UIT DE
PROVINCIE
ZEEUWSCH LANDBOUWBLAD
13 Februari.
WEST ZEEUWSVLAANDEREN.
De vorst, welke kort maar zeer
hevig was, is weer voorbij. We kun
nen nu de balans opmaken van het
geen wel of niet bevroren is. Dan
komt er bij iedereen wel wat voor op
de lijst van bevroren goederen. Bij de
een minder, bij de ander meer. Op
sommige bedrijven zijn alle kuil-aard-
appels en -bieten bevroren, hetgeen
niet alleen een heel ongerief is, maar
ook een behoorlijke financiële strop.
Nu is het nakaarten niet moeilijk,
maar een goed dik winterdek van
grond op de kuilen is toch te allen
tijde gewenst, ook al moeten b.v. de
aardappels eens een keer meer om
geschept worden.
De tarwe en het koolzaad laten zich
niet slecht zien; het raapzaad staat
zwak, terwijl de lucerne en klaver
nog niet goed te beoordelen zijn,
maar wellicht later zullen ontwikke
len dan normaal. Dit is eveneens het
geval met de weiden.
De hengstenkeuringen zijn voorbij.
We zagen een goede Zeeuws-Vlaam-
se kampioen, maar daarnaast ook
vele paarden die dermate in conditie
achteruitgegaan waren, dat we goed
moesten kijken om daarin de goed
voorgebrachte paarden van de keu
ringen van vóór 14 dagen terug te
kennen.
Nu is het wel zo, dat de show ook
bij dergelijke gebeurtenissen niet
achterwege mag blijven. Maar het
lijkt me toch zeer ongewenst, om een
hengst dan weer abnormaal aan te
vetten om daarna weer af te laten
vallen tot de normale proporties. In
beide gevallen gaat dit absoluut ten
koste van de vruchtbaarheid der die
ren. Het beste is wel om de paarden
steeds in goede conditie te houden.
Het .geeft een betrouwbare indruk,
als men, op welke tijd ook, op derge
lijke stallen komt. En het voorkomt
teleurstelling bij aapkoop en wat dies
meer zii.
Als tweede opmerking als bezoe
ker, kreeg ik de indruk dat de grote
maat hengsten iets aan belangstel
ling heeft ingeboet. Zou dit het ge
volg zijn van de stemmen welke op
gaan om ook de lichtere typen een
kans te geven op de zandgronden
e.d.?
Al met al kunnen we terugzien op
een mooie en druk bezochte Centrale
Keuring te Goes.
De meeste afdelingen der Z. L. M.
hebben hun jaarvergadering gehad.
Naast het werkzaam aandeel van alg.
voorzitter en secretarissen wordt er
op deze vergaderingen vooral de
noodzaak van een sterke standsorga
nisatie ingezien. Waarvoor men be
reid is een veertje te laten vallen,
terwijl verschillende afdelingen ook
direct contact opgenomen hebben met
de jongerenorganisatie. Hetgeen
eveneens van harte toegejuicht wordt.
15 Februari.
OOST ZEEUWS VLAANDEREN.
Wij willen nog eens terugkomen op
de arbeidsaangelegenheid. Terecht is
bij ondervinding gebleken, dat vaste
arbeiders niet in aanmerking komen
voor een uitkering door de W. en W.
Het is jammer dat de vaste arbeiders
wegens onderbreking van werk door
de vorst niet voor een uitkering in
aanmerking komen. De billijkheid
eiste dit alleen al ten opzichte van de
te betalen premie. Het is nu zo, dat
de werkgevers die nog de voorkeur
geven aan vaste arbeiders, regelmatig
over het loon voor de W. en W. kun
nen betalen maar nooit enig nut zien
van dat percentage. Premie betalen
voor vast personeel komt dus ten
goede aan hen die los werken.
Wat het los-vaste personeel betreft,
daar kan men nog al wat werk
nemers van betrekken, daar er velen
waren die tijdens de wintermaanden
voor een andere werkgever werk
doen. Terwijl deze gedurende 8
weken het werk onderbroken en bij
vorst overbruggingsuitkering uitbe
taald kregen. Deze overbruggings-
uitkering bestaat schijnbaar niet
meer. Alles is aangewezen op de W.
Van boerderij en organisatie
en W. Hierdoor komt het los-vast
dienstverband te verdwijnen.
Men komt dus alleen voor uitke
ring aan zijn arbeiders in aanmerking
door de volle premie te betalen. Dit
drijft in de richting naar het los-
personeel.
Wij zijn aangaande het los en vast
personeel eens gaan rekenen wat men
aan beide betaalt. Voor een vaste ar
beider hebben wij het brutoloon ge
steld op 3000. Wij nemen aan, dat
een flinke arbeider thans door ver
hoging van het uurloon op 93 cent
en hoogstwaarschijnlijk wordt het
met het nieuwe contract jaar meer
dan een gulden, het bedrag zoeven
genoemd, in 1954 wel zal kunnen
ontvangen. De gehele reeks van pro-
centsgewijze betaling aan de sociale
instelilngen zullen wij maar niet
neerschrijven.
De berekening is dus, dat men aan
een vaste arbeider (42 weken) 3000
betaald met een nasleep van so
ciale lasten, vacantie enz. van ƒ779,
samen dus 3779.
Een los-arbeider hebben wij bere
kend op 43 weken. Wij gaan van de
gedachte uit, dat deze werknemer de
maanden Januari en Februari in de
W. en W. gaat of bij werkbaar weer
naar een werkobject in de buurt. Het
loon bedraagt dus 43 weken 2480
de hogere sociale lasten voor W.
en W. dus b.v. 8,8 c/c van 786 is
samen ƒ3266. Het verschil bedraagt
dus 513. Over een aantal vaste ar
beiders wordt dit een bedrag dat zeer
zeker mee zal gaan tellen.
U zult ons toewerpen, hier zit wei
nig sociale gedachte ten opzichte van
het te houden vast personeel. Wij
zien graag vaste mensen op het be
drijf. Zowel voor werkgever als voor
werknemer is dit van groot belang.
Maar alle factoren schijnen tegen te
zijn. Vaste arbeiders, accoord, maar
dan moet het ook mogelijk gemaakt
worden.
Thans de vaste kern zo klein mo
gelijk, want niemand zal kunnen ver
langen dat in ons land, met de ver
doorgevoerde sociale wetgeving, die
zware lasten op het bedrijfsleven legt,
de werkgever individueel nog eens
een soort aanvulling zou moeten
geven.
16 Februari.
WALCHEREN.
Hoewel het nog niet met zekerheid
te zeggen valt, is het toch te vrezen
dat de weinig wintervaste tarweras-
sen als Minister, Staring en Alba er
deze winter maar slecht afkomen.
Het ras Heine's VII valt na de vorst
op door zijn meer groene kleur.
Waarschijnlijk zal dit ras deze stren
ge vorstperiode goed doorkomen.
Nu blijkt weer eens, dat goed win
tervaste rassen toch altijd de voor
keur verdienen boven de weinig win
tervaste. Vooral wanneer opbrengst
en kwaliteit vrijwel 'op één lijn liggen.
Wintervaste rassen helpen het risico
verminderen.
De vorst heeft ook danig huisge
houden in vele aardappel- en bieten-
kuilen. Men rekent de laatste jaren
bij het. afdekken niet meer met een
strenge winter, maar velen moeten
dit nu duur betalen. Vooral indien er
pootaardappelen bevroren zijn, kan
de schade aanzienlijk oplopen. Op
enkele bedrijven heeft men de bevro
ren voederbiet of mergkool ingekuild.
Dit is inderdaad de juiste methode
om de schade tot een minimum te
beperken, daar dit voer anders spoe
dig geheel waardeloos is.
Het grasland met zijn fris groene
kleur is nu één geelbruin dor veld
geworden en zal dit voorjaar extra
zorg vragen om een goede opbrengst
te kunnen geven.
Bij het opmaken van ons bouwplan,
wat nu wel vaste vormen zal hebben
aangenomen, hoort vanzelf ook een
weideplan.
Het weideplan is echter nog moei
lijker dan het bouwplan, omdat het
zich moet aanpassen aan de grasgroei
op een bepaald moment. Zodat regel
matig ons plan moet worden gewij
zigd. Als basis voor ons weideplan
moet de perceelsindeling zodanig zijn,
dat men per perceel ongeveer 5 are
grasland geeft per stuks grootvee.
Een groot aantal kleine percelen is
noodzakelijk voor het slagen van een
intensieve exploitatie.
De fosfaat- en kalivoorziening mag
niet verwaarloosd worden, omdat
fosfaat- en kali-arm grasland een
slechte open zode tot gevolg heeft
met grove grassen en weinig witte
klaver. De fosfaattoestand van het
verre grasland dat vaak gehooid
werd, is meestal bar slecht. Een voor-
raad-bemesting met slakkenmeel
tegen 1000 kg per ha kan op slecht
grasland wonderen doen.
Als stikstofbemesting op ons gras
land is een gift van 750 kg kalk-
ammonsalpeter per ha, in meerdere
malen te verstrekken, volkomen ver
antwoord.
Als belangrijke vergadering van de
Kring Walcheren zullen we de jaar
vergadering op Maandag 22 Jan. te
Middelburg zeker met zijn allen bij
wonen.
15 Februari.
NOORD-BE VELAND.
Wanneer het land op wintervoor
ligt en zo wacht op de tijd waarin
weer het uiterste van haar zal wor
den gevergd, doorvoelt de boer het
onder normale omstandigheden als
een genoegen, de oogst van het ver
gleden jaar met deze en gene te be
spreken. En de eerlijkheid, waarmee
men veelal met de cijfers uit het
eigen bedrijf voor de dag komt, pleit
er voor, dat men zijn beste krachten
gaf.
Nu worden de gesprekken rondom
dit onderwerp meestal geleid door
een zekere trots; vaak een trots in
gunstige zin, die staat in het teken
van het mogen zaaien en oogsten,
soms helaas ook door een trots, die
minder waardering verdient. Daar
liggen de verschillende afrekeningen
als zelf gebouwde Babeltjes in de
schuif la; het eenvoudige mogen heeft
daar plaats moeten ruimen voor een
harde duim-achter-de-vest-mentaliteit.
Het is in deze rubriek evenwel niet
de gewoonte, wegen van moralistisch
plaveisel te bewandelen en daarom
keren we tot ons uitgangspunt terug.
Een ieder nu zal zich een beeld
hebben gevormd omtrent het op
brengstniveau van de verschillende
gewassen op Noord-Beveland over
het afgelopen jaar. Voor de meeste
gewassen blijft dit ook maar een ge
schat beeld, omdat het schier onmo
gelijk is na te vorsen, hoeveel van
een bepaald gewas hier werd gepro
duceerd. Al mag dan (op grond van
de Mei-inventarisatie) het aantal ha's
beteeld met dat géwas, ook bekend
zijn.
Ongetwijfeld maakt het gewas sui
kerbieten hierop een gunstige uitzon
dering. Moeilijk is het immers niet
het op dit eiland geproduceerde
kwantum suikerbieten te vinden, om
dat op de verschillende kaden wel be
kend is, hoeveel bieten daar werden
verscheept en waarheen.
LVerkrijgbaar biji Jtbo.DepfiU, _V«rdugt. Agenten »n Plaatselijk» Coöperaties.
Het bleek nu, dat in 1953 52.500
ton suikerbieten het eiland verlieten,
terwijl 1.040 ha (waaronder 80 ha op
overstroomde grond) met dit gewas
werd beteeld. Dit komt neer op een
gemiddelde productie van 50.490
kg/ha. (Er dient rekening mee wor
den gehouden, dat dit opbrengstcijfer
gedrukt is door de opbrengsten ver
kregen op overstroomde grond).
Ook kunnen we enig inzicht ver
schaffen in het suikergehalte over
het afgelopen jaar.
Van tien bedrijven, waar in totaal
120 ha bieten werden verbouwd, was
het gemiddelde suikergehalte 16.52
procent. Nemen we dit percentage
aan als het Noord-Bevelands gemid
delde, dan berekenen we een gemid
delde suikeropbrengst per ha van
8.337 kg; Noord-Beveland zou dan
8.674 ton suiker hebben geleverd.
THOLEN EN ST. PHILIPS LAND.
Waar vele collega's boeren reeds
dagen naar verlangd hebben is deze
week begonnen, n.l. de dooi. De
strenge, vrij lange vorstperiode, heeft
meerderen overvallen, vooral wat de
strengheid betreft.
Naar wij vernemen, hebben velen
nogal schade aan aardappelen en voe
derbieten. De aanvankelijk zachte
winter heeft er toe bijgedragen, dat
de aardappels in de hopen veel schot
vertonen. Met het gevolg, dat men
deze in Januari ging omzetten. Deze
kuilen waren nauwelijks gedekt toen
koning winter in alle hevigheid toe
sloeg.
Het laat zich aanzien, dat de schade
aan de wintertarwe mee gaat vallen,
ook in de „zoute" grond. Het gun
stige weer van de laatste dagen
draagt hier zeker toe bij. De tarwe
wordt weer al groener, zodat gerecht
vaardigd optimisme o.i. verantwoord
is. De laat gezaaide percelen hebben
het o.i. het moeilijkst, en voor wat
het rassensortiment betreft, hebben
wij de meeste vrees voor de Minister-
tarwe. De Heine's doet het wel het
beste. De tarwe in de „zoute" grond
had veel last van gerst-opslag. Deze
gerst-opslag zal nu wel spoedig op
geruimd zijn, tenminste dat verwach
ten wij. Anderen daarentegen zijn in
deze wel andere meningen toegedaan.
De laatste weken zijn belangrijke
weken geweest voor de hengstenfok-
kerij en hengstenhouders. De ver
plichte keuringen voor dekhengsten
hebben ook in ons district weer hun
slachtoffers geëist.
Thans heeft ons district slechts één
dekhengst disponibel, alhoewel er
hier zeker weer bij zullen komen.
Deze ene sloeg op de Centrale Keu
ring een goed figuur.
Ondanks de steeds toenemende me
chanisatie blijkt er toch ook op onze
beide schiereilanden nog een behoor
lijke belangstelling voor het trek
paard. Voor de vergadering van de
K. V. N. T. in Tholen was een rede
lijke belangstelling.
De opkomst was in ieder geval
beter dan die bij de vergadering van
de Keuringsdienst Zeeland. Toch
was ook deze laatste bijeenkomst niet
minder belangrijk. Er werden pun
ten aan de orde gesteld die voor
iedere deelnemer aan de gewassen-
keuring van veel belang zijn. Zelfs
ook voor de niet-deelnemers werd er
heel wat belangwekkends behandeld.
Het voornaamste punt was wel de
na-contröle van het pootgoed dat in
1953 is verbouwd. Eigenlijk is het
woord na-contröle o.i. iets ongeluk
kig gekozen. Beter lijkt ons de betite
ling vóór-contröle. Men onderzoekt
immers de gezondheidstoestand van
het pootgoed (aardappels) voor het
komende oogstjaar.
Over het algemeen kunnen we over
de gezondheidstoestand van het Bin
tje gerust zijn, en ook we] in de an
dere vroege aardappelrassen. Wat
de late rassen, zoals Furore en Alpha
betreft, ziet het er minder rooskleu
rig uit.
De pootgoedtelers zullen zich bij
deze rassen voor moeten bereiden op
tegenvallers; Opk de consumptie-
telers raden we aan vooral goed ge
klasseerd pootgoed uit te planten.