Uit en voor de polder On«ï eravafs Hilleshog TUINBOUW Zaait Hilleshög Bietenverbouw op geïnundeerde gronden PLUIMVEETEELT OPFOK DER KUIKENS 1953-1954 SO 2ËÈt\VSCH LANDBOUWBLAD WEL OF GEEN WINTERBESPUITING In het vorig artikel hebben we nagegaan de vóór- en nadelen van een winterbespuiting. Ditmaal zul len we deze eens tegen elkaar afwegen, in het ge val, dat we géén winter bes tr ij ding uitvoeren. Hetgeen we onder de nadelen van een winterbe spuiting kunnen rangschikken, zouden we gevoege lijk als voordelen kunnen rekenen, indien we geen winterbespuiting toepassen. In zijn geheel klopt dit echter niet. Wanneer we de, betrekkelijk dure, winterbespui ting achterwege laten, moeten we deze dus vervan gen door een parathion-bespuiting. Eén der voor delen hiervan, volgens mij een zeer belangrijke, is, dat we deze kunnen combineren met een schurft- bestrijdingsmiddel. Tijdens de eerste voorbloeibespuiting treffen we meestal nog geen insecten aan van betekenis; an ders is dit gesteld met de tweede voorbloeibespui ting. Zeer vaak kunnen we dan reeds de eerste spintlarven aantreffen, alsmede bladluizen en want sen. Door het combineren van het schurftmiddel met parathion ruimen we meteen de genoemde vroegelingen op. Een derde voordeel is, of een gemakkelijke bijkomstigheid zeer zeker, dat para thion, evenals de fungiciden, vernevelbaar is. Nu de nadelen: Een der belangrijkste is wel de korte werkingsduur van Parathion. Bij goede weersomstandigheden kan men de werking van Parathion stellen op 4 ten hoogste 5 dagen. Het is echter een bekend feit, dat veel soorten middelen een kortere werkingsduur vertonen, wanneer ze met een ander middel worden gemengd. Dit is óók het geval met Parathion. Hiermede moeten we dus terdege rekening houden. Het is m.i. een doorslag gevend nadeel, omdat men, wat betreft de weers omstandigheden, in het voorjaar grote risico loopt, dat deze ongunstig zijn voor het spuiten met Para thion. Wanneer de weersomstandigheden gunstig zijn voor het verspuiten van schurftbestrijdingsmidde- len, zijn deze nog niet geschikt voor Parathion. Daar de bespuitingen steeds in een korte periode moeten plaats hebben, is het risico groot, dat we door genoemde omstandigheden minder goede be- strijdingsresultaten zullen boeken. Dit betreft dan insecten als luizen en wantsen, alsmede de spint- larven en mijten van de perepokziekte, terwijl we in het geheel geen bestrijding hebben van korst mossen en wieren. Een ander nadeel is, dat de diverse insecten niet gelijktijdig uit de eieren komen. Hierdoor ontstaat de mogelijkheid dat we wel eens te lang moeten wachten, vóórdat we met resultaat kunnen spuiten. Soms dienen we een tweede bespuiting in te las sen, hetgeen extra, kosten meebrengt. Als laatste nadeel van Parathion wil ik nemen de grote giftigheid, in tegenstelling tot de winter- bestrijdingsmiddelen, die voor het overgrote deel niet gevaarlijk zijn voor mens of dier. Wanneer we de weegschaal nu eens bekijken, Man valt het ons toch wel op, dat de nadelen zeer zwaar ovrhellen t.o.v. de voordelen. Gezien de vele genoemde factoren is het dan ook alleszins verant woord om een winterbestrijding toe te passen. Volgens mijn mening is dit niet strikt noodzake lijk, dit hangt af van de toestand waarin het be treffende bedrijf verkeert. Iedere fruitkweker zal voor zich zelf moeten uitmaken of een winterbe spuiting al of niet economisch is verantwoord. Wanneer men 2 a 3 jaar achtereen een winter bestrijding heeft uitgevoerd, kan het best zijn, dat men deze eens een keer overslaat, m.i. is dit geen bezwaar. Uit diverse literatuur is wel komen vast te staan, dat men ook niet te eenzijdig moet spuiten. Het is wel gebleken dat verschillende insecten immuun werden voor een zeker bestrijdingsmiddel. Daarom is het goed om in het bedrijf regelmatig van bestrijdingsmiddel te wisselen. Bij de winter bestrijding komen hiervoor in aanmerking: V.B.C., D.N.C. teeroliën etn D.N.C. minerale olie, terwijl Door het uitspoelen van de kali en het daardoor naar verhouding te hoge percentage stikstof in die gronden, zullen de bieten zeer moeilijk rijp worden. Voor de structuur van die gronden is het echter noodzakelijk, dat de bieten vroeg van het land zijn. Profiteert daarom van de voordelen der variëteit. ft Vroeg rijp. ft Hoge suikeropbrengst, ft Veel loof, dus snelle grondbedekking. ft De gemakkelijkst rooibare biet door haar gladde, gave vorm met weinig tarra. we dan de Parathion kunnen laten invallen wan neer we de winterbestrijding overslaan. Wat betreft de vernevelbaarheid van de winter- bestrijdingsmiddelen, weten we dat de resultaten hiervan maar zeer matig waren. Hierin is veran dering gekomen doordat er goed vernevelbare D. N. C.-producten in de handel verkrijgbaar zijn. Van V. B. C. is bekend dat ze goed vernevelbaar is, doch de kans op beschadiging is groot, vandaar dat men beter doet geen dergelijk experiment te ondernemen. Voor menig fruitkweker is de bestrijding van spint nog altijd een probleem. Bestaat er nu ook een kans om tijdens 't voorjaarsseizoen het spint te bestrijden, met een middel dat goedkoper is dan de ons bekende minerale olie. We weten allemaal dat de prijs van dit product zodanig hoog is, dat het gebruik ervan zich beperkte tot een enkel geval. Met de Anti-spintolie is nu echter een product op de markt verschenen dat de mogelijkheden voor een goede bestrijding van de wintereieren veel groter maakt. Men verspuit dit middel in een con centratie van 1 op het moment dat de eieren staan om uit te komen. Een groot voordeel van deze Anti-spintolie is, dat ze gemengd kan worden met schurftbestrijdingsmiddelen. De resultaten met dit middel waren zeer, bevredigend, echter dient men dit middel te spuiten, daar het ver nevelen van dit product niet de volle bevrediging gaf. R. A. ADGEVER. MELK- EN ZUIVELVAKONDEftWMS. De Zeeuwse melkfederaties zullen ook dit jaar weer cursussen voor het onbeperkte vakdiploma voor handelaren in melk, melkproducten, marga rine en eieren, alsmede voor het beperkte vak diploma voor handelaren in verpakte melkproduc ten, margarine en eieren, organiseren. Voor het laatste diploma behoeft men niet zoveel vakken te bestuderen. De minimum-leeftijd der leerlingen bedraagt 17 jaar. Het cursusgeld be draagt 5 per maand, alles inbegrepen. Zo mogelijk worden de cursussen in verschillen de delen van Zeeland gegeven. Men kan zich opgeven: Londense kaai 27, Mid delburg. JUBILEUM MEJ. L. A. M. VAN KALMTHOUT. Op Dinsdag 2 Februari 1954 zal het 25 jaar ge leden zijn, dat mej. L. A. M. van Kalmthout in- dienst trad als administratief-ambtenaar aan de Rijkslandbouwwinterschool te Goes. Gedurende deze tijd was zij werkzaam onder lei ding van de vroegere directeuren der school, wijlen de heren Ir Stevens en Ir Droogendijk, alsmede onder de tegenwoordige Directeur. Haar werk zaamheden omvatten zowel de administratie voor de school alsmede die voor de Rijkslandbouwvoor- lichtingsdienst, de dienst der Rijkswerkverschaf fing en de dienst der kleine boeren. Het zal de jubilaresse op a.s. Dinsdag zeker niet aan belangstelling ontbreken. Nu de tijd weer is aangebroken, dat de. broed machines gaan draaien, gaan de pluimveehouders er over denken, om hun kuikens te bestellen. Ik geloof, dat er ook weer velen toe zullen overgaan hun kuikens vroeg te bestellen. Gaarne zou ik U enige wenken geven, die kun nen leiden tot een goede opfok der kuikens en dus ook tot het opkweken van goede, jonge hennen. HET AANTAL KUIKENS. Bestel nooit meer kuikens dan op Uw bedrijf be hoorlijk gehuisvest kunnen worden. Ten hoogste 15 ongesext of 7 gesexte kuikens per m2 bodem oppervlakte. De eerste tijd als de kuikens op Uw bedrijf zijn, is er meestal ruimte genoeg (hoewel er eigenlijk nog te veel in een kleine ruimte worden opgefokt. De kuikens zijn dan nog klein en vragen niet zoveel ruimte. Veel pluimveehouders houden echter bij de bestelling er geen rekening mee, dat kuikens na 3 a 4 weken al meer ruimte nodig hebben en dat bij jonge hennen van 2 maanden gerekend moet worden op een bodemoppervlakte van 4 hennen per m2. Laat nooit teveel jonge hennen bij elkaar, daar dit de ontwikkeling tegenhoudt. De koppel wordt ongelijk en blijft te bleek. Ook is de kans op ziekte veel groter. De jonge dieren zijn de toekomst van het bedrijf. Aan goede jonge hennen is te verdie nen. Een verbroeide zieke koppel kost veel geld. DE VERWARMING. Werden vóór enkele jaren de meeste kuikens opgefokt bij een kolenkachel, de laatste jaren is men op een enkele uitzondering na, overgegaan tot een electrische kunstmoeder of op de kunst moeder met butagas-verwarming. De kachelkunst- mceder heeft echter grote voordelen, vooral in de winter en vroeg in het voorjaar. Met koud en nat weer wordt met de kachel het gehele hok ver warmd, wat ook nodig is en de vloerbedekking blijft veel droger. Is het in het hok te koud, dan komen de kuikens veel te weinig in beweging. Ze komen wel eventjes onder de kap vandaan om wat voer op te nemen en te drinken, maar zitten ver der bijna de gehele dag onder de kap van de kunst moeder. Beschikt men over een groot opfokhuis, waarin verschillende koppels zijn ondergebracht, dan is het goed hier een flinke kolenkachel in te plaatsen, die het gehele opfokhuis wat verwarmt. Ook in kleine opfokhuizen, waar maar 1 koppel is onder gebracht, is het bij koud weer goed een kolen kachel bij te plaatsen. De electrische kunstmoeder of kunstmoeder met butagas-verwarming moet dan de kuikens verwarmen, terwijl de kolenkachel de gehele ruimte verwarmt. De beste thermometer in een opfokhuis zijn de kuikens zelf. Zie goed of de kuikens zich behaag lijk voelen en overdag voortdurend onder de kap uitkomen, 's Avonds moeten ze verspreid onder de kap liggen; piepen de kuikens en kruipen ze op hoopjes tegen elkaar, dan is het te koud. Neem dan direct maatregelen voor het te laat is. Van de electrische kunstmoeders voldoen de kunstmoeders met element-verwarming, zoals bijv. de Verapp, zeer goed. Tevens hebben we dan een goed overzicht over de kuikens. I-Iet aanbrengen van een kartonnen rand voor de grondtocht, is gewenst. VOEDING EN HUISVESTING. Geef de eerste dagen aan de kuikens geen koud, maar lauw water, daar anders voedingsstoornissen kunnen ontstaan. Zorg voor behoorlijk wat strooi sel als bodembedekking, teneinde te voorkomen, dat de kuikens zo met het lichaam op de beton- vloer komen te liggen. Speciaal geldt dit als het opfokhok een hele winter heeft leeggestaan en de betonvloer dan vaak nat en koud is. Het is dan gewenst eerst dikke papieren zakken op de beton vloer te leggen, waarop een dikke laag strooisel. Het optrekken van koude en vocht wordt hierdoor wat tegengegaan. Door tocht en een koude vloer kan bij de kuikens longontsteking ontstaan. Zijn de kuikens 3 a 4 weken oud, dan behoren ze op de beun te zitten. Het gemakkelijkste krijgt men ze daartoe, indien de kunstmoeder boven de beun ge hangen wordt. De kuikens zoeken de verwar ming op en komen dan vanzelf op de beun te recht. Men moet zorgen, dat de kuikens op de beun niet te veel in een hoek op elkaar dringen. Hier door kan verbroeien optreden, waardoor coccidiose kan optreden. Op een leeftijd van 5 a 6 weken behoren de hen nen op de stokken te zitten (men neme daarvoor niet te smale zitstokken, 5 a 6 cm mogen die wel breed zijn, zodat de gehele voet er op rust). De stokken mogen niet te dicht bij elkaar liggen, maar zo,, dat er voldoende ruimte tussen de hennen blijft. Aanvankelijk plaatst men de zitstokken laag boven de beun, daarna steeds wat hoger. De hennen krijgen, bij het vlug leren stokken en bij goede ven tilatie in de hokken een goede kleur en worden beter afgehard. Een hen moet flink groeien en zich ontwikkelen. Ze kunnen echter ook te hard groeien, waardoor ze te slap blijven. Daarom moet men de groei van jonge hennen niet forceren met veel eiwitrijk meelvoeder, men voere flink wat goed graan bij. Als Uw hennen regelmatig krachtig uitgroeien en mede door goede ventilatie behoorlijk of gehard aan de leg gaan, zullen ze een - lange periode veel eieren kunnen produceren. Bij te snel uitgegroeide hennen zien we vaak in het begin van de legperiode een terugslag. Men ziet enkele hennen, die enkele eieren leggen, weer op houden met de productie. Er komen enkele uit vallers voor. Bovengenoemd verschijnsel behoeft niet altijd door een geforceerde groei veroorzaakt te worden. Er kunnen ook andere oorzaken in het spel zijn. Na 8 weken behoren de jonge hennen tot de legrijpe leftijd in koloniehokjes gehuisvest te wor den. Voor een goede opfok zijn deze koloniehokjes onmisbaar. Tekeningen van hokken, voederbakken, kolonie hokjes, enz. zijn op aanvraag gratis bij de Rijks voorlichtingsdienst voor de Pluimveeteelt verkrijg baar. Assistent Rijksvoorlichtingsdienst v. d. Pluimveeteelt, J. WISSE. I--J

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1954 | | pagina 8