Suikerbietenkoppen en -bladeren DE LAATSTE STAP KOPPEN EN INKUILEN Coöp. Groenvoederdrogerij „Tholen' G.A. Nieuwkopen en de t. b. c.-bestrijding Gras- en Klaverzaden GEBRs DE J0NGH GOES ZEEUWsen LANDBOUWBLAD Deze week konden wc even stilstaan bij het eerste jaar van de nieuwe pachters in de Quarlespolder. Terwijl de oogst van de velden uitgestald stond rond het spreekgestoelte, werd 'onder grote belangstelling één der laat ste schakels in de ketting gesloten. De pach- ters mogen niet alleen werken in deze mooie 1 polder, ze kunnen er nu ook wonen in goed ingerichte woningen. De Secretaris-Generaal van het Ministerie van Financiën, Mr. H. A. M. van den Dries, wees ér op dat 80 jaar geleden door het leg gen van de Sloedam, de grondslag voor. deze polder gelegd werd. In de twintiger jaren volgde de aanplanting van Spartina, teneinde de aanslibbing te be- vorderen. Een volgende stap werd in 1948 gezet door de aanleg van de dijk, gevolgd door het ver kavelen en de aanleg van sloten en wegen. Dank zij de medewerking van vele instanties kon ock de aanleg van utiliteitswerken spoe dig worden uitgevoerd. De eenvoudige plechtigheid van de afge lopen week kan als de laatste stap van de aanleg van de polder worden gezien. Moge dit mooie gebied, dat geografisch een verbindende schakel tussen Zuid-Beveland en Walcheren vormt, ook op andere gebieden een bindend element in de agrarische samenleving vormen. Met nadruk wijzen wij er op, dat het noodzake lijk is, dat de eisen, de t.b.c.-bestrijding betreffen de, bij 't aankopen van vee onverminderd gehand haafd dienen te worden. Nu de provincie Zeeland bijna tubeeculose-vrij is, is het meer dan ooit noodzakelijk, dat men uiterst voorzichtig is bij het aankopen van vee. Een besmet dier in een vrije omgeving, kan een ware ravage veroorzaken. Neem daarom de volgende regelen in acht en wijk daarvan nooit af. 1. Koop met geldige witte verklaringen. 2. Laat aangekochte nuchtere kalveren op een leeftijd van 3 maanden tuberculineren. Laat deze dieren niet staan tot het winteronderoek. 3. Laat aangekochte graskalveren, voorzover hier geen verklaring bij is, direct tuberculine ren. In de komende jaren blijft de grootst mogelijke voorzichtigheid vereist. III. Wanneer we een doelmatig; gebruik willen ma ken van de suikerbietenkoppen en -bladeren, dan kunnen we van het verse materiaal zoals eerder uiteengezet niet al te veel vervoederen. Dit te meer niet, omdat, wanneer vers loof lang op het land blijft liggen, ernstige vervuiling van het blad en rotting van de bladeren niet is te voorkomen. Zoals we gezien hebben, is het gebruik van vuil en rot blad altijd af te raden. KOPPEN. Op akkerbouwbedrijven met een intensieve sui kerbietenteelt en weinig vee, is het onmogelijk het loof allemaal vers aan te wenden; ook bij een groot deel inkuilen, kan daaraan niet altijd een nuttige bestemming worden gegeven. Men gaat er dan vaak toe over vooral van de bieten, die in het laatst van de campagne worden gerooid niet meer het volledige loof te verzamelen, doch alleen de koppen. De bietenkoppen zijn minder vuil, er komt geen rot blad aan voor en ze eisen weinig transport vanaf het land. Bovendien ver rijkt het achtergebleven blad het land met veel voedingsstoffen, vooral kali, stikstof en organische stoffen. De bemestingswaarde van het bietenblad (zonder koppen) kan vrij hoog worden aangesla gen en is, bij de huidige prijsverhoudingen, wel te taxeren op circa 75,per ha. De veel schonere bietenkoppen zelf vormen een prima voer. Ze bezitten een veel hoger droge-stof- gehalte dan het blad en kunnen zonder overwegen de bezwaren aan allerlei dieren worden gevoederd, ook aan melkvee. Voor werkpaarden vormen ze een uitstekend prestatievoer, dat in een periode van zwaar werk gedurende de werkdagn in hoe veelheden tot 40 50 kg per paard gevoederd kan worden. Gezien de hoge voedingswaarde .en lichte verteerbaarheid, moet het rantsoen bieten koppen op rustdagen tot de helft of op deel worden verminderd (peeberoerte). OPBRENGSTEN. Van vers bietenloof met koppen komt doorgaans een hoeveelheid beschikbaar, die 70 a 90 be draagt van de opbrengst aan suikerbieten; dat is dus circa 25.000 'a 40.000 kg per ha. Later in het seizoen, wanneer de bladop'brengst geringer wordt (veel blad verrot, soms ook verdroogd), bestaat het bietenloof meer alleen uit koppen en daalt der- haLve tot 20 a 30.000 kg per ha. In een bladrijk ge was is het aandeel koppen circa 15 bij weinig blad circa 25 De opbrengst aan koppen bedraagt 600010.000 kg per ha. De bietenkoppen zijn armer aan eiwit dan het volledige loof. Voor melkvee moet daaraan worden gedacht. Voor mestvee zijn de bietenkoppen een ideaal voer. Bij goede bewaring in dunne laag uitgespreid op een grasmat zijn de bietenkoppen lang te bewaren en kunnen tot diep in Januari worden ge bruikt. Oppassen voor broei en schimmel; laag daarom niet te dik, af en toe omzetten, bij droogte af en toe nat gooien. Op Vrijdag 16 October j.l. weed de algemene ver gadering van de coöperatieve groenvoederdrogerij Tholen" G. A. te Bergen op Zoom gehouden. In zijn openingswoord kon de voorzitter, de heer J. F. Brooijmans. constateren, dat het jaar 19521953 bevredigende resultaten heeft opgeleverd. Dit blijkt ook duidelijk uit het jaarverslag waaraan we het volgende ontlenen. Het aantal leden steeg van 250 tot 340, terwijl het getal der aandelen tot 1311 is opgelopen. De totale productie van de beide drooginstallaties samen bedroeg 3.249.640 kg of 1.359.020 kg meer dan in het seizoen 19511952. Ondanks de lagere gemiddelde verkoopprijzen per 100 kg (ƒ23,11 tegenover ƒ24,56) en de statu tair verplichte storting op de aandelen is de ge middelde uitkering verhoogd van 7 cent tot 7% cent per kg. De verkoop verliep vlot, zodat zowel de overgehouden voorraad van het seizoen 1951 als de gehele productie aasi handelsmeel in 1952 kon worden afgezet. Van de gedroogde producten nam lucerne met 1.609.660 kg verreweg de belangrijkste plaats in. Daarna volgden gras met 573.825 kg, rode klaver met 421.450 kg, terwijl ook nog werd gedroogd 394 ton stoppelklaver, 194 ton hopperups en 40 ton wikken. De gemiddelde opbrengsten bedroegen van drie sneden lucerne totaal 11.157 kg droog product, van drie sneden gras 8529 kg, van 3 sneden rode klaver 12101 kg. Van de overige producten waren de opbrengsten: stoppelklaver 3508 kg, hopperups 2985 kg en wikken 2941 kg. P|roeven werden genomen met het drogen van groen erwtenstro, snijrogge, gerst en lupinen, doch dit bleek niet lonend vanwege het lage gehalte aan ruw eiwit enerzijds en het hoge vochtgehalte anderzijds. Van de totale productie van 3.249.640 kg werd door de leden voor eigen gebruik teruggenomen 735.000 kg of 22,6 tegenover het vorige jaar 22V2 In 't geheel is er 11.044.720 kg Vers pro duct verwerkt van 939,80 ha waarvan 450,70 ha lucerne. Het gezamenlijke aantal draaiuren van beide drooginstallaties bedroeg 6975. De Du Croo Braunsdrogcr bereikte een capaciteit van 359 kg gedroogd product per uur bij een gemiddeld vocht gehalte in het verse materiaal van 70.93 terwijl de Van den Broekdroger per uur 560 kg gedroogd product leverde bij een vochtgehalte van 74.79 Met betrekking tot de afzet voor dit jaar lijken de vooruitzichten weer gunstig. Van het in totaal naar schatting te verwachten aanbod van 30.000 ton is reeds 23.000 ton verkocht, terwijl men voor de rest goede verkoopmogelijkheden ziet op de Duitse, Deense en Nederlandse imarkt. Rest ons tenslotte nog te vermelden, dat bij de bestuursver kiezing de heren A. Punt te Klundert, Jac. Raaij- makers te Wouw, A. G. M. Vos te Roosendaal en C. J. van Westen te Poortvliet werden herkozen. INKUILEN. Bij koppen van het bietenloof blijft eigenlijk het meest waardevolle bestanddeel n.l. het eiwit grotendeels op het land achter. Inkuilen van het volledige loof is daarom ten zeerste aan te bevelen. Bietenloof is een product, dat zich gemakkelijk laat inkuilen, omdat het voor de nodige zuur-vor- ming voldoende suiker bevat. Voorwaarde is dan echter, dat het loof niet te veel rotte bladeren be vat en niet te vuil is. Hieraan mankeert in de praktijk dikwijls heel veel; is trouwens ook moeilijk als het weer niet meewerkt. Het is echter wel de moeite waard er naar te streven bij het rooien en opladen van de bieten verontreiniging van het loof zoveel moge lijk te voorkomen. Kopschoffelen is voor het ver krijgen van schoon loof ideaal. Toepassing hier van verdient sterk overweging. Bij het toepassen van arbeid-besparende rooimethoden van de suiker bieten, waarbij het loof met modder wordt be smeurd, moet de achteruitgang in de waarde van het loof wel ernstig in het oog worden gevat. Inkuilen kan op verschillende manieren geschie den. In grondkuilen of in silo's; men kan de koude, dan wel de warme methode toepassen. Het beste is gebruik te maken van silo's en inkuilen volgens de koude methode. Wil de laatste slagen, dan is snel werken, liefst in één dag, en vast aantrappen noodzakelijk. Met vers, veerkrachtig loof gelukt het echter niet het materiaal zodanig vast te sta pelen, dat geen broei meer optreedt. Hakselen van het bietenloof biedt dan ook de beste voorwaarden tot het verkrijgen van een prima voer, waarin de geringste verliezen aan voederwaarde optreden. Dit loof mag dan echter weinig grond of modder bevatten. Is dit niet het geval, dan kan men beter het loof ongehakseld ensileren. Hoewel dan geen kuiivoer wordt bereid dat lang houdbaar is, kan het toch gedurende de eerste wintermaanden best bruikbaar zijn. Dit ook, als veel grond in het kuii voer voorkomt (soms wel 812 daar de dieren grote handigheid hebben om de modderkluitjes uit het kuiivoer te laten liggen. Bij proefnemingen, het vorig jaar genomen op het Proefbedrijf „De Laar" te Eist, werden bij het inkuilen van bietenloof, volgens een verslag van Dr N. Dijkstra in „Landbouwvoorlichting" van September 1953, de volgende verliezen gevonden: Aan Aan vert. droge stof ruw eiwit (ds) (vre) Gehakseld in niet-gedraineerde silo's 24,9 31,2 Gehakseld in gedraineerde silo's 28,6 32,8 Niet-gehakseld in gedraineerde silo's 25,3 38,6 Gehakseld in opzetstuk op de grond 31,6 34,7 Niet-gehakseld in kuil in de grond 25,2 37,4 Niet-gehakseld in hoop op de grond 32,-- 52,6 Dit kuiivoer bevatte slechts 1 tot 2,6 zand (ge middeld 1,6%), dank zij het feit, dat het loof met behulp van een Pömmeritz-schoffel was geoogst en slechts 24 dagen op het land was blijven lig gen. Normaal vinden we in de praktijk veel meer zand in het kuiivoer (gemiddeld 7 met een vari atie van 312%). De verliezen aan voederwaarde kunnen dan ook veel groter zijn. Zo vond men in Duitsland b.v. in een gewone grondkuil na 4% maand een verlies van 49 van de ds en 63 van het vre. Als de zuurgraad (pH) van het ingekuilde bie tenloof niet tot beneden 4,2 daalt, nemen bij lange bewaring de verliescijfers zeer toe. Boven dien is zulk kuilVor niet vrij van boterzuur (stank) en levert dan ook grote gevaren op bij de winning van een goede kwaliteit melk. (Slot volgt.) C. DEN ENGELSEN, Hoofd-Ass. bij het Rijksveeteelt- consulentschap voor Zeeland. ^Illll!llillllllllllllllil!llllllllllllllll|l|||||||ll!llll||i:ill||l|!llf||||!l||!l||||!|||||!l!|!l!|||||||||!l!l!l!|!|||||||||||||||||||l|ll Voor Uw benodigde INLANDSE EN IMPORT la naar Import - Export POSTBUS 35

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1953 | | pagina 4