Gras- en Klaverzaden I
Een kanttekening bij het advies over rassenkeuze
EMIGRATIE
Waarom en hoe moeten we luchtgekoelde
aardappel-bewaarplaatsen isoleren
De vraag, waarom isolatie van luchtgekoelde
aardappel-bewaarplaatsen zo belangrijk is, wordt
pas duidelijk, wanneer we ons het doel van de
luchtkoeling voor ogen stellen. Dat doel is de
aardappelen in de bewaarplaats, vanaf het inbren
gen tot het uithalen, te koelen tot een zodanige
temperatuur, dat geen spruiting optreedt. Men
tracht daarvoor de temperatuur van de aardappe
len zo snel mogelijk op 3° C te krijgen en daar
op te houden.
n
en PooiaardappeSen
OMZETBELASTINGTABEL
VOOR 1953.
van de meest voorkomende
land. en tuinbouwproducten.
GEBRs DE J0NGH
GOES I
BEHOEFTE AAN LANDARBEIDERS
IN CANADA IN 1954.
66
De aardappelen worden met koude buitenlucht,
meestal nachtlucht, gekoeld. We ventileren net
zó lang, tot de aardappelen de temperatuur van
3° C hebben aangenomen. Is dat het geval dan
houden we tijdelijk op met ventileren en beginnen
hiermee weer als de aardappeltemperatuur, i en ge
volge van eigen warmte-ontwikkeling, stijgt boven
de 3° C.
We ventileren natuurlijk nooit met lucht be
neden 0° C, dus nooit met vrieslucht. Direct na
het rooien van de aardappelen ze zijn dan nog
in rusttoestand is de temperatuur der aard
appelen vrij hoog en dan zijn ook de nachtlucht
temperaturen nog niet zodanig, dat we de aard
appelen snel op 3° C kunnen brengen. Maar toch
is het, ook in de vroege herfst, noodzakelijk steeds
te ventileren als de buitenlucht een lagere tempe
ratuur heeft dan die van de aardappelen. De tem
peratuur van de aardappelen gaat er toch wat
door omlaag en we bereiken de lage temperatuur
snel als er bijvoorbeeld in October enige koude
nachten voorkomen, zoals meestal in ons land het
geval is.
Uit het voorgaande volgt, dat we de koude, die
we in de bewaarplaats brengen en die aan de aard
appelen wordt overgedragen, niet meer willen
kwijtraken door instralende warmte van overdag.
Behalve de instralende warmte mag natuurlijk ook
de koude van strenge en langdurige vorst niet in
de bewaarplaats kunnen doordringen. De aard
appelen zouden dan immers bevriezen. Dit nu be
tekent, dat de wanden, zolder en deuren van de
bewaarplaats moeten worden geïsoleerd.
Hoe moeten wij isoleren?
We kunnen met verschillende isolatiematerialen
werken b.v. met spouwvulmateriaal, isolatiestenen
enz. Belangrijk voor ons is de dikte van de isola
tielaag en de kosten, die hiermee zijn gemoeid.
De verschillende soorten isolatiematerialen heb
ben niet dezelfde isolerende waarde. Kurk heeft
bijvoorbeeld een grotere isolerende waarde dan
hout, baksteen heeft weer een andere isolatie-
waarde dan beton enz. Zo is er ook verschil in de
isolerende waarden van diverse isolatiestenen. Het
gaat er dus om wat het beste en goedkoopste iso
latiemateriaal is, dat voor ons doel bruikbaar is.
Goede isolatiematerialen zijn: o.a. kurk, Rudi-
steen, Lignisolsteen, Mevriet, Atmotasteen, vlas
scheven en glaswol.
Het is zondermeer duidelijk, dat het isolatie
materiaal niet vochtig mag zijn en het ook niet
mag worden. Het is dus nodig, dat de muur, waar
tegen het isolatiemateriaal wordt aangebracht,
eerst zo goed mogelijk vochtdicht wordt gemaakt.
Dit kan geschieden door behandeling met bitu
mineuze dichtingsmiddelen, terwijl de muren ook
kunnen worden afgepleisterd met een waterdichte
specie en wel op de binnenwand, waartegen het
isolatiemateriaal wordt aangebracht.
Om vochtdoorslag van buiten naar binnen tegen
te gaan verdient een muur met een luchtspouw,
die matig geventileerd wordt door het aanbrengen
van een paar open voegen beneden en boven in de
buitenmuur, de voorkeur.
De toegangsdeuren, koekoekdeurtjes, luiken en
de schuiven v"oor ontluchtingsgaten moeten na
tuurlijk eveneens goed geïsoleerd zijn. Dit doen we
doorgaans door kurkplaten op de deuren etc. aan
te brengen, die worden opgesloten achter water
vast triplex. Deuren, luiken etc. moeten natuurlijk
niet kieren. Er mogen geen lekken zijn; daarom
krijgen alle deuren rubberstrips in de sponning en
2nnillllllllIlilllllllllIllll!lll!l!llilllIII!lllll!!llllllll!lll!l!III!lllil!l!lll!III!l!l!I!!il'l!l!lllll!lllll!l!i!I!lil!l!!IIK!l!l'l
i
Voor Uw benodigde g
INLANDSE EN IMPORT
naar
een knevelsluiting om luchtdichte afsluiting te ver
zekeren.
Een goede isolatie van luchtgekoelde aardappel-
bewaarplaatsen is één van de eerste eisen, waaraan
een bewaarplaats moet voldoen wil men tenminste
bij bewaring van succes verzekerd zijn.
Natuurlijk is de juiste luchthoeveelheid, nodig
voor de koeling, eveneens een voorname eis. Ieder
een, die tot bouw van een luchtgekoelde aardappel
bewaarplaats wil overgaan zal er goed aan doen
van te voren deskundig advies in te winnen bij de
Stichting voor Aardappeïbewaring, Bornsesteeg
59, Wageningen, postbus 18, Tel. 2971 en 2972.
Hebi U er wel eens over nagedachi
dat koeien eerst op ca. 8-jarige leeftijd haar
maximale melkproductie bereiken;
dat gezonde, sterke koeien nog verschillende
jaren na haar 8e levensjaar zeer productief
blijken te zijn;
dat zulke gezonde, levenskrachtige koeien regel
matig kalf-opnemen en tot hoge leeftijd
vruchtbaar blijven;
dat echter het overgrote deel van onze koeien
vóór het 8e levensjaar aan de productie
wordt onttrokken;
dat daardoor aan de rundveehouderij enorme
schade wordt toegebracht en
dat dit meebrengt, dat daardoor de productie
kosten van de melk ongunstig worden be-
invloed;
dat de oorzaken van te vroeg versleten zijn van
het rundvee gezocht moeten worden bij een
minder doelmatige voeding, verzorging en
stalling en
dat ook de erfelijke eigenschappen, die de koe
heeft meegekregen, hierbij een rol spelen;
dat het daarom verstandig is jongvee aan te
houden van koeien en stieren, die bewijzen
over een krachtige constitutie en goede
vruchtbaarheid te beschikken;
dat melkcontröle en stamboek hierbij waarde
volle hulpmiddelen zijn;
dat een doelmatige voeding, verzorging en stal
ling voortdurend de aandacht vragen;
dat we ons moeten afvragen, of de praktijk van
onze rundveehouderij wel in alle opzichten
goed is;
dat ook slecht melken van de koeien èn oorzaak
is van een lagere melkproductie èn uierge
breken veroorzaakt, waardoor een koe dik
wijls te vroeg aan de productie wordt ont
trokken.
Levering door fabrikanten aan:
Ondern. Particul.
Aardappelen
vrij
vrij
Bloembollen
3%
Bloembollen over veiling
vrij
vrij
Bloemzaden
4
6
Boter
vrij
3%
Fruit (uitgez. tropisèh)
vrij
vrij
Granen
vrij
vrij
Groenten
vrij
vrij
Melk
vrij
vrij
Eieren
vrij
vrij
Peulvr. (uitgez. Duiveb.)
vrij
vrij
Duivebonen
4
6
Vlees
vrij
vrij
Vlas
vrij
vrij
Suikerbieten
vrij
4
Uien (voor consumptie)
vrij
vrij
Uien (voor plantuitjes)
4
6
Dode en levende dieren
vrij
3
Diensten:
Verv. van personen en goederen 3
3
Weil., dekgeld, huur v. machines 4
4
Verricht werk van derden
4
4
Oplevering van werk in onroe
rende staat (ploegen, zaaien,
egaliseren, enz.)
3
3
Koolzaad
4
6
Karwei
4
6%
Blauw Maanzaad
4
6%
Lijnzaad
4
6%
Voederbieten
4
6
Hooi
4
6 7o
Stro
4
6
Stalmest
4
6
Klaver
4
6%
In liet algemeen bedragen de tarieven bij levering:
a. door fabrikanten aan ondernemers met
4
b. door fabrikanten aan particulieren met
6%
c. voor dienstverleningen
4
Ver. Staten agrarische export.
In navolgend staatje wordt een overzicht ge
geven van de Amerikaanse agrarische export in de
afgelopen jaren, vergeleken met het gemiddelde
over de jaren 1935/39 (in millioenen dollars).
1935/39 1950 1951 1952
totale agrarische export 747 2.837 4.010 3.427
waarvan:
naar Europa 500 1.517 2.106 1.485
naar Nederland 30 134 158 159
(Landbouwwereldnieuws.)
Onderstaande bijdrage, die een bepaald aspect
van de rassenkeuze nog eens duidelijk belicht,
verlenen we gaarne plaatsruimte.
In het vorige nummer van dit blad zijn uitvoerige
en interessante artikelen verschenen over de ras
senkeuze.
Waar men zich hierin gedrongen voelt ook min
of meer op economisch gebied een oordeel te moe
ten vellen en bepaalde adviezen te moeten geven
over de verschillende rassen, wordt het toch wel
even oppassen.
Zo wordt b.v. in twijffel getrokken de rentabili
teit van brouwgerst tegenover die van voergerst.
Dan wordt o.a. als voergerst aangehaald de Fri-
sia, waarvan de marktwaarde ongeveer gelijk ligt
met dié van wintergerst (prijs volgens Groninger
Import - Export
POSTBUS 35.
beursnotering 21,50—22,Wanneer men dan
van brouwgerst 24,— maakt, blijft het voor
ons de vraag of het niet beter is genoegen te nemen
met een opbrengst, die enkele procenten lager ligt.
Omdat dit, op het ogenblik althans, bepaald voor
deliger uitkomt. Het Centraal Brouwerij Kantoor
heeft per circulaire medegedeeld, dat besloten is een
zodanige extra toeslag boven de basis-aankoopprijs
te betalen, dat daarmee gemiddeld een eventuele
mindere opbrengst t.o.v. de voergerstrassen wordt
opgevangen. En nu weten we ook heel goed, dat
het C. B. K. geen philantropische instelling is. We
vinden hier in 't Zuid-Westen gerst, die uitsluitend
voor voer kan dienen, toch maar een zeer smalle
economische basis en prefereren meerdere afzet
mogelijkheden.
Verder wordt in de slotzin van het bericht over
de gerst opgemerkt, dat het wellicht aanbeveling
verdient voor zaaizaadwinning Frisia, Herta en
Agio uit te zaaien. Voor Herta-nabouw is inder
daad een goede belangstelling, maar het tegendeel
moet gezegd worden van Agio- en Frisia-nabouw.
Hiervan kan men aan de straatstenen niets kwijt.
En dat was Ib.v. bij Agio het vorig jaar al niet zo
veel beter.
Opbrengst is een zeer belangrijk punt bij de
rassenkeuze. Bij de stambonen toont het nieuwe
ras Nanko een prima opbrengst. Maar wanneer
men straks zou moeten ervaren, dat, als gevolg
van de kleur, belangrijk minder gemaakt kan wor
den dan van de bekende bruine bonenrassen, is die
goede opbrengst geen voordeel meer.
De boer stapt de laatste jaren wel gemakkelijk
op nieuwe rassen over. Dit is vaak volledig eco
nomisch verantwoord. Maar voor ons blijft het
de vraag of het achterstellen van kwaliteit tegen
over opbrengst zoals dit in bovenaangehaalde
punten toch duidelijk wordt gedemonstreerd
wel op zijn plaats is.
De praktijk hecht en terecht grote waarde
aam de adviezen over rassenkeuze. Wanneer men
deze uitvoerig wil geven, zal men zich breder die
nen te oriënteren. Anders kan het zijn, dat een
volgende keer aan deze berichten minder aan
dacht besteed zou worden, wat bepaald jammer
zou zijn.
Afgevaardigden van verschillende Canadese pro
vincies verklaarden tijdens de jaarlijkse Canadese
..Federal-provincial farm labor"-conferentie, dat
de behoefte aan landarbeiders in 1954 even groot
zal zijn als in 1953. De voorzitters der provinciale
,,Farrn labor"-verenigingen waren van mening, dat
de federale-provinciale onderhandelingen met be
trekking tot het plaatsen en overplaatsen van
arbeiders in de landbouwbedrijven moeten worden
voortgezet. Zij achtten dit noodzakelijk ondanks
het feit, dat door de mechanisatie van de landbouw
de behoefte aan gehuurde arbeidskrachten vermin
dert.
De landbouw-experts waren het erover eens, dat
het immigratie-quotum van landarbeiders in 1953
voor 1954 gehandhaafd moest blijven.
ƒ13,50, voor Furore ƒ19 50ƒ13; voor IJsselster