t jOonen en Sociale voorzieningen NATIONALE Moderne weide-exploitatie en iong- worminfectie. verantwoordelijk voor tie verzorging van Uw vrouw en tie opvoeding vanUw hinderen 20 EREENVOUDIGING LOON BEREKEN IN G. II. Iffi het vorig nummer hebben wij reeds aangekon digd. uitvoeriger terug te komen op de wijzigingen in de loonberekening, welke per 2 Januari 1954 van kracht zijn geworden. Met ingang van het jaar 1954 zijn n.l. de bepalin gen van het Besluit op de Loonbelasting 1940, de Ongevallenwet 1921, de Land- en Tuinbouwongeval- lenwet 1922, de Ziektewet, het Ziekenfondsbesluit, de Kinderbijslagwet, de Werkloosheidswet en het Besluit op de Vereveningsheffing 1941 op verschil lende punten gewijzigd en voor wat het loonbegrip betreft, in hoofdzaak met elkaar in overeenstem ming gebracht. In verband hiermede zijn door het Ministerie van Financiën bijzondere belastingtabellen (coördinatie- tabellen) samengesteld, die belastingbedragen aan geven, waarin de aftrek van het werknemersaan deel in de premiën Ziektewet en W. en W., alsmede bijtelling van de aanspraak op de Kinderbijslag zijn verwerkt. Welke wijzigingen vloeien hieruit voort? Wij kunnen ons voorstellen, dat men zich af vraagt wat er voor de praktijk nu precies gewijzigd is. Zij, die voorheen het loon berekenden volgens de officiële voorschriften, weten, dat men een aan tal optel- en aftreksommetjes moest maken om ten slotte aan een netto uit te betalen loon te komen. 1. O.m. was de 1 Ziektewetpremie wel aftrek baar voor de loonbelasting, evenals het werk nemersaandeel Ivan de W. en W.-premie, doch de 2 Ziekenfondspremie niet. 2. Voorheen moest men over het werkgevers aandeel van de pensioenpremie wèl sociale lasten betalen, doch voor de berekening van de loonbelasting en verevenings was dit aan deel weer aftrekbaar. 3. Voor berekening van de loonbelasting moest men de aanspraak op kinderbijslag bij het loon optellen. 4. Voor de losse arbeiders was 14 deel van de vacantiebon aftrekbaar voor berekening van de vereveningsheffing en loonbelasting, doch niet voor de berekening Ivan Sociale lasten. Wat punt 1 betreft: de 1 ziektewetpremie en W. en W.-premie is nu in de coördinatietabel ver werkt; men moet deze niet meer apart aftrekken. Bij punt 2 zij opgemerkt, dat nu de halve pen sioenpremie eveneens aftrekbaar is voor de bereke ning van de sociale lasten. Dit geldt evenzo voor punt 4, met dien verstande, dat inplaats van 14e waarde der vacantiebon nu de halve waarde mag worden afgetrokken. Tenslotte moet met (punt 3) de aanspraak op kinderbijslag nu geen rekening meer worden ge houden, omdat een en ander nu ook in de coördina tietabellen is verwerkt. Kortom, vanaf 2 Januari 1954 zijn enkele kolom men op de oude loonbriefjes overbodig geworden, hetgeen wij met enkele loonvoorbeelden willen aan tonen. IA>ON VOORBEELD voor een vaste paardeknecht, gehuwd, met één kind beneden 16 jaar. Winterloon nè. 4 Januari 1954 bij: Diplomatoeslag 48.65 1,05 49,70 bij:Toeslag W. en W. premie 1,1 0,55 50,25 1,50 af: Halve pensioenpremie (Van dit bedrag nu soc. lasten, verev.- heffing en loonbelasting betalen.) af: Loonbelasting 0,63 af: Z. W. 1 Z. F. 2 en W en W. 1,1 (totaal 4.1 2,— 48,75 2,63 Netto uit te betalen loon 46,12 Nog eik jaar komen er ziektegevallen voor doordat er aan het rundvee en de paarden bevroren voeder- middelen worden verstrekt. Niet. alleen bestaat het gevaar, dat men hierdoor een dier gaat verliezen, maar bovendien zal men het bü rundvee onmiddellijk in d® ommer merken ©n wel voor alle dieren, zelfs wanneer zij verder geen verschijnselen van ziekte tenen. Nu een LOONVOORBEELD voor een losse vakarbeider, gehuwd, met één kind beneden 16 jaar. Tijdloon 44 uur 93 cent 40,92 Diplomatoeslag 1,05 Vacantiebon (4 x 90 cent) 3,60 45,57 bij: Toeslag W. en W. premie 4,4 2,01 ai: Halve pensioenpremie 1,50 af: Halve waarde vacantiebon 1,80 47.58 3,20 44.28 (Van dit bedrag nu soc. lasten, verev.- heffing en loonbelasting betalen.) af: Ingehouden loonbelasting: nihil af: Z. W. 1 </c, Z. F. 2 en W. en W. 4,4 (totaal 7,4 3.28 af: Halve waarde vacantiebon 1,80 5,OS Netto uit te betalen loon 39,20 Nog is de loonberekening te uitvoerig. Het is echter de eerste stap in de goede richting. Bovenstaande voorbeelden spreken o.i. voor zich zelf. Omtrent de nieuwe loonnormen, toeslagen enz. mogen wij U verwijzen naar de publicatie in liet Landbouwblad van 2 Januari 1954. Men doet goed deze publicaties bij de loonadministratie te bewa ren. Wellicht komen wij aan de hand van schriftelijke vragen op een en ander nog nader terug. Inlichtingen steeds verkrijgbaar op het Secreta riaat* der Z. L. M., Landbouwhuis, Goes. de L. Doch wal gebeurt er mei hen, wan neer U er eens n!el meer mocht zijn Weet U, dal U de financiële zorg voor de loekomst kunt afwentelen op de NATIONALE? Laai U hierover vrijblijvend voor lichten door de vertegenwoordigers en deskundigen van de grootste maatschappij in Nederland, de LEVENSVERZEKERING-BANK N.V. 3C.HIEK ADE 130 ROTTERDAM; TEL 87700 Ruim 2 milliard verzekerd bedrag In ons land is nog niet geconstateerd dat er een verband bestaat tussen de infectie met longwor men en de een of andere vorm van weidesysteem. In Engeland schijnt dit wel het geval te zijn en daarom wordt er van veterinaire zijde gewezen op het gevaar, dat aan het verspreiden van mest- flatten verbonden is. Nog onlangs heeft de Directeur van de Gezond heidsdienst voor Dieren in Zeeland, de heer Wage naar, ook op dit gevaar gewezen. Toch is het nog niet zo dat in Zeeland een verband gevonden kan worden tussen het optreden van longworminfectie en het mestflatten spreiden. De meeste longwormen treffen we aan bij jonge runderen; kalveren en pinken. Oudere dieren heb ben blijkbaar zoveel weerstand, dat ze geen ziekte verschijnselen vertonen. Ofschoon longwormen vrijwel overal aangetroffen kunnen worden, tre den de meeste ziekteverschijnselen in het najaar op en dan nog het meest bij dieren die op lage vochtige weiden worden gehouden. Ook in een natte herfst worden meer dieren ziek dan in een droog najaar. Daarom is een goede ontwatering een uiterst belangrijk middel om de infectie te be perken. En vroeg opstallen is in een nat najaar van zonodig nog groter belang. Verder kunnen we nog enkele eenvoudige maat regelen nemen 'om de infectie te beperken. De ontwikkeling van ei tot larve geschiedt hoofdzake lijk in de weide. Wanneer na twee vervellingen de larven weer opgenomen worden door het rund, komen ze na enige omzwervingen in het dierlijk lichaam als volwassen longworm in de luchtwegen voor. Hier leggen ze eitjes, die met het longslijm opgehoest worden en zodoende in de weide terecht komen. De cirkel is nu gesloten. Op de weide kunnen ze deze cirkel verbreken. Voor de ontwik keling hebben de larven vocht nodig. Het spreiden van de mestflatten moet op een geïnfecteerd be drijf bij voorkeur bij droog, zonnig weer gebeuren, zodat de larven door droogte afsterven. Ook kun nen we de larven een andere diersoort laten pas seren (b.v. schapen en paarden). Het weiland moeten we dan afwisselend laten afgrazen, eerst door koeien en na de rustperiode van 3 4 weken door paarden. Meestal zal het aantal paarden en/of schapen niet groot genoeg zijn om zo'n vol ledige afwisselende beweiding toe te passen. Daarom moeten we vooral in het najaar proberen om daarnaast afwisselend te weiden en te maaien. Juist in het najaar moeten we de perceelsindeling handhaven. Dit is in tegenstelling met wat helaas vaak gebeurd. Men geeft het vee dan weer de be schikking over de gehele oppervlakte. Bij maaien voor inkuilen of drogen zal een groot deel van de larven vernietigd worden. Ook is het voor dergelijke bedrijven zeer aan te bevelen het jongvee en de oudere dieren gescheiden te houden. Het jongvee, dat blijkbaar minder weerstand heeft dan de oudere dieren, geven we de droogste per celen, hierop mogen dan ook geen oudere dieren voorgeweid worden. Lage slootkanten worden zo nodig nog van een afrastering voorzien. Op deze wijzen moet het mogelijk zijn de infectie met long- wormen terug te dringen. Op het proefbedrijf van het Centraal Instituut voor Landbouwkundig On derzoek, de proefboerderij Bosma Zathe I te Sel- mien (Fr.), heeft men in dit opzicht al goede re sultaten bereikt. Tot voor enkele jaren hadden de kalveren en pinken op dit bedrijf zeer veel last van longwormen, terwijl dit de laatste jaren prac- tisch niet meer voorkomt. De Ingenieur voor het Onderzoek, Ir M. SANDERS. -rjV GEVAARLIJKE ZENDINGEN. De Gezondheidscommissie voor Dieren van de Stichting voor de Landbouw heeft een schrijven ontvangen van het hoofdbestuur der P.T.T., waar in geklaagd wordt over de verpakkingen der zen dingen welke vaak door de veehouders aan de postkantoren worden aangeboden. Blijkens het schrijven van de P.T.T. worden deze pakketten meermalen in beschadigde toestand op het postkantoor van de plaats van bestemming ontvangen. De verpakking is doorgaans onvol doende; meestal wordt alleen pakpapier gebruikt, dikwijls met bloed doortrokken. Het komt ook soms alleen maar een krant, en dit papier is dan voor dat delen van dode beesten door de bescha digde verpakking naar buiten steken. Door deze slechte verpakking ontstaat bij het vervoer gevaar voor besmetting van andere zen dingen; ook de gezondheid van het personeel der posterijen, dat met de behandeling van deze pak ketten is belast, kan hierdoor wbrden bedreigd. Dergelijke zendingen kunnen het beste verpakt worden in dozen van stevig karton, welke aan de binnenzijde met vetvrij papier zijn beschermd. In het vervolg «uilen zendingen, welke niet op een afdoende manier zijn verpakt, worden ge weigerd.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1954 | | pagina 4