EMIGRANT
ZITDAGEN
BOEKHOUDBUREAU
ZATERDAG 31 OCTOBER 1953.
WAARIN OPGENOMEN HET NOORD-BRABANTSCH LANDBOUWBLAD
Officieel Orgaan van de Zeeuwsche Landbouw Maatschappij (Z. L. M.)
de Noord-Brabantsche Maatschappij van Landbouw en andere Verenigingen
ZITDAGEN SECRETARIAAT
DER Z. L. M.
D. J. VAN DER HAVE
No. 2196 Frankering bij abonnement: Terneuzen.
41e Jaargang
ZEEUWSCH LANDBOUWBLAD
Dit blad verschijnt elke ZATERDAG. Overname van arti
kelen is slecths geoorloofd met duidelijke bronvermelding.
Leden van de Z. L. M. en N.-Br. Mij van Landbouw ontvan
gen het blad gratis.
ABONNEMENTSPRIJS voor niet-leden van deze organisa
ties bedraagt 10,per jaar by vooruitbetaling.
Redactie:
Secretariaat der Z. L. M.
Landbouwhuis Goes
Tel. K 1100—2345
ADVERTENTIETARIEF: Per mm 15 cent; minimum per
advertentie 2,25. Incassokosten 0,20. t
Regelabonnementen tegen speciaal tarief.
Inzending van advertentiën uiterlijk Dinsdagavond aan de
Uitgeefster N. V. v/h Firma P. J. VAN DE SANDE te
Terneuzen.
©var zie fit
De vorige week werd te Den Haag de jaarlijkse
Algemene Vergadering van het K. N. L. C.
gehouden. Het Koninklijk Nederlands Landbouw
Comité, de federatie van de Provinciale Landbouw
Maatschappijen, telt dus slechts een beperkt aan
tal leden.
In het hoofdbestuur, dat maandelijks bijeenkomt,
stippelen de Landbouw Maatschappijen hun lande
lijk landbouwbeleid uit, hetgeen dan verder via het
hoofdbestuur van de Stichting van de Landbouw,
bij de verschillende officiële instanties verdedigd
wordt. Tot voor enige jaren was de heer H. D.
Louwes voorzitter van het K. N. L. C. Op de jaar
lijkse algemene vergadering sprak deze vooraan
staande landbouwvoorman steeds een rede uit,
waarin tal van belangrijke punten naar voren kwa
men en waarin hij vooral de grote lijnen aangaf op
economisch, sociaal en cultureel terrein van land-
bouwzljde bezien.
Voor deze vergaderingen bestond, speciaal ook
van de zijde van vele ambtelijke, coöperatieve en
stichtingsinstanties, grote belangstelling, want men
wist met welk een ruime blik de heer Louwes de
dingen zag en naar voren bracht.
De heer Louwes heeft enige jaren geleden het
voorzitterschap neergelegd en hij werd opgevolgd
door de heer Ir. C. S. Knottnerus. Het is verheu
gend, dat deze de traditie van zijn grote voorgan
ger voortzet en zo ook de vorige week de vergade
ring van het K. N. L. C., waarvoor grote belang
stelling bestond, met een rede opende, waarin ver
schillende punten aan de orde werden gesteld.
Wij willen er hier enkele noemen.
Nadat de heer Knottnerus in het kort de waters
nood gememoreerd had, waarbij hij dank bracht
voor de vele hulp uit binnen- en buitenland en
-aandacht vroeg voor al diegenen, die in de ramp
nacht en daarna door initiatief en taai volhouden
de catastfofe hebben beperkt, en voor hen, die
zich door de tegenspoed niet klein hebben laten
krijgen, doch onmiddellijk, ondanks eigen verliezen,
zich hebben ingezet om anderen te helpen, kwam
hij op
HULST: Maandag 2 November van 35 uur in
„De Graanbeurs".
KOUDEKERKE: Woensdag 4 November van 9—
1.30 uur in Hotel „Nieuw Walcheren".
TERNEUZEN: Woensdag 4 November in Hotel
„Des Pays-Bas".
ZIERIKZEE: Donderdag 5 November in „Huis van
Nassau".
MIDDELBURG: Donderdag 5 November in Café
„De Eendracht".
THOLEN: Zaterdag 7 November in Hotel „Hof
van Holland".
ST. PHILIPSLAND: Zaterdag 31 October van 11
1 uur in Hotel „De Druiventros".
ZIERIKZEE: Donderdag 5 November van 11
12x/z uur, in Hotel „Huis van Nassau".
Komt hier met uw vragen op pacht-, juridisch-
economisch-, sociaal- en technisch gebied,
de ongerustheid over het huidige landbouw
beleid.
Ofschoon wij in Zeelarid in de droog gebleven
gebieden over het algemeën gelukkig nog kunnen
spreken van behoorlijke opbrengsten der gewas
sen, met een redelijk financieel rendement, dienen
wij ons te realiseren, dat dit niet overal in den
lande meer het geval is. Met name de positie,
waarin de rogge zich bevindt baart ernstige zorgen
in die gebieden, waar meh is aangewezen op de
teelt van deze graansoort. En men bedenke, dat
de rogge nog het grootste aantal hectaren beslaat
van de totale oppervlakte granen in Nederland.
De prijs van deze rogge nu is gedaald beneden de
kostprijs, en zelfs in aanzienlijke mate. Tot heden
toe greep de Overheid onvoldoende in.
De heer Knottnerus doelde hierop, toen hij zeide,
dat in de Nederlandse boerenstand zeer ernstige
ongerustheid bestaat, dat de Overheid haar toe
zegging van een redelijk bestaan op het goed ge
leide sociaal economisch verantwoorde bedrijf, niet
zal nakomen. Spreker stelde, dat de Overheid
juist n u dient te tonen, dat zij voor de basispro
ducten, waarvan rogge er toch een is, de kostprijs
garandeert. In de Memorie van Toelichting op de
landbouwbegroting schrijft de Minister, dat zijn
beleid hetzelfde doel nastreeft als steeds na de
oorlog. Sinds enige jaren zijn er een aantal basis
producten aangewezen, waarvoor de kostprijs plus
een ondernemerswinst wordt gegarandeerd, zoals
tarwe, suikerbieten en melk. Voor een andere cate
gorie producten, zoals de voergranen, werd de
kostprijs gegarandeerd met een vrije uitloop naar
boven.
Het beleid nu ten aanzien van de rogge, een der
voergranen, wekt ongerustheid, daar nu de Minis
ter stelt, dat pas maatregelen nodig zijn als het
bedrijf als geheel geen behoorlijk resultaat meer
oplevert. Dit, aldus de heer Knottnerus, is een
ander geluid en moeilijk voor ons te verwerken.
Aan een nadere beschouwing onderwierp ver
volgens de voorzitter van het K. N. L. C. de roep
van regeringswege tot kostprijsverlaging. Terecht
merkte hij op, dat verlaging van de kostprijs slechts
kan worden verkregen door verlaging van één of
meerdere kostprijsfactoren. De post arbeidsloon
kan alleen verlaagd worden door vermindering
van de hoeveelheid arbeid, daar een uurloonverla
ging niet in het voornemen ligt (een verhoging
wel! Red.). Wanneer hiervan extensivering het
gevolg zal zijn biedt dit, nationaal-economisch be
zien, geen oplossing.
Verlaging van de prijzen van grond- en hulp
stoffen heeft de landbouw niet in de hand. Door
goede coöperatie kan zij de weg van producent naar
de boerderij zo rationeel mogelijk maken, doch
verder gaat haar invloed niet.
Een derde methode bestaat in het uitbuiten van
natuurlijke factoren, b.v. het kweken van betere
rassen, een meer rationele veevoeding. Snel gaat
dit zeker niet, al moet hier natuurlijk alles op ge
zet worden.
De afzet naar het buitenland hangt veelal af van
de maatregelen, die dat buitenland treft of niet
treft. Het is een taak van de Overheid te trachten
de voor onze uitvoer schadelijke maatregelen tot
een minimum beperkt te krijgen.
De heer Knottnerus besloot dit deel van zijn
openingsrede met het volgende:
„U moet mij goed begrijpen. Ik onderschrijf vol
komen, dat het noodzakelijk is, dat onze bedrijven
zo rationeel mogelijk moeten worden gevoërd en
dat aan de afzet alles moet worden gedaan. Ik zie
hierin echer geen mogelijkheid, waardoor de kost
prijs Van de voergranen het volgend jaar beneden
de prijs zal liggen, waarvoor de U. S. A, zijn over
schotten op de markt gooit,
Gelukkig heeft de Minister van Landbouw dit ook
ingezien en monopolieheffingen op gerst, haver en
rogge in het vooruitzicht gesteld. Zijn deze voor
gerst en haver helaas al aan de krappe kant, voor
rogge zijn ze hoogst onvoldoende. Aanvullende
maatregelen zullen hier nodig zijn. De rogge is
voor vele bedrijven in Nederland een basisproduct,
dat tot nu toe wel gedeeltelijk, maar zeker niet op
zeer uitgebreide schaal vervangbaar is.
Wanneer men thans de roggetelers niet de pro
ductiekosten wil vergoeden, betekent dit, dat de
geleide-economie plotseling liberaal wordt; dat men
de boer niet het redelijk bestaan wil geven men
zegt kan geven), dat deze grond feitelijk uit de
productie moet worden genomen. Dit gebeurt na
tuurlijk niet, omdat de boer ook tegen geringere
vergoeding toch zal doorgahn met produceren,
zelfs als zijn inkomen beneden dat van de uitkering
van de wachtgeld- en werkloosheidsverzekering
komt, ja zelfs als zij verlies oplevert. Ik vraag me
echter af of een staat, die heet een rechtsstaat te
zijn, een arbeider een weekinkomen kan verzeke
ren, ook al heeft deze geen werk, en tegelijkertijd
een boer de beloning kan onthouden voor werk
zaamheden, welke dit land absoluut nodig heeft."
Loonbeleid.
Het tweede belangrijke punt was de loonpolitiek.
Vier problemen liggen er voor ons, aldus spreker.
De 5 loonsverhoging, een geleidelijk afschaffen
van de gemeenteclassificatie, waardoor dus de ach
terstelling van het platteland vermindert, maar
hetgeen loonsverhoging betekent, een vrijere loon
vorming, waarover ook in de Tweede Kamer wordt
gedebatteerd, en tenslotte de werkclassificatie.
Daar wij in deze kolommen reeds eerder over
de eerste drie problemen schreven, willen wij ons
beperken tot het laatste.
De werkclassificatie is een middel om verschil
lende functies verschillend te betalen, een middel
dat in de industrie veel toepassing vindt, doch dat
in de landbouw nog geen ingang vond. Op initiatief
van de Stichting voor de Landbouw werden er
studies over dit onderwerp gemaakt en een des
kundig bureau bracht hierover rapport uit. Van
landarbeiderszijde wil men wel tot invoering van
een dergelijke classificatie overgaan, terwijl men
van werkgeverszijde er nog, huiverig tegenover
staat.
De voorzitter van het K. N. L. C. sprak als zijn
mening uit, dat het wenselijk is om te proberen
door middel van deze werkclassificatie een beter
verantwoorde beloning voor de vaste landarbeiders
te verkrijgen. Indien wij in de landbouw deze vaste
arbeiders, die meestentijds zeer bekwaam zijn naar
hun waarde beter zouden kunnen belonen in ver
gelijking met de minder bekwame zou de zuig
kracht van industrie en R. V. W. verminderen en
hadden wij heel wat gewonnen. Een standpunt, dat
Wij zeker kunnen onderschrijven.
Vereenvoudiging en P. B. O.
Tenslotte sprak de heer Knottnerus over de ver
eenvoudiging van de loonadministratie en het toe
komstige landbouwschap. Aan het eerste mankeert
nog veel en slechts wanneer onze eigen instellin
gen als Vacantiefonds, Bedrijfspensioenfonds en
Bedrijfsvereniging de handen ineenslaan en nu
eens werkelijk dit brandende vraagstuk groots
KONINKLIJK KWEEKBEDRIJF
ZAADHANDEL
KAPELLE-BIEZELINGE
de meest productieve schokker voor
het Zuid-Westelijk kleigebied.