Noord-Brabantsche Maatschappij van Landbouw OP DE EREGALERIJ. COOP. LANDBOUWVERENIGING SPRANG—CAPELLE. LANDBOUWBELANG DINTELOORD AFDELING ST. MICHIELSGESTEL—DINTHER. AFDELING ZEVENBERGEN. PROVINCIALE JONGERENORGANISATIE. KRING OOST- EN MIDDEN-BRABANT. ZEEUWSCH LANDBOUWBLAD 25-jarig dienstverband. Op 1 Maart j.l. was het 25 jaar geleden, dat J. Rijnberg in dienst trad bij de familie A. L. Breure en Zn, te Dinteloord. Al die jaren heeft hij naar beste kunnen trouw zijn werkzaamheden verricht. Hetzelfde geldt voor Joh. Verhagen, die per 1 Maart j.l. eveneens 25 jaar onafgebroken werk zaam is geweest op het bedrijf van de heer A. J. Maris (v/h familie A. J. Bom) te Dinteloord. In beide gevallen is sprake van een wederzijds goede verstandhouding tussen werkgever en werknemer en van een zich verbonden weten met het bedrijf, waarop men werkzaam is. Gaarne willen wij ook langs deze weg onze gelukwensen aanbieden bij dit jubileum. Ee ere-getuigschrift als blijk van waar dering werd intussen aan beide jubilarissen uit gereikt. Op Vrijdag 12 Maart a.s. zal een ledenvergade ring worden gehouden in café ,,'t Bruggetje" te VrijhoeveCapelle. Aanvang half acht. Naast behandeling van enkele huishoudelijke punten zal dejieer Korteweg een causerie houden over: Wat wil de N.B.M.L.? Voorts zullen verschillende interessante films worden vertoond, waaronder de mooie film van de Ned. Heidemij: „Langs ongebaande klingen". Gaarne wordt op aller aanwezigheid gerekend. De^dministateur, J. DEN HOLLANDER. Algemene vergadering op Dinsdag 9 Maart a.s., des nam. 8 uur in Hotel ,De Beurs" te Dinteloord. Na behandeling der huishoudelijke punten zal door de heer C. M. F. Bom te Colijnsplaat een lezing met film worden gehouden over zijn reis naar Rho desia van de E.N.C.K. Vlaardingen. De Afdeling St. Michielsgestel--Dinther der N.B.M.L. houdt op Donderdag 11 Maart a.s., des nam. 2 uur in Hotel ,.De Linden" te Dinther een ledenvergadering. De heer Korteweg, secretaris der N.B.M.L., zal een inleiding houden over ver schillende vraagstukken i.v.m. de bestaansmogelijk heid van onze, zandbedrijven. Deze vergadering is verder als een praatmiddag bedoeld, waarbij ruim schoots gelegenheid zal zijn voor onderlinge gedach tenwisseling. Op aller opkomst wordt gerekend. Namens het Bestuur, A. DE VETTE, Voorzitter. C. GAAKEER, Secretaris. Op 25 Februari j.l. hield de, Afdeling Zevenber gen haar jaarvergadering in café Den Ouden. Na het openingswoord van de voorzitter, de heer A. de Lint en de behandeling van enkele ingekomen stukken, bracht de secretaris het jaarverslag en financieel verslag uit. De kascommissie rappor teerde^ vervolgens, dat boeken en bescheiden in orde waren bevonden. Bij de bestuursverkiezing, aftredend waren de heren A. de Lint en A. C. Korteweg Sr., werd de heer A. de Lint herkozen. Daar de heer A. C. Korteweg zijn plaats disponibel stelde voor een jongere kracht, werd gekozen de heer A. C. Korte weg Jr. Hierna werd een lezing gehouden door de Weled. Gestr. heer Ir. Kupers over: „Grondbewerking voor fijne zaden". Voornamelijk werd behandeld de bietenteelt. De spreker behandelde achtereenvolgens de ge sloten ligging van de grond, het ondiepe zaaibed, het gebruik van monogerm, gesegmenteerd, gecali- breerd en gepolijst bietenzaad en het zaaien met de precisie-zaaimachine. Voorts het machinaal dunnen der bieten, plant en rijafstand en de chemische bestrijding der on kruiden vóór en na het zaaien der bieten en de bestrijding van ritnaalden. Na een leerzame gedachtenwisseling over dit onderwerp werd vervolgens gesproken over het houden van een cursus voor chemigche onkruid- bestrijding; een twintigtal cursisten gaf zich op bij de secretaris. Door Ir Kupers werd volle mede werking toegezegd om deze cursus te geven. Hier na volgde sluiting van deze goedgeslaagde en leer zame vergadering. ALGEM. VERGADERING TE STEENBERGEN. De zaal van „Concordia" te Steenbergen was op 23 Februari j.l. geheel gevuld, toen de voorzitter de heer A. Munters omstreeks half drie in zijn openingswoord allen hartelijk welkom heette. Spre ker memoreerde hierbij de watersnoot!, waardoor ook het werk van de Jongerenorganisatie terugslag ondervond. Gelukkig kwam geen der leden hierbij om en kon al spoedig ook het verenigingswerk worden aangepakt. Spreker wees voorts op de noodzaak van saamhorigheidsgevoel; wij allen kunnen en moeten samenwerken in onze organi satie, waarbij ieders principe wordt geëerbiedigd. Docrr de secretaris, de heer G. de Jager, werd hierna het jaarverslag uitgebracht. Een algemene vergadering werd te Lage Zwaluwe gehouden, met daaraan verbonden een boottocht door de Bies- bosch. Te Werkendam werd een ontwikkelingsdag gehouden en te Raamsdonk een kaderdag. Van de P. J. G.-Utrecht werd een financiële bij drage i.v.m. de ramp ontvangen, welke, zeer op prijs werd gesteld. Een ontwerp voor een vlag is intussen klaar gekomen, zodat deze binnenkort zal kunnen worden getoond. Hierna volgde het jaarverslag van de penning meester de heer G. Knaap. De heer Sneep, ere voorzitter der N.B.M.L. kreeg hierna gelegenheid om zijn waardering uit te spreken voor het werk dat door de jongeren wordt verricht, waarbij zij zich bekwamen voor de taak, die hun wacht-ook in onze N.B.M.L. Vervolgens kreeg de, spreker van deze middag de heer A. van den Hoek. Prov. Voedselcommissaris voor Zuid- en Noord-Holland het woord over: ,.De economische en culturele betekenis van de boerenstand". Spreker begon met de culturele betekenis, die zeker niet minder belangrijk is dan de economische en schetste hoe de boer de eeuwen door steeds in het zweet zijns aanschijns zijn brood heeft moeten verdienen. Hij is de producent van de levensmiddelen voor de bevolking, waarvan de consequentie is, dat de prijzen hiervan nooit abnormaal hoog zullen kun nen zijn, daar het. hier de eerste levensbehoeften geldt. De boer leeft te midden van de natuur en weet zich afhankelijk van weersinvloeden en diverse risico's. Op al zijn werken en zwoegen kan alleen God de wasdom geven. In de gemeenschap echter voelt hij zich als boer vrij en zijn persoonlijkheid draagt iets in zich van het koning zijn op zijn eigen bedrijf. Zijn werken met de levende materie in de vrije natuur geeft hem een levensvervulling, die in vele andere beroepen niet wordt gevonden. Er zijn drie levensvoorwaarden, die voor de mens van groot belang zijn, om zijn persoonlijkheid ten volle te kunnen ontwikkelen. Allereerst de scheppingsdrang, voorts de zucht naar avonturen en de behoefte aan succes. De boer kan deze, voorwaarden in zijn bedrijf en werk vin den. Spreker schetste voorts het incasseringsver mogen van onze boerenbevolking, zoals dit o.a. zo sterk na de watersnood is gebleken. Wat kunstzin betreft vinden we bij onze boerenbevolking vele voorbeelden van toegepaste kunst. De practische zin van de boer leidde er toe om de kunst te ver werken in diverse gebruiksartikelen. Onze oude boerenwagens, klokken, kasten, melk gerei enz., getuigen hiervan. Al- te vaak echter verdwijnen deze van de boerderij naar de stad, wat zeer te betreuren is. Ons platteland is een stuk volkskracht, waaruit ook de stad wordt gevoed. Wat de economische betekenis betreft, ook deze wordt vaak nog onderschat. Onze plattelands bevolking maakt pl.m. 17 a 18 uit van onze totale bevolking. Niettemin is de landbouw een pijler van ons volksbestaan en levert een aandeel van 4045 van onze totale export. De agrarische invoer daartegenover bedraagt 2025 r/r van het totaal. De Ned. Landbouw is uitermate intensief en productief dank zij de kwaliteit van onze grond en van onze boeren. Per hoofd van onze bevolking is niet meer dan 23 are cultuurgrond beschikbaar. Niettemin zou ook zonder invoer ons land zichzelf redelijk kunnen voeden, althans zeker gedurende enige tijd. Spreker wees tenslotte op de grote verantwoor delijkheid die dit alles ons als boeren oplegt t.o.v. de samenleving, daarnaast echter past ons een ge zond standsbewustzijn en dienen wij ons van onze plaats en taak in onze samenleving bewust te zijn. Op deze interessante en met grote belangstelling gevolgde rede volgde een geanimeerde gedachten- wisseling, waaraan o.a. deelnamen mevr. De Jager en de heren Van Vuren, Bal en Barel. Hierbij kwam naar voren, dat ook de Marshall-hulp veel heeft bijgedragen tot het economisch herstel van onze landbouw. Wat betreft de mechanisatie en de hier voor benodigde brandstof is het zo, dat bij een e.t. geïsoleerd worden, onze aardolieproductie ruim schoots in de behoefte aan brandstof voor tractoren zal kunnen voorzien. Meer moeilijkheid zou ople veren de voorziening van onderdelen, die meren deels uit het buitenland moeten worden betrokken. BOERENSTRIJD. Na de pauze was het hoogtepunt van de avond de opvoering van het toneelstuk „Boerenstrijd" door een toneelgroep van de jonge landbouwers te Zevenbergen. Dit stuk vertolkte de strijd om het bestaan van een boerengezin, dat zich door hard werken een bedrijf wist op te bouwen, doch in de crisisjaren door de hypotheekgever in grote moei lijkheden werd gebracht. Tussen vader en zoon rees een conflict, daar de zoon meer voor een ander beroep voelde en tenslotte het bedrijf verliet. Door de positie die hij tenslotte wist te bereiken was hij in staat om uiteindelijk zijn ouders weer te helpen en daarmee weer veel goed te maken. Dit mooie toneelstuk met vele spannende mo menten werd zeer goed gespeeld en viel dan ook zeer in de smaak. Het-ensemble „Polyhymnia" onder leiding van de heer A. J. de Bruin, zorgde deze avond voor muzikale afwisseling, welke eveneens op hoog peil stond. De voorzitter kon dan ook met recht van een goed geslaagde dag spreken, toen hij omstreeks half elf met een woord van dank voor aller mede werking deze ledenvergadering sloot. Op Donderdag 25 Februari j.l. hield de kring Oost- en Midden-Brabant der N.B.M.L. weer een kringvergadering te Eindhoven, waar enkele voor onze, zandbedrijven zeer belangrijke onderwerpen aan de orde werden gesteld. De Directeur van de Gezondheidsdienst voor Dieren Dr J. Kirch sprak over de stand van zaken bij: ,,De Rundertuberculosebestrijding" in onze provincie, een onderwerp, dat reeds op de te Breda gehouden algemene vergadering werd behandeld, doch dat vooral ook voor onze gemeng de bedrijven op de zandgronden van zodanig be lang is, dat dit ook hier weer op de agenda was geplaatst. Dr Kirch schetste de ontwikkeling van de gehele bestrijding van deze gevreesde veeziekte vanaf het begin. Het systeem-Poels, het -systeem-Ostertag en de huidige wijze van bestrijding passeerden ach tereenvolgens de revue. In Mei 1951 werd met het: 5-jarenplan gestart, waarbij de verwachtingen ten aanzien van de binnen deze termijn te behalen resultaten niet al te hoog waren gestemd. Noord- Brabant immers telde het grootst aantal besmette bedrijven. Mede echter dank zij de medewerking van de veehouders is thans na nog geen drie jaar werken reeds een groot deel van onze bedrijven t.b.c.-vrij gemaakt (ruim 78 Aan de hand van grafieken gaf spreker een overzicht van de behaalde resul taten, voor een en ander mogen wij verwijzen naar het desbetreffend verslag Van de algemene vergade ring te Breda. Aan de hierop volgende gedachtenwisseling werd o.a. deelgenomen door de heren Vink, Eikelenboom, Van Liere, De Bruin, De Bie, De Vette, Van der Weels, Kramer en De Vos. Hierbij kwam o.a. aan de orde de uitbetaling der geleverde reageerders. Nu steeds meer bedrijven vrij worden, moeten in korte tijd grote bedragen worden uitbetaald (in 10 weken tijds b.v. ruim ƒ1.237.000). Bovendien moet de Rijksaccountants dienst alles controleren. Door het vele werk kun nen de betalingen soms wel eens wat worden ver laat. In dit verband werd opgemerkt, dat vele veehouders thans behoorlijke bedragen ineens krij gen uitbetaald. Dit zou fiscaal gezien beter over enkele jaren kunnen worden verdeeld. Hier over zullen nadere inlichtingen worden ingewon nen. Spreker wees nog op een ingestelde arbitrage commissie, die bij e.t. geschillen, b.v. met de han delaar, kan worden ingeschakeld. Na de middagpauze was het woord aan Drs Rei- neveld, wetenschappelijk medewerker van de afdeling Streekonderzoek van het L.E.I. over het onderwerp: „Het Kleine-Boerenvraagstuk en het vraagstuk van ons agrarisch bevolkingsoverschot. Het z.g. kleine-boerenvraagstuk is niet een spe cifiek Nederlands probleem, daar verschillende West-Europese landen hiermee hebben te kampen, b.v. België, Zwitserland en West-Duitsland. Zelfs is dit een van de oorzaken, waardoor West-Europese integratie grote bezwaren oplevert. In'het rapport over het kleine boerenvraagstuk van Dr Ir Maris zijn hierover veel gegevens ver zameld. De kleine bedrijven zijn meestal het meest intensief en de arbeidsbehoefte is hier dan ook het grootst. Door de geringe oppervlakte is er echter vaak een arbeidsoverschot, wat o.a. met grafieken werd aangetoond. De arbeidsprestatie in standaarduren omgerekend is b.v. per volwassen arbeider op een bedrijf van 13 ha 1288 standaarduren en op een bedrijf van 30 ha 3738 standaarduren. (Zie verder bladzijde 167),

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1954 | | pagina 13