Nieuwe uitgaven
\C\Cli l
Stemmen uit de praktijk
TUINBOUW
BRANDNETELS en BRAAMSTRUIKEN
kunt U radicaal bestrijden
door toepassing van
ons middel
Uiv leverancier of
tifiU LANDBOUWBUREAU WIERSUM - GRONINGEN
EINDLES TUINBOUWSCHOOL
DER Z. L. M. TE KAPELLE.
Uit een geheim tveekboek van
Bram uit de Slikhoek
JE. TOC-U
GEE// ZORGE// OVEèp
DE VERHOOP VA// JE1 VBE~
Geeb. z-£=_ AAN
359
ZEEUW80H LANDBOUWBLAD
De verkwikkende regen kwam.
De hoop, die we vorige week uitspraken is op het
laatst van de week werkelijkheid geworden. Ein
delijk was ook Zeeland aan de beurt, nadat vele
plaatsen in ons land reeds heerlijk regen gehad
hadden. Als nu de temperatuur wat mee wil
werken, kan men het zien groeien. Ondanks al de
droogte en kou die we gehad hebben is er toch ook
weer de lichtzijde te zien en wel deze, dat we geen
nachtvorst van betekenis hebben gehad, zodat b.v.
onze aardbeienvelden, al is het mager, toch helder
wit bloeien, hetgeen voor de vruchtzetting nood
zakelijk is. Als we zo door de beruchte tijd van
de „IJsheiligen" doorkomen mogen we niet mop
peren. Maar we zijn er nog niet. Ik herinner me
altijd nog een datum van 1 Juni toen al de aard
appels afvroren en veel aardbeien verlóren gingen.
Zo is er altijd zorg in ons bedrijf en juist veel zorg
waar wé zelf niets aan kunnen veranderen.
Neem tijdig maatregelen.
Toch is het onze plicht zoveel mogelijk maat
regelen te nemen om ons bedrijf te beschermen.
Want er zijn van die dingen in het leven, die tel-
kenjare terugkeren en waarvan we steeds hopen,
dat het ons niet zal treffen. Als de kou over is
en de zomer komt krijgen we de warmte en als
die warmte wat hoog stijgt komen er botsingen
tussen de luchtdruk-verschillen met als gevolg een
onweersbui met regen of een bui met hagelstenen,
hetzij hard of zacht, veel of weinig. Dit is ook
weer de zorg voor de fruitteler van 1954, want
hagel betekent, dat zijn goed fruit gedegradeerd
wordt tot keuken- of fabrieks-kwaliteit. Wat dit
betekent voor een fruitteelt-bedrijf met zijn hoge
investeringen kan alleen een vakman, die zelf een
bedrijf heeft ten volle begrijpen. En toch zullen
die buien weer komen, hetzij bij ons of ergens
elders. Men mag zich nu misschien een beetje
veiliger gevoelen omdat men niet in de zgn.
„hagelgebieden" woont, zekerheid geeft het niet.
Een hagelbui stoort zich niet aan zone's en stort
zich uit met de bekende gevolgen.
Gezamenlijk risico dragen.
Geen wonder, dat de fruitteler dan ook samen
bundeling zoekt met andere collega's om te pro
beren de ergste schok wat op te vangen; om niet
geruïneerd te worden wanneer hij het alleen zou
moeten dragen. Want er zijn maar enkelen meer,
die het risico kunnen dragen van een jaar geen
inkomsten en alleen uitgaven te hebben. Van
daar ook, dat steeds meerderen zich aansluiten bij
de Zeeuwsche Onderlinge Fruittelers Hagel Ver-
zekerings Mij te Goes; een maatschappij door
fruittelers gevormd en ook bestuurd door fruit
telers. Winstbejag is uitgesloten; zelfs de taxa
teurs zijn eigen mensen uit ons eigen gebied. Een
ieder die nog niet toegetreden is tot deze Onder
linge zou ik aanraden: doe het nog vlug. Het adres
is Landbouwhuis te Goes, daar helpt men U wel
verder. Het zal een pak van Uw hart zijn als U
donderkoppen ziet aankomen met inkt-zwarte
luchten. En heel dankbaar kunt U zijn wanneer
U alleen aan de Maatschappij betalen mag en niet
ontvangen moet. Want dan heb je een onbescha
digde oogst en wat is mooier voor een goede fruit
teler dan een mooie oogst. Men zegt wel eens niet
voor alles te kunnen verzekeren; we moeten al ge-
Tegen de door minister Lübke voorgestelde glij
dende invoerrechten voor eieren, waardoor de in
voer van eieren uit Nederland en Denemarken
ernstig bedreigd zou kunnen worden, blijken ook
bij de Duitse pluimveehouders grote bezwaren te
bestaan. Er wordt n.l. met de mogelijkheid reke
ning gehouden dat de exporterende landen als
tegenmaatregel een evenredig uitvoerrecht zullen
gaan heffen en zodoende de voordelen zullen ge
nieten, die anders aan de Duitse schatkist ten goede
zouden komen. Met de opbrengst van zulk een uit
voerrecht zouden dan de Nederlandse en Deense
producenten worden ondersteund, zodat deze hun
productie op nog moderner voet zouden kunnen
inrichten, waardoor de Duitse pluimveeteelt nog
verder achterop zou geraken.
(N. R. C.)
noeg betalen en zeer terecht; ik zeg het volkomen
met U mee.
Sparen is gezonae economie.
Ik zou het ook geen verzekering willen noemen.
Het is eigenlijk meer een spaarpot, waar naar
evenredigheid van het bedrijf wat in gedaan wordt
om uit die gezamenlijke pot de gedupeerden door
de hagel zó te helpen, dat ze weer verder kunnen.
Ieder aandeelhouder in deze pot- hoopt er nooit
iets van uit te ontvangen, maar als ook hij eens
een keer gedupeerd wordt kan hij ook met recht
zich laten gelden om uit die pot te krijgen wat hem
toekomt. Is dit geen imooie doelstelling? Ieder
nog niet verzekerde denkt er nog eens over na.
Hoe meer aandeelhouders in deze pot, hoe minder
de lasten zullen zijn en hoe meer de zekerheid, dat
we geheel schadeloos kunnen gesteld worden. Als
de voor-tekens niet bedriegen staan we voor een
grote oogst en zijn de factoren niet aanwezig van
het vorig jaar, die de goede prijzen veroorzaakten.
Dat betekent, dat misschien fabriekskwaliteit weer
waardeloos kan zijn. Een paar minuten en heel
onze mooie oogst kan tot fabrieks-kwaliteit wor
den. Laten we allen daar eens over denken.
Voor ditmaal weer genoeg.
JAAP UIT 't BOGERDJE.
In aanwezigheid van B. en W. te Kapelle, de
Rijkstuinbouwconsulent, Ir. J. J. van Hennik, de
Vice-Voorzitter en Algemeen Secretaris der
Z. L. M. resp. de heren P. ScheeleDe Putter en
Mr J. F. G. Schlingemann, de Commissie van Toe
zicht en ouders der leerlingen vond één dezer
dagen een eindles plaats van de Lagere Tuinbouw
school der Z. L. M. te Kapelle.
Wederom mochten 13 leerlingen het genoegen
smaken uit handen van de Rijkstuinbouwconsulent
het zo begeerde diploma te ontvangen.
Alvorens echter tot uitreiking van het diploma
werd overgegaan, gaven 3 leerlingen door middel
van een korte inleiding hun mening te kennen aan
gaande de volgende onderwerpen:
W. Mallekote over: „Ongevallen in de tuinbouw".
W. de Jager over: „Waarom kwijnt de teelt van
steenvruchten?", en
W. J. Traas over: „De aardbeienteelt".
Deze inleidingen, door hen zelf gekozen, werden
op keurige wijze voorgedragen. Wij achten het een
goed idee om op deze wijze een cursusjaar te be
sluiten; beter dan het vanouds gebruikelijke vraag-
en antwoordspel.
In de toespraken, welke op de diploma-uitreiking
volgden, werd het hoofd der school, de heer M.
Nieuwenhuijze, de welverdiende lof niet onthou
den. Het diploma van deze school heeft een bij
zondere waarde, hetgeen niet in het minst aan het
hoofd der school te danken is.
Namens de Z. L. M. werd door de heer P.
Scheele—De Putter, aan de twee beste leerlingen
een boek overhandigd t.w. W. J. Traas en W. de
Jager.
Verder werd het woord gevoerd door de Burge
meester van Kapelle, de heer H. G. van Suijlekom
de heer Chr. Nieuwenhuijze namens de ouders en
de heer A. D. Snoep als directeur van de Veilings
vereniging Kapelle -Biezelinge.
Tenslotte overhandigde leerling C. Nieuwenhuijze
namens de leerlingen als dank voor het genoten
onderwijs de leraren M. Nieuwenhuijze, L. C.
Oele en P. Philipse een boekenbon.
Na een afscheidswoord van het hoofd der school
sloot de Voorzitter van de Commissie van Toezicht,
de heer J. Q. C. Lenshoek, deze bijeenkomst.
De volgende leerlingen ontvingen het diploma
(alphabetische volgorde):
1. F. Buijze, Wemeldinge; 2. W. J. Glerum, Bie
zelinge; 3. P. A. Gijssel, Wemeldinge; 4. W. de
Jager, Kapelle; 5. G. C. Lepoeter, Kapelle; 6. W.
Mallekote, Kapelle; 7. C. Nieuwenhuijze, Bieze
linge; 8. M. Nieuwenhuijze, Biezelinge; 9. E.
Sinke, Kapelle; 10. P. Slabbekoorn, Biezelinge;
11. W. J. Traas, Biezelinge; 12. A. Vleugel, Oude-
lande; 13. C. W. Zee, Middelburg.
VERBETERING VAN GRASLAND EN
VERBOUW EN GEBRUIK VAN
VOEDERGEWASSEN.
Onder deze titel verscheen een rapport van een
studiegroep, die in 1952 een reis verbond aan het
bezoeken van het zesde internationale grasland
congres.
Het rapport bevat waardevolle wenken die voor
Nederlandse omstandigheden zijn toe te passen.
De foto's zijn niet allen even geslaagd te noemen.
Prijs 4,85. Uitgave C. O, P., Raamweg 43, Den
Haag.
ZIEKTEN EN BESCHADIGINGEN VAN MAIS.
Als publicatie no. 122 van de Plantenziektenkun-
dige Dienst verscheen het goed uitgevoerde, door
Ir Veenenbos geschreven boekje, dat uitmunt door
uitstekende illustraties. Vooral de 4 platen van
gebreksziekten mogen met ere worden genoemd.
Het boekje geeft een mooi overzicht van alle
kwalen die de maïs kan krijgen.
De prijs van 1,10 is dan ook zeker verantwoord
voor dit boekje.
25 Mei.
Na lang wachten is de zo lang begeerde regen
Zaterdag en Zondag toch gevallen. We hadden
Maandag 22 mm opgevangen en het is heerlijk
langzaam gevallen, zodat het goed in de grond is
gezakt. Het was Maandagmorgen een genot om
over de natte akkers te lopen; je kon het aan alles
zien. Wat waren de gewassen in een paar dagen
veranderd. Alles stond even fris en alles was be
dekt met zware dauw, zodat het, wanneer de zon
er op scheen, leek of aan alle planten fonkelende
pareltjes hingen.
Wanneer we echte dichters waren geweest, had
den we direct een lang gedicht hierover in elkaar
gezet. We waren gaan zitten midden tussen al dat
moois, terwijl de vogels allen luid kwinkeleerden
en hadden vellen vol geklad. De redacteur van ons
blad zou zeer zeker met de handen in het haar
hebben gezeten, om zo'n vers te plaatsen. (We
geven anders jonge dichters graag een kans. Red.)
Gelukkig dat we dit dus niet waren. De echte
dichters zien, denken we, de zon niet dikwijls op
gaan doch meer ondergaan en schrijven meestal
hun gedichten 's avonds na een voor hen drukke
dag en niet 's morgens vroeg.
Een genot was het om de bieten te zien staan,
die vorige week nog amechtig scheef en half om
gevallen door de ounnerij, nu prachtig overeind
stonden met hun blaadjes open. Het jonge vlas,
dat Vorige week al geel van onder werd, stond nu
weer prachtig recht en de aardappels, ingekrom
pen door de droogte, stonden nu weer breed en
blinkend in hun rijen. Je zou er zelf van gegroeid
hebben, doch na de dertig rek je niet veel meer.
Enfin nu is het praten en klagen over de droogte
weer van de baan.
De veehouders zullen de regen ook wel met
vreugde begroet hebben; het zou met de weiderij
en de hooierij spaak hebben gelopen, doch nu is
er weer hoop.
In Brabant zagen we, omdat er geen gras was,
de rogge reeds in zijn aren staand afmaaien voor
veevoeder.
We zijn begonnen met de oogst '54, de eerste
oogst, de lucerne. Deze is nog lang geworden, niet
tegenstaande de droogte. Doch het is ook een diep-
wortelend gewas en gaat zo diep, dat we op 1.75 m
diepte wel lucernewortels hebben gevonden. Ze
moet dienen om onze trouwe viervoeters hun hooi-
rantsoen te geven en we hopen dat het beter gaat
dan vorig jaar, toen de le snede veel geleden heeft
van de regen. Hooitijd moet kort zijn om goed te
zijn, niet te veel gewerk erin, want de kwaliteit
lijdt er onder.
i 4#;\
MEEL f