Wij lazen voor U
i
ll
EMIGRATIE
ZITDAGEN
INHOUDSOPGAVE
De Denen en wij
fcfl
X
ZEEUWSCH LANDBOUWBLAD
tijden, mensen en volkeren heeft meegemaakt en
bestudeerd en die zeer terecht in het nummer van
,.De Nieuwe Veldbode" van 8 October erop wees,
dat indien men de 2Q' die werkzaam is in de
landbouw, in de kou laat staan, het de andere 80
óók niet goed kan gaan.
Uit alles blijkt in ieder geval, dat grote waak
zaamheid geboden is voor hen, die voor de boeren
op de bres moeten staan. Een conclusie, die wij
ook verleden week reeds stelden.
Voorspellen is moeilijk.
Een ieder weet hoe moeilijk het is zich aan voor
spellingen te wagen, zelfs als men een goed over
zicht van geschiedenis en van het heden heeft. Wie
herinnert zich niet meer, dat Minister Mansholt
nog verleden jaar sprak over het grote wereld
voedseltekort en vooral het tekort aan voedergra-
nen noemde. Hij deed dit op gezag van de F.A.O.,
de wereld-landbouw- en voedselorganisatie der
Verenigde Naties. Thans is deze zelfde F.A.O. met
een nieuw jaarverslag gekomen. Het eerste deel
van dit interessante stuk werk is gewijd aan de
situatie van de landbouw en de voedselvoorziening
van het ogenblik. En dan blijkt wel dat er het een
en ander veranderd is. Het blijkt dat de toestand
van vóór de tweede wereldoorlog weer voor een
deel bereikt is. In het ene deel van de wereld zijn
grote overschotten, terwijl in het andere deel een
bevolking leeft, die niet voldoende krijgt, mede
omdat zij geen koopkracht heeft.
De overschotten bestaan voornamelijk uit gra
nen. In de Verenigde Staten van Amerika en Ca
nada bevinden zich grote voorraden tarwe en an
dere granen, terwijl de nieuwe oogst overvloedig
is. Gelukkig voeren de verschillende regeringen
een verstandiger landbouwbeleid dan in de dertiger
jaren, zodat niet direct gevreesd behoeft te worden
voor een overvoeren van de markt. Niettemin blijft
dit alles een groot probleem. Reeds het aanwezig
zijn van deze voorraden oefent een prijsdrukkende
werking uit, hetgeen wij ook ondervinden.
Hoe nu de bevolking in de minder ontwikkelde
gebieden toch van deze overschotten te laten pro
fiteren, is een vraag, die ook de F. A. O. nog niet
heeft opgelost. Er valt dus nog wel wat te doen.
S.
CANADA EMIGRANTEN: HAAST U
Zij, die in 1954 als landbouwer naar Canada wil
len emigreren, moeten er rekening mee houden,
dat zij in verband met het seizoen en de werkge
legenheid tijdig in het voorjaar dienen te vertrek
ken. Zij moeten in Canada aankomen tussen half
April en half Mei.
Dit betekent, dat zij, voorzover zij dat nog niet
hebben gedaan, zich zo spoedig mogelijk dienen
aan te melden.
Langer wachten met aanmelden maakt het twij
felachtig of vertrek in 1954 nog wel mogelijk zal
zijn.
Het dringende advies luidt dus: aspirant-emi
granten voor de landbouw in Canada, die volgend
jaar willen emigreren, moeten voorzover zij dat
nog niet gedaan hebben, in hun eigen belang zich
terstond aanmelden.
Inlichtingen zijn iedere Maandagavond te ver
krijgen op de zitdag op het Landbouwhuis te Goes
van 8—9 uur 's avonds.
Overzicht.
Zitdagen Boekhoudbureau der Z. L. M.
Zitdagen Secretariaat der Z. L. M.
Emigratie.
Wij lazen voor U.
Zitdagen Zeeuws Voorlichting^nstituut op Verzeke-
ringsgebied. (Z.V.V.)
Zitdagen Zeeuws Voorlichtingsinstituut voor de
Brandverzekering. (Z. V. B.)
Zitdag Algemene Emigratie Centrale, Afd. Goes.
Uit de Herverkavelingsgebieden.
Paard en Paardensport.
Suikerbieten en -bladeren.
Korte Berichten.
De Boerenjeugd.
De bestrijding der vergelingsziekte begint in de
herfst.
Polder- en Waterschapslasten in de provincie Zee
land over het jaar 1952.
Schetsen van de Belgische landbouw. VII.
Tuinbouw:
Proefvelden als bakens voor de bemesting in
<je praktijk.
Korte wenken voor de praktijk.
Onderwijs:
Ontwikkelingsdag R. L. W. S. te Goes.
Programma Ontwikkelingsdag.
Toelatingsexamen R. L. W. S. te Schoondijke.
Noord-Brabantsche Maatschappij van Landbouw.
Marktberichten
Bram uit de Slikhoek.
Onlangs hield Dr De Waal de Nederlandse
landbouwattaché in Kopenhagen, die in Zeeland
geen onbekende is een lezing voce de Algemene
Vergadering van de Koninklijke Nederlandse Zui-
velbond. Het verslag van deze lezing staat vol
ledig afgedrukt in „de Landbode" van 24 Sept. j.l.
HGewel deze lezing vanzelfsprekend in de eerste
plaats was afgestemd op de zuivelsector, kan ook
de akkerbouwer er waardevolle elementen in ont
dekken wanneer het £aat over de methode die de
Denen toepassen omTiun export te handhaven en
uit te breiden.
Denemarken is meer dan Nederland een land-
bouwland; de expert van niet-verwerkte agrari
sche producten vormt meer dan de helft van de
totale export, terwijl de bevol
kingsdichtheid op dezelfde op
pervlakte cultuurgrond slechts
gedeelte van de Nederlandse is.
Daardoor kan er dus ook een
groter gedeelte van de productie
geëxporteerd worden. Practisch
alles is gemengd bedrijf, zodat de kosten, drukken
de op het veevoeder, geringer zijn door het ontbre
ken van vervoers- en handelskosten.
Wanneer men daarbij ook nagaat, dat de be
drijven door de tijdig genomen maatregelen, die
bedrijfssplitsirtg tegengaan uitstekend verkaveld
zijn en de gemiddelde bedrijfsgrootte ongeveer 15
ha bedraagt, dat 60 van de arbeid op de bedrij
ven door de familie wordt geleverd, 25 door
vaste hulp met kost en inwoning, 7% door vaste
hulp zonder kost en inwoning en slechts 7%
door losse hulp, dan begrijpen we, dat deze om
standigheden het goedkoop produceren allen ten
goede komen.
Vooral het grote .percentage eigen arbeid en de
kost en inwoning van vele gehuurde arbeidskrach
ten bieden uitwijkmogelijkheden, wanneer in min
der goede tijden onder de theoretische rentabili-
teitsgrens gewerkt moet worden.
Verder moet er rekening mee gehouden worden,
dat de Deense boer zijn bedrijf als een eenheid be
schouwt en in de eerste plaats kijkt naar de totale
uitkomsten.
De berekening van kostprijzen der afzonderlijke
producten kent men bok niet. Uitgaande van dit
beginsel komt men aldus Dr De Waal tot de
conclusie, dat deze bevredigend genoemd mogen
worden.
Het rentepercentage van het kapitaal, dat ge
ïnvesteerd is in het bedrijf, lag, na aftrek van de
beloning van de bedrijfsleider, de laatste jaren op
165 a 170 van het gemiddelde over de jaren van
1916 tot en met 1952.
Een groot verschil met de Nederlandse landbouw
is ook de veel grotere aanpassing aan de buiten
landse markt. In Nederland gaan we b.v. eerst
eens de melkprijs vaststellen en daaruit berekenen
we dan de boterprijs.
De Denen daarentegen stellen eerst de boterprijs
vast op grond van de gemiddeld te maken export
prijs op de buitenlandse markt; in dit geval Enge
land. De daaruit af te leiden melkprijs is van on
dergeschikte betekenis voor de melkveehouders.
Brengt men alle hiervoor genoemde factoren bij
elkaar en houdt men rekening met de veel lagere
waterschapslasten in Denemarken, die voor het
grootste gedeelte weer weggewerkt zullen WGrden
door de lagere Nederlandse pachtprijzen, dan komt
men tot de conclusie, dat de Denen goedkoper zou
den moeten kunnen produceren.
Men wordt in deze mening gesterkt als men de
sprekende cijfers in „De Boer" van 3 October leest
over de opbrengsten en prijzen van de verschillen
de West-Europese landen. Bedoelde cijfers zijn
ontleend aan een studie van de Europese Economi
sche Commissie en laten zien, dat wij samen met
de Denen behoren tot de goedkoopst producerende
landen van dit werelddeel.
Tarwe
cti
w
ÖJ3
C
a
.Q
a
O
3 *3
f-> o
8*
SH
CU
*-> 2
co x:
•9
Oc
Melk
8
X
u
43
a
ÖX)
c
43
5-.
3
a
O
bO
44
S C/3
1-1 ji
J-I O
4) T3
a
43
C
&X
0-i
a.2
O o
'O
kg kg
Zwitserland 2650 14,10 386 2930 8,63 253
West-Duitsl. 2860 10,52 301 2720 6,10 166
Frankrijk 1670 10,31 172 1950 7,71 150
België 3250 9,34 304 3528 6,28 222
Denemark. 3380 7,48 253 3300 5,19 171
Nederland 3580 6,38 228 3700 5,26 195
De gekozen voorbeelden zijn slechts vrij wille
keurig, doch zeggen ons toch wel wat, omdat we
zowel tarwe als de melk kunnen beschouwen als
basisproducten; het eerste van het akkerbouw
bedrijf; het tweede van het veehouderijbedrijf.
De prijs van de tarwe ligt uitgedrukt in dol
lars in Nederland lager, die van de melk juist
omgekeerd. Dooreengenomen ontlopen de prijzen
der producten in Denemarken en Nederland
elkaar niet zo veel.
Door de sterk uiteenlopende opbrengsten kan
echter, zelfs bij een hoge prijs, de opbrengst in
geld per ha nog tegenvallen.
Als men deze lijst ziet, begrijpt men ook beter
waarom landen als West-Duitsland, Zwitserland en
Frankrijk niet veel voelen voor het laten vervallen
van de economische grenzen, waardoor de binnen
landse markt bedreigd kan worden door goed
kopere buitenlandse producten. Bij al het streven
naar integratie op landbouwgebied zal men deze
natuurlijke neiging om de eigen landbouw te be
schermen moeten begrijpen.
Er zullen altijd streken blijven die te duur pro
duceren voor de wereldmarkt. De hier wonende
producenten zullen zich met hand en tand verzet
ten tegen alle integratiepogin
gen. Vooral in een tijd van neer
gaande conjunctuur zal men een
dergelijk streven te verwachten
hebben. Het streven naar een
verzekerd bestaan drijft de Ne
derlandse boer in de richting van
de export. Zijn buitenlandse collega heeft er ech
ter belang bij de goedkopere Nederlandse produc
tie zoveel mogelijk uit zijn land te weren om een
verzekerd bestaan te hebben.
De overeenkomsten die internationaal voor ver
schillende producten gesloten zijn, kan men een
niet te grote waarde toekennen, zolang niet alle
landen die belang hebben bij een product, de over
eenkomst getekend hebben. Bovendien bestaan
dergelijke overeenkomsten tot nu toe alleen voor
suiker en tarwe en niet voor de producten die voor
onze export belangrijk zijn.
Samen met de Denen voelen we ons de grote
voorstanders van integratie. Gaan we onze
onderlinge verhouding aan een ander onderzoek
onderlinge verhouding aan een nader onderzoek
maar wat graag een beetje meer houvast zouden
hebben aan de Denen, b.v. bij de export van bacon
naar Engeland, omdat onze prijzen minder soepel
zijn dan de hunne, die niet berusten op door de Re
gering gegarandeerde prijzen. De redenen, die hier
aan tem grondslag liggen, hebben we overigens
hierboven reeds weergegeven.
Ook wat de organisatie van de export betreft
we denken alleen maar aan de aardappelen
zouden we van de Denen nog heel wat kunnen
leren. Daar zijn het tenslotte ook onze concurren
ten voor!
B.
ZEEUWS VOORLICHTINGSINSTITUUT
OP VERZEKERINGSGEBIED (Z. V. V.).
TERNEUZEN: Woensdag 21 October a.s. in Hotel
,,Des Pays Bas" van 2.304.30 uur (de heer
Wegner).
OOSTBURG: Woensdag 21 October a.s. in Café
„De Vuijst" van 24 uur (de heer Cevaal).
ZIERIKZEE: Donderdag 22 October a.s. in Hotel
„Huis van Nassau" van 1113 uur (de heer
Wegner).
ST. MAARTENSDIJK: Donderdag 22 October d.s.
in „Hof van Holland" van 10.3012.30 (de
heer Cevaal).
GOES: Iedere Dinsdag op het Landbouwhuis.
Het Z. V. V. kent slechts twee adviseurs-deskun
digen n.l. de heren J. Cevaal en O. H. Wegner. Zij
controleren op Uw verzoek de polissen op het ge
bied van de levens-, pensioen-, lijfrente-, studie- en
uitzetverzekering en verstrekken inlichtingen om
trent het afsluiten van nieuwe posten.
ZEEUWS VOORLICHTINGSINSTITUUT
VOOR DE BRANDVERZEKERING (Z. V. B.)
ZIERIKZEE: Donderdag 22 October a.s. in „Huis
van Nassau" van 1113 uur (de heer J. van
Burg).
GOES: Iedere Dinsdag op het Landbouwhuis.
Als enige adviseur-deskundige van het Z. V. B.
fungeert de heer J. van Burg. Hij zal op uw ver
zoek de brandpolissen controleren of desgewenst
nieuwe polissen inschrijven. Schriftelijke aanvra
gen voor huisbezoek te richten aan het Secretariaat
Z. V. B., Landbouwhuis, Goes.
ALGEMENE EMIGRATIE CENTRALE (A. E. C.)
AFDELING GOES.
Iedere Maandagavond
Landbouwhuis te Goes.
van 89 uur op het