Bedrijfseconomie
Rad
io
DE TEELT VAN BROUWGERST
B
79
KORTE DERICHTEN
Gras- en Klaverzaden
en Pootaardappelen
GEBRs DE iONGH
GOES
ZEËUWSCfl LANDBOtWËtAD
IX.
DE KOSTEN VAN GROND- EN HULPSTOFFEN.
(Vervolg.)
Een vorige maal handelden we over het verbruik
van grond- en hulpstoffen, speciaal wat de hoeveel
heden betreft. Thans willen we op de waarde let
ten en dus de prijsbepaling bespreken.
De hoeveelheid der verbruikte grond- en hulp
stoffen en de prijs van deze hoeveelheid vormen
de voortbrengingskosten. Hierbij komt nog de
rente over het in de voorraden vastgelegde ver
mogen, waaraan we verder in deze schets geen
aandacht willen schenken.
In de vorige schets hebben we besproken, welke
voorraad in de kostprijsberekening moet worden
opgenomen, nu willen we de vraag onder het oog
zien welke prijs in aanmerking moet worden ge
nomen. In de periode, waarin uitsluitend met his
torische uitgaafprijs werd gerekend, werd zonder
meer genomen de prijs, welke men betaald had.
Uit voorgaande schetsen is de lezer reeds gebleken,
dat dit standpunt bedrijfseconomisch niet te hand
haven is. De aanhangers van deze mening vormen
een uitgestorven familie.
Momenteel vormen de aanhangers van de ver
vangingswaarde de overgrote meerderheid.
De prijs, waarvoor de grondstoffen in de kost
prijs moeten worden ingecalculeerd, is de vervan-
gingsprijs waarvoor de grondstoffen op de Inkoop-
markt kunnen worden ingekocht op het moment
van de ruil.
Nu zijn er t.a.v. dit ruilmoment, in verband met
de aanvang der productie, drie mogelijkheden:
,a. ruilmoment en productie-aanvang vallen sa
men;
b. het ruilmoment valt na de productie-aanvang;
c. het ruilmoment valt vóór de productie-aan
vang.
In geval a. bestaat er geen verschil tussen de
uitgaafprijs en de vervangingsprijs, in de gevallen
b. en c. wèl.
Geval a. onderstelt dus aanschaffing der grond
stoffen op het ruilmoment van de daarmee gepro
duceerde goederen. Dit is meer uitzondering als
regel. Immers in dit geval moeten in het geheel
geen voorraden grondstoffen worden gehouden.
Voorbeelden hiervan vinden we in de scheeps-
böuwnijverheid en ook.wel in de papiergroothan
del (Limperg).
In de beide andere gevallen zal wel zeer zelden
de prijs bij aankoop der grondstoffen gelijk zijn
aan de prijs (van die grondstoffen) op het moment,
waarop het gerede product v/ordt geruild. Alleen
bij volkomen stabiele grondstoffenprijzen zouden
zich geen verschillen voordoen.
Overigens leidt de voorraadvorming tot prijsver
schillen. Het risico voor de productie-onderneming
is vooral gelegen in de prijsdaling op de grondstof-
fenmarkt. Immers in dat geval heeft men de voor
raad te vroeg gekocht. Indien men geen voorraad
gehouden had zou de inkoop aan lagere prijs moge
lijk zijn geweest. De onderneming leidt dus een
voorraadverlies. Dit geldt niet alleen in de indus
trie, maar ook in de land- en tuinbouw. De melk
veehouder, die de prijs van zijn krachtvoeder ziet
dalen, en de fruitkweker bij een dalende prijs der
bestrijdingsmiddelen verkeren in precies hetzelfde
geval. Hun verlies wordt bepaald door het verschil
tussen uitgaafprijs- en vervangingsprijs.
Heeft de consumptiemelker 1500 kg krachtvoeder
gekocht voor 500 en is de vervangingsprijs 400,
dan lijdt hij een verlies van 100. De voorraad
vorming was dus nadelig. Over de gevolgen van
een prijsstijging willen we hieronder nog nader
handelen.
Eerst willen we nu nog een nadere beschouwing
aan de voorraad wijden.
We zijn geneigd, als we over voorraad spreken,
aan de in magazijn opgeslagen voorraad te denken.
Stellig is deze aanwezige voorraad belangrijk,
maar er is meer. We denken hier speciaal aan het
industriële productieproces. Naast deze aanwezige,
of ook wel technische voorraad genoemd, speelt
de economische voorraad een grote rol. Voor het
vraagstuk van de kostprijs is de economische voor
raad veel belangrijker dan de aanwezige voorraad.
We willen dit met een eenvoudig voorbeeld toe
lichten.
Een fabriek van veekoeken heeft een voorraad
Kjnzaad in haar magazijn van 10 ton. Verder is on
derweg een scheepslading van 15 ton en heeft de
fabriek gekocht op levering over 3 maanden 20 ton.
Aan een Coöperatieve Landbouwvereniging heeft
zij een partij koeken verkocht, waarvoor 18 ton
grondstof nodig is.
Hoe groot is nu de technische voorraad en hoe
groot de economische voorraad?
Technische vooraad in magazijn 10 ton
Aangekocht en onderweg 15
Te ontvangen over 3 maanden 20
45 ton
Verkocht (via te produceren koeken) 18
De laatste jaren werd in het Zuid-Westelijk klei
gebied bijna uitsluitend het gerstras Ralder ver
bouwd, dat zowel geschikt is voor brouwgerst als
voor voergerst. Inmiddels zijn een aantal nieuwe
rassen naar voren gekomen, die de aandacht vra
gen, n.l. Piroline, Agio, Herta en de 4-rijige Frisia.
Het ras Piroline brengt in het algemeen meer op
dan Balder, heeft een betere sortering, het afge
lopen jaar een iets lagere kiemkracht, doch is iets
slapper van stro. Deze eigenschappen houden in
dat Piroline voor voergerst zeker zo geschikt is als
Balder. Als brouwgerst heeft dit ras het voordeel
van een betere sortering, doch de brouwwaarde
wordt voorlopig door de brouwerijen iets lager ge
waardeerd dan die van Balder.
Het ras Herta, hetwelk duidelijk een hogere op
brengst geeft dan Balder, maar niet hoger dan
Piroline, is stijver van stro, echter niet geschikt
voor brouwgerst, zodat van een eventueel gunstige
brouwgerstmarkt totaal niet kan worden geprofi
teerd.
Ten opzichte van Balder is dit ras als voergerst
een verbetering, ten opzichte van Piroline echter
niet.
Het ras Agio is van geen belang, daar dit ras
niet meer opbrengt dan Balder en dus zeker min
der dan het voergerstras Herta.
Het ras Frisia, dat meer opbrengt dan Balder en
Herta, en in sommige jaren ook meer dan Piroline,
is niet geschikt voor brouwgerst, terwijl dit ras
evenmin als voergerst met Agio en Herta in prijs
kan coucurreren, omdwat dit ras zich in verband
met het slecht afdorsen van de kafnaalden minder
goed leent voor kippengerst. Ook de landbouw
kundige eigenschappen, afvallen van de aren etc.
zijn nadelig.
Het wordt voor de boer een rekensom afhanke
lijk van brouwgerstprijs en voergerstprijs, welk
ras hij gaat verbouwen.
Het Nationaal Comité voor Brouwgerst is van
mening, dat bij een normaal oogstjaar aan de teelt
van Balder en Piroline de voorkeur moet worden
18 ton
Verkocht (via te produceren koeken) 20
Economische voorraad (negatief) 2 ton
gegeven, aangezien deze rassen zowel voor brouw-
als voor voerdoeleinden kunnen worden afgezet.
Bij verbouw.van deze rassen kan dus zowel van een
gunstige brouwgerstmarkt als Van een gunstige
voergerstmarkt worden geprofiteerd.
Temeer zal aan de verbouw van Balder en Piro
line de voorkeur moeten worden gegeven, omdat
het Centraal Brouwerij Kantoor zich bereid heeft
verklaard voor raszuivere brouwgerst, welke als
zodanig wordt afgenomen, een kwaliteitstoeslag te
betalen van 3 boven de basis aankoopprijs. Door
deze toeslag wordt een eventuele mindere op
brengst van Balder en Piroline ten opzichte van
Herta in ieder geval gecompenseerd.
Daar Balder als brouwgerst het meest wordt ge
waardeerd, zal bovendien voor dit ras 0,25 per
100 kg meer worden betaald door het C.B.K. dan
voor de andere brouwgerstrassen.
NACOBROUW.
PERSPECTIEVEN VAN HET KWEKERSWERK
TER BESTRIJDING VAN HET AARDAPPEL-
CYSTENAALTJE.
Het kwekerswerk, dat in het kader van het
onderzoek ter bestrijding van het aardappelcysten-
aaltje in ons land wordt verricht, speelt hierbij een
belangrijke rol.
De heer Dr H. J. Toxopeus, Onderzoeker bij het
In stituut voor Veredeling van Landbouwgewassen
te Wageningen, zal in de radiorubriek van het
Ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselvoor
ziening op Maandag 1 Februari a.s., des avonds
van 19.4520.00 uur over de zender Hilversum II,
aan dit kwekerswerk, in het bijzonder wat de pers
pectieven hiervan betreft, enkele woorden wijden.
Deze economische voorraad is dus aanzienlijk
groter dan de technische voorraad. Over deze eco
nomische voorraad loopt de onderneming het prijs-
risico. Het zal duidelijk zijn, dat de economische
voorraad ook negatief kan zijn.
Ook hiervan een voorbeeld.
Voorraad in magazijn 10 ton, aangekocht en on
derweg 5 ton, te ontvangen over 3 maanden 3 ton.
Verkocht een partij koeken, waarvoor nodig is
20 ton.
Hoe groot zijn nu de technische en economische
voorraad?
Technische voorraad in magazijn 10 ton
Aangekocht en onderweg 3
Te ontvangen over 3 maanden 3
In de week van 17 tot 24 Jan. werden in de ge
meente Oud-Vossemeer 6 nieuwe gevallen van
mond- en klauwzeer geconstateerd.
De Gezondheidscommissie voor Dieren van de
Stichting voor de Landbouw deelt mede, dat in het
campagnejaar 1952/1953 voor de t.b.c.-bestrijding
onder het rundvee 210.201 veebeslagen zijn onder
zocht op tuberculose. Hiervan waren 177.440
rundveebeslagen vrij van t.b.c., ofwel 84,4 Het
jaar daarvoor bedroeg dit percentage 73,2.
Deze onderzochte veebeslagen telden in totaal
2.644.977 runderen. Het aantal reagerende dieren
bedroeg 201.156, ofwel 7,6 Het jaar daarvoor
bedroeg dit percentage nog 11,6.
Tussen de Nederlandse en Engelse regeringen is
overeengekomen, een nieuw baconcontract te slui
ten voor de periode van 1 December 1953 tot 29
September 1956.
De hoeveelheden zijn voor de periode van 1 Dec.
1953 tot 31 Dec. 1954 35.500 ton; voor het jaar 1955
(28.000 ton en voor de periode van 1 Jan. tot 29
Sept. 1956 21.000 ton.
De prijs bedraagt voor de periode van 1 Dec.
1953 tot 31 Diec. 1954 237 sh. 6 d. per cwt c f,
Engelse haven (ƒ248,70 per 100 kg bereide bacon);
ivoor de latere jaren zal de prijs bij onderhandeling
nader worden vastgesteld binnen de grenzen van
10 boven en beneden de prijs voor het vooraf
gaande jaar.
Van Nederlandse zijde is men ingegaan op het
Engelse verzoek om de spekdikte voor klasse III
baconzijden terug te brengen met 1 cm.
Teneinde een snelle voortgang van de Weder
opbouw op het eiland Schouwen en Duiveland te
bevorderen heeft de Minister van Wederopbouw en
Volkshuisvesting besloten, dat in verband met de
geïsoleerde ligging van het eiland een tijdelijk
bureau op dit eiland zal worden opgericht.
In verband hiermede zal met ingang van 1
Februari 1954 onder leiding van de heer D. Stam,
plaatsvervangend Hoofdingenieur-Directeur van de
Wederopbouw en de Volkshuisvesting in de Direc
tie Zeeland een bureau met zelfstandige bevoegd
heden te Zierikzee worden gevestigd.
Het bureau zal gelegen zijn aan de Lange Blok-
weg A 510b en zal telefonisch bereikbaar zijn on
der nummer 312.
s
Economische voorraad 27 ton
Bij een positieve economische voorraad heeft de
onderneming de beschikking over grondstoffen,
welke nog niet geruild zijn. Het prijsrisico zit hier
dus in de prijsdaling op de grondstoffenmarkt.
Bij een negatieve economische voorraad is reeds
verkocht vóórdat ingekocht is en loopt de onder
neming dus het risico van prijsstijging op de grond
stoffenmarkt.
Over het speculatieve element in de voorraad
vorming en enkele andere aspecten hiervan, willen
we in een volgende schets handelen.
M.
Voor Uw benodigde
INLANDSE EN IMPORT
naar
Import - Export
POSTBUS 35.