Spuiten - Vernevelen - Verstuiven. Areaalheffing consumptieaardappelen. ZEEUWSCH LANDBOUWBLAD 211 1 Bij de bestrijding van parasieten in de landbouw worden verschillende middelen in twee vormen ge bruikt. n.I. in vloeibare en in vaste vorm. De beschikbare machines moeten deze middelen in fijn verdeelde toestand regelmatig over het gewas verdelen. Meestal geschiedt dit in verdunde toestand b.v. met water of olie, dus het spuiten. Het stuiven geschiedt met talk, mergel of krijt. We onderschei den dan ook spuitmachines/ en poederverstuivers. De belangrijkste voor de landbouw zijn dan ook de spuitmachines. Zij kunnen een hoeveelheid vloeistof per ha verspuiten vanaf 100 1. (en minder) tot 1000 1. Bij grote hoeveelheden spreekt men van spuiten of sproeien, bij kleine hoeveelheden van vernevelen. Waar de grens precies ligt is niet te zeggen. In het algemeen wotrdt bij vernevelen min der vloeistof per ha verbruikt en zijn de druppels fijner dan bij spuiten. Zeer dikwijls komt de vraag naar voren, wat of beter is: spuiten of vernevelen. Een definitief ant woord kan hiér niet op gegeven worden, daar beide voor- en nadelen bezitten. VOOR- EN NADELEN TEGEN ELKAAR AF WEGEN. Bij spuiten heeft men meer water nodig. De benodigde tijd voor het vullen is dus groter, terwijl er meer aangevoerd moet worden. In onze provincie is dit een zeer belangrijk punt, daar zelden bij alle percelen over vol doende en goed water kan wor den beschikt. Voorzover er wel zoet water aanwezig was, is dit in de rampgebieden voorlopig zout geworden. Het aanvoeren over grotere afstanden kost zeer veel, waardoor vernevelen aan trekkelijker wordt. Een ander nadeel van de spuit- rnachine is, dat deze uitgerust is met een meer ingewikkelde pomp, waarvoor meer drijfkracht nodig is. Ook moet de tank gro ter zijn daar een grotere hoeveel heid vloeistof meegenomen moet worden. Een derde nadeel is, dat de ma chine zwaarder gebouwd moet zijn, wat meer beschadiging geeft aan het gewas. De voordelen van een spuitimachine zijn dat alle middelen hiermee verspoten kunnen worden en dat de uitwerking bij sommige toepassingen beter is dan bij het vernevelen. De oorzaak ligt grotendeels hierin dat niet alle middelen met een kleine hoo veelheid water verneveld kunnen worden en dat de fijne neveldruppels vlugger verdampen dan de grote spuitdruppels. Verder komt bij het spuiten veel minder de z.g. drift voor. Schade aan naburige gewassen treedt daardoor weinig of niet op, iets waar bij vernevelen erg op gelet moet worden. De hier genoemde nadelen bij de spuitmachines kunnen als voordelen bij de vernevelmachines be schouwd worden en omgekeerd. Het probleem spuiten of vernevelen bohoeft bij aankoop van een machine niet groot te zijn daar met de meeste machines die tegenwoordig in de handel zijn, zowel verneveld als gespoten kan worden. Druknevelspuit met opgebouwde motor. FOTO MIN. L.V.V. Neveldop met wervelkamer systeem. FOTO MIN. L.V... De algemene opbouw b.v. vat en pomp, is daarbij gelijk, terwijl de spuitleidingep en boom eventueel verwisselbaar zijn. De spuitdoppen moeten daarbij weer afzonderlijk verwisseld kunnen worden, want de druppelgrootte dient men onafhankelijk van de druk en van de hoeveelheid vloeistof per ha te kun nen regelen. Voor het sproeien kan men de normaal in de handel voorkomende spuitdoppen monteren. Wil men tot vernevelen overgaan dan kunnen in som- migff gevallen de in de spuitdoppen voorkomende spuitplaatjes verwisseld worden door plaatjes met een kleinere spuitopening. Bij bepaalde typen moet de gehele spuitdop verwisseld worden of soms en kel de schroefdop. Daarnaast kan men nog variatie aanbrengen in de hoeveelheid vloeistof per ha door de rijsnelheid te wijzigen en door de druk te ver anderen, b.v. hoge rijsnelheid, kleine dop en lage druk geeft weinig vloeistof per ha. DE GEBRUIKTE DOPPEN ZIJN VAN GROTE INVLOED. De druppelgrootte, die bij het vernevelen een groto rol speelt, kan eveneens beïnvloed worden, n.I. door de doppen of spuitplaatjes te verwisselen en de druk te veranderen. Bij eenzelfde hoeveelheid per ha geeft een kleine dop -f hoge druk een zeer fijne druppel, een grote dop lage druk een zeer grove druppel enz. De in ons land meest voorkomende typen spuit doppen zijn: 1. Werveldoppen. Hierbij wordt de vloeistof door schroefvormige kanalen, die in een tolletje of wervelplaatje zijn aangebracht, naar de wervelkamer geüeid. Dit wer velkamertje is een ruimte tussen het wervellichaam en de spuitopening. Vandaar gaat de vloeistof naar de spuitopening. die zich meestal bevindt in een verwisselbaar plaatje of in dS oppervlakte van de schroefdop. Soms zijn in de dop zeefjes aange bracht. Dit soort doppen wordt veel gebruikt. Ook met een vrij grote opening kan een fijne verdeling van de vloeistof worden bereikt. De kans op verstop ping is gering. De spuitkegel is hol. 2. Spleetdoppen. De vloeistof wordt hier door een fijne spleetvor- mige opening geperst en treedt in een waaiervor mige straal naar buiten. De openingen zijn fijn en daarom meestal voorzien van zeefjes of pijpjes om het vuil vroegtijdig te laten bezinken. Het mond stuk met spuitopening van elke dop is verwissel baar. Dit soort doppen geeft een regelmatige vloei stofverdeling en een gerichte straal waardoor een goede opnaime door het gewas wordt bereikt. De druppel is matig fijn tot vrij grof. Kans op verstop ping is aanwezig. 3. Ketsdoppen. Dit soort doppen komt niet algemeen voor. De vloeistof treedt door een vrij wijde opening naar buiten en treft daar een plaatje of staafje, waarna zij zich parapluievormig verdeelt. Deze doppen geven een brede matige verdeling en een matig fijne druppel. Er is een geringe kans op verstop ping. VERNEVELEN: HOGE CONCENTRATIE VAN DE SPUITVLOEISTOF. Bij alle spuitdoppen zal het streven gericht moe ten zijn op een zo zuiver mogelijke spuitvloeistof. Bij het vernevelen zal men ook altijd terdege reke ning moeten houden imet de hogere concentratie van het spuitmiddel. Een hogere concentratie maakt ook de fouten erger dan bij spuiten met veel water. De volgende punten zullen dan ook goed in acht moeten worden genomen: le Altijd even snel rijden 2e Bij stoppen de spuitleiding direct afsluiten 3e Geen scherpe bochten nemen tijdens het spuiten; 4e Niet overlappen Neveldop met spleetvormige opening in porcelein. FOTO MIN. L V.V. 5e De spuitboom op de juiste hoogte boven het gewas afstellen 6e Een juiste druk en spuitdop gebruiken; 7e Een juiste concentratie toepassen 8<e De machine direct en goed schoonmaken na het gebruik. Naast de druknevelspuiten zouden de luchtnevel- spuiten nog genoemd kunnen worden. Daar zij voor de landbouw niet nodig en ook te duur zijn, zal er hier niet verder op ingegaan worden. De poederverstuivers worden in Nederland wei nig gebruikt. Wel zijn ze licht en goed en hebben ze een grote capaciteit. Doordat het poeder slecht wil hechten op de planten en moeilijk regelmatig over het gewas te verdelen is, wordt het verstui ven slechts beperkt toegepast. Daarbij zijn stuif- poeders duurder dan de spuitmiddelen en imoet men er vlugger mee terugkomen. In het algemeen zal men dus liier spuiten of ver nevelen. Het hangt van het te gebruiken middel af of er gespoten of verneveld zal worden. Het eerste kan altijd, het tweede kan bijna altijd. Daar de voordelen van weinig wateraanvoer in Zeeland ruimschoots opwegen tegen de misschien soms iets minder goede werking bij het vernevelen, zal het practisch altijd verantwoord zijn om bij vernieu wing een druknevelspuit aan te schaffen. De Hoofdassistent bij de R. L. V. D., J. G. VAN LIERE. Groot-Brittannië zal dit jaar een aardappelover schot hebben van 1 millioen ton. Vooral in Lincoln shire ondervindt men moeilijkheden met de afzet. Getracht wordt het overschot af te zetten in dollar- landen. Een gedeelte wordt aan de boeren als veevoeder terugverkocht. Het Hoofdbestuur van de Stichting voor de Landbouw heeft zich tijdens zijn vergadering van 17 Maart 1.1. beraden over het vraagstuk van de fondsvorming voor en de areaalheffing op con sumptie-aardappelen en heeft hierbij de wenselijk heid onderschreven van het reserveren van gelden ten behoeve van het zo nodig treffen van prijsstabi- liserende maatregelen voor d(e consumptie-aard appelen, zulks met participatie (van de Overheid. Voorts nam het Hoofdbestuur het standpunt in, dat de areaalheffing ongewijzigd moet worden ge continueerd, d.w.z. dat de heffing voor de oogst 1954, evenals voor de oogst 1953, moet worden vast gesteld op 50,per ha en dat in de z.g. „zandge bieden" met het oog op het bestemmen van aard appelen voor veevoederdoeleinden een vrijstelling moet worden gegeven van 1 ha aardappelen per bedrijf. (Advertentie). Koolzaadsnuitkever, Glanskever en Galmug Vlasthrips Bietenaaskevertje Schildpadtorretje Tanymecus Paliatus (het insect dat grote schade kan berokkenen aan de jonge bietenplantjes) Uienthrips Erwtenbladrandkever Lapsnuitkever en nog andere insecten, worden thans afdoende uitgeroeid met: „DIELDREX" 15 (Dieldrin mengolie van Shell") Ritnaalden Uienvlieg en Preivlieg krijgen bij Uw gewassen geen kans door een zaad behandeling met: „SHELL" ALDRIN STUIFPOEDER 25 bestrijdt Koolvlieg Ritnaalden en Wortelvlieg radicaal door een grondbehandeling met: „SHELL" ALDRIN STUIFPOEDER 2 /2 In zeer korte tijd hebben deze veelomvattende insecticides de markt over de gehele wereld ver overd. Thans is ook Nederland aan de beurt. Vraagt inlichtingen bij: GEBRs. DE JONGH, Postbus 35, GOES, of bij: P. den Boer, Renesse, Tel. 51. Joh. v. d. Ende Zn, Borssele, Tel. 261 (K 1105). Gebrs. Den Herder, Serooskerke (W.), Tel. 358 (K 1189). I Hubregtse Co, 's-Gravenpolder, Tel. 398 (K 1103). J. van Oosten, Krabbendijke, Tel. 109. D. de Regt, Veerweg B 139a, Kamperland. A. Rijnberg, St. Annaland, Tel. 91. A. J. Triou, Oostburg, Tel. 110. J. A. Weststrate, Axel, Tel. 746 (K 1155).

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1954 | | pagina 3