Vervaardigt Coöperatief Suiker
OTBEIBI
TA
De grootte van het vezelvlasareaal
en de gemiddelde opbrengst vanaf 1948
ILv
kmti!
*0 FltUiilylt# W&W&
irr
fieeftr Uw tfeeOitffr H&oCcg/
ZEEUWSCH LANDBOUWBLAD
„Dertig jaar ben ik hier, maar ik heb het nog
nooit zo gezien". Dit moest de Algemeen Adviseur
van de V. C. S., Drs M. J. Smit Maandag j.l. ver
klaren, toen we met een gezelschap de fabriek te
Zevenbergen bezichtigden. Het was ook wel iets
bijzonders die eindeloze rijen hooggeladen bieten-
wagens achter paarden en trekkers, die zo sterk
aangroeiden, dat een gedeelte niet meer op het
ieveringsterrein een plaats kon vinden en elders
tijdelijk moest worden ondergebracht.
Op een dag als deze Maandag wordt alleen per
as al meer dan de dagcapaciteit van de fabriek
aangevoerd, zodat het niet te verwonderen
valt, dat de leiding zich wel eens achter het oor
Krabt bij het verwerken van die honderden wagens
per dag.
Ook bij de fabriek Dinteloord was de drukte
buitengewoon groot. Het is een teken, dat de boer
dit jaar ongedacht snel met de bietenoogst klaar
weet te komen en daardoor probeert in hetzelfde
warren met de winkelprijs, omdat er van de 91 cent
die de huismoeder betaalt, na aftrek van diverse
posten als omzetbelasting, accijns, vracht en distri-
butiekosten slechts 47Va cent per kg voor de fabri
kant overblijft. Al naar gelang van de prijs die
de Minister vaststelt, wordt er uit het Landbouw
Egalisatiefonds bijbetaald, of moet de fabrikant
aan dit fonds afdragen. Dit jaar geldt in verband
met de bijzondere omstandigheden een andere
regeling.
Verder hebben de fabrieken voor de eerste twin
tig jaren een overeenkomst gesloten, waarbij de
bieten verdeeld worden in een vaste verhouding.
Overmatige concurrentie wordt op deze wijze uit
gesloten, welk gevaar vooral wat de z.g. koop
bieten betreft, zeker niet denkbeeldig is.
De'coöperatieve fabrieken nemen met 62 een
belangrijk aandeel in de totale Nederlandse suiker
verwerking. Onder hen neemt de V. C. S. met
31 een vooraanstaande plaats in.
De
bietenontvangst
Wv^
bij de Coöperatieve
Suikerfabriek te
Dinteloord.
Van de heer J. M. van Bommel van Vloten, de
voorzitter van de Verenigde Coöperatieve Suiker
fabrieken (V. C. S.) mochten we het één en ander
over de organisatie der V. C. S.-fabrieken verne
men. Dit gevoegd bij een bezichtiging van de fa
brieken te Dinteloord en Zevenbergen kan de
mening versterken, dat deze coöperatieve verwer
king van suikerbieten uiterst modern opgezet is en
iedere vergelijking met andere fabrieken kan door
staan.
Sedert 1948 werken de fabrieken te Roosendaal,
Dinteloord en Zevenbergen samen in de V. C. S.
en bereiken daardoor een gezamenlijke dagcapaci
teit van 12.000 ton per dag.
Vóór de uitbreiding en de modernisering van de
fabireken bedroeg de capaciteit ruim 8000 ton
per dag.
Deze vernieuwing en uitbreiding is verdeeld over
een reeks van jaren, zodat men b.v. in de fabriek
te Dinteloord nog steeds niet tot een eindresultaat
gekomen is.
Sinds 1949 werd een bedrag van 24 millioen gul
den geïnvesteerd, doch dank zij de krachtige af
schrijving staan de fabrieken voor slechts 4% mil
lioen gulden op de balans.
Over 4 jaar zullen de drie afzonderlijke coöpera
ties die samen de V. C. S. vormen, geheel gelijk
berechtigd zijn, omdat de verschillen, die bij de
fusie bestonden dan geheel vereffend zuilen zijn.
Per aandeel van 400, waarop 100 gestort moet
worden, mogen 20 tot 30.000 kg bieten geleverd
worden.
De bieten die hierboven geleverd worden bren
gen een iets lagere prijs op.
Deze samenwerking is vooral van belang uit het
oogpunt van de uitschakeling der concurrentie^ de
beperking van risico's, een grotere bedrijfszeker
heid en een besparing van kosten.
Dat hierbij het resultaat van de eerste veertig
jaren Dinteloord een gemiddelde meerprjjé Van
4 per 1000 kg boven de vrije marktprijs nog
overtroffen is door de uitbetalingsprijs van de
V. C. S. in de jaren na 1947, doet voldoende duide
lijk de positie van deze topcoöperatie op het gebied
van de suikerverwerking uitkomen.
B.
tempo van zijn bieten af te geraken. Want be
waring brengt onherroepelijk verliezen met zich
mee. Als men nagaat dat het toch vrij normale
verlies van 0,2 suiker-aan een fabriek als Zeven
bergen réeds een paar duizend gulden per dagpro-
ductiq ;ko§t, ,zal men begrijpen, dat alle middelen
aangegrepen worden deze verliezen tot het uiterste
te beperken. In de eerste plaats werd daarom,
vooral in het belang van de telers zelf, de termijn
levering ingevoerd, terwijl daarnaast zoveel mo
gelijk de grote hopen worden vermeden en de bie
ten in volgorde van aankomst worden verwerkt.
Het warme weer van de laatste weken bemoei
lijkt de bewaring wel bovenmate. Gelukkig wordt
ook de afrijping bespoedigt, zodat van „slachten"
weinig of geen sprake meer is.
Een niet te verwaarlozen voordeel van de coö
peraties is, dat deze de telers tot hun eigen
voordeel uiteindelijk beter in de hand heeft. De
hierboven genoemde 0,2 suikerverlies berekent
voor de teler ongeveer 1 per 1000 kg meer bij de
afrekening.
De bieten van de overstroomde gronden geven
nog geen onoverkomelijke moeilijkheden, doch de
volgende jaren zullen deze bieten, die een geheel
andere samenstelling hebben, wel meer last veroor
zaken. De sterke natrium-opname bevordert helaas
de melassevorming, daar de suiker dan niet goed
kan uitkristalliseren.
De bieten van het noordelijk gedeelte van Tholen
zijn vrij tot buitengewoon slecht, terwijl ook in het
midden van Flakkee en een gedeelte van W. Noord-
Brabant heel slechte bieten gerooid worden.
Matig tot vrij goed zijn de overstroomde bieten
van N.-Beveland, Walcheren en Z.-Vlaanderen.
Opbrengsten van 8 ton per ha zijn daarbij voor
gekomen; men zou evengoed kunnen denken, dat
er witlof op de fabriek werd gebracht, inplaats van
suikerbieten.
Door het minder optreden van de vergelings-
ziekte is de spreiding in de gehaltes en opbrengsten
minder sterk dan het vorige jaar.
Overigens is de Nederlandse oogst maar matig
in vergelijking met die van andere landen in
Europa.
Wanneer men de Nederlandse kostprijs gaat
vergelijken met die van andere landen, komt men
bezwaarlijk tot goede resultaten.
Er bestaat echter een suikerconventie tussen de
verschillende landen, die werkt met een minimum
prijs ter bescherming van de producent en een
maximprijs ter bescherming van de consument.
Neemt men het gemiddelde van de prijzen, dan
komt men ongeveer op de Nederlands kostprijs
terecht. Zonder te veel waarde aan een dergelijk
cijfer te hechten, kan men dit wel als een be
vredigend teken beschouwen.
Hierbij moet men de kostprijs vooral niet ver-
ft J
Een aantal belangwekkende cijfers hierover vonden we in „De Vlasbode" van 7 Oct. van de hand
van Ir. J. Friederich.
We nemen de tabel in vereenvoudigde vorm over, waarbij van de opbrengst een gemiddelde
berekend is.
Landen
1948
1949
1950
1951
1952
1953
gem.
1948/1953
ha
ha
ha
ha
ha
ha
kg/ha
België
30.128
26.091
24.439
34.198
32.111
32.000
6100
Denemarken
6.337
3.934
2.599
4.279
3.470
3.343
5500
W. Duitsland (Bondstaat)
26.079
12.777
7.744
7.977
6.837
4300
Engeland
5.814
6.520
6.617
9.250
5.870
4400
Frankrijk
31.545
41.633
40.225
55.096
57.000
41.243
6000
Ierse Vrijstaat
8.249
6.113
4.039
4.777
4.425
Noord-Ierland
9.165
12.278
8.945
8.340
9.366
4.500
4500
Nederland
19.526
20.280
17.792
29.923
33.690
27.253
7800
Zweden
3.700
4.159
4.504
3.427
5.200
5.107
5300
Totaal
140.856
133.738
116.904
157.671
154.090
Het vlasareaal in Frankrijk heeft zich uitgebreid
door de regeringssteun. België en Nederland zijn
overigens de enige landen waarin de vlasteelt geen
enkele subsidie geniet. De hogere opbrengsten per
ha maken dit vanzelfsprekend ook minder nood
zakelijk.
De gunstige ligging t.o.v. de zee zal hier aldus
Ir. Friederich wel een rol spelen.
Op de algemene uitbreiding van de vlasteelt ten
gevolge van de Koreaanse dreiging heeft de vlas
teelt in ons land het sterkst gereageerd.
Tengevolge van het teruglopen van het vlas
areaal in Engeland neemt in 1952 het vlasareaal
enigszins af.
0 voorkomt spruit- en
wortelvorming
0 vermindert de kans
op kuilrot
N V N0URY i VAN OER LANDE'S
D doodt de luis in de kuil
D vernietigt radicaal de
grootste infectiebron
der vergelingsziekte
EXPLOITATIE Ml) deventfr holland