SCHETSEN VAN DE LUXEMBURGSE LANDBOUW Radio Land van wijn en staal Gras- en Klaverzaden ,'J? 3ng«zcnJ I en Pootaardappelen GEBRs DE J0NGH GOES ZEEÜWSCH LANDBOUWBLAD Het karakter van de Staat Luxemburg wordt beheerst door de grotè industrieën van kolen en staal. Terwijl toch verhoudingsgewijs de landbouw er zijn mag door haar bijdrage van 12 a 15 in het nationale inkomen. Daarvoor moet echter 25 van de bevolking tot de landbouwstand ge rekend worden, zodat de Luxemburgse landbouw bevolking per hoofd wel misdeeld is. Ook kan de landbouw in dit kleine landje met enige trots verklaren dat ze voorzien kan in 70 a 100 van de behoeften der bevolking, terwijl slechts 55 van de oppervlakte bebouwbaar is. Voor melk en boter is dit percentage zelfs 105 zodat er van deze producten nog een geringe ex port mogelijk is. En dat terwijl per hoofd van de bevolking 12 kg boter per jaar wordt verbruikt. Dan slaan wij in Nederland met onze 2.9 kg een mager figuur; de Belg kan het echter met 10 la 11 kg per jaar ook al niet bijhouden. Ook van rund- en varkensvlees kan de behoefte ruim gedekt worden. De gerookte worsten en de jambon d'ardennes zijn ook hier zeer goed bekend. De behoefte aan kaas wordt voor 40 gedekt, die aan aardappelen geheel, terwijl voor fruit een percentage van 70 a 80 wordt genoemd. De uit voer van rozen is zeer belangrijk. Van de bebouwbare oppervlakte die ruim 250.000 ha groot is wordt door de bossen Vk gedeelte inge nomen: er blijft dan nog over 68.000 ha bouwland en 76.000 ha grasland. De wijnbouw beslaat dan nog een 1260 ha. Er zijn in totaal 11.500 bedrij ven die groter zijn dan 2 ha. Deze behoren tot de volgende grootteklassen: 'l— 5 ha 5—10 ha 10—20 ha 20—50 ha boven 50 ha 30 25 28 16 1 m-; jïiP' ,i - f Ma* Het rundvee ten getale van 124.000 stuks is voor 80 zwartbont en de rest is roodbont. Het zwart bonte vee komt hoofdzakelijk in hot Zuiden voor. De varkensteelt is vrij belangrijk met 119.000 stuks; de pluimveehouderij telt 411.000 kippen. LAGE OPBRENGSTEN? Op onze tocht door het schitterende landschap werden we begeleid door een ambtenaar van het Ministerie van Landbouw, die ons de bovenstaande getallen in een veel meer uitvoerige vorm dan hier weergegevenoplas van een papier. We heb ben het alles braaf geslikt en genoteerd, totdat hij begon met een uitstalling van de opbrengsten der landbouwproducten. We konden echter zeker geen genoegen nemen met de door hem voorgestelde opbrengst van 2000 kg tarwe per ha en 1900 kg/ha voor gerst en rogge. Daar zagen de gewassen er nu beslist niet naar uit, toen we er begin Juli langs reden. Onze pro testen hadden, na een langdurige gedachtenwisse- ling, tot gevolg dat onze begeleider het ook niet meer wist. Zodoende zullen deze cijfers voor U, getrouwe lezer, die het verhaal tot nu toe hebt gevolgd, in het duister blijven. Laat het U een troost zijn dat het Ministerie van Landbouw er toch ook geen raad mee weet. Doch wie zou er critiek durven uit oefenen op een landbouw die een edel product als de wijn voortbrengt? o 7.000.000 LITER. Onze bedenkingen zijn dan ook weldra wegge spoeld toen we een bezoek brachten aan de Caves Cooperatives des Vignerons in Wellenstein. Dit coöperatief opgezette bedrijf dat ruim 400 leden telt, werd gesticht in 1931 en vergroot in 1944. Het werd uit nood gebouwd, omdat de telers indertijd geen kans meer zagen hun wijn zelf af te zetten. In deze stalen tanks loorden de mousserende wijnen gefrabiceerd De leden betalen een intreegeld van 50.000 fr. per ha, terwijl dé aandelen 250 fr. groot zijn. De rest van de financiering heeft plaats gehad door verschillende instanties, waaronder de rege ring. In totaal werd zo een 54 millioen fr. ge- investeerd, waardoor nu ruimte geschapen is voor het bergen van 7.000.000 liter. We zijn bijna ver dwaald in de grote kelders waar grote vaten het edele vocht bevatten, terwijl elders nuchtere beton- tanks 3.000 tot 110.000 liter kunnen bevatten. Ver der zagen we de flessenkelder voor de afgetapte wijn, waar 365.000 flessen tijdelijk een plaats kun nen vinden, vóórdat ze worden afgeleverd. Zo mo gelijk tracht men de wijn, in verband met de houd baarheid en de financieringsmoeilijkheden, snel te verkopen, zodat de béste wijnen hoogstens 4 5 jaar opgeslagen blijveri. Als de vaten worden afgetapt komen de flessen- schoonmaker en de vulmachine aan de beurt, die resp. 1200 en 2000 flessen per uur weten af te leveren. De laatste jaren werd er door deze coöpe ratie ongeveer 2.500.000 liter afkomstig van 250 ha omgezet, maar grote schommelingen zijn steeds mogelijk. Om de kwaliteit te bevorderen wordt het plant- materiaal voor de wijngaarden, die terrasvormig op een hoogte van 400 h 500 meter zijn aangelegd, ter beschikking gesteld door een Staatsinstelling. Het is de telers verboden minderwaardige soorten en hybriden te verbouwen. De Staat heeft ook op het eindproduct controle. De coöperatie verzorgt de verkoop, doch is daar bij gebonden de prijzen aan te houden, die de top- organisatie, waarin nog een zestal andere coöpera tieve organisaties vertegenwoordigd zijn, vaststelt. De wijn wordt voor een groot gedeelte naar Bel gië uitgevoerd, terwijl deze lichte Moezelwijnen nu ook in Nederland een kans gaan krijgen. Jammer genoeg, moet men in ons land voor dit heerlijke product o.a. Sylvaner, Elbling, Traminer boven de waarde van 15 fr. per fles, nog zoveel invoerrechten betalen. Vooral in de smaak vielen de mousserende wij nen, die in stalen tanks worden gefabriceerd, zo dat het koolzuur niet kan ontwijken. In de verte lijken deze wijnen wat op champagne. Nadat we deze wijn geproefd hadden, begrepen we eerst goed het opschrift in de ontvangstzaal der coöperatie: „Ich habe getrunken, nun trinke ich erst gern." Deze in het Duits geschreven spreuk vestigt onze aandacht ook plotseling op het taal probleem, dat tevens een aanwijzing geeft van de vele invloeden, die op dit kleine landje werkzaam zijn. Men vindt er Duitse, Franse en Belgische, en het onderwijs in verschillende talen is er een uit vloeisel van. ONDERWIJS EN ORGANISATIE. We waren op bezoek te Ettelbrück, waar de di recteur van de Middelbare landbouwschool, prof. Jentgens, ons te woord stond. De jongens krijgen er een tweetalige opleiding in algemeen vormende en landbouwvakken. Daarnaast bestaat een soort landbouwwinterschool als een speciale opleiding voor begaafde leerlingen, die tenminste 3 jaar prac- tisch werkzaam zijn geweest. Het onderwijs wordt voor 2/s gedeelte in het Duits gegeven en voor de rest in het Frans. Sedert 1950 is ook de voorlichting die verdeeld is in 6 rayons onder leiding van de directeur der school gebracht, doch gemakkelijk te combineren is dit geenszins, naar deze ons vertelde. Een mogelijkheid om zich nog verder te bekwa men in de landbouwwetenschap is er niet; daarvoor moet men naar een landbouwhogeschool in België of Duitsland. De wijnbouw bezit een aparte school. Men vertelde ons dat het familiebedrijf dermate belangrijk is, dat in heel Luxemburg geen enkele landarbeiders-organisatie te vinden is. Het zou ons niet erg verwonderd hebben, indien ons tevens was medegedeeld, dat de landbouwers eveneens niet georganiseerd waren. Hoewel een afspraak was gemaakt met de land bouworganisatie, het Bauernverbond, kwam n.l. geen der heren opdagen. Onze indrukken van de Luxemburgse landbouw moeten dus wel zeer summier blijven. Wat ook niet erg is, als men nagaat, dat het landje reeds enkele tientallen jaren geleden een economische Unie sloot met België en, althans in economisch opzicht, zeer sterk met dit land is verbonden. In feite wijkt de Luxemburgse landbouw, wat de struc tuur betreft, ook maar weinig af van de Belgische. Wij kunnen van dit volkje toch ook moeilijk ver wachten dat ze nog meer boter gaan eten om de overschotten uit een margarine-etend land weg te nemen. Neen, dan kunnen onze Lux-broeders eerder de eis stellen, dat wij hun Moezelwijnen niet zo achte loos voorbij lopen, als we op zoek zijn naar het Franse druivennat. Vooral voor dit kleine land zou een verdergaan de integratie ook op het gebied van landbouw onderwijs, onderzoek en voorlichting vooruitzich ten bieden, die het zelf, gezien de beperkte midde len, nooit zou kunnen scheppen. Door een dergelijke integratie zou het zeker mo gelijk zijn de landbouwproductie met eenvoudige middelen nog aanzienlijk op te voeren. Ir J. BOS. (Buiten verantwoording van de Redactie.) EEN WOORD VAN DANK. In deze bewogen tijd zijn er vele ingrijpende dingen, waar men als boer haast geen weg mede weet. Dezer dagen had ik die ook, omtrent pacht en herverkavelingszaken. Ik heb mij toen gewend tot het Secretariaat Ivan de Z. L. M. en inlichtingen hierover gevraagd. Nu was ik er zeer door ge troffen, dat ik per omgaande, het antwoord en ad vies al mocht ontvangen. Dit deed mij de pen grijpen om door tussen komst van ons Zeeuwsch Landbouwblad mijn mede leden aan te sporen, bij moeilijkheden hun inlich tingen of vragen door te geven aan het Secretariaat der Z. L. M., en zij die nog geen lid zijn van de Z. L. M. aan te raden alsnog toe te treden tot onze mooie en nuttige organisatie, want daar krijgt men altijd goede, waardevolle inlichtingen. Mijn dank voor de plaatsing. St. Annaland. C. VAN DUSSEN. ^IIIIIIIIIIIIIIIIIIILIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIilllllllllllllllllllllllllll'IIIIIIIIlIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII^ H Voor Uw benodigde g INLANDSE EN IMPORT naar Import - Export POSTBUS 35. DOELMATIG GEBRUIK VAN DE TREKKER IN DE LANDBOUW. Aangezien de trekker bij de motorisatie in de landbouw een belangrijke rol speelt, zal de heer Ir J. C. Glerum, verbonden aan het Instituut voor Landbouwtechniek en Rationalisatie te Wagenin- gen, in een radio-causerie op Maandag 23 Novem ber a.s., des avonds van 19.4520.00 uur over de zender Hilversum II, enkele punten bespreken, die bij een doelmatig* gebruik van de trekker van be lang zijn. PLATTELANDS JONGEREN, WAT NU? Op Dinsdag 24 November a.s. zal de heer Js. Cevaal van 12.3312.40 in de rubriek „Voor het platteland" spreken over het onderwerp: Platte landsjongeren, wat mi?"

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1953 | | pagina 7