MECHANISCH DRAINEREN. EMIGRATIE 3 ïïk W GOEDE KANSEN IN AUSTRALIË. 372 SEEUWSCH LANDBOUWBLAD. In het blad „De Noord oostpolder" van Vrijdag 14 Mei troffen we een artikel aan over het draineren met de Buckeye-drainsleuven- graver. Waar momenteel in Zee land zoveel gedraineerd wordt en de kosten van ho handwerk ongeveer de helft van de totale kosten uitma ken, is het kennisnemen van deze mogelijkheid voor onze -ï van practisch be lang. De machine is door de directie geïmporteerd, nadat Ir Prummel hem in 1952 in de U.S.A. had zien werken. Hoewel reeds sedert 1933 proeven met dit soort ma chines zijn genomen, en ook in de N. O. P. reeds enige machines hebben gewerkt, was het werk van deze ma chines niet steeds afdoende. Het gaat hier immers om een combinatie van presta tie, nauwkeurigheid en be trouwbaarheid, terwijl de machine niet te duur en ook niet te zwaar mag zijn. De Buckeye-machine heeft sedert 17 Maart de proef goed doorstaan, zodat althans van enige er varing gesproken mag worden. We laten verder de technische beschrijving volgen, zoals we deze in het betreffende nummer van „De Noordoost polder" aantroffen. „De machine heeft een 47-pk Dieselmotor, die voor de aandrijving van het graafwerk en voor de voortbeweging zorgt. De sleuf wordt gegraven door een roterend wiel waaraan emmerbakjes zijn bevestigd. De sleuf krijgt verticale wanden; de breedte is 28 cm en de diepte maximaal 1.60 m t.o.v. het maaiveld, voldoende voor vrijwel alle drainages in Nederland gebruikelijk. Het roteren de wiel is dus verstelbaar in hoogte. Het steunt op een aangebouwde slpf, die in de gegraven sleuf over de bodem glijdt. Het gevolg hiervan is, dat verticale bewegingen van het machine-frame niet direct van invloed zijn op de ingestelde graafdiepte, waardoor vorming van korte kuiltjes of bultjes in de sleufbodem niet kan voorkomen. Bovendien heeft de machinist even tijd om de diepteloop te regelen. De diepte wordt n.l. ingesteld op zichten, die zowel de rijrichting als de sleufbodemdiepte be palen. De zichten staan van te voren op het veld uitgezet. De gang van zaken is nu als volgt: De machine wordt met opgetrokken graafwiel aan de slootkant in de juiste rijpositie gebracht. Dan laat de machinist het graafwiel al draaiend langzaam zakken tot de gewenste diepte is bereikt onder langzaam voorwaartse beweging, vervolgens gaat de machine rijden op hogere snelheid. De door de bakjes uitgegraven grond wordt door een tandkrabber op een transportband, links van de machine gebracht en op het maaiveld naast de sleuf gedeponeerd. De afstand, van de grondrug die ontstaat, tot de sleuf is nog regelbaar. De voortbewegingssnelheid van de machine en de draaisnelheid van het graafwiel zijn onafhankelijk van elkaar regelbaar, doch afhankelijk van de graafdiepte, de grondsoort en het min of meer vlakke terrein. De buizen worden gelegd tussen de aan de slof bevestigde morsborden. Hiertoe wor den de buizen (met de kraag naar beneden) op de op zijn beurt weer aan de morsborden verbon den buizengoot gelegd en met een leghaak hiervan afgenomen; de buizen worden dan stuk voor stuk in de reeks gelegd. Daarna wordt de buizenreeks met turfmolm en een steek bovengrond afgedekt. De machine rijdt door tot de andere kavelslobt, kan echter de laatste 8 meter niet graven en deze wor den dan in handwerk gemaakt, zodat, bij een sloot- afstand van 300 m, de machine dus 290 m graaft van de totale drainlengte van 298 m. Voor het buisleggen, afdekken en doorgraven zijn regelmatig nog gemiddeld 9 man nodig. Voor machinebediening, onderhoud en smeren en het verplaatsen van de zichtborden zijn 2 chauffeurs ingeschakeld, die om de beurt één drainsleuf trek ken. Per machine-draaiuur werd in de eerste weken een gemiddelde prestatie bereikt van 160 m; de hoogst bereikte graafsnelheid bij 1 rn diepte was Foto Directie N. O. P. Cliché welwillend afgestaan door Noordoostpolder." (Buiten verantwoordelijkheid van de Redactie.) Mijnheer de Redacteur! Men kan altijd veel lezen over boeren die onbe zoldigd belasting-ontvanger zijn (met name loonbe lasting). Ook wordt er veel beloofd van vereen voudiging, waar wel nooit iets van zal komen. Ik ben ook al zo'n onbezoldigd belasting-ontvanger. Nu heb ik al in geen jaren arbeiders in dienst, dus was verplicht negatieve loonbelasting-aangif ten in te zenden. Op aanraden van een kommies heb ik een verzoek aan de Inspecteur geschreven om vrijstelling daarvan. Dat heb ik ook per brief gekregen. Ik heb daar nooit een opzegging van ge had. Nu van de week kreeg ik een aanslag met verhoging (ambtshalve opgelegd) daar ik schijn baar mijn onbezoldigd-ontvangerschap niet na kwam. V/at zijn dit nu voor soort manieren? Wel zijn deze manieren mij niet vreemd. Toen ik in 1945 in Duitsland als schipper vertoefde en in Mei te Dresden door de Russen werd bevrijd, moesten we dikwijls om vrijstellingen bij de Rus sische commandant van Dresden. En als we dan zogenaamd vrij waren (als Hollander), werd je de volgende dag opgepakt en terug aan boord ge bracht, daar volgens een Russisch soldaat dat papier niets waard was en een schipper zijn schip niet mocht verlaten. Nu is mijn vraag wat voor verschil er nu nog is. Ik weet uit de practijk, dat het verschil nihil is. Wel betreur ik het, dat het mooie Nederlandse liedje: „Wij leven vrij, wij leven blij op Neerlands dierb're grond", dat wij als kinderen zongen thans wel verdwijnen kan, als men zulke belasting ambtenaren heeft. Laat zulke mensen eens mens worden en geen geldpers. Hoogachtend, JOH. P. KIP, Blindeweg P 17, Dreischor. U^MF: NolacL.et-'Pqeder.. (reukloos) B BmmSv' ,E,Co^nk.-u.d <n Sf,».cn gr««l«i Een product van N.V. N0URT i YAK DER ÏAHD^ t WÖÏÏAT1E Mft Jkvéni* Verkrijgbaar bij; Jebo-Depots, Verdugt-Agenten en Plaatselijke Coöperaties. Op 15 Juni a.s. zal het 35 jaar geleden zijn, dat mej. D. SCHERP in dienst trad op het bedrijf van de heer C. Vogelaar te Kortgene (voorheen J. J. Vogelaar). Wij mogen mej. Scherp, alsmede de heer Voge laar, van harte gelukwensen met dit bijzondere jubileum. .De 240 m/uur. De kosten van draineren met de Buckeye-machine voor een 8 m drainage bedragen naar schatting 850,per ha, (incl. de mate riaalkosten) met greppelploeg en verder in hand werk 990,per ha, waarbij dan nog komen de kosten van het dichten van de sleuven en/of greppels. Daar de kwaliteit van het werk, gemaakt met de Buckeye, de vergelijking met handwerk zeer goed kan doorstaan, biedt deze machine dus zeker perspectieven voor de verdere toekomst. Per week werd met deze machine 6 ha, op 8 m afstand, gedraineerd, een prestatie, die zeker nog voor verhoging vatbaar is bij meerdere erva ring." in het bijzonder vcor landbouwers en geschoolde arbeiders. door Ir. G. W. J. PIETERS Nederlands Emigratie-Attaché in Canberra. Zoals ook in Nederland wel bekend zal zijn, heeft in Australië in 1951 een vrij korte, maar scherpe economische inzinking plaats gehad. De economische situatie is op het ogenblik ech ter weer volkomen goed te noemen en in feite zou ik mogen zeggen, dat zij gunstiger is dan b.v. in 1948 en 1949. Want toen was de welvaart groten deels het gevolg van de fantastische wolprijzen. Nu is de inflatie tot staan gebracht en de econo mische situatie veel rustiger geworden. Practisch in alle sectoren van het Australische be drijfsleven is op het ogenblik zeer grote bedrijvig heid en de werkgelegenheid, zowel voör landbou wers, geschoolde werknemers en ook ongeschoolde krachten, kan zeer gunstig worden genoemd. In het bijzonder voor onze Nederlandse boeren en ge schoolde arbeiders biedt Australië op dit ogenblik goede kansen. Het is dan ook wel erg jammer, dat juist bij deze groepen de animo in Nederland niet zo groot schijnt te zijn en het is moeilijk te zeggen wat hiervan de reden is. Misschien is het de onbekend heid met Australië, de verre afstand; maar als men nagaat wat degenen, die op het ogenblik reeds de stap tot emigratie naar Australië hebben genomen, daar bereikt hebben, dan moet men wel aannemen, dat deze factoren toch wel overwonnen kunnen worden. Ook zou het kunnen samenhangen met het huis- vestigingsprobleem, wat mij niet zo erg waarschijn lijk lijkt. Het zijn immers juist de boeren, die in het algemeen gemakkelijk huisvesting kunnen verkrij gen, aangezien huisvesting een onderdeel vormt van de plaatsing op het boerenbedrijf. Kansen op een eigen bedrijf. Er wordt wel eens beweerd, dat de Nederlandse boer in Australië weinig kans heeft op een eigen bedrijf. Met deze bewering ben ik het niet eens. Ik heb zelf van de boeren die reeds voorheen naar Australië zijn geëmigreerd gezien, dat het tegen deel waar is. Men moet hier natuurlijk niet op te korte termijn op rekenen. Een flinke boer geholpen door zijn familie leden kan in staat worden geacht binnen drie of vijf jaar zich een eigen bescheiden bedrijfje te verwerven. Dit gaat natuurlijk niet ineens, d.w.z. dat men dus 4 jaar werknemer is en dat men na 4 jaar Sn staat is met de gespaarde gelden zich een boerderij te kopen. Het gaat in etappes; d.w.z. men is b.'j voorbeeld gedurende 2 jaar werknemer, waarna men in het algemeen vrij gemakkelijk een aanbieding voor share-farming krijgt. Dat bete kent dat mon als bedrijfsleider op een boerderij komt, waarbij de inkomsten van het bedrijf in een bepaalde verhouding worden verdeeld. Ook zijn er in Australië verschillende organisa ties die de Nederlander de boer helpen bij het vinden van een woonplaats in de Australische maatschappij. In de eerste plaats bestaat de mo gelijkheid dat boeren uitkomen onder auspiciën van het Nederlandse emigratie-apparaat in Austra lië. Deze verzorgt de plaatsing van de boer en is hem van dienst bij het oplossen van zijn moeilijk heden. Er bestaat natuurlijs nog een tweede mogelijk heid en dat is de mogelijkheid dat men uitkomt onder het zg. Pater Maas schema, waarbij dus de plaatsing wordt voorbereid door Pater Maas en zijn medewerkers. Een derde mogelijkheid is deze: ook van Protes tantse zijde de Presbyterian kerk wordt op het ogenblik overwogen eenzelfde systeem toe te passen voor boeren die onder hun auspiciën uit komen. Het komt dus in de practijk hierop neer, dat de boer na aankomst wordt opgevangen en op een bedrijf wordt geplaatst.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1954 | | pagina 8