Het Instituut voor Rationele Suikerproductie IKII iMiillsliliEMIUN JEonen en Sociale voorzieningen LET OP DE UITBREIDINGSPLANNEN. BOEKENNIEUWS ZEEUWSCH LANDBOUWBLAD Ondanks alle tegenstrijdige belangen is er een ontmoetingspunt voor de fabrikanten van diverse pluimage: het Instituut voor Rationele Suikerproductie in Bergen op Zoom. Daar vindt het onderzoek na,ar nieuwe verwerkingsmogelijkheden en problemen van de teelt plaats, dat nieuwe perspectieven opent voor verbetering en uitbreiding van de teelt. De cijfers spreken over deze uitbreiding een duidelijke taal. In het begin van deze eeuw werd voor het eerst de 50.000 ha per jaar als tien-jaarlijks gemiddelde overschreden. Het areaal van dit jaar komt met 67.800 ha zelfs boven de grote oppervlakte van het jaar 1951 (66.700 ha) uit, al zal men een gedeelte van het huidige areaal wel af kunnen schrijven, wat de productie betreft. Overigens ligt de geschatte opbrengst in tonnen met 43 ton voor dit jaar maar weinig onder de 43,3 ton van het afgelopen jaar. Maandblad voor landbouwwerktuigen Vr.ift vrijblijvend gracii pro.ffM.mrr.cr BOS-RANDWEG2 - WAGENINGEN Dat ten gerieve van de teelt en verwerking van een kleine 3 millioen ton bieten een Instituut in het leven wordt gehouden, is zeker geen luxe. Eerder is het een bijzonderheid te noemen, dat de instandhouding mogelijk is, zonder dat het Rijk financiële steun verleent. Over het werk van het Instituut werden we on langs nog eens ingelicht door de directeur Ir. H. Rietberg. Vooral voor degenen, die niet regelmatig de „Mededelingen van het Instituut, of „De Suiker biet" lezen, is een korte uiteenzetting over het werk op zijn plaats. Ondanks de niet te gemakkelijk te hanteren naam vóór 1947 was de naam „Instituut voor Suikerbietenteelt" gebruikelijk kan het Instituut op een zekere vermaardheid bogen. Wie geen waar de hecht aan de jaarlijks uitgebrachte adviezen over rassenkeuze, zal wellicht wel eens gedwongen zijn geweest grondmonsters op te zenden om zich er van te vergewissen, dat zijn grond geschikt was voor de teelt van bieten, dan wel besmet met het gevreesde aaltje. Daarmee hebben we direct al kennis gemaakt met twee afdelingen van het Instituut: de land bouwkundige en de plantenziektenkundige. De landbouwkundige afdeling werkt bij het ras- senonderzoek samen met het I. V. R. O. in Wage- ningen, waarbij er naar wordt gestreefd de bieten teler de beste rassen ter beschikking te stellen. Ook de verschillende cultuurmaatregelen, als zaai tijd, het klaarmaken van het zaaiveld, het meest geschikte tijdstip van opéénzetten, het aantal plan ten per ha, de rijen-afstand, de bemesting, de in vloed van de structuur en de problemen rondom het bietenzaad, komen hierbij aan de orde. Tienduizenden monsters per jaar. Men kan dan de bietenmoeheid verklaren tot bietenvijand no 1, ook de vergelingsziekte mag er zijn. Op het laboratorium geeft de bietenmoeheid de grootste hoeveelheid werk. De meisjes, die gebo gen zitten over de schalen water, waarin de mon sters worden uitgestort, weten de bovendrijvende cysten feilloos te scheiden van alle andere materi aal, dat in de grond voorkomt. Ze weten U zelfs te vertellen of het aaltjes zijn van bieten, haver, erw ten of andere gewassen. Jaarlijks worden zo een 8000 monsters onder zocht, vooral in de winter als de zaaitijd in het zicht komt. De scheikundige afdeling houdt zich bezig met het onderzoek van gewicht, tarra en suikergehalte van de proefvelden. Mooi uitgeruste machines leve ren werk, dat de toets van iedere eritiek kan door staan, doordat toevallige factoren, die van invloed zouden kunnen zijn op de bepalingen zoveel moge lijk worden uitgeschakeld. Zo worden ieder jaar een jfcO.OOO monsters, ieder van 25 bieten onderzocht. Een 20.000 suikerbepa lingen zijn er een gevolg van. In het „slappe" sei zoen worden allerlei mineralen in het materiaal onderzocht. Daarnaast wordt regelmatig gezocht naar aller lei stoffen, die naast de suiker in de biet voor komen. We gaan daarbij wel wat anders te werk dan de Amerikanen, die, nadat ze een bepaalde stof in be langrijke hoeveelheden hebben gevonden, gaan zoe ken naar een toepassingsmogelijkheid. En die vaak nog vinden ook! De telers, die al te royaal met de stikstof om springen, kunnen zich troosten mei de gedachte, dat één van die bestanddelen, het glutaminezuur, dat zij door deze hoge V-giften bevorderen, in cle U. S. A. reeds gewonnen wordt voor het maken van allerlei sausjes over vruchten e.d. Men verhoogt b.v. in Californië de stikstofgiften willens en wetens om het gehalte aan glutaminezuur te ver hogen. Op de rekenafdeling worden tenslotte al deze cijfers omgezet in gegevens, die voer de praktijk bruikbaar zijn. Door de goede samenwerking met de Rijksland- bouwvoorlichtingsdienst worden de verkregen ge gevens zo goed mogelijk verspreid in de praktijk. Vooral in die gebieden, die voor uitbreiding van de teelt in aanmerking komen en dit zijn vooral de zandgebieden en de veenkoloniën is deze voor lichting, rechtstreeks of via de kanalen van de R. L. V. D., van onschatbare waarde. Nog verdere uitbreiding van de teelt? Doordat de overheid vergroting van de binnen landse suikerproductie van belang acht, wordt een behoorlijke prijs voor de grondstof gegarandeerd. Of de verdere uitbreiding tot stand zou kunnen komen, hangt, naar het oordeel van Ir. Rietberg, af van de volgende factoren: 1°. De prijs van de bieten, vooral in vergelijking met andere gewassen. De verwachtingen voor de toekomst zijn voor de biet bovendien beter dan die der andere gewassen. 2°. De productie per ha in de echte bietenstreken kan nog worden verhoogd door het gebruik van betere rassen voor de toekomst de poly- ploïde rassen en betere bestrijding der ziek ten door selectie en goede cultuurmethoden, een voldoend aantal planten per ha geen 60.000 maar 70.000 en een niet overdreven stikstof bemesting (100140 kg/ha). 3°. Verlaging van de kostprijs door gezonde me chanisatie en rationalisatie der werkzaamhe den, zonder dat de kwaliteit van het werk achteruit gaat. Naar de toepassing van de werkclassificatie? Het lijkt ons nuttig nog eens de aandacht te ves tigen op het vraagstuk van de werkclassificatie, een vraagstuk dat ongetwijfeld nog actueler is gewor den door de recente besprekingen, welke hierover in de Stichting voor de Landbouw zijn gehouden en de publicaties welke dienaangaande in de land bouwbladen zijn verschenen. Voor zover nodig brengen wij in herinnering, dat onder werkclassificatie moet worden verstaan, een systematisch analyseren en waarderen van func ties met het doel te komen tot een rangorde van deze, teneinde enerzijds te bevorderen, dat de juiste man op de juiste plaats te werk wordt gesteld en anderzijds een basis te verkrijgen voor redelijke loonverhoudingen. Bij de werkclassificatie gaat het er dus om, van de oude -en primitieve onderschei ding van geschoolde, geoefende en ongeschoolde arbeid, zoals deze in de meeste C.A.O.'s tot heden wordt gemaakt, af te komen. In de C.A.O.'s voor land- en tuinbouw bestaat zoals bekend slechts een onderscheiding in tweeën, te weten vakarbeiders en ongeschoolden. Met nadruk zij er nog op gewezen, dat de werk classificatie zich niet bezighoudt met de wijze waarop de functies worden vervuld. De Stichting voor de Landbouw heeft begin 1950 besloten een werkclassificatie-onderzoek te doen uitvoeren. Hiertoe werd een opdracht verstrekt aan het bureau Berenschot, dat na een serieus onder zoek en met inschakeling van een aantal werkgroe pen bestaande uit werkgevers en werknemers, in de loop van 1951 een gedegen rapport uitbracht, dat sedert dien onderwerp van discussie is geweest in de zes organisaties. De landarbeidersbonden stelden zich na bestu dering van het rapport op het standpunt, dat op basis van de verkregen resultaten een begin moest worden gemaakt met de toepassing van de werk classificatie. Van werkgeverszijde daarentegen was men van mening, dat het onderzoek niet voldoende was ge weest om een dergelijke verstrekkende beslissing op verantwoorde wijze te kunnen nemen. De werkgevers stelden voor het onderzoek voort te zetten, zo nodig uit te breiden, opdat nader zou blijken, of in de praktijk met de werkclassificatie zou kunnen worden gewerkt. Het overleg in de Stichting leidde tot het besluit het onderzoek voort te zetten, terwijl bovendien werd besloten, het rapport voor publicatie vrij te geven. Bij het verdere onderzoek werd ook de tuin bouw betrokken, waaraan practisch nog geen aan dacht was geschonken. Voorts werden in een aantal plaatsen proeven genomen, teneinde in het bijzonder na te gaan, of de in het rapport Berenschot opgenoemde omschrij ving der functies, juist was en tevens te bezien of de plaatselijke sociale commissies hiermede zou den kunnen werken. Als resultaat van dit aanvullende onderzoek werd onlangs een rapport uitgebracht door de werkclassificatie-commissie van de Stichting. Deze commissie sprak zich er over uit, dat een volledige interne toepassing van de resultaten van het werk classificatie-onderzoek vooralsnog niet verantwoord mocht worden geacht. Wel meende de commissie in overweging te moeten geven, de werkclassifica tie voor bepaalde groepen van hoogst gewaardeerde De suikerbiet vraagt deskundige verzorging door geschoolde krachten. 4°. Het vermijden van het optreden van het bie- tencystenaaltje, door slechts eens in de vier jaar bieten te Verbouwen. 5°. Het invoeren van de teelt op de lichte gronden, die voor de teelt geschikt zijn. De grond moet dan vochthoudend zijn en niet te nat, van een goede zuurgraad en goed onkruidvrij zijn, om de teelt te doen slagen. 6°. Tenslotte ligt er in de nieuwe polders een enorm terrein voor de uitbreiding van de teelt. Men kan er van overtuigd zijn, dat het iniet aan het Instituut voor Rationele Suikerproductie zal liggen, wanneer we in Nederland in de toekomst de totale binnenlandse consumptie van 470 millioen kg suiker niet uit de suikerbietenteelt van het eigen land weten te maken. Daarvoor staat de goede reputatie van dit wetenschappelijk gefun deerde instituut borg. B. I'M'- functies in te voeren. In de Hoofdafdeling Sociale Zaken bleek over dit voorstel echter geen overeen stemming mogelijk met als gevolg, dat het Dage lijks Bestuur der Stichting besloot de kwestie voor te leggen aan het Hoofdbestuur. Naar wij vernamen, heeft dit College zi$h inmid dels na ampel beraad er over uitgesproken, dat tegen een bepaalde vorm van invoering der werk classificatie geen bezwaar bestaat, mits hierom trent tussen de organisaties van werkgevers en werknemers, plaatselijk of streekgewijs volledige overeenstemming bestaat. Voor zover wij kunnen nagaan moet deze uitspraak aldus worden geïnter preteerd, dat het Hoofdbestuüt vati de1 Sticking het initiatief tot- de invoering va<nde werieetessifi- catie volledig wil overlaten aan de plaatselijke afde lingen van de organisaties van werkgevers en werknemers. De Hoofdafdeling Sociale Zaken werd uitgeno digd een en ander nader te bespreken met de sociale secties van de provinciale Stichtingen voor de Landbouw. In de land- en tuinbouw zijn wij thans een stap dichter gekomen bij de interne toepassing van de werkclassificatie. Het is nog te vroeg een duidelijk beeld te vormen van de verdere gang van zaken. Het overleg dienaangaande is nog niet voltooid en het lijkt ons niet gewenst hierop vooruit te lopen. Wel ligt het in ons voornemen zo spoedig moge lijk op de werkclassificatie terug te komen teneinde aan de hand van de beslissingen, welke dan zullen zijn genomen in te gaan op de consequenties, welke hieraan zijn verbonden. N. A. V. WESTDORPE. Vanaf 26 October tot en met 23 November ligt ter secretarie der gemeente voor een ieder ter in zage het ontwerp van het uitbreidingsplan der ge meente, zowel ten Oosten als ten Westen van het kanaal GentTerneuzen (Stroodorpe) in hoofd zaak en onderdelen. Belanghebbenden kunnen gedurende deze ter mijn bezwaren indienen bij de gemeenteraad. Verschenen is een 2e druk van het boekje „Fruit teelt in de volle grond" door Ir. B. Bosma. Deze druk wijkt slechts op ondergeschikte pun ten af van de voorgaande. Na de inleiding over de betekenis van de fruitteelt in ons land volgt een uitvoerige beschrijving over d.e vermenigvuldiging der fruitgewassen, de aanleg van boomgaarden en de verzorging. Een aantal fraaie foto's brengt het geschrevene in beeld. Al met al een zeer aan te bevelen boekwerk. Verkrijgbaar bij N.V. Uitgevers-Maatschappij W. E. J. Tjeenk Wilink, Zwolle. Kosten ƒ3,60.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1953 | | pagina 3