B
Enkele kanttekeningen bijdetabel over
chemische onkruidbestrijding
AAn
AAmergens
korte derichten
ONKRUIDBESTRIJDING
218
ZEEUWSCH LANDBOUWBLAD
DNC
Vele mislukkingen zijn terug te leiden tot
spuiten als het onkruid reeds te groot was en tot
spuiten met een te geringe hoeveelheid vloeistof.
Bij veel vloeistof wordt het gewas minder en het
onkruid méér beschadigd. Ook de druppelgrootte
is van belang. Een al te fijne nevel geeft extra
gewasverbranding.
Muur wordt dikwijls te laat bestreden; bij 4 cm
lange stengeltjes wordt de kans op resultaat reeds
klein. Als de grond met een laagje muur bedekt
is heeft een behandeling met DNC weinig zin.
Kalkstikstof geeft tegen muur betere resultaten,
maar dient toch ook zo vroeg mogelijk te worden
aangewend.
Kamille gaat men in de practijk ook vaak pas
bestrijden als het eigenlijk te laat is, want als het
eenmaal een centimeter of drie hoog is, trekt het
zich van DNC weinig meer aan.
Het weer is van grote betekenis. Enkele dagen
droog weer vooraf is gewenst. Ook tijdens en vlak
na de bespuiting moet het droog zijn, als het maar
geen schraal en zonnig sterk drogend weer is met
b.v. Noorden- of Oostenwind.
Met andere wporden: de luchtvochtigheid moet
vrij hóóg zijn (b.v. 70 %j. IVfen heeft dit wel aan
gegeven door er op te wijzen, dat men DNC doel
treffend kan toepassen op dagen dat de shagtabak.
die men bij zich draagt, goed vochtig blijft. Is deze
gauw droog en stoffig, dan is het weer minder ge
schikt.
Het kan ook te warm zijn om DNC toe te pas
sen. Bij temperaturen hoger dan 2025° C kan,
vooral als de luchtvochtigheid hoog is, het gewas
ernstig te lijden hebben. Bij toepassing in zomer
granen en maïs doen zich deze omstandigheden
nog wel eens voor.
In het afgelopen najaar bleken de landelijk vast
gestelde hoeveelheden DNC per ha vaak aan de
lage kant. Mogelijk speelt hierbij een rol, dat op
zand- en dalgrond het herstellingsvermogen van
het gewas iets minder groot zou zijn dan op de
klei. Zo adviseert men op de Groninger klei om
in haver 46 kg per ha te gebruiken. Vooral wan
neer vroeg gespoten wordt valt het herstel en de
nieuwe groei mee.
Met de verhevelbare middelen werden de laatste
tijd bij een hoeveelheid vloeistof van 200 ltr per ha
eveneens goede resultaten bereikt.
$oor een behandeling in wintertarwe in het voor
jaar geldt, dat men deze moet toepassen zodra men
op het land kan. In vele gevallen is het dan te
laat, zowel met het oog op het gewas, als op de
onkruiden. Waar mogelijk, is een behandeling in
het najaar dan ook aan te bevelen.
Voor een behandeling in zomertarwe dient men
te wachten tot het gewas 10 cm hoog is. De
plantjes moeten zeker vier, maar hoogstens zes
blaadjes bezitten. Het valt in het voorjaar vaak
niet mee om aan al de gestelde eisen te voldoen,
omdat het gewas slechts kort in genoemd stadium
verkeert. Kan men, gezien de onkruidbezetting,
een behandeling niet achterwege laten, dan zal
men vaak van twee kwaden de beste moeten kie
zen. Zo zal men b.v. wanneer het gewas lang
dauwnat blijft, de hoeveelheid DNC per ha moe
ten verlagen.
(Vervolg van pag. 217.)
ook in de handel onder de naam van ..zwarte rat
torpedo's." Het spreekt wel vanzelf, dat ook hier
de bestrijding het meeste succes oplevert, wanneer
deze wordt uitgevoerd op het tijdstip dat er weinig
voedsel aanwezig is,, dus kort vóór het binnenbren
gen van de graanoogst.
STREEKACTIES.
Onder streekbestrijding verstaat men acties,
waarbij men in grote aaneengesloten gebieden ge
lijktijdig verdelgt. Het is gebleken, dat deze werk
wijze zeer nuttig is, daar de resultaten dan beter en
vooral blijvender zijn.
De technische mogelijkheden maken, dat derge
lijke acties ondernomen kunnen worden tegen
bruine en zwarte rat. Vooral tegen de bruine rat
hebben ze reeds een grote omvang aangenomen.
Hiervoor werden n.l. tegen redelijke prijs speciaal,
voor gebruik gereed zijnde, scilla-middelen gefabri
ceerd.
Deze streekacties tegen de bruine rat worden in
het najaar en in de winter gehouden. De resulta
ten van de acties zijn n.l. afhankelijk van het alge
meen karakter, dat ze moeten dragen. Daarvoor
is algemene medewerking nodig. Iedereeen moet
meedoen, opdat er geen plaatsen onbehandeld blij
ven van waaruit later het gehele gebied weer be
smet kan worden. Deze acties zijn niet alleen ge
richt op het beteugelen van uitgesproken „plagen,"
maar het gaat er juist om, dat een „normale"
knaagdierstand nog aanzienlijk kan worden ver
minderd.
DNBP buty!plienolen
Wil men dit in vlas toepassen, dan geldt wel in
sterke mate, dat het gewas er gezond voor moet
staan. Verder dient men er rekening mee te hou
den, dat de aangegeven hoeveelheid zodanig is
vastgesteld, dat de onkruiden zoveel mogelijk er
van lijden, maar dat het gewas het onder gunstige
omstandigheden nog juist kan verdragen. Dit houdt
in, dat men uiterst nauwkeurig te werk moet gaan
en zorg moet dragen dat men niet overlapt, dat
men bij stoppen direct de straal stopzet en dat men,
vooral bij draaien op de hoofdakkers en bij het vul
len, voorzichtig is.
Gebruik 1000 liter vloeistof per ha. Liever méér
dan minder. In vele gevallen staat of valt hier
mede het resultaat van de behandeling. Ook de
grootte van het gewas luistert nauw. Zowel bij te
vroeg als te laat spuiten neemt de kans op bescha
diging sterk toe.
Bij voorkeur de behandeling toepassen na enkele
dagen droog weer en op een tijdstip, dat geen
regen wordt verwacht. Liever niet na een zware
nachtvorst of op dagen waarop men deze er op
kan verwachtërii. De meest geschikte temperatuur:
15 h '20 C. "ito
Tegen wortelonkruiden in vlas, zoals distels,
werken de butylphenolen niet. Hiertegen kan men
in noodgevallen groeistoffen toepassen in een hoe
veelheid, die slechts bedraagt van die, welke op
grasland en graan wordt gebruikt.
Ook tegen melde (witte ganzevoet, meiën, wilde
spinazie of dauwkool), witte krodde (boerenkers,
dubbeltjeskriud) en klaprozen werden hiermede
vrij bevredigende resultaten bereikt. Uiterste voor
zichtigheid is hier echter geboden
KALKSTIKSTOF.
Geeft over het algemeen tegen muur nog de
beste resultaten. Wintertarwe moet echter min
stens 6 blaadjes hebben gevormd en ook weer niet
veel groter zijn dan 12 cm om een behandeling
zonder al te veel risico te kunnen uitvoeren. Ook
in koolzaad heeft men het wel met succes toege
past. Evenals bij de tarwe kan de beschadiging
daarbij ernstig zijn. Daarom dient men in het vroe
ge voorjaar het tijdstip voor aanwending van
kalkstikstof zó te kiezen, dat het wel zo vroeg
mogelijk gebeurt, maar dat men weinig kans meer
heeft, dat er nog een langdurige vorstperiode volgt.
Een gewas, verzwakt door een behandeling met
kalkstikstof, kan niet zo erg veel meer hebben
en moet zich snel kunnen herstellen en direct kun
nen gaan doorgroeien. Evenals bij DNC moet
men vaak een keuze doen en is het nodig de weini
ge dagen, die geschikt zijn, te benutten.
Echter: niet uitstrooien op een zwak, slecht
groeiend of ondiep, wortelend gewas. Oók niet als
vorst wordt verwacht, tijdens vorst of kort na een
regenperiode.
ZAAIBED ONKRUIDBESTRIJDINGS-
MIDDELEN.
Hoewel in de tabel niet genoemd, willen wij hier
verder nog wijzen op een andere mogelijkheid van
onkruidbestrijding.
Onder de namen AA-mergens, AA-premex,
„Shell" Zaaibed-onkruidbestrijdingsmiddel PE en
„Shell" Zaaibed-onkruidbestrijdingsmiddel PE 30,
zijn er de laatste jaren middelen aan de markt ge
komen, die geschikt zijn om toegediend te worden
tussen zaaien en opkomst van verschillende ge
wassen, dus in de geest van kalkstikstof op bieten-
land en van zwavelzuur op uien.
Het verschil met kalkstikstof is echter, dat zij
direct werkzaam zijn en gespoten moeten woren
op het moment dat de onkruiden reeds aanwezig
zijn. Gaat men dus zijn bieten zaaien direct na
het klaarleggen van het land en dan spuiten juist
vóór de opkomst van de bieten, dan treft men
alleen die onkruiden, welke vlugger kiemen dan
de bieten. Ook hier wordt dus aanbevolen het on
kruid iets langer kans te geven zich te ontwikke
len dan de bieten. Door het zaaibed b.v. een week
vóór het zaaien gereed te maken en dan bij het
zaaien de grond zoveel mogelijk met rust te laten,
De Landbouwbeurs, die van 3 tot en met 8 Mei
in Utrecht wordt gehouden, zal niettegenstaande
het feit dat haar omvang enigszins beperkter is dan
bij vorige gelegenheden een belangwekkende mani
festatie worden, gezien de grote belangstelling uit
alle delen van het land van firma's in landbouw
machines en -werktuigen en benodigdheden voor de
veehouderij.
De Landbouwbeurs die door de Koninklijke
Nederlandsche Jaarbeurs wordt georganiseerd, zal
dit jaar in de 15.000 mr metende Bernhardhal op
■het Crooselaanterrein worden gehuisvest. Deze
enorme hal, welke zich uitermate leent voor een
expositie die een branche-overzicht geeft, is thans
nagenoeg volgeboekt. 84 Firma's hebben reeds voor
deelneming aan deze Beurs ingeschreven.
In het Maartnummer van „Landbouwvoorlich
ting" geeft Ir P. Riepma Kzn een overzicht van de
mogelijkheden om onkruiden in erwten chemisch
te bestrijden.
DNPB verdient de voorkeur, omdat het naast
een onkruiddodend, ook een groeistimulerend ef
fect heeft 200 kg/ha in schoon gewas).
Kalkstikstof kan het best worden gebruikt over
opbrekende erwten.
TCA, MCPA en andere middelen geven opbrengst
derving 300 kg/ha
„Landbouwwereldnieuws" geeft het volgende
overzicht van de graanpositie in Argentinië per 1
Maart:
(Hoeveelheden in tonnen)
Beschikbaar uit Verkopen Saldo
oogst 1953/'54 Dec. t/m Febr. 1 Maart '54
Tarwe 3.510.000 550.000 2.960.000
Rogge 656.000 498.000 158.000
Haver 745.000 337.000 408.000
Gerst 410.000 320.000 90.000
Maïs 3.200.000 35.000 3.165.000
Bij de uitgifte van boerderijen in de Noordoost
polder in 1947 werden ongeveer 90 bedrijven uit
gegeven voorzien van Belgische noodschuren. In
de laatste drie jaren werd het grootste deel van een
definitief bedrijfsgebouw voorzien, namelijk de
grotere akkerbouw- en gemengde bedrijven. 23
Kleine bedrijven resteren nog met een noodschuur,
n.l. 8 staatslandbouwbedrijven van 12 ha, 8 particu
liere Ivan 12 ha, 7 particuliere van 18 ha. Dit zijn
akkerbouwbedrijven, waarop enig vee wordt ge
houden. Het dagelijkse bestuur van de Stichting
voor de Landbouw acht het gewenst, dat aan deze
toestand zo spoedig mogelijk een einde wordt ge
maakt. Ze nam daartoe reeds de nodige stappen.
bevordert men in sterke mate het resultaat. Voor
de zwaardere gronden zijn hier wel bezwaren aan
verbonden en zal men dit risico meestal niet kun
nen nemen. Voor de lichtere gronden biedt het
echter wel perspectieven. Is men door omstandig
heden gedwongen op zeer onkruid-rijk land bieten
te zaaien, dan zal het ook op zwaardere grond toe
gepast kunnen worden. Voor toepassing op. bieten-
land werd reeds ontheffing verleend.
Ook voor andere gewassen is toepassing moge
lijk. Degenen, die tegen het gebruik van zwavel
zuur op uienland bezwaar hebben wegens de
sterke aantasting van alle mogelijke stoffen door
zwavelzuur, zouden deze Zaaibed-onkruidbestrij-
dings- of pre-emergence middelen kunnen toepas
sen. Plaatselijk bleek dit zeer goede resultaten te
geven. Een bezwaar ten opzichte van zwavelzuur
is, dat het duurder uitkomt en dat zij niet geschikt
zijn voor gebruik op het gewas zelf.
Overige toepassingsmogelijkheden, zoals bij vlas,
blauwmaanzaad, maïs en wortelen, zijn nog in
onderzoek.
De Specialist voor de Plantenziekten,
P. VERHAGE.
Goes, Maart 1954.
"\N
Vraagt over deze
methode nadere
inlichtingen bij
Uw leverancier of
deze
in bieten
uien en mais
met
[LANDBOUWBUREAU W1ERSUM - GRONINGEN]