222
ZEEUWSCH LANDBOUWBLAD
Gewas
Onkruiden
Wintergranen
Zomergranen
Maïs
Erwten en vlas
UIEN
Zaaiuien
Winteruien
Zilveruien
Wortelen
Grasland
Zaadonkruiden
Wortelonkruiden
Zaadonkruiden
Wortelonkruiden
Zaadonkruiden
Zaadonkruiden
Zaadonkruiden en
wortelonkruiden
Op braak liggende
grond
Op paden en erven
(met allesdodende
middelen)
Zaadonkruiden
Wortelonkruiden
Boterbloemen
Paardebloemen
Distels
Paardestaarten
Russen
Tijdstip van toepassing en/of groeistadium
van het gewas.
Bentgras
Bramen, brandnetels
Kweek
Alle planten.
Planten die zeer diep
wortelen worden
niet volledig gedood.
Bij toepassing van kalkstikstof
Onkruiden: zo klein mogelijk, hoogstens 46 blaad
jes. Kleefkruid en/of kamille dienen in nog jonger
stadium bestreden te worden. Muur kan door kalk
stikstof nog gedood worden, wanneer het reeds iets
verder is ontwikkeld.
Gewas: dit moet zover ontwikkeld zijn, dat het 10
12 cm hoog is en minstens 6 blaadjes heeft.
Na het uitstoelen van het gewas, doch kort vóór het
in aar schieten.
Onkruiden: Weinig gevoelige onkruiden als muur,
zwaluwtong, kamille in kiemplantstadium. Meer ge
voelige onkruiden, zoals korenbloemen, herik en de
dauw- en hennepnetel tot zij 6 blaadjes hebben.
Gewas: Dit moet 10 cm hoog zijn en 4 tot 6 blade
ren hebben.
Na het uitstoelen der gewassen, doch vóór het in
pluim of aar komen. De lengte van het gewas moet
minstens 25 cm zijn.
Onkruiden: afhankelijk van de soort, het meest ge
voelig vanaf het kiemplantstadium totdat zij 4 a 6
blaadjes bezitten.
Gewas: vlak vóór de opkomst.
Eventueel: bij 1015 cm hoogte. Bij grotere lengte
niet meer toepassen.
Onkruiden: afhankelijk van de soort, het meest ge
voelig vanaf het kiemplantstadium totdat zij 4 a 6
blaadjes bezitten.
Gewas: 810 cm hoog.
Erwten: 510 cm hoog.
Onkruiden: afhankelijk van de soort, het meest ge
voelig vanaf het kiemplantstadium totdat zij 4 a 6
blaadjes bezitten.
Gewas: le behandeling: als de uien op het punt staan
boven te komen.
2e behandeling: als het gewas 810 cm hoog is.
Onkruiden: afhankelijk van de soort, het meest ge
voelig vanaf het kiemplantstadium totdat zij 4 a 6
blaadjes bezitten.
Gewas: de worteltjes moeten 14 echte blaadjes
hebben.
Onkruiden: tegen of bij het begin van de bloei. Als
de weersomstandigheden een goed resultaat kunnen
doen verwachten, reeds in de tweede helft van April
tot in de herfst.
Tegen dat zij massaal gaan bloeien, April/Mei.
Tegen de bloei. Vaak is van April tot half September
een bestrijding wel mogelijk.
Bj paardestraarten moet de bespuiting enige malen
herhaald worden, wanneer de wortelstokken weer
zijn uitgelopen.
In 't voorjaar b.v. maaien, daarna bij het begin van de
bloei.
Bestrijdingsmiddel
(Hoeveelheden per ha)
NovemberDecember.
Toe te passen op een vroege stoppel waarop geen
stoppelgewas meer verbouwd wordt.
De planten worden het best gedood als ze nog jong
zjn.
Kalkstikstof 250—350 kg.
Hoeveelheid vooral afhankelijk
van de grootte en de soort van
de onkruiden.
MCPA bevattende middelen zij
normale concentratie. (Op de
verpakking aangegeven.)
DCN. Spuitmiddelen 45 kg.
Vernevelbare middelen 1520
kg.
MCPA bevattende middelen bij
normale concentraties. (Op de
verpakking aangegeven.)
DNC vlak voor opkomst 2.5 kg.
Bij 1015 cm hoogte 2.55 kg.
Hoeveelheid vloeistof:
Zie onder wintertarwe.
Opmerkingen
DNBP (butylphenol)
in vlas 6 liter
in erwten 7.5 liter.
Steeds 800 a 1000 liter vloeistof
per ha gebruiken.
DNBP niet vernevelen en niet
gemengd verspuiten met DDT-
emulsie.
Zwavelzuur 6080 liter op
1000 liter vloeistof.
Selectieve oliën.
8001000 liter per ha, 10
liter per are.
Onverdund verspuiten.
Duur! 300 a 400 gld. per ha.
a. MCPA bevattende middelen.
b. Natriumzouten van DCPA.
Afhankelijk van de gevoelig
heid van de onkruiden, de nor
maal door de fabrikant aange
geven hoeveelheid. In vele ge
vallen zal een iets grotere hoe
veelheid een betere bestrijding
geven zonder dat in oud gras
land het gras er nog onder be
hoeft te lijden. Klaver heeft
iets meer te lijden, maar her
stelt zich na enige tijd.
DCPA-groeistoffen.
Hoeveelheid, zie bij boter
bloemen.
Natriumcloraat,
per pol.
een handvol
TCPA (2, 4, 5-T)-groeistoffen
3 a 4 liter per ha.
TCA-groeistoffen 5075 kg.
Natriumchloraat, 95 Bij
spuiten IV-i liter van een 1.5
oplossing per m-, dat is 150 liter
water waarin opgelost 214 kg
per are.
Bij uitstrooien 20 gram per m2
dat is 2 kg per are.
Bij Natriumchloraat 50 2 x
zo grote hoeveelheden bestr.
middel gebruiken.
Kalkstikstof moet men uit
strooien op een morgen dat het
gewas bedauwd of beijzeld is en
een dag met droog weer ver
wacht wordt.
De onkruiden zijn tegen of in
het begin van de bloei het beste
te bestrijden. Vooral in volle
groei, dus bij „groeizaam weer"
zijn ze gevoelig.
Zie onder wintertarwe.
Wenst men met het oog op de
aanwezigheid van wortelon
kruiden groeistoffen aan te
wenden, dan steeds DCPA-be-
vattende middelen gebruiken.
De resultaten met deze midde
len zijn echter wat de beschadi
ging aan het gewas betreft,
zeer wisselvallig. Grote voor
zichtigheid is geboden. In geen
geval een behandeling met
groeistoffen toepassen, nadat
het gewas een lengte van 15 cm
bereikt heeft.
Droog weer in de voorafgaande
dagen is gewenst. Op de dag
van spuiten zelf moet geen
regen verwacht worden. Niet
spuiten bij een temperatuur be
neden 15° C.
Chemische onkruidbestrijding
in vlas dient ook in 1954 nog
beschouwd te worden als een
noodmaatregel
Bij warm weer is de werking
het heftigst; dan weinig vloei
stof gebruiken. Vooral op het
juiste tijdstip spuiten, het ge
was mag noch te groot, noch te
klein zijn. Sproeien bij rustig
weer. Sproeiboom niet heen en
weer bewegen. Geen uitvloeier
gebruiken. Droog weer vóór en
tijdensi de behandeling is ge
wenst.
Een bespuiting kan het beste
uitgevoerd worden bij bedekte
lucht en rustig weer. Tempera
tuur: niet te laag maar niet
boven 32° C.
Door een éénmalige behande
ling kan men zijn grasland niet
geheel bevrijden van de hier
genoemde onkruiden. Hoewel
in sommige gevallen de invloed
van de behandeling in het vol
gende seizoen nog goed merk
baar is, zal men in het alge
meen genoegen moeten nemen
met een tijdelijke bestrijding
van de onkruiden. Men doet er
goed aan de bestrijding aan te
vullen met een stikstofgift,
welke de ontwikkeling van het
gewas ten goede komt.
Bestrijding heeft weinig zin als
deze niet hand in hand gaat
met een goede ontwatering, be
weiding, bemesting en verple
ging.
Indien één derde van de opper
vlakte met bentgras is bezet
kan 200 kg natriumchloraat
(95 gestrooid worden.
Dit allesdodende middel dient
alleen op plekken waar ge
noemde onkruiden voorkomen,
gebruikt te worden.
Kosten vrij hoog, minstens 200
per ha. 3 maanden blijft de
grond ongeschikt voor de teelt
van een gewas.