naast een vakkundige kleine vaste kern, met ongeschoold personeel te kunnen volstaan.
Hoe zouden wij kunnen concurreren met onze granen tegen de graanproducerende landen als
Amerika en Canada, indien wij, als deze landen, geen gebruik zouden maken van graanmaaiers, dors
machines, combines, enz. Onze productiekosten zouden te hoog liggen en indien men de teelt dei-
granen kunstmatig lonend wil maken, zou het levensonderhoud te duur worden.
Het is wel een eigenaardig verschijnsel, dat men in de agrarische sector ondanks de bevolkings
toename en werkloosheid klaagt over een arbeidstekort. In West Zeeuwsch-Vlaanderen beschikt men
over 1 man per 12 ha. Het is dus niet dat de machine de arbeider verdringt, maar, het tekort aan
arbeidskrachten noodzaakt het aanschaffen van diverse machines. De machine maakt het werk lichter
en men kan behalve de machinist,, volstaan met ongeschoold personeel. Men denke hier aan de
combine, erwtenmaaier, aardappelrooier, bietenrooier, enz.
.en het resultaat.
ER IS GEEN WEG TERUG
Zodra de productiekosten van een gewas door
hoge lonen of anderszins te hoog komen te liggen,
of als men kampt met een tekort aan arbeidskrach
ten, zal men trachten door mechanisatie deze fac
toren op te heffen. In een dergelijk stadium zal pas
de machine tot stand komen. Dat kan men zeker
geen mode noemen, wel noodzaak. Door het ont
trekken van arbeidskrachten aan de landbouw, door
het uitvoeren van grote openbare werken, zal men
ongetwijfeld de mechanisatie in de hand werken.
Doch een zeer groot gevaar
hiervan is, dat indien bedoelde
werken in omvang zouden af
nemen, een arbeidsoverschot
zou ontstaan dat niét meer in
de landbouw geplaatst zou kun
nen worden, omdat deze zich
door mechanisatie aan de ar-
beidsschaarste heeft aangepast.
In zekere mate kan men dan
spreken van overmechanisatie.
Men kan zich wellicht de toe
stand nog wel herinneren om
streeks de crisis van 1930, toen
er overwogen werd om b.v. de
granen met de hand te doen dor
sen. In dit geval kon men dus
spreken van een overcompleet
aan dorsmachines.
Wanneer men het ontstaan
van de machine beschouwt, is de
afkeer die de werknemer heeft
van de machine, geheel onge
grond. Toen de graanmaaier
zijn intrede deed, werden soms
de elevatordoeken stuk gesne
den en liepen de arbeiders weg
als de boer met een dergelijke
machine ging werken. Thans
is het zo, dat de arbeiders zouden weggaan
indien zij nog met de hand het graan zouden moeten
snijden. Het kan verkeren. Hetzelfde doet zich voor
bij het bieten rooien. Ook daar is de arbeider tegen
gekant, doch ook dit zal mettertijd wel veranderen.
DE ROL VAN DE BOER BIJ HET ONTWERPEN
VAN MACHINES
Het is vanzelfsprekend dat de producent, in dit
geval de boer, bepaalt aan welke machine behoefte
bestaat. Hij kent de zwakke plekken in zijn be
drijfsvoering, nl. de productiekosten en de arbeids
voorziening. Aanbevelenswaardig zou het zijn dat
ook hij de machine zelf ontwierp of in ieder geval
aanwijzingen gaf bij het ontwerpen. De boer kan
beter dan de fabrikant bepalen welke eisen gesteld
dienen te worden aan een te ontwerpen machine, in
verband met het te bewerken product, grondsoort,
weersomstandigheden enz. Een groot nadeel voor
de landbouwmachine is dat deze mobiel moet zijn,
zich steeds moet verplaatsen naar het product of de
grondstoffen. De industrie daarentegen heeft statio
naire machines en de grondstoffen worden de ma
chine toegevoerd. Een licht gebouwde machine zal
daarom de voorkeur verdienen, daar deze bij on
gunstige weersomstandigheden gemakkelijker ver
plaatsbaar is dan zware machines. Een ander na
deel is dat bij sommige oogstmachines bovendien
nog in de grond gewerkt moet worden, zoals aard-
appel- en bietenrooimachines. De aardappelrooi-
machine kan behoorlijk werk verrichten in de veen
koloniën, doch op de zware klei vormen de kluiten
een groot bezwaar.
Een boer is in de regel geen M.T.S.-er en het zal
Het bedrijf „Re Schelpkreek"
van J. van 't Westeinde te Nieuwdorp.
voor hem niet gemakkelijk vallen zijn ideeën en
wensen, die hij omtrent een nieuw te ontwerpen en
bruikbare machines heeft te verwezenlijken. Hij
dient allereerst de voornaamste werkzaamheden, die
van de machine zullen worden geëist, afzonderlijk
te proberen, alvorens tot de bouw van de gehele en
soms kostbare machine wordt overgegaan. Op deze
wijze komt men geleidelijk tot een prototype dat
slechts nog geperfectionneerd behoeft te worden.
Veelal komt het voor dat de theorie in de practijk
niet opgaat en men voor problemen wordt gesteld
die onoplosbaar lijken. Soms kan men door betere
afstelling of door een onderdeel te vervangen, of
ook wel door toevallige omstandigheden, verrassende
resultaten behalen.
Wij hadden bij de bietenrooimachine te kampen
met stroppen van overgebleven blad, te diep los
werken van de grond en met het afbreken der
bieten. Dit alles was te wijten aan de pennen-
lichters. Door deze te vervangen door andere licht-
elementen, welke zwevend in de machine zijn ge
plaatst, zijn deze bezwaren opgeheven. Het is een
feit, dat verschillende machines niet overal kunnen
De zelfgemaakte bietenrooier.
BEHOEFTE EN RENTABILITEIT
Wanneer een machine waaraan geen directe be
hoefte bestaat, wordt ontworpen, zal deze geen in
gang vinden. Op een perceel van de heer Linden-
bergh te 's-Heèr Arendskerke is 25 a 30 jaar
geleden een demonstratie gehouden met een vlas-
trekmachine en alhoewel deze ongeveer het zelfde
werk leverde als thans de kleine vlastrekmachines,
was er geen. animo voor. Momenteel zal niemand,
uitzonderingen daargelaten, meer het vlas met de
hand laten trekken.
De vraag is nog wanneer een machine rendabel
is. Veel is hierover al geschreven en gerekend,
maar men mag niet vergeten dat er onberekenbare
factoren zijn die het onmogelijk maken de juiste
rentabiliteit te berekenen. Men beweert wel dat een
tractor bij een zeker aantal werkuren rendabel is,
doch hoe groot is het voordeel van een vlugge
grondbewerking in het voorjaar Hoe dikwijls ge
beurt het niet dat een paar weken goed weer worden
gevolgd door 2 of 3 weken onwerkbaar weer Wat
brengen de eerst gezaaide vruchten meer op dan de
laatst gezaaide Welk voordeel mag men toekennen
aan een stoppelbewerking in eind Juli of begin
Augustus tegenover die van September
Tenslotte is het zo dat de ene machine de andere
eist of deze mogelijk maakt. Wat zou een tractor op
de weg voor nut hebben met een ouderwetse boeren
wagen met ijzer beslag Door de komst van de
tractor is een ver doorgevoerde mechanisatie moge
lijk geworden, een evolutie waarvan het einde nog
niet in zicht is.
JAC. VAN 'T WESTEINDE.