Uit en voor de polder
Stemmen uit de praktijk
HOEVEELHEID NEERSLAG
1
22
ZEEUWSCH LANDBOUWBLAD
- fruit als onderteelt geteeld wordt, moet Systox
kort na de bloei worden toegepast. Volgens dc
verkregen proefveld- en practijkresultaten van
dit jaar zal het dan niet meer nodig zijn verder
in het seizoen nog eens een bespuiting tegen
fruitspint uit te voeren. Bij gebruik van Prestox
III moet nauwkeurig gelet worden op het juiste
tijdstip van toepassing.
Dit is, wanneer er veel mijten zijn en nog prac-
tisch geen zomereitjes. Bij de spintbestrijding in
1954 staan de fruitkwekers verscheidene nieuwe
spintbestrijdingsmiddelen ter beschikking. Daar
fruitteelt en economie zeer nauw aan elkaar ver
bonden zijn, is het interessant de kosten bij gebruik
van de genoemde middelen na te gaan. In 1953
waren die per 100 liter spuitvloeistof:
Middel
Spuitconc.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
DNC minerale olie 6
Antispintolie 1
Systox0.05
Pestox 0.05
PCPBS 50 %ig 0.05
PCPBS 50 %ig
parathion 25 %ig
E.P.N. 300 0.065
Liro Malathon 0.15-0.20
Parathion 25 %ig 0.05
Prijs
(ongeveer)
f 3.00—3.50
1.80—2.00
„3.—
3.00
0.80—0.85
1.25—1.30
„0.90—1.00
1.90—2.00
0.50
Uit bovenstaande blijkt dat er nogal verschil in
prijs bestaat tussen de verschillende middelen. Men
mag echter niet vergeten, dat een duur middel in de
practijk weieens het goedkoopste blijkt te zijn.
Ook is niet alleen belangrijk welk schema of
middel er gebruikt wordt, een juiste en zorgvuldige
bespuiting is van even groot belang. Alleen van
goed spuiten of vernevelen kunnen goede resultaten
worden verwacht.
Naar een artikel geschreven door:
J. HERTGERS, Technisch ambtenaar bij de
Plantenziektenkundige dienst te Goes!.
M. y. d. VRIE, Hoofdassistent I.P.O. ged.
bij „Zeelands Proeftuin", Wilhelminadorp.
WINTERBESPUITING JA OF NEEN.
Hoewel we totaal nog geen winter van beteke
nis hebben gezien, zijn Intussen toch de kalenders
verwisseld en gaat de tijd voort.
Als de weersomstandigheden gunstig blijven,
zullen we spoedig met de winterbespuiting op de
vruchtbomen een aanvang kunnen nemen.
Veel fruitkwekers stellen echter de vraag of ze
we! of niet een winterbespuiting zullen uitvoeren.
Het is daarom van belang, dat we in dit en een
volgend artikel hier eens wat dieper op ingaan en
de voor- en nadelen van het wel of niet uitvoeren
van een winterbespuiting eens nader bezien.
De meningen over dit onderwerp lopen zeer uit
een. Er zijn fruitkwekers die een winterbespuiting
een onnodige belasting vinden voor het bedrijf,
andere zien wel degelijk de noodzaak er van in.
In de eerste plaats zou ik de vraag willen stel
len of er werkelijk nadelen zijn verbonden aan een
winterbespuiting. Volgens mijn mening zijn deze
maar in beperkte mate aanwezig. We denken dan
eerst aan de financiële zijde van de zaak. Een
winterbespuiting zal iets duurder uitkomen, omdat
een parathionbespuiting, die daarvoor in de plaats
komt, gecombineerd met een schurftbestrijdings-
middel kan worden verspoten. Het is békend, dat
het combineren van een wintel-bestrijdingsmiddel
met een schurftbestrijdmgsmiddel maar in enkele
gevallen mogelijk is.
In de 2e plaats bestaat er een kans dat een win
terbespuiting aan een eventuele onderbeplanting
zoals aardbeieen. enige beschadiging kan aan
brengen.
Wanneer we echter vroeg genoeg spuiten, dus
in de periode waarin de aardbeien nog niet zijn
uitgelopen en het oude blad de planten nog bedekt
dan is de schade zeer minimaal en valt deze best
mee.
Gaan we de voordelen nader bezien, dan blijken
die in ruimere mate aanwezig te zijn.
Denken we eerst aan de periode, waarin het
mogelijk is om een winterbespuiting uit te voeren.
Bij gunstige weersomstandigheden is deze periode
vrij lang en zijn de kansen om goede spuitdagen
NABESCHOUWING TUINBOUWMIDDAG.
Toen ik boven het verslag van de Tuinbouwmid-
dag der Z. L. M. op 21 December 1953 het opschrift
las „de Toekomst van de Fruitteler" dacht ik zo,
zou nu een ieder, die de vergadering heeft bijge
woond nu ook weten waar zijn toekomst ligt? Ik
vrees van niet.
We hebben de mooie rede van Mr. Kuijlman be
luisterd met het oor van een gewone practische
fruitteler. We hebben geluisterd naar zijn met
humor gesauste woorden, gekeken naar de lijnen
die hij op het bord trok, zowel horizontale als ver
ticale. Toen ben ik even geschrokken; weer hok-.
jes...? Ik dacht juist, dat die hokjes nu eens wat
opgeruimd konden worden? Het is nu een ladder
zonder eind. Op al de treden van die ladder staan
vertegenwoordigers van alle mogelijke organisa
ties en commissies, hoofdafdelingen en stichtingen,
adviescommissies enz. enz.
Ze dringen allemaal op om zoveel mogelijk de
hoogste plaats be bereiken. En o wee als iemand
denkt, dat een ander hem op die ladder wil pas
seren. En ja, als dan eindelijk de moeilijkheden en
bezwaren van b.v. de Tuinbouwer aan de hoogste
sport van de ladder zijn gepresenteerd (de Minis
ter), dan moet het toch nog maar eens een keer
terug voor nader advies en begint het spel op
nieuw. Ondertussen zit de teler met zijn moeilijk
heden en komt er niet uit.
"Dit is zo ongeveer de gang van zaken in de orga
nisatie-wereld. Daarom kan ik begrijpen, dat het
werk van de stands-organisaties niet spreekt tot
de Tuinbouwer in het algemeen en Vrijdag honder
den zich wel zullen bevinden in de zaal Krijger
op de Fruitteeltdag der N. F. O.
Met belangstelling zullen we weer luisteren naar
de belangrijke onderwerpen. Vanzelfsprekend alle
maal practische, ijverige mensen, die bij willen
blijven met hun bedrijf. En als men dan die men
sen moet vertellen, dat met de komst van de
P. B. O., de stands-organisatie hun organisatie zal
moeten worden, dan is dit nog al zware kost om
te verwerken. Want, een enkeling uitgezonderd,
voelt men niet veel voor al die lijnen, of ze ook
al horizontaal of verticaal zijn. Hij voelt er niets
voor om ziin N. F. O. of Centraal Bureau in te rui
len voor een Stands-organisatie. Nauwelijks was
hij een beetje gewend aan een Stichting voor de
Landbouw waar hij ook al niet veel voor voelde,
of daar komt weer wat anders. Iets anders, maar
weer iets met „lijnen" en „hokjes". Hij loopt daar
niet warm voor en gaat liever naar de Fruitteelt
dag of in zijn boomgaard werken. Het is hem niet
kwalijk te nemen, men moet zoetjes aan een jurist
zijn om er wijs uit te worden.
DE P. B. O. WORDT EEN FEIT.
Maar ondertussen is er het feit van liet geboren
worden van de P. B. O. Naar mijn bescheiden me
ning zal er heel wat voor nodig zijn om deze puzzle
op te lossen. Voor de landbouw ligt dit heel anders
dan voor de Tuinbouw. Hel Cultuur-technische
voor de Landbouwsector wordt ook door de stands-
organisatie behandeld, maar voor de Tuinbouw
niet. Deed dan de stands-organisatie niets voor de
Tuinbouw? Ja zeker en heel veel b.v. het onder
wijs, loonvorming, subsidies, tentoonstellingen, be
lastingzaken, grond- en pachtzaken en nog veel
meer. De moeilijkste problemen worden juist door
de Stands-organisaties behandeld. Toch worden die
weinig opgemerkt door de doorsnee tuinder en zijn
toch van het allergrootste belang; de pijlers waar
op het bedrijf rust. Elke tuinder moet er van door
drongen zijn, dat het bedrijf een gezonde basis
moét hebben wil de cultuur-technische wetenschap
vruchten opleveren. Daarom is het van het groot
ste belang dat elke fruitteler of groenteteler weet
welke plaats hij zal innemen in de P. B. O. Niet
afgeschermd door allerlei „hokjes" of „groepjes"
waar men elkander weer op de tenen gaat trappen.
We moeten vechten voor ons bestaan en toch slui
ten we ons op in al die apartementen, die we ook
wel principe's noemen, om straks al die leiders van
die hokjes aan één tafel te zien zitten. Het schijnt
nu in ons goede Vaderland niet anders te kunnen.
Enfin laten we als doodgewone practische fruit
en groenteteler het beste er van hopen en ons ver
trouwen schenken aan onze vertrouwensmensen.
Zij moeten als het kan een groot aantal krotwo
ningen opruimen om een hecht gebouw in elkaar
te zetten, wat we dan zullen noemen de P. B. O.
In de moeilijker wordende jaren die ons naar alle
waarschijnlijkheid wachten hebben we niets nodig
dan eenheid in de strijd om het bestaan. En als nu
de P. B. O. bedoeld is als wet, ons de vrijheid ge
vende, om het bedrijfsleven met eigen hand op te
bouwen en sterk te maken dan moeten we het toe
juichen.
Maar dit geeft ons ook de verantwoording er
iets van te maken. De Regering of Minister uit
schelden gaat dan niet meer. Het was dan ook
zeer goed gezien door de Tuinbouwcommissie der
Z. L. M„ dit niet begeerde onderwerp eens aan te
roeren. Laten we dit als verstandige mensen (men
behoeft daar geen jurist voor te zijn) eens bekij
ken en de vele moeilijkheden die er ongetwijfeld
liggen niet met hete hoofden uitvechten. Wij moe
ten het zien als iets waar we allen belang bij heb
ben; de gehele Landbouwstand, waarin ook onder
gebracht is de tak Fruitteelt en Groenteteelt. Want
uiteindelijk komen we tot het onderwerp van de
heer Kemmers n.l. de afzet. Ook die afzet moeten
we veel breder zien omdat we in een heel andere
tijd leven. We moeten op zijn minst alles Europees
gaan zien. Deze rede was zeer leerzaam en stond
op een hoog niveau. Een wonderlijke overeen
komst, het vraagstuk der P. B. O. en dat der af
zet. Alles in het ruimste verband bekijken en daar
naar streven; dan alleen kan de individuele teler
er van profiteren. Als de P. B. O. het zover kan
brengen dat alles samenkomt in een hecht en sterk
gebouw met één kamer en een „ronde" tafel, dan
zijn we al een heel eind op weg. Daar zullen we in
ons eigen belang aan moeten meewerken.
Tot de volgende maal,
JAAP UIT 't BOGBRDJE.
te kunnen benutten vele. Wanneer men geen win
terbespuiting toepast, wordt het aantal dagen, die
geschikt zijn voor een goede bestrijding met andere
middelen zeer klein, althans daar is gTote kans
voor.
Vaak zien we dat de temperatuur in het voor
jaar, soms weken aaneen net te laag blijft om een
succesvolle bespuiting- te kunnen uitvoeren. De
ontwikkeling van de bomen gaat dan toch lang
zaam door. Plotseling stijgt de temperatuur, ge
paard gaande met wat regenachtige dagen en
wat' jammer dat we niet eerder hebben kunnen
spuiten.
Eén van de grote voordelen van een goede win
terbespuiting ligt m.i. ook in het schoonmaken der
bomen. Een bespuiting met V. B. C. maakt de
bomen glanzend en doodt alle korstmossen en wie
ren die op het hout aanwezig zijn. Er blijven zo
doende weinig schuilplaatsen voor de diverse in
secten over, tegelijk doodt men een hele boel in
secten, die in het zomerseizoen maar matig; of in
het geheel niet zijn te bestrijden.
Dan is er nog een voordeel dat zeer zeker niet
in waarde onder doet voor de eerstgenoemde, dat
is dc niet, of althans veel mindere giftigheid van
de wintel-bestrijdingsmiddelen.
In een volgend artikel hopen we na te gaan de
voor- en nadelen die voortvloeien uit het feit wan
neer we geen winterbespuiting toepassen.
R. A. ADGEVER.
in het jaar 1953 op het Eandbouwproefbedrijf
Zeeland" te Wilhelminadorp.
Het jaar 1953 dat thans achter ons ligt, zal bij
allen die in Zeeland met de landbouw in de ruimste
zin hebben te maken, in de eerste plaats zijn het
jaar van de stormvloed van 31 Januari/1 Februari,
maar in de tweede plaats als het jaar met buiten
gewoon gunstig weer voor de groei van de gewas
sen en voor de landbouwwerkzaamheden.
De droge perioden vielen in Zeeland in het alge
meen bijzonder gunstig n.l. gedurende de zaaitijd
en in de herfst. De grote hoeveelheid neerslag In
de maand Augustus, viel op het einde van deze
maand, toen de graanoogst binnen was.
In de herfst van 1952 moest door de vele neer
slag heel wat grond „omgeknoeid" worden, soms
zelfs op een zodanige wijze, dat men zich wel eens
afvroeg hoe op dergelijke „omgeknoeide" grond in
1953 een goed gewas zou kunnen groeien. Dit is
echter bijzonder meegevallen en 1953 is een jaar
geworden van goede opbrengsten, in het bijzondey
van suikerbieten. Het weer heeft hiertoe ongetwij
feld in hoge mate bijgedragen.
Het is ongetwijfeld interessant om eens kennis
te nemen van de hoeveelheid neerslag die in 1953
per maand, en gedurende de laatste twaalf jaren,
per jaar is gevallen, op het Landbouwproefbedrijf
Zeeland, waarvoor de leider van het Landbouw
proefbedrijf, de heer D. Wiskerke, dagelijks de
waarnemingen heeft verricht.
Een overzicht van deze waarnemingen laten we
hier volgen:
c B
r- S
S
t*B
se
"cö O
Maand
s g
O
C
O)
T5 U
gfs
C.
§V3
■Söi
Q)
g
1
K
Ögfc
X
Cü Qj
c
QJ
C
B
B
Januari
19.4
5.6
11
Februari
43.7
7.5
13
Maart
6.9
3.5
6
April
59.3
21.7
14
2
Mei
23.8
6.4
11
Juni
72.2
15.6
15
2
Juli
56.2
16.0
14
1
Augustus
125 9
25.4
11
6
September
37.7
11.4
10
October
9.3
2.4
9
,-;,—
November
15.3
6.5
12
r
December
41.0
6.2
14
r:—'
Totaal in 1953
510.6
25.4
140
12
1952
882.7
36.6
197
20
1951
778.4
38.8
181
26
1950
797.6
33.3
177
21
1949
549.3
39.5
131
12
1948
665.7
35 2
143
16
1947
514.8
50.5
117
14
1946
704.5
34.6
154
21
1945
553.4
33.0
155
10
1944
677.8
27.2
168
16
1943
622.0
32.5
160
15
1942
692.4
55.2
148
16
Het spreekt vanzelf dat in andere delen van
onze provincie de neerslag kleiner of groter kan
zijn geweest of anders over het jaar verdeeld, maar
wat de totale hoeveelheid neerslag betreft is 1953
ongetwijfeld een uitzonderlijk jaar geweest.
De weinige neerslag in de maand Mei heeft met
name op droogte-gevoelige gronden en bij bepaal
de gewassen ten ongunste gewerkt, doch over het
geheel heeft het droge weer de akkerbouw in Zee
land mw good dan kwaad gedaan.
J. D. DORST.