In Suriname liggen mogelijkheden voor jonge Nederlandse boeren. 23 afgebouwd. Er staan ruim 100 stenen woningen, er is een hospitaal met dokter, een logeergebouw met cantine en recreatiezaal, een lagere jschool en enkele winkels. Kerkdiensten worden geregeld gehouden. Er is voorts electrisch licht en er zijn telefoonverbin dingen,' zelfs met Nederland. Bovendien beschikt Wageningen over een grote centrale werkplaats, een timmerfabriek, een betonwarenfabriek, lood sen, opslagplaatsen e.d., kortom dit kerndorp vol doet volkomen aan de eisen, die aan een moderne samenleving worden gesteld. Ontginning van vergiftigd bos met bulldozer Aan de woningen in het dorp en aan de huizen op de boerderij is veel aandacht besteed. Zij zijn aan het klimaat en het landschap aangepast. Met het graven van de kanalen is men zover gevorderd, dat het ontginningswerk zeer snel op schiet. In het volgend voorjaar, wanneer het pompgemaal draait, hoopt men de eerste 1500 2000 ha in te zaaien. EISEN VOOR UITZENDING. De eisen, die aan de voor uitzending naar Suri name in aanmerking komende jonge boeren wor den gesteld, zijn als volgt: De boeren worden medisch gekeurd, zij moeten gehuwd naar Suriname gaan, landbouwtechnisch bekwaam zijn voor de exploitatie en instandhou ding van een gemechaniseerd akkerbouwbedrijf van 72 ha, landbouwonderwijs hebben genoten en tenslotte moeten zij bereid zijn tot samenwerking in coöperatief verband. Dit laatste is nodig, omdat het in de bedoeling van de Stichting ligt zich terug te trekken, zodra zich voldoende boeren zelfstan dig hebben gevestigd. Alleen jonge boeren gedacht is aan een leef tijd tussen 25 h 35 jaar komen voor uitzending in aanmerking. Zij, moeten over een zeker be drijfskapitaal kunnen beschikken. De boeren, die reeds zijn uitgezonden, hebben een dienstverband met de Stichting aangegaan voor de duur van drie jaar. Al naar gelang hun leeftijd en ervaring verdienen zij 300500 Suri naamse guldens per maand. Voor nieuw aangeno men boeren zullen dezelfde condities gelden. Tegen de tijd, dat de boeren met de Stichting een nieuwe verbintenis aangaan voor het overnemen van een eigen bedrijf, kunnen zij zich op-grond van de opgedane ervaring en met hun kennis van de bedrijfsresultaten een oordeel vormen over de kansen voor zelfstandige exploitatie van een be drijf voor eigen rekening en risico. De boeren kunnen hiertoe zelf besluiten, zodra vaststaat, dat de bedrijfsrisico's de normale grenzen niet over schrijden. Vestigingsplaats Wageningen Zoals wij in de kranten hebben kunnen lezen, is Minister Mansholt kortgeleden in Suriname ge weest, waar hij o.a. een bezoek heeft gebracht aan de polderwerken, die door de Stichting voor de Ontwikkeling van Machinale Landbouw in Suriname worden uitgevoerd. De Minister toonde zich over hetgeen ginds in het Westelijk deel van de Surinaamse kustvlakte door Nederlandse inge nieurs in samenwerking met Nederlandse boeren in korte tijd tot stand werd gebracht, zeer ver rast. „Het is een indrukwekkend werkstuk", aldus de Minister. „Suriname kan als landbouwland een belangrijke rol gaan spelen. Met moderne land bouwmethoden zal concurrentie op de wereldmarkt zeer wel mogelijk zijn". ZEEUWEN VESTIGDEN ZICH OMSTREEKS 1650. Voor de Zeeuwen, die in de zeventiende eeuw aan de ontwikkeling van de landbouw in Suriname de eerste stoot gaven, is het ongetwijfeld interes sant te vernemen, dat op het initiatief dat zij des tijds namen, opnieuw door Nederlandse boeren is teruggegrepen. Het waren n.l. de Zeeuwen, die^zich na om streeks 1650 in de Surinaamse kustvlakte vestig den. Het vlakke land, de zeewind, de zware klei en het vele water deden aan Zeeland denken. Als meesters in het aanleggen van polders voel den zij zich in Suriname al spoedig thuis. In be trekkelijk korte tijd herschiepen zij het moerassige Dank zij Nederlands initiatief worden in Suriname oerwouden en moerassen omgezet in vruchtbare landbouwgrond. Veel werk wordt er door de Stichting voor de Ontwikkeling van de Mechanische Land bouw in Suriname, mede dank zij de steun van de Regering, .verricht dat gelijkt op de uitvoering van de Zuiderzeewerken in ons land. In dit artikel laten we U het een en ander van de plannen en de op gang zijnde uitvoe ring lezen, terwijl ook de afbeeldingen een in druk geven van de projecten. In 1954 hoopt men het land voor 18 boer derijen in te zaaien; in 1955 en 1956 van 21 bedrijven, terwijl na 1956 zelfs ongeveer 30 bedrijven per jaar in gebruik genomen zullen worden. Voor verschillende jonge Nederlandse boe ren ligt in Suriname een kans, die ze wellicht in Nederland nooit zullen krijgen: een bedrijf in eigfn exploitatie. Vandaar dat we dit ar tikel dan ook zien als een wegbereider voor een aantal voorlichtingsbijeenkomsten die naar we hopen reeds binnenkort in Zeeland gehouden zullen worden. RED. Tandeggen op kluiterig land land in een welvarend landbouwgebied met ruim 500 plantages, waarop voornamelijk suiker en later ook katoen, cacao en koffie werden ver bouwd. Helaas kon Suriname door tal van omstandig heden, welke voor een deel op het tekort aan ar- biedskrachten zijn terug te voeren, de concurrentie met andere tropische gebieden in de latere jaren niet volhouden. Het *eens zo rijke- en bloeiende plantagewezen raakte na het begin van de 19e eeuw langzamer hand in verval. Omdat wij tegenwoordig over machines en werk tuigen beschikken, welke het mogelijk maken om met behulp van een gering aantal arbeidskrachten een groot landbouwbedrijf te exploiteren, is in de laatste jaren de belangstelling voor Suriname als landbouwland sterk toegenomen. Dit is vooral het geval bij jonge Nederlandse boeren, die door het gebrek aan landbouwgronden hier geen boerderij meer kunnen krijgen. Met het voorbeeld van de Wieringermeer en de Noord-Oostpolder voor ogen rijpte na de oorlog het plan om in Suriname modern ingerichte polders aan te leggen. Boerderijiconing In 1949 werd voor het uitvoeren van deze polder projecten door de Nederlandse en Surinaamse re geringen de Stichting voor de Ontwikkeling van Machinale Landbouw in Suriname opgericht, die de beschikking kreeg over voldoende middelen, Het polderproject, dat thans in het District Nicke- rie wordt uitgevoerd, maakt deel uit van een plan van 50.000 ha. HOOFDGEWAS: RIJST. De eerste polder van 5000 ha, waaraan men bezig is, biedt plaats voor 64 volledig gemechaniseerde landbouwbedrijven, elk van 72 ha ftettö. die uit zes kavels, van 12 ha bestaan. Proef aanplant van Sojabonen op het selectiebedrijf Als hoofdgewas wordt rijst verbouwd. De grond, die uit een zeer zware klei bestaat, en het klimaat zijn bij uitstek voor de rijstcultuur geschikt. In vruchtwisseling zijn voorlopig alleen sojabonen en veev'oedergewassen opgenomen. Men kan, zo als de ervaring in de reeds in 1949 aangelegde proefpolder van 400 ha heeft uitgewezen, in Nicke- rie op twee oogsten per jaar rekenen. Evenals dit in de Noord-Oostpolder gebeurt, worden de bedrijven bedrijfsklaar opgeleverd en gedurende de eerste jaren na de ontginning met behulp van bedrijfstaoeren door de Stichting ge ëxploiteerd. De uitgezonden boeren van wie er reeds een twintigtal aanwezig is, worden in de eerste tijd in loondienst in de ontginning tewerk gesteld, zodat zij ter plaatse kennis kunnen nemen van de werkzaamheden en de mogelijkheden in het nieuwe landbouwgebied. Daarna zal hun door de Stichting een volledig ingericht bedrijf met boer derijwoning en inventaris worden toegewezen, dat •zij in huurkoop kunnen overnemen. Het kerndorp, dat „Wageningen" heet en zelfs met oceaanschepen is te bereiken, ligt rond 40 km stroomopwaarts aan de Nickerié-rivier. Op enkele bedrijfsinstallaties na, zoals het grote pompgemaal, het rijstverwerWngsbedrijf en de silo's, is het dorp

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1954 | | pagina 7