AAmergens UIT DE PROVINCIE ONKRUIDBESTRIJDING ZEEUWSCH LANDBOUWBLAD 237 !l Van boerderij en organisatie WEST ZEEUWS-VLAANDEREN. 29 Maart. Op enkele regendagen na, hebben we een mooie periode gehad om de voorjaarszaai te doen. Resten alleen nog enkele percelen bieten en aard appels om aan de beurt te komen. Ook zien we hier en daar nog een matig perceel wintertarwe liggen. Het is niet gemakkelijk om te besluiten, wat er mee te doen. Het beste en meest afdoende is wel om zulke be vroren gewassen maar in z'n geheel uit te rijden wanneer het helemaal zwak is. Want het is in andere jaren wel al gebleken, dat een perceel dat ogenschijnlijk nog wel iets groen werd, later toch niet die groeikracht ontwikkelde, welke nodig is om een goed gewas te krijgen en dan toch uit gereden moest worden. Het gevolg is dan dat er meestal te veel stikstof op gestrooid is voor een ander gewas. De keuze voor een ander gewas wordt dan ook veel kleiner. Wanneer het perceel plaatselijk slecht staat kun nen we natuurlijk ook bij lappen, maar in z'n geheel doorzaaien met zomertarwe lijkt me toch niet ge wenst, omdat dit verschillende moei lijkheden geeft, o.a. bij de afrijping. In het vorig Landbouwblad werd weer eens nadrukkelijk gewezen op de schade welke er door ondoelmatig gebruik van chemische onkruidbe- strijdings- en ziektebestrijdingsmidde len kan ontstaan. Vooral wat betreft do schade aan derden, kunnen we niet te voorzichtig zijn. Terwijl natuurlijk ook de persoonlijke beveiliging zeer belangrijk is. Met de grasgroei gaat het niet zo vlug, en mede door de noodzaak om per 1 April de voederbietenkuilen welke niet behandeld zijn opgeruimd te hebben en het feit dat reserves reeds aangesproken moesten worden i.v.m. het bevriezen van veel mangels, zal het de laatste periode van de stal tijd wel eens krap aan zijn met het voer. WALCHEREN. 30 Maart. Op Vrijdag 19 Maart werd te Aagte kerke een Coöperatieve Aardappelbe waarplaats opgericht. Het initiatief hiertoe werd genomen door de plaat selijke Landbouwverenigingen van Aagtekerke en Domburg, in samen werking met de Landbouwvoorlich- tjngsdienst. Vanaf deze plaats een felicitatie voor de initiatiefnemers, en hen die het vele voorbereidende werk hebben verricht. Deze bewaarplaats wordt geen glazen bewaarplaats, maar een z.g.n. donkere bewaring met buiten- luchtkoeling. De inhoud van deze be waarplaats zal 300 ton bedragen met gestorte bewaring, in 8 cellen van 37% ton welke eventueel gesplitst kunnen worden. De bewaring van pootgoed kan in deze bewaarplaats op 2 manieren plaatsvinden. Men kan het pootgoed direct in kiembakjes plaatsen en koelen, waar na men in het voorjaar de tempera tuur laat oplopen en met een speciale verlichting gaat kiemen. Een andere mogelijkheid is dat men het pootgoed in zakken in de cellen brengt en de overige cellen vult met consumptie-aardappelen. Deze con sumptie-aardappelen moeten eind Fe bruari worden geruimd, omdat dan de pootaardappelen in de kiembakjes moeten worden gezet om te kiemen bij hogere temperatuur en speciale verlichting. Deze laatste methode verdient de voorkeur, omdat men dan de kosten van de pootgoedbewaring kan druk ken door de consumptiebewaring. Men heeft in elk geval met deze bewaar plaats meer mogelijkheden dan met de glazen bewaarplaats, welke bij goede verzorging eveneens goed vol doet voor pootgoedbewaring. Het voorbeeld van Aagtekerke ver dient alle aanbeveling, en het is te hopen dat spoedig andere dorpen zul len volgen. Na de strenge winter is maar al te vaak gebleken dat het zelf bewaren van pootgoed een tere en dure zaak is. Met als gevolg een slechte of te dunne stand in het voorjaar. Ook de bewaring van consumptie aardappelen in koelcellen neemt hand over hand toe, met als voordelen: geen vorstrisico, geen dekstro, geen afdek ken, geen kiemen en keren van de aardappelen, veel minder gewichts verlies en een prima product, tot laat in het voorjaar. Ook in bestaande gebouwen is het mogelijk en met geringe kosten een dergelijke bewaarplaats met buiten- luchtkoeling in te richten, indien men althans over electriciteit beschikt. NOORD BEVELAND. 29 Maart. Op een afstand bezien lijkt alles eigenlijk maar vrij eentonig: Bekijk maar eens een bollenveld vanuit de lucht; dan kun je toch evengoed een bontkleurige schort van dichtbij be kijken; deze is minstens even mooi. En is het leven ook al niet een dorre opeenvolging van gebeurtenissen Men wordt geboren, wordt ten huwe lijk gegeven (of genomen); is daarna meer of minder gelukkig, oefent on derwijl een beroep uit en voordat men het goed heeft beseft, staan de poor ten van Drees wijd open! Niet anders vergaat het de land bouw, beheerst als deze wordt door de jaargetijden Mag op een afstand bezien, alles dus saai lijken, van dichtbij bezien leeft het, ontdekt men de bloem als kleinste eenheid van een bollenveld, is het leven vol van spanningen en het ene jaar van de boer geenszins gelijk aan een vorig. In dit wijsgerig licht zagen we het complex van trekker, bestuurder en eggen dit jaar voor het eerst weer naar de akker rijden, dra gevolgd door meer: Als er één schaap over de dam is, willen de anderen niet achterblij ven, ook al zakken ze tot de buik - achteras van de trekker) in de grond! Vergeleken bij vorige jaren wordt dit jaar veel zomertarwe uitgezaaid; eensdeels een gevolg van de prijsver- schuivingen van tarwe en gerst on derling, daarnaast ook veroorzaakt door de slechte stand van alle perce len wintertarwe (met name in de overstroomde gebieden) waardoor deze moeten worden aangezaaid, wat het best nog kan gebeuren met zomer tarwe, vooral nu we in de Peko een zeer productief ras hebben. Wat betreft de overstroomde gebie den, valt in de lichtere polders de structuur mee; die in de zwaardere veel tegen; hier zal weinig vlas nog groeien dit jaar en vrijwel geen aard appels. En wanneer dit wél het geval is, heeft men hiervoor gewezen wei land uitgezocht, wat minder van structuurverval heeft te lijden. In de meer lichte polders worden op bescheiden schaal erwten, aard appels en (plant)uien verbouwd, ter wijl een niet onaanzienlijke opper vlakte hier met vlas werd ingezaaid. Meer dan verleden jaar het geval was, wordt dit jaar Piroline uitge zaaid. Voor velen heeft.evenwel de, vergeleken bij vorige jaren, betrekke lijke lage opbrengst, met dit ras be haald misleidend gewerkt. De oorzaak hiervan zal gezocht moeten worden in het feit dat de valse meeldauw de op brengsten van de Balder toen niet heeft gedrukt, doordat deze ziekte weinig op de voorgrond trad; meestal is dit wél het geval. Het nieuwe ras Piroline is nagenoeg onvatbaar voor valse meeldauw. Naar we hoorden heeft de Conser- beta haar luisdodende werking bewe zen: Nergens werden meer levende luizen aangetroffen in behandelde kuilen. In een onbehandelde kuil kwa men per voederbiet zeker 30 luizen voor! Daarnaast bleek de spruitvorming merkbaar geremd te zijn, al is vrijwel nergens sprake van totale spruitrem- ming. ZUID BEVELAND. In de kalkrijke jonge zeekleipoldêrs is de laatste weken veel werk verzet. Erwten, vlas, gerst, haver en zomer tarwe zijn hier vrijwel overal gezaaid. Bieten en uienzaad zijn op veel bedrij ven in de grond. Met het poten van aardappelen werd een begin gemaakt. Het zaaiklaar maken van het land levert in deze polderb dit jaar geen moeilijkheden. Anders lijkt het in de polders die met zoutwater zijn overstroomd ge weest. Hier kon pas een week tot 10 dagen later met het zaaiklaar maken van het land begonnen worden. Dik wijls heeft men zelfs nog niet eens eembegin kunnen maken. Daar waar op de juiste wijze de gips na het ploe gen in 1953 werd gestrooid, is het mo gelijk oppervlakkig een vrij goed zaaibed te maken. Dieper is het land echter taai en nat. Voor een gewas als aardappelen waarvoor de grond wat dieper bewerkt moet worden zal daarom een mooi pootbed moeilijk te verkrijgen zijn. Het blijkt dat op veel percelen geen aardappels verbouwd kunnen worden, daar het zoutcijfer te hoog is. Kun nen welaardappels geteeld worden wat het zout betreft, het probleem van de slechte structuur blijft be staan, om maar niet te spreken van het structuurbederf dat bij het rooien plaats zal hebben. Om zo diep mogelijk te werken ver dient het aanbeveling de rijafstand wat ruim te nemen. Normaal is de rij afstand van 60 cm. Zonder opbrengst derving kan een rijafstand van 70 cm genomen worden. Het spreekt vanzelf dat hetzelfde aantal aardappelen ge poot moet worden per ha als bij een rijafstand van 60 cm. De regen van 26 Maart heeft weer bewezen dat zaaiklaar maken, zaaien en eventueel gips strooien elkaar zo veel mogelijk moeten opvolgen. Land dat zaaiklaar ligt en het gaat regenen geeft een achteruitgang van de struc tuur tot gevolg. Wanneer b.v. vlas ge zaaid is en het gaat regenen dan is het verschil groot ten gunste van het perceel waar de gips gestrooid was voor de regen. Vooral voor gewassen als vlas, bieten en uien kan dit zeer belangrijk zijn. Het is April, d.w.z. voederbieten die uitgelopen zijn, vormen thans een be smettingsbron voor de vergeiingsziek- te die straks in de bieten kan optre den. Wanneer het nog niet is gebeurd ruim dan zo mogelijk de bieten op. Wanneer U dit veevoer niet missen kunt, slaat de kop er af en vervoert deze eerst, of steekt de koppen onder de grond. Dit kost wel tijd, maar U dient Uw eigen en het algemeen be lang er mee. De stikstofbemesting is altijd weer een punt dat de boer voor vragen in bieten uien en mals met Vraagt over deze methode nadere inlichtingen bij Uw leverancier of [landbouwbureau wiersum - Groningen] 1 stelt. Immers de cultuurtoestand van de grond en de weersomstandigheden tijdens de groei bepalen mede welke gift verantwoord is. Welk weer we krijgen weten we niet. Het resultaat van proeven over meerdere jaren heeft bewezen dat 150 kg zuivere stik stof per ha op bieten wel het maxi mum is; voor uien 80—120 kg per ha. Velen strooien op uien veel groter hoeveelheden. Bedenk dat een hoge stikstof bemesting de kwaliteit van het product ongunstig beïnvloedt. Wanneer men het onkruid in uien chemisch wil bestrijden, dan dienen nu reeds de voorbereidingen daartoe getroffen te worden. Men dient im mers over de juiste sproeiapparatuur te beschikken. Wanneer met een rug sproeier gewerkt zal worden dient deze verlood te zijn. Wilt U het door een loonsproeier laten uitvoeren, dan dient U nu reeds een afspraak te ma ken. De eerste keer wordt gesproeid wanneer de uien op het punt staan boven de grond te komen. De tweede keer als de uien 8 tot 10 cm lang zijn. In het Zeeuwsch Landbouwblad van vorige week hebben we een bijblad aangetroffen waar de mogelijkheden van ziekte, insecten en onkruidbestrij- ding in beschreven zijn. U hebt het toch wel bewaard? Het zal U in de loop van 1954 vele keren van dienst kunnen zijn. THOLEN EN ST. PIIILIPSLAND. 29 Maart. Het gunstige weer van de laatste weken heeft er toe bijgedragen dat het voorjaarswerk vrij vlot is verlo pen. Weliswaar hebben een paar bui tjes enige vertraging gebracht, maar over het algemeen genomen heeft het werk een gunstig verloop gehad. Ons inziens is het weer voor de geïnun deerde gronden bij uitstek geschikt geweest; geen harddrogende Noord ooster met straf zonnig weer, maar een bewolkte lucht met een relatief vrij hoge vochtigheidsgraad. ïn de droge gronden is practisch alles gezaaid, behoudens bonen dah natuurlijk. Hier en daar moet men nog een per ceel bieten zaaien en nog wat uien. We hebben de indruk dat de uitzaai van uien dit jaar wel wat minder is dan 't vorig jaar. Ook in de zoute gebieden, als men tenminste nog van de „zoute gebie den" mag spreken, gezien de lage zoutcijfers, is al heel wat gezaaid. De granen hebben hier in sterke mate de overhand. Wellicht ook door de drukke land werkzaamheden was het bezoek aan de algemene Kringvergadering in Tholen niet bijzonder groot. Van de 840 leden waren er wel geteld nog geen 40 aanwezig. Een wel wat sober aantal vindt U niet? En 't was toch heus niet dat deze bijeenkomst niet actueel was. Naast diverse verkiezin gen stond een inleiding op de agenda over de bemesting van suikerbieten. Collega's, een onderwerp dat ons aller aandacht verdient. De inleider, de heer Jorritsma, van het Instituut voor Rationale Suikerproductie, toonde zich een onderhoudend spreker, die diver se onderwerpen de suikerbiet betref fende, op duidelijke en voor ieder ver staanbare wijze wist te vertellen. Over het algemeen wordt er nog te veel naar de stikstofzak gepakt. Men krijgt dan wel meer en donkerder loof, maar dit is toch volgens spreker, niet datgene wat men in de eerste plaats van een suikerbietengewas ver langt. Spreker noemde een gift van ongeveer 120 kg zuivere stikstof voor vrijwel iedere grondsoort de meest juiste. Een enquête, die op de ver gadering werd gehouden, toonde aan, dat de Thoolse boeren gemiddeld 150 kg zuivere stikstof per ha gooien. Dit gemiddelde ontlokte bij een der aanwezigen de opmerking: „Voor de eerste keer zeker". Naast niet te veel stikstof, is de biet dankbaar voor een behoorlijke fosfor- en kaligift. Men moet de kunst mest zo vroeg mogelijk aanwenden.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1954 | | pagina 5