DE RECONSTRUCTIE-COMMISSIE SCH
Ook voor de landbouw belangrijke voorstellen
64
2EEUWSCH LANDBOUWBLAD
DE landbouw moge doorgaans enigszins wantrouwig staan tegenover alles wat met planologie
te maken heeft; uitzonderingen op deze regel moeten zeker ook vermeld worden. We menen,
dat het rapport van de Reconstructiecommissie Schouwen-Duiveland tot deze uitzonderingen
gerekend mag worden. Vanuit de bestaande chaos wordt getracht plannen voor de toekomst van
dit zwaar getroffen eiland op te stellen. Het zal niemand verwonderen, dat deze plannen diep in
grijpen in de bestaande situatie op dit dunbevolkte eiland, met zijn dorpen, wegen en havens.
Er loopt door het rapport een lijn, die onmiskenbaar wijst naar betere ontsluiting en concentratie
van het bestaande, opdat de te ontwerpen voorzieningen aan de hoogste eisen kunnen voldoen. Er
zal van de bewoners van het eiland, zelfs bij gedeeltelijke doorvoering van de plannen, veel moed en
volharding worden gevraagd. En ook veel aanpassingsvermogen, dat alleen op te brengen is met de
wetenschap voor ogen, dat de te brengen offers niet vergeefs zullen zijn, doch uiteindelijk moeten
dienen om de welvaart te verhogen.
We vestigen hierbij in het bijzonder de aandacht op de landbouwkundige zijde van het rapport.
Strikt genomen is dit slechts een tiental bladzijden, wat, gezien de samenstelling van de commissie,
niet verwonderlijk is. Er zou ongetwijfeld meer te zeggen zijn over de agrarische sector, b.v. be
treffende het bouwen van boerderijen en gebouwen voor bewaring van landbouwproducten.
Anderzijds heeft de landbouw, in ruimer verband gezien, zóveel te maken met. vervoer en wegen,
arbeidsmarkt en utiliteitswerken, woningtoestanden en beplantingen, dat er vele belangwekkende
beschouwingen over het rapport te makenn zouden zijn.
We zullen ons hierin echter beperken, daar het ons bekend is, dat de Kring Schouwen en Duive-
land der Z. L. M. een commissie met de bestudering van het rapport zal belasten. Te zijner tijd hopen
we naar aanleiding van de door deze commissie gemaakte opmerkingen terug te komen op het
rapport.
De systematische en duidelijke behandeling der vraagstukken maakt het lezen overigens zo, dat we
onafhankelijk hiervan, alle leden op Schouwen en Duiveland de lezing van het rapport durven aan
bevelen.
beschikbaar komen van zoet water in het kleige
bied is een zaak, die alleen door het afsluiten van
de zeegaten verwezenlijkt kan worden.
Ir. Van Hennik schat dat de productieverhoging
die door beregening of bevloeiïng met zoet water
te bereiken is, 15 zou kunnen bedragen voor het
hard fruit en 25 voor het klein-fruit.
De ook genoemde betere verkeersverbindingen
zijn, daar het hier vooral vervoer naar Rotterdam
betreft, niet afdoende op te lossen zonder een
rechtstreekse verbinding tussen de eilanden onder
ling. Momenteel liggen de vervoerskosten 1 a 2 ct.
per kg hoger dan in de rest van Zeeland. Wat de
geschiktheid van de grond voor de fruitteelt be
treft geeft kartogram 7 een goed beeld.
NORMEN VOOR DE SANERING.
Ziet men verder nog dat slechts 193 van de 529
grondgebruikers op bedrijven van 15 ha uitslui
tend een bestaan op eigen bedrijf kunnen vinden,
dan is hiermee de noodzaak van een bedrijfsgrootte-
sanering aangetoond.
De volgende vraag die gesteld zal moeten wor
den, betreft de grootte van de te saneren bedrijven
die, zoals de Herverkavelingswet aangeeft, zodanig
moet zijn, dat levenskrachtige bedrijven ontstaan.
Nu is de vraag wat men onder levenskrachtig
wenst te verstaan.
Het Landbouw Economisch Instituut heeft, in
een nota die in Maart 1953 verscheen, geconclu
deerd, dat de noodzakelijke minimum-grootte der
bedrijven op 4 ha dient te worden gesteld.
Het uitgangspunt hiervan vormde de arbeids-
KARTOGRAM 1
STEEDS MEER EN STEEDS
KLEINERE BEDRIJVEN.
De tellingen van 1930 en 1947 laten ons zien dat
het aantal personen, dat werkzaam is in de land
bouw, verminderde van 4070 tot 3590. De na-oor-
logse mechanisatie zal wel een verdere verminde
ring in de hand hebben gewerkt.
Toch is Schouwen-Duiveland, met bijna de helft
der mannelijke bevolking werkzaam in de land
bouw, een echt landbouweiland.
Het eiland heeft echter te kampen met een groot
aantal kleine bedrijven die maar nauwelijks een
bestaan opleveren, zodat b.v. in Dreischor velen
het vlassersbedrijf als „nevenbedrijf" uitoefenen.
Dit aantal is de laatste tientallen jaren aanzien
lijk toegenomen. Het gemiddelde voor Schouwen
moge dan vrij gunstig lijken, hierbij mag niet wor
den vergeten dat de duinstreek en het lage mid
den van Schouwen zich niet goed lenen voor het
stichten van kleine bedrijven. De op bijgaand
kaartje zwart aangegeven gebieden geven echter
voldoende duidelijk de toestand weer in een aantal
gemeenten, waar de grond zich wel leent voor
intensivering. (Zie kartogram 3.)
Daar komt dan nog bij dat het aantal kavels per
bedrijf slechts in enkele gebieden beneden de vier
blijft en in de meeste gemeenten tussen vier en
zes ligt. De akkerbouw vormt vooral voor de klei
ne bedrijven de belangrijkste inkomstenbron en
vereist 60 van de arbeid. Vooral intensieve
teelten worden bedreven om de arbeidsbehoefte
van de z.g. dwergbedrijfjes zo hoog mogelijk op te
voeren. De conclusie van de commissie dat het
noodzakelijk is dat bij het herstel van Schouwen-
Duiveland een herverkaveling wordt uitgevoerd
met bedrijfsgrootte-sanering, zal dan ook door een
ieder beaamd worden.
UITBREIDING VAN DE FRUITTEELT
Hiermee in verband stelt de commissie de vraag
of ook niet gestreefd
moet worden naareen
uitbreiding van het fruit-
areaal op het eiland.
Deze vraag wordt door
de Rijkslandbouwconsu-
lent in een bijlage van
het rapport op zeer voor
zichtige wijze aldus be
antwoord:
„Als er op grond van
de afzetmogelijkheden
een landelijke uitbrei
ding van de fruitteelt
zou komen van respec
tievelijk de teelt van
hard fruit en klein
fruit, dan valt te ver
wachten, dat deze op
Schouwen-Duiveland
relatief even groot of
iets groter zal zijn,
wanneer voldaan
wordt aan de volgen
de eisen:
Voorlopige bodemgeschiktheidskaart voor de fruitteelt
"n, »n I JM.
naar gegevens van de Rijkstumbouwconsutent voor Zeeland
teperkt geschikt
ongeschikt
totaal 26034 ha
le. Het beschikbaar komen van zoet water in
kleigebied en het tegengaan van zoetwa-
terverlies in het duingebied.
2e. De verbetering van de verkeersverbindin
gen op en van het eiland, waardoor het
fruitvervoer sneller en doelmatiger kan
worden.
3e. Een meer economisch grondgebruik door
middel van herverkaveling".
Men ziet dat de hier gestelde voorwaarden in
hoofdzaak afhangen van de uitvoering van grote
plannen in de toekomst.
KARTOGRAM 3
Aantal bedrijven van 1-5 h.a. van gebruikers rnet hoofdberoep landbouwer
°/o van het totaal aantal bedrijven van landbouwers )1h.a.
in
Wat de herverkaveling
aangaat, hoeft men zich
geen zorgen meer te ma
ken, al zal dit voor het
duingebied, volgens Ir.
Post, neerkomen op het
aanleggen van een aan
gepast waterleidingstel
sel met stuwen en trace
ring, dat zoveel mogelijk
evenwijdig loopt met de
hoogtelijnen. Hierdoor
zou het verlies van zoet
water in de duinen, wat
veroorzaakt wordt door
de waterleidingmaat
schappij en de verlaging
van het peil in de pol
der Schouwen, tengevol
ge van een betere ont
watering, zoveel moge
lijk tegengegaan wor
den.
Ook de aanleg van
windsingels zou in her-
v^rkavelingsverband
plaats moeten vinden.
Moeilijker wordt het,
wanneer men de andere
eisen nader beziet. Het
behoefte en het arbeidsaanbod op de bedrijven.
Het uitgangspunt van de Reconstructie-commissie
lijkt ons veel juister, waar deze de uitkomsten van
bedrijven over de laatste jaren als richtsnoer heeft
genomen. Op deze wijze krijgt men immers een
veel betere kijk op de bestaansmogelijkheden, dan
dat men tracht de bedrijfsgrootte zo goéd moge
lijk aan te passen aan het bouwplan^én het aantal
werkkrachten dat aanwezig is.
Een dergelijke redenering houdt immers het ge
vaar in dat dit bedrijf, dat vaak noodgedwongen
intensief gedreven wordt, als normaal wordt be
schouwd, evenals trouwens de arbeidsbezetting
van dat moment. De in het rapport genoemde ge
middelde bedrijfswinsten over de drie laatst be
kende jaren laten voor de bedrijven van 510 ha
bedragen zien van 465,per ha op Schouwen en
727,per ha op Duiveland.
Op grond hiervan komt de commissie tot de con
clusie dat bij de bedrijfsgrootte-sanering de mini
mum-grootte voor de bedrijven in Duiveland, de
gemeenten Dreischor en Zonnemaire alsmede de
kop van Schouwen, 7 ha dient te zijn, terwijl voor
overig Schouwen een bedrijf van 9 ha wordt aan
bevolen.
In de genoemde uitzonderings-plaatsen speeltt
de akkerbouw en de tuinbouw een vrij belangrijke
rol, terwijl in de kop van Schouwen vooral op de
bedrijven van 57 ha veel fruitteelt wordt uitge
oefend.
Direct daarna dient men zich af te vragen of er
genoeg grond beschikbaar is om deze plannen te
volvoeren. De berekeningen van de commissie
leren immers, dat ruim 2000 ha elders beschikbaar
zou moeten zijn om aan de eisen tegemoet te
komen. Samen met het verlies van cultuurgrond
tengevolge van de overstromingen, komt men zo
op een behoefte van 2500 ha. Het L. E. I. kwam
in het indertijd opgestelde rapport tot een behoefte
van 500 en 1000 ha bij sanering tot resp. 4 en 5 ha.
Nu is deze hoeveelheid vrij theoretisch, daar
enerzijds voldoende grond elders beschikbaar ge
steld zal moeten worden en anderzijds toch ook
voldoende belangstelling voor deze bedrijven moet