R ©ffa«lca*eajig® Gras-, Klaver - en Bieienzaden Wed. P. DEJONGH-Goes ZEEUWSCH LANDBOUWBLAD eeds vaak werd de vraag gesteld of wij met de boerderij- bouw wel op de goe de weg zijn. Als wij door gaan met deze perfection- nering, wat zal dan het einde zijn? Zijn vele on zer stallen niet mooier dan menige woonkamer? En het is het juist, dat wij het vee in de winter onderbrengen in „glazen huisjes". Hoe is het met de gezondheidstoestand van het vee over enige jaren? Gaat de weer stand tegen natuurlijke invloeden niet achteruit als wij doorgaan de koeien te behandelen als troetelkindjes. Er is toch een grote tegenstellihg tussen de winterperiode op stal en de dagen en nachten welke het vee door brengt bij guur voor- en najaarsweer. Wij zouden nog op een tegenstelling willen wijzen: Onze stallen zijn perfect, maar wat gebeurt er met de melk als deze de perfecte stallen heeft verlaten? Toch is voor de boer de opbrengst en vooral de kwaliteit van de melk het voornaamste. Bekend is dat hygiënische behandeling en directe koeling de kwaliteit sterk beïnvloeden. Het zal on mogelijk zijn alle boerderijen van goede koel machines e.d. te voorzien, maar is het juist om in het ene zover te gaan en het andere, even voor naam, bijna te verwaarlozen? De ideale melkbe- handeling in Amerika heeft ons zeer getroffen gedurende een reis door dat land. Qet resultaat van deze verzorging is een heerlijke smaak met als gunstig eindresultaat een enorm binnenlands melk gebruik. Hetzelfde geldt voor de Skandinavische landen. Daar, evenals in de Verenigde Staten, is het heel gewoon, dat de mannen aan de bars in de café- taria's melk drinken, en wij denken in ons leven niet zoveel melk te hebben gedronken als in ons negen weken durende verblijf in de U.S.A. Wat nu het antwoord op bovenstaande vragen en de uitwerking van de opmerkingen aangaat, hiervoor is een samenwerking van deskundigen op verschillend gebied noodzakelijk. Van de beant woording dezer vragen zal het voor een groot ge deelte afhangen welke richting de boerderijbouw moet inslaan. Dit zal van grote invloed zijn op de bouwkosten, een vraagstuk dat ook dringend om een oplossing vraagt. Iedereen weet immers, dat de bouwkosten van onze boerderijen veel te hoog liggen. Laten we enkele cijfers noemen van complete boerderijen, welke cijfers natuurlijk globaal zijn: weidebedrijf 25 ha ƒ64.800, weidebedrijf 10 ha 37.200, gemengd bedrijf 25 ha 76.000, gemengd bedrijf 10 ha 40.700, akkerbouw 50 ha 72.200, akkerbouw 25 ha 57.400, Velen zullen deze cijfers erg hoog voorkomen, maar laten wij niet vergeten, dat de meeste cijfers, welke men hoort betrekking hebben op de aan nemingssom. Men spreekt veelal niet over archi- téctenhonorarium, bouwleges e.d., terwijl zelden complete en volledig geoutilleerde gebouwen wor den gebouwd. Wagenbergingen, silo's en kippen hokken blijven veelal achterwege. Vele boerderijen De laatste jaren is de ontwikkeling van de boerderijbouw hoofdzakelijk gebaseerd op nieuwe in zichten opgedaan in de Wieringermeer. Niet alleen dat voorheen in deze polder en thans in de N.O.P. veel nieuwe bedrijven gekomen zijn, maar de bouwkundige afdeling van genoemde polderdirecties werd na de rampzalige dagen van 1940 en de bevrijding in 1945 belast met de herbouw van de verwoeste boerderijen in ons land. Het waren de adviezen en de voorschriften van het Bureau Wederopbouw Boerderijen, welke toonaangevend waren. Behalve de door oorlogsgeweld vernielde, werden immers practisch geen boerderijen gebouwd. En de enkeling die nog bouwde, buiten dit bureau om, meende ook, dat de boerderijen die hij zag verrijzen, de enig goede waren. Thans is de wederopbouw bijna voltooid en staan in Nederland duizenden mooie maar dure boer derijen. In zeker opzicht is dit verdedigbaar; de getroffene immers wenste terug te hebben wat hij had verloren. Hierop werd dan ook de capaciteit gebaseerd. De hogere bouwkosten en zwaardere technische eisen deden de dure gebouwen ontstaan. worden uitgevoerd zonder waterleiding. Waar rekent men nog op een tasruimte van 60 m;{ per ha bouwland? In de N.O.P. gaat men nog slechts tot 30 m3. In de loop van de tijd zijn wel pogingen onder nomen om te komen tot goedkoper boerderijbouw. Men werd hierbij geleid door de eisen, welke een moderne en economische bedrijfsvoering stelt. Tevens ging men uit van de gedachte, dat de vorm geving in overeenstemming zou moeten zijn met de eisen, welke de ontwikkeling van de landbouw techniek stelt. Wij herinneren hier aan onze poging op de grote landbouwtentoonstelling te Eindhoven in 1949, waar een laagbouwboerderij voor een klein bedrijf was gebouwd. Later zijn verschillende van dit type boerderijen gebouwd; hier en daar bouw de men open of gedeeltelijk open kapschuren. Dit alles gaf echter nog geen afdoende oplossing. Een niet te onderschatten vooruitgang bij deze boerde rijbouw is, dat het uitwendige een weerspiegeling is van het inwendige en dat een poging was gedaan om te breken met het streven een modern bedrijf te wringen in de verouderde vorm van het tradi tionele streektype. Dit streven leeft nog zeer sterk en wordt nog te vaak gepropageerd. Hebben deze propagandisten wel eens gedacht aan het inconsequente van hun standpunt. Zijn zij er zich wel bewust van de on rendabele financiële top, welke op elke nieuwe boerderij drukt? Een eenvoudig rekensommetje mag hun de ogen openen. Rekening houdende met de thans geldende nor men voor huurprijs voor woning- en bedrijfsruimte, krijgt men bij een bedrijf van b.v. 10 ha het vol gende beeld: Huurwaarde woning 7,per week 364,p. jaar Huurwaarde bedrijfsgebouwen f 20,per ha 200,p. jaar Totaal ƒ564,p. jaar Als men nu deze bruto huur stelt op 6 van het te investeren kapitaal, mag de bouw 1()0/o X 564,9.400,kosten. Een gedeelte van de onrendabele top drukt op de woning. Wegens de algemene huurpolitiek, zal men het bedrag van ƒ9.400,— mogen verhogen met de geldende rijks premie; deze kan op maximum ƒ4.200,worden gesteld. De totale bouwkosten zouden dus pl.m. ƒ13.600,mogen bedragen. Het is duidelijk (zie de cijfers van het eerste staatje), dat dit slechts een fractie is van de werkelijke kosten. Bij de komende huur verhoging zal het bedrag van 13.600,iets hoger komen te liggen, want de huurwaarde van de wo ning zal de huurpolitiek op de voet moeten vol gen. Hier staat tegen over, dat een opbrengst van 6 van het kapitaal, vooral als met vreemd geld moet worden ge werkt, veelal onvoldoen de zal blijken te zijn. In een volgend artikel zullen wij hierop nader ingaan. Toch meenden wij dit nu reeds even te moeten aanroeren, omdat Nederland doorgaat met het bouwen van dure boerderijen. Hierbij den ken wij vooral aan de nieuw te stichten bedrijven in ontginningsgebieden, waarvoor de 40 subsidie regeling geldt. Men vraagt zich met schrik af of hier ook weer die zware wederopbouw-eisen gelden. Wij denken als voorbeeld aan. een boerderijtje van ƒ23.000,waarbij Wederopbouw een eis hand haafde voor speciale brandbeveiliging van de deu ren, die de bouwkosten met 270,verhoogde. Dit gaat lijken op willekeur, want bij een boerderij van 70.000,kon volstaan worden met een eenvou dige eternitbekleding. Men wil ook dat de boer (wil hij voor deze sub sidie in aanmerking komen) een complete boerderij bouwt. Het zou aanbeveling verdienen de boer meer vrij te laten; hij moet immers reeds een aan zienlijk kapitaal investeren in grond, vee, machines e.d. Bovendien zou men door meer vrijheid toe te staan het nemen van experimenten kunnen be vorderen. Het is ook logisch de boer met het hoogst nood zakelijke te laten beginnen en hem in de loop der jaren te laten uitbreiden. Ook kan het voorkomen, dat hij na enige jaren wil overschakelen van weide naar akkerbouw of andersom. Wij zouden het har nas weg willen laten, of als de Nederlanders dan toch in een harnas moeten leven, dit tenminste zeer soepel samengesteld willen zien. Voor Nederland geldt zeker niet in het minst de noodzaak ook op de landbouwbedrijven zo econo misch mogelijk te werken en rekening te houden met de moeilijkheid personeel aan te trekken. Hiermede, en in verband met reeds genoemde hoge bouwkosten, zou het zeker aanbeveling verdienen aan het z.g. open stalsysteem (loose housing) meer aandacht te besteden. De resultaten in Ame rika zijn niet onbevredigend en ook in Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland, om maar enkele landen te noemen, neemt het enthousiasme voor dit systeem toe. In verband met de grotere en betere mestopbrengst kan dit systeem voor de bedrijven op de nieuwe gronden van grote waarde zijn. Zoals men ziet zijn er vele problemen, die om een oplossing schreeuwen. In dit artikel zijn er slechts enkele genoemd. Het is de bedoeling in volgende artikelen in te gaan zowel op de vraag stukken, welke we hierboven hebben aangeroerd, als op andere vraagstukken, welke zich bij het bouwen van boerderijen voordoen. Mogen allen, die voor deze vraagstukken belangstelling hebben ons hun mening niet onthouden. TH. L. H. SPOELSTRA. Directeur Bouwbureau voor de Landbouw. DE HERDENKING VAN HET CO-JARIG BESTAAN DER RIJKSLANDBOUW- VVINTERSCHOOL TE GOES. 4 Vrijdag 30 October j.l. was een goede dag voor de Rijkslandbouwwinterschool te Goes. Ongeveer 300 oud-leerlingen, genodigden en belangstellenden waren in de „Prins van Oranje" te Goes bijeenge komen om het 60-jarig bestaan der school te her denken door het houden van een Ontwikkelingsdag. De plv. Voorzitter van de Commissie van Toe zicht, de heer D. W. Lindenbergh, deelde mede, dat de Voorzitter der Commissie, de heer A. Minder- houd, wegens ziekte verhinderd was de bijeen komst te leiden. Spr. stelde onder instemming der vergadering voor, een telegram aan de heer Minderhoud te zen den, waarin hem spoedig herstel van gezondheid wordt toegewenst. Vervolgens heette spr. de aanwezigen hartelijk welkom. Het verheugt hem weer dat zo velen ook van verre zijn gekomen om deze herdenking mede te maken en bracht dank aan degenen, die door het zenden van een bloemstuk aan deze dag een enigszins feestelijk karakter hadden gegeven. Nadat de verschillende officiële afgevaardigden, alsmede ook de aanwezige dames in het bijzonder zijn welkom geheten, geeft spr. het woord aan de heer Ir. G. Veenstra, Inspecteur van het Land bouwonderwijs te 's-Gravenhage, die de Directeur van het Landbouwonderwijs, Ir. N. van Vliet, die wegens ziekte niet aanwezig kon zijn, verving. De heer Veenstra memoreerde het een en ander uit de geschiedenis van het landbouwonderwijs cn van de jubilerende school in het bijzonder. Spr. feli citeerde de Commissie van Toezicht, Directeur, leraren en overig personeel der school met de be reikte resultaten en wenste de school een langdurig en bloeiend bestaan toe in het belang van de land bouwende stand en het gewest. Er zal getracht worden dit type onderwijs nog te verbeteren, niet zo zeer in uitbreiding van het aantal scholen of van de te behandelen leerstof, maar meer door de verdieping aan de gemeen schapszin. Ook bij het landbouwonderwijs is de mens te veel verdrongen door de economie. Naar het 'inzicht van spr. zal men zich nog meer dan tot heden moeten bezig houden met de persoon van de leer ling. Hierna boden verschillende officiële personen hun gelukwensen aan. terwijl de Secretaris der Z. L. M. voor de Directeurskamer een fraaie kleu renets overhandigde. Vervolgens behandelde een 7-tal sprekers onder werpen van actuële aard. Daar alle sprekers zich strikt hielden aan de hen toegemeten tijd en de discussies op prettige en vaak humoristische wijze werden gevoerd, kon het programma vlot en op tijd worden afgewerkt. De Directeur der school sprak zijn dank uit voor de waarderende woorden, welke over het onderwijs aan de school waren geuit. Hij wees er hierbij op, dat een school slechts goede resultaten kan afwer pen wanneer het gehele personeel van een goede samenwerking is doordrongen, iets wat van de Goese school met recht kan worden gezegd. Hij bracht hiervoor dank aan het personeel. Nadat nog een oud-leerling der school, de heer I. Staal uit Tiel, die van 18991901 op de school banken had gezeten de suggestie van de Directeur om het leerplan tot 3 jaren uit te breiden had ondersteund, sloot de plv.-voorzitter de bijeen komst met een woord van dank aan allen, die aan het welslagen van deze dag hadden medegewerkt. H.H. LANDBOUWERS! U behoeft er niet naar te raden, Voor naar N.V. ZAADHANDEL BOOMKWEKERIJEN

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1953 | | pagina 8