MOEILIJKHEDEN RONDOM DE KOSTPRIJS.
ZITDAGEN
BQEKHQUBBUREAÜ
waarin opgenomen het NOORD-BR AB ANTSCH LANDBOUWBLAD
Officieel Orgaan van de Zeeuwsche Landbouw Maatschappij (Z. l. M.)
de Noord-Brabantsche Maatschappij van Landbouw en andere Verenigingen
d. j. van der have
fiWiomiscn-Technoiügisch Imtftüut
voor Zeeland
MIDDELBURG
No. 2214. Frankering bij abonnement: Terneuzen ZATERDAG 13 MAART 1954.
Jaargang
ZEEUWSCH LANDBOUWBLAD
ER is de laatste maanden nogal wat te docn geweest over de kostprijs van landbouwproducten. In
November van het vorige jaar hadden we de vaststelling van de garantieprijs voor de melk, die
de gemoederen in de veegebieden bezig hield, en in Februari j.l. stond de suikerprijs voor oogst 1954
bij alle akkerbouwers in het brandpunt der belangstelling.
De vele berekeningen, die ons hierbij van de zyde van Overheid en bedrijfsleven onder ogen werden
gebracht, doen ons de vraag stellen in hoeverre het huidige systeem van kostprijsbepaling een goed en
billijk systeem is.
Voor het beantwoorden van deze vraag moeten we deze zaak in ruimer verband zien, om dan te trach
ten een weg aan te geven temidden van deze chaotische hoeveelheid cijfers. Ken bespreking van het
probleem zonder de achtergrond van de Nederlandse landbouwpolitiek in vergelijking met die van andere
West-Europese landen is noodzakelijk als we de indruk willen wekken het probleem in de volle breedte
te zullen behandelen.
NEDERLAND TUSSEN DE UITERSTEN.
De Deense boer is op genade of ongenade overge
leverd aan datgene, wat men de wereldmarkt pleegt
te noemen. Enige maanden geleden herinnerde de
voorzitter van de Deense landbouwraad er nog eens
aan, dat Denemarken het enige land is in West-
Europa waar de landbouw helemaal geen bescher
ming van de Overheid geniet. Dit maakt, dat er een
verschil in denken met boeren in andere landen aan
den dag treedt.
De Deense boer denkt eerst aan de afzet van zijn
producten en dan pas aan de prijs, die hij hiervoor
zal kunnen maken. De kostprijs is voor hem dan
ook slechts een betrekkelijk begrip, zodat Denen hun
producten rustig afzetten tegen prijzen beneden de
kostprijs indien andere mogelijkheden uitgesloten zijn.
Als andere uiterste zien we de Engelse boer, die,
in tegenstelling niet z'n Deense collega, in hoofdzaak
voor de binnenlandse markt werkt. Hoewel de con
servatieve regering er naar zal streven de Overheids-
garanties aan de landbouw te beperken, zijn de be
schermende maatregelen voor de Engelse landbouw
nog wel zó groot, dat de boer er een gemakkelijk
leventje bij kan leiden. Een gemakkelijk, maar ook
een gevaarlijk leventje, omdat vertroetelen nooit
goed is. We hebben nog altijd het voorbeeld van de
tachtiger jaren voor ogen, toen de onbeschermde
Nederlandse landbouw gedwongen werd een gewel
dige krachtsinspanning op te brengen, terwijl andere
landen door het nemen van beschermende maatrege
len de landbouw trachtten te beschermen. In luttele
jaren hebben we toen een sprong omhoog gemaakt,
die andere landen nog steeds niet hebben verbeterd.
Mede omdat we toen de basis hebben gelegd voor
onderzoek en onderwijs, die ook nu nog hun rende
ment opleveren.
We staan tussen de twee uitersten, de beschermde
Engelse boer en de Deense onbeschermde boer. in.
Omdat de binnenlandse markt een rol van betekenis
speelt, al is de export van een aantal andere pro
ducten van doorslaggevend belang. Juist door deze
gebondenheid aan de binnenlandse markt heeft de
Nederlandse landbouw een morele hypotheek op het
Nederlandse volk verkregen, omdat de eerste jaren
na de oorlog de landbouwproducten werden ingele
verd tegen prijzen, die vèr lagen beneden die op de
wereldmarkt.
Nu de toestand veranderd is, speelt nog altijd de
vrees een woordje mee bij de bepaling van de prij
zen voor producten die ook nu nog gebonden zijn
aan vaste prijzen. Terwijl de landbouw toch slechts
LET OP U
OOSTBURG: Woensdag 17 Maart in Café „De
Windt."
ZIERIKZEE: Donderdag 18 Maart in Hotel „Huis
van Nassau."
KORTGENE: Donderdag 18 Maart in Hotel ,.De
Korenbeurs."
MIDDELBURG: Donderdag 18 Maart in Café „De
Eendracht."
ST. PHILIPSLANDZaterdag 20 Maart in Hotel
„De Druiventros."
voor een derde gedeelte de kosten van het levens
onderhoud bepaalt en dus nooit een ingrijpende ver
andering teweeg zou kunnen brengen.
De Regering schept een zeker kostenpeil en tracht
dit zoveel mogelijk te verwezenlijken. Des te meer
is het voor de landbouw noodzakelijk zo nu en dan
op te treden als spelbreker, indien mocht blijken dat
het consequent doorvoeren van cjeze stelling tot on
billijkheden bij de prijsvaststelling zou leiden. Daar
mee wordt aan het belang van de agrarische export
geen afbreuk gedaan. Al zal men hierbij direct op
de moeilijkheid stuiten, dat van een afzet tegen prij
zen, die verband houden met een redelijke beloning
voor de boer, niet altijd sprake kan zijn. Een afnemer
stoort zich weinig aan de kostprijs, ook al is. die door
het L. I. berekend.
We zien, dat in tijden van overvloed tot vèr be
neden de kostprijs wordt aangeboden. Er is Argen
tijnse rogge, in Rotterdam aangeboden voor 16,50,
terwijl de kostprijs in Argentinië zelf reeds 18,80
bedraagt, en deze rogge, op grond van dit uitgangs
punt en de bijkomende vracht, in Rotterdam voor
24 a 25 gulden aangeboden zou moeten worden.
Als onze agrarische export onverhoopt zou stag
neren, zouden ook wij naar middelen en wellicht
zijn deze kunstmatige om moeten zien, teneinde
deze export weer op gang te brengen.
KOSTPRIJSVERSCHILLEX IN NEDERLAND.
Zo gezien heeft de kostprijs in Nederland twee
kanten, die niet beide even zwaar kunnen wegen.
Dat doen ze in de regel ook niet, omdat de prijs van
melk, in verband met de te exporteren zuivelproduc
ten, niet aan zulke strenge grenzen gebonden kan
worden als die van de suikerbieten, die suiker, be
stemd voor de binnenlandse markt, leveren. In het
geval van de melk wordt de kale kostprijs van een
bepaald gebied als basis genomen en wordt alleen
afgewacht of gedurende een verlopen jaar deze prijs
gemiddeld gehaald kan worden. Het is een bodem
in de markt leggende garantie, die sterk verschilt
van de nauwer omschreven garantie kostprijs plus
twintig procent die voor de geproduceerde suiker
wordt gegeven. Zo is dus de kale kostprijs van de
melk basis i.v.m. de export, terwijl die van suiker
gebonden kan zijn, tengevolge van het ontbreken van
export.
Hoe moeilijk het is een vaste prijs te combineren
met de export, heeft ons de laatste jaren de bacon-
export naar Engeland wel geleerd. Ondanks het
vaste contract met dit land heeft men door het leg
gen van heffingen op het ene moment en het geven
van subsidies op een volgend moment, moeten trach
ten de scherpe kantjes van dit starre systeem af te
vijlen en het beter geschikt te maken voor toepas
sing -op een markt, die de nodige fluctuaties kent.
Bij. het vaststellen van de kostprijs kunnen zich vele
moeilijkheden voordoen. Want wat is nu de kostprijs
in een land als Nederland,, waar op een afstand van
enkele tientallen kilometers de omstandigheden ge
heel verschillend kunnen zijn, zodat de kostprijs sterk
uiteen kan lopen. We kennen dit bij de melkprijs,
waardoor de melkprijs-garantie afgestemd is op de
gemiddelde kale kostprijs van de zandgebieden. De
kostprijs van de kleigebieden ligt aanzienlijk lager,
zodat we tussen de goedkoopst producerende en de
duurst producerende verschillen van bijkans 6 cent
per liter kunnen vinden. De nog vers in ons geheu
gen liggende suikerprijs voor 1954 teonde een vei sehil
tussen het Zuid-Westen met een kostprijs van 34,25
en de Veenkoloniën met een kostprijs van 47,30.
Wanneer de één 40 ondernemeriwirtst heeft, kan
de andere boer er nog geen droge boterham van eten,
tenzij hij, door het zelf meewerken op het bedrijf, een
zeker loon voor zijn handenarbeid ontvangt.
We zitten hier met een probleem, dat uiterst moei
lijk tot -een voor iedereen bevredigende oplossing te
brengen is. Zoals men weet, zijn zowel de Minister
van Landbouw als de Stichting voor de Landbouw,
uitgegaan van de gewogen gemiddelde kostprijs. Zij
het dan met dit verschil, dat de Stichting van mening
was dat ook een aam al gebieden waarvan tnog)
geen L. E. I. gegevens beschikbaar zijn, in de bereke
ning betrokken moeten worden. Hierdoor telt de
kostprijs van een bepaald gebied mee voor zover er
bieten worden geteeld.
De Veenkoloniale Boerenbond schrijft in haar or
gaan van 13 Februari j.l. dat dit systeem „onjuist, on
billijk en onrechtvaardig is en dat hier krachtig stel
ling tegen genomen moet worden." Volgens dit blad
moeten de kostprijzen afgeleid worden van de kost
prijzen „van die bedrijven, welke werken onder de
minst ongunstige omstandigheden en die desondanks
behoren te worden gerekend tot de sociaal econo
misch verantwoorde goed-geleide bedrijven."
Een standpunt dat o.i. moeilijk realiseerbaar zal
zijn. omdat in een dergelijke berekening de Veen
koloniën enige jaren nog niet opgenomen zouden zijn,
daar er toen geen suikerbieten van betekenis werden
verbouwd. We zijn diep doordrongen van de nood
zaak dat deze bedrijven, die voorheen geheel waren
ingesteld op rogge en aardappelen, nu gaan omscha
kelen op andere-gewassen. Doch we vragen ons wel
af of dit nu juist alleen suikerbieten moeten zijn.
We begrijpen de teleurstelling van de Veenkoloniale
bperen heel goed, nu ze, na bekend te zijn geworden
met\ de bietenteelt vooral tengevolge van de ge
weldige actie, die door de landbouwvoorlichtings-
dienst als onderdeel van het Ministerie van Land
bouw werd gevoerd deze weer vaarwel zouden
moeten zeggen uit hoofde van het feit, dat er geen
droog brood aan te verdienen valt. Dit is een be
leidsfout, die ernstig genomen zal moeten worden
i.v.m. mogelijke herhalingen in de toekomst. De vraag
zal verder moeten gaan dan de suikerbieten alleen.
Zij, die het Veenkoloniale bedrijf kennen, weten dat
de boer in deze streken vanouds mank gaat aan het
euvel van de eenzijdigheid.
Boze tongen beweren, dat hij alleen kan rekenen
in kunstmest en aardappelen. De wet op de bestrij
ding van de aardappelmoeheid heeft de rekensom
ingewikkelder gemaakt en het zakken van de rogge-
prijzen zelfs vrijwel onoplosbaar. De slag van de bie-
tenprijs heeft de Veenkoloniën als één der duurst
producerende gebied het verschil met het Oldambt
is te verwaarlozen wel heel zwaar getroffen. Ei-
schijnt momenteel een ontevreden stemming te heer
sen, die voortvloeit uit het feit, dat men niet goed
weet wat nu te moeten verbouwen. Is men niet dl te
gauw geneigd de schuldige buiten eigen kring te
zoeken? Ziet men zo niet te veel over het hoofd dat
de Veenkoloniën een verzameling van vraagstukken
dreigen te worden, als niet op een alles omvattende
wijze deze zaak wordt aangepakt?
Op gronden, die gedeeltelijk kwalen gaan vertonen
door de onvoldoende ontginning, wreekt zich het een
zijdige bouwplan van tientallen jaren. Daarbij zit
men met het probleem van de arbeidskrachten en
de eenzijdigheid, die ieder akkerbouwbedrijf nu een
maal eigen is. Daarom zal men de problemen moe
ten onderzoeken en niet moeten aarzelen vérstrekken
de beslissingen te nemen. Wanneer men vee moet
gaan houden kost dit vrij grote investeringen, die
KONINKLIJK KWEEKBEDRIJF
EN ZAADHANDEL
KAPELLE-BIEZELINGE
Veor ma-aiklavtr is het beste zaaizaad
LIMBURGSE MAASRLAVER
en
GENDRINGS LANDRAS.