Schadelijke knaagdieren
ZEEUWSCH LANDBOUWBLAD
217
DE in ons land meest voorkomende soorten zijn o.a. de bruine rat, de zwarte rat, de woelrat en
de muskus- of bisamrat.
We zullen ons beperken tot de bruine en zwarte rat.
De bruine rat is voor ons welhaast de belangrijkste, omdat deze in groot aantal over het ge
hele land verspreid voorkomt. Deze soort wordt ook wel grijze, vale of rioolrat genoemd. Het zijn
fors gebouwde dieren met een vrij spitse snuit, duidelijk zichtbare oren en een lange staart. Het
volwassen dier heeft een grijsachtig bruine rug en een lichtgrijze buik; jonge dieren zijn meer
egaal vaalgrijs.
Het zijn goede gravers en zwemmers. Tijdens de zomer leven de beesten veel buiten in het veld,
waar men ze vaak kan waarnemen bij het water, waar ze hun holen in de slootkanten hebben. Ze
hebben de neiging om op zoek naar dekking en voedsel, naar huizen en opslagplaatsen te trekken.
Daar wordt de schade toegebracht aan ongedorst graan en andere opgeslagen levensmiddelen en
emballage (zakken).
De knaagtanden van alle knaagdieren, dus ook
die van ratten, groeien het gehele leven van het
dier door. Zij moeten dus door het dier zelf op
lengte worden gehouden, a.h.w. worden bijgesle
pen. Dit geschiedt door het knagen aan voldoend
hard materiaal. Is het voedsel niet hard genoeg,
dan zullen ze dus aan ander hard materiaal moe
ten gaan knagen om hun tanden bij te slijpen.
Vandaar de knaagschade aan houtwerk, aan ijzeren
waterleidingbuizen, looden afvoerpijpen e.d. Door
dat de tanden uit zeer hard materiaal bestaan, dat
dus steeds door aangroeien wordt aangevuld, is er
weinig bestand tegen het knagen van de ratten.
Het is gewoon een kwestie van volhouden. Van
daar dat zelfs doorgangen worden geknaagd door
niet te dikke bakstenen, muren en zelfs door ca 4
cm betonnen vloeren.
Ook in varkens- en kippenhokken rnoet men er
op bedacht zijn, dat deze dieren voor kunnen komen.
Deze plaatsen zijn zeer geliefd, daar hier altijd
voedsel aanwezig is. Bij varkens blijft altijd wel
wat voedsel in troggen liggen. Vooral bij mest-
varkens. Meestal wordt dicht in de buurt ook de
voorraad voeder bewaard. Heel vaak in niet of
slecht afgesloten vaten of kisten. Sluit deze dus
goed af. De ratten eten hiervan, tot schade van
de eigenaar. Men kan zelfs de schade uitrekenen,
die de ratten toebrengen. Immers een rat eet ge
middeld 25 'gram voer per dag, dus in een jaar c.a.
7% kg.
Bij de kippen wordt altijd royaal met voer om
gesprongen, een waar „tafeltje dekje" voor de
'ratten. Voer de kippen op gezette tijden zodanig,
dat al het voer wordt opgegeten. Dit voorkomt
ratten. De ratten zijn in staat, wat zelfs geregeld
voorkomt, kuikens en eieren te consumeren. In
vele gevallen kwam vast te staan, dat ook vol
wassen kippen en jonge biggen door ratten werden
aangevallen en gedood.
In tegenstelling tot de zwarte rat komt de bruine
rat in hoofdzaak benedenvloers voor. Men treft
ze slechts zelden boven in de gebouwen aan. De
veldschade in de zomer is er steeds door geken
merkt, dat ze boven de grond af begint; ook onder
aardse plantendelen worden dus van bovenaf uit
gegraven. Wanneer de planten van onderaardse
gangen uit aangeknaagd zijn, dan heeft men te
doen met de, gelukkig minder algemene woelrat
of met veldmuizen.
DE ZWARTE RAT.
Deze wordt ook wel huisrat, dqkrat, blauwe rat
of scheepsrat genoemd. Ze komt. niet zo erg alge-
ZWARTE RAT foto p.d. wageningen
meen in ons land voor als de bruine rat. Ze wordt
aangetroffen in het Oostelijk deel van Brabant, in
midden Limburg en in Noord-Oost Groningen, som
mige streken in Friesland en in de achterhoek van
Gelderland. In het Westen is ze beperkt tot Zeeuws-
Vlaanderen, terwijl ze ook reeds op de Zeeuwse
eilanden is geconstateerd. Daarnaast komen de
zwarte ratten in de havensteden voor. Daar wor
den ze met de schepen telkens opnieuw geïmpor
teerd. De rattenbevolking van zeeschepen bestaat
voor ruim 90 uit zwarte ratten.
Deze rattensoort komt in ons land uitsluitend
voor in schuren, pakhuizen en woningen. Hij blijft
daar het gehele jaar; er is dus geen seizoentrek,
al dringt deze soort op zoek naar voedsel en warm
te, soms 's winters verder in de woonhuizen door.
De algemene indruk van een volwassen rat is:
een slank, lenig dier met een zeer spitse snuit,
grote ogen, opvallend grote vliezige oren en een
zeer lange nogal dunne staart. Meestal zijn zowel
rug als buik donkerblauw of grijs tot pikzwart.
Het is een ongelooflijk goede klimmer; zwemmen
of graven doet hij practisch nooit. Het gevolg is,
dat deze soort meestal nestelt in de hogere regionen
van de gebouwen, b.v. in het beschoten dak, op
zolder tussen spouwmuren, enz.
Het voedsel bestaat bij voorkeur uit granen en
meelproducten. In het veld wordt geen schade ver
oorzaakt. Hij bepaalt zich hoofdzakelijk tot dit
droge voer. Het bijbehorende water haalt hij voor
namelijk uit de dakgoten. Bij grote droogte krijgt
hij wel eens belangstelling voor opgeslagen fruit
en groénten of de bladeren van tegen het huis
geleide vruchtbomen. Nog niet geheel verklaard is
de vaak optredende lust in stijfselproducten en zeep.
Het is algemeen bekend, dat ratten een gevaar
opleveren voor de voedselvoorziening en de volks
gezondheid. Zo was de zwarte rat verantwoorde
lijk voor de pestepidemiën, die in de middeleeuwen
geregeld voorkwamen.
Op het ogenblik is het vooral de bruine rat, die
gevaar oplevert voor de volksgezondheid. Zo wordt
water besmet door de ziekten van Weil. Een bruine
rat kan, zonder zelf ziek te zijn, drager zijn van
ziektekiemen. Bij het urineren komen deze buiten
het lichaam. Overal waar de bruine ratten voor
komen,, as dus gevaar4vpoj.; besmetting. Daarom
is ook zwemmen in water," waar rattëh voorkomen,
levensgevaarlijk. Voorts kan de bruine rat een
besmetting van paratyphus veroorzaken; deze ziek
te heeft vaak een dodelijk verloop.
Daar bruine ratten nogal eens zwemmen, kun
nen ze ook besmettelijke ziekten als varkenspest,
pseudo-vogelpest e. a. overbrengen.
Practisch overal waar mensen wonen, hebben
zich ratten gevestigd; omgekeerd treft men ze zel
den aan in niet door mensen bewoonde streken. Ze
volgen echter op de voet, zodra de mensen een
nieuw gebied in gebruik nemen. Onlangs werd dit
in ons land, waar ratten betrekkelijk overal talrijk
voorkomen, weer gedemonstreerd in de Noord-Oost
polder.
BATWERING.
Ratten worden in het algemeen verdelgd met
behulp van vergiftig lokaas. Men moet echter wel
bedenken, dat zo'n verdelging altijd een min of
meer tijdelijk resultaat geeft. Waar de ratten voed
sel kunnen vinden en nestelgelegenheid, komen ze
na korte of lange tijd steeds weer terug.
Wil men dus vrij blijven van ratten, dan moet
men zorgen, dat ze geen voedsel of nestel
gelegenheid meer kunnen vinden. Men dient er in
de eerste plaats dus zorg voor te dragen, dat het
beschikbare voedsel zo ^beperkt mogelijk wordt
gehouden. Speciale aandacht verdient het afslui
ten van haver, en meelkisten. troggen met eenden
en kippenvoer en ander dergelijk voedsel voor da
gelijks gebruik.
Van belang zijn vooral ook etensresten en het
eetbare afval. Deze mogen nooit blijven liggen,
maar moeten worden gestort in metalen vaten met
goed sluitende deksels of afdoend worden vernie
tigd. Bij het voederen van huisdieren en vee (kip
pen, varkens, konijnen) moet er niet te overvloedig
gevoederd worden. Ratten en muizen maken van
het overgebleven voedsel een dankbaar gebruik.
Er moet dus steeds zó gevoerd worden, dat geen
resten overblijven. Het is ook van belang de nestel
gelegenheid zoveel mogelijk te beperken.
Oordeelkundige stapeling van voorraden beperkt
de nestelgelegenheid en ook vaak het voedsel.
Hoofdzaak is, dat doorlopend controle uitgeoefend
kan worden om en in de voorraad. Hiertoe is het
noodzakelijk looppaden vrij te houden tussen sta
pel en buitenmuur en tevens op regelmatige af
standen tussen de verschillende stapels, zoals dit
bij correcte opslag reeds gebruikelijk is. Ook con
trole onder de voorraad is nuttig. De stellages,
waarop de voorraad dan gestapeld dient te worden,
moeten echter minstens 30 cm hoog zijn.
Het allerbelangrijkste is wel, dat de gebouwen
ratdicht worden gemaakt; dus maatregelen tref
fen, die het binnendringen van ratten voorkomen.
Dit kan men bereiken door het afsluiten van alle
gaten en kieren, het aanbrengen van betonvloeren,
het plaatsen van roosters voor rioolopeningen, het
versterken van onderkanten van deuren met blik
of ijzerbeslag, 'enz. Reeds bij het bouwen van hui
zen, schuren, varkenshokken e.d. houde men reke
ning met het mogelijk voorkomen van ratten.
VERDELGING.
De verdelging gebeurt hoofdzakelijk met vergif
ten. Ook kan ze plaats hebben door het regelmatig
plaatsen van goede vallen en soms door het op
jagen der ratten met behulp van honden. Ook
katten kunnen het aantal ratten klein houden. Door
hun aanwezigheid kunnen ze de schadelijke dieren
verjagen, vaak vangen ze de jonge ratten en soms
ook wel de oude exemplaren.
Er kan niet genoeg op worden gewezen, dat ver
delging en ratwering steeds móeten samengaan,
want, zoals reeds gezegd, zelfs het beste vergil' kan
geen blijvend resultaat geven, als de maatregelen
voor goede voedselopberging en netheid verwaar
loosd zijn.
Alvorens men echter gaat opruimen, moet eerst
een verdelgingsactie ondernomen worden. Ruimt
men eerst op, dan worden de ratten onrustig en
krijgt men ze moeilijk aan het lokaas. Zorg, dat
er bij de verdelgingsactie zo min mogelijk ander
voedsel aanwezig is.
BRUINE RAT.
Bij voorkeur vindt de verdelging plaats met z.g.
zeeajuin of Scilla-preparaten. Deze zijn n.l. goed
werkzaam tegen dé bruine rat en bij de juiste toe-
BRUINE RAT foto p.d. wageninsen
passing vrijwel ongevaarlijk voor mensen, huis
dieren (behalve konijnen) en vee. In de handel
zijn zowel voor het gebruik gereed zijnde prepara
ten, als preparaten, die nog met een geschikt lok
aas moeten worden vermengd. Ook andere vergif
ten werden met succes toegepast. Doch deze ver
giften zijn alle gevaarlijk voor alle levende wezens,
Curnarine-derivaten, Thallium preparaten, Phos
phor preparaten, die in hoofdzaak bestaan uit vloei
stoffen, poeders en pasta's.
Van deze geven de cumarine derivaten de beste
resultaten. Deze zijn het minst gevaarlijk. Ze wer
ken langzaam; bij een matige dosis niet direct
dodelijk. Men heeft de gelegenheid een tegengif
toe te dienen. Er bestaat een goe.d tegengif tegen
cumarine derivaten.
De gebruiksaanwijzing is bij alle preparaten op
de verpakking aangegeven. Volg de gebruiksaan
wijzing en gebruik niet méér van het gif dan is
aangegeven. Dit maakt de toepassing onnodig duur
en het lokaas voor de ratten minder aantrekkelijk.
Bovendien verhoogt men het gevaar voor mensen
en huisdieren. Men dient er wel voor te zorgen,
dat men het gif legt op die plaatsen waar de rat
ten zich ophouden, speciaal op de vaste looppaden.
Men kan desnoods de gifporties vooraf in kranten
papier verpakken. Vooral bij vochthoudend lokaas
voorkomt dit gemors, terwijl het daarna gemak
kelijker is om te controleren of deze pakjes wor
den aangevreten. Het verpakken is echter niet
absoluut noodzakelijk, want de ratten accepteren
onverpakt lokaas even goed.
DE ZWARTE RAT.
De verdelging kan niet met zeeajuin gebeuren,
omdat de zwarte rat deze preparaten niet ver
kiest te eten. Men is dus aangewezen op de ge
vaarlijke vergiften, die genoemd zijn onder de brui
ne rat. De zwarte rat is zeer wispelturig in voed-
selkeuze en vreetplaats. Het gebeurt dan ook, dat
een lokaas pas na geruime tijd wordt geaccepteerd.
Men moet dus een lokaas gebruiken, dat practisch
onbeperkt houdbaar blijft. Men heeft daartoe een
goed middel aan de gif korrels (zinkfosfide of thal
lium), die in pakjes krantenpapier verpakt worden
80 korrels per pakje), welke hier en daar vast
gespijkerd kunnen worden. Dergelijke pakjes zijn
(Zie verder pag. 218, le kolom onderaan.)