PULP
Suikerbietenkoppen en -bladeren
..OVERDAAD SCHAADT"
De stand van de bieten
ONTSMET
Uw zaaizaad
ZEEUWSCn LANDBOUWBLAD
i.
De bietencampagne is weer in volle gang. Dit betekent, dat ook de suikfoieterikoppen en -bladeren
weer als veevoeder beschikbaar komen.
In wezen vormen de koppen en bladeren een KOSTELIJK veevoeder. Van één ha suikerbietenkoppen
en -bladeren komt evenveel voederwaarde beschikbaar als b.v. van I ha grasland of 1 ha haver. Men
kan dit zich moeilijk indenken. Immers, dit product komt beschikbaar in zeer grote hoeveelheid in
vergelijking tot de aanwezige veestapel; een minder doelmatige aanwending, vooral een te ruime,
is daarvan gemakkelijk het gevolg. Een minder goede aanwending van dit waardevolle product
wordt voorts in de hand gewerkt door de ongunstige periode van het jaar, waarin de bietenoogst
valt, en het feit, dat men gedurende de bietencampagne op de meeste bedrijven overbelast is met
werk. Allemaal factoren'"dus, die er toe bijdragen, dat van de suikerbieten koppen- en bladeren niet
het volle profijt wordt getrokken. Toch is het goed steeds weer de waarde van dit echt Zeeuwse
veevoeder onder de aandacht te brengen en te wijzen op maatregelen, die 'ot een zo goed mogelijke
benutting kunnen leiden. v
VOER ER NIET TE VEEL VAN.
Een eenzijdige voedering van volop bietenloof
werkt in de eerste plaats verspilling in de hand.
Bij volop bijvoeren in de weide komt het niet zelden
voor, dat per dier per dag meer dan 100 kg wordt
verstrekt. Met geen mogelijkheid worden dergelijke
hoeveelheden opgegeten. Het overtollige voer
wordt door de dieren vertrapt; 50 tot hoogstens
75 kg per volwassen dier per dag zijn meer dan
voldoende. Aan melkvee moet eigenlijk niet meer
dan 25 kg per dag worden gevoederd. Hierop komen
we in een volgend artikel nader terug. Biedt de
weide nog enig gras, dan liever nog minder geven.
In de tweede plaats treedt bij het voederen van
volop bietenloof spoedig diarrhee op. Dat komt,
omdat dan de bacterie-werkingen in het lichaam
van het dier en tevens de normale spijsvertering
worden verstoord. Vuil en rot blad bevorderen het
optreden van diarrhee in ernstige mate. Diarrhee
is uiterst schadelijk. Het voedsel wordt dan on
voldoende verteerd, omdat het te kort in het
lichaam verblijft. Het gevolg is dan vergrote op
name van voedsel, dat op zijn beurt de diarrhee
hardnekkiger maakt, enz. Voorts is de diarrhee
oorzaak van een ontstellend verlies aan mineralen
in het lichaam. Suikerbietenkoppen en -bladeren
zijn rijk aan mineralen, vooral kali, natrium en
chloor, maar zijn naar verhouding arm aan
kalk en fosfor. Als gevolg van de diarrhee wor
den deze mineralen als het ware uit het lichaam
gespoeld, terwijl de dunne mest nog een zó grote
zuigkracht uitoefent, dat de zo belangrijke mine
ralen kalk en fosfor, die vooral in de beenderen
zijn opgehoopt, in een snel tempo aan het lichaam
worden onttrokken. Ja, zelfs natrium en chloor,
die veel in het bietenloof voorkomen, blijken bij
het optreden van diarrhee niet altijd voldoende te
zijn om in de normale behoefte van het dier te
voorzien. Deze mineralen-onttrekking heeft op den
duur ernstige gevolgen. In het begin van de bieten
campagne merkt men nog niets, maar na een lang
durige bietenvoedering, gepaard gaande met de bij
behorende doorloop, ziet men zo tegen St. Nicolaas
verschillende dieren, die stijve gangen vertonen
en moeilijk en pijnlijk opstaan of gaan liggen.
Bij zulke dieren zijn de voortplantingsfuncties
ook veelal gestoord en worden, zo ze gedekt moeten
worden, moeilijk drachtig of geven, als ze nog
moeten kalven, zwakke, weinig levenskrachtige
nakomelingen. Daar ook, na de ibietencampgane de
voeding op stal gewoonlijk in „gezonheidswaar-
Gewicht
Suiker
gehalte
7 Sept.
8 Sept.
7 Sept.
8 Sept.
1953
1952
1953
1952
Zeeuwse Eilanden
840
787
15.8
15.8
Zeeuws-Vlaanderen
830
831
15.8
15.2
Noord-Brabant
828
783
15.6
15.7
Nederland
810
808
15.6
15.8
Het wortelgewicht ligt wat hoger dan het vorige
jaar, doch het gehalte is wat lager.
In de eerste week van Sept. bleef de groei vrijwel
stilstaan, waardoor het suikergehalte met bijna 1
steeg.
Als bietenjaar is 1953 dus goed als suikerjaar is
het matig.
de" ten achter staat bij de weidevoedering, kan het
dan dikwijls lang duren eer de koeien woer op
nemen. Met fosforzure voederkalk en keukenzout
trachtte men dan ook in het verleden wel te voor
komen, dat een ernstig gebrek aan mineralen zou
optreden.
Enig resultaat hart dat wel, maar was wisselval
lig en niet voldoende. Een eerste voorwaarde tot
het verkrijgen van een goed rendement bij de bie-
tenloofvoedecing i$ dan ook, dat men de diarrhee
voorkomt.
In het verleden werd de oorzaak van de afvoe
rende werking van bietenloof geweten aan het voor
komen van vrij veel oxaalzuur, waarvan het ge
halte, na een droge periode, wel tot 3,5 kan op
lopen. Het is echter gebleken, dat het oxaalzuur
grotendeels reeds in de maag wordt gebonden aan
de ruime hoeveelheid basen, die in het loof voor
komen. Veel meer moet de oorzaak worden ge
zocht in de sterke bezetting met bacteriën, die op
dit suikerrijke product een prachtige voedingsbo
dem vinden. Per gram bietenloof komen, volgens
Duitse onderzoekers, wel 3050 millioen bacteriën
voor. Het zijn deze bacteriën, die in het darm
kanaal aanleiding geven tot een te grote melkzuur
vorming, waardoor in de dunne- en dikkedarm, in
plaats van een basische, een zure reactie optreedt.
Om dit zuur te verdunnen en weg te werken,
scheidt de darmwand water af, in plaats dat de
voedselbrij wordt ingedikt. Is het bietenloof nat
en broeit en rot het enigszins, dan is het bacteriën-
gehalte op zijn hoogst en geeft dan ook aanleiding
tot de meest ernstige diarrhee.
Voorwaarde is d^i ook: het blad zo schoon mo
gelijk, als het kan enigszins verwelkt en vry van
rotte delen aan te wenden. Het bijvoeren van voe
der, dat rijk is aan ruwe celstof, b.v. hooi en stro,
helpt ook om de bacteriewerkingen in het darm
kanaal binnen normale grenzen te houden. Dit kan
dan ook de diarrhee sterk beperken of zelfs voor
komen. Daarom is vroeg opstallen van het vee
al is het alleen 's nachts zeer aan te bevelen. Op
stal kan dan enig hooi (of stro) worden gevoederd.
Wel is waar kost dit arbeid, maar de groei der
dieren, of de melkgift van de koeien, worden er
dermate door bevorderd, dat het extra werk zeker
ruim wordt beloond.
(Wordt vervolgd.)
C. DEN ENGELSEN,
Hoofd-Ass. bij het Rijksveeteelt-
consulentschap voor Zeeland.
Hierbij moet men zich dus wel bewust zijn van
het meerdere werk en ook meerdere andere kosten,
die aan de natte producten: natte pulp, bieten en
vezels zijn verbonden. Dit betekent dus, dat de ge
droogde producten (gedroogde pulp, melassepulp
en suikerpulp) duurder mogen zijn dan hierboven
is berekend. Er staan ons echter geen verdere ge
gevens beschikbaar om de extra kosten te bereke
nen. Wellicht zou het aanbeveling verdienen
hiervan een nadere studie te maken. -
Schenkt men weinig aandacht aan de kuil, zodat
de verliezen oplopen van Vö tot Vs, dan mag men
bij een natte pulpprijs van 15,per ton reeds
1,70 per 100 kg gedroogde pulp extra betalen.
De Rijksconsulent voor de Veevoeding,
Ir. S. IWEMA.
Een zeer bekend bijproduct van de bietsuiker fabrieken is de pulp. Dit bijproduct wordt in vele
vormen op de markt gebracht, waarbij we dan liet gebruik in weidekoekjes e.d. nog buiten beschou
wing willen laten. Hieronder geven we een opsomming van de voorkomende soorten, waarbij
tevens het drogestof- en het verteerbaar ruweiwit gehalte is opgegeven, alsmede de zetmeelwaarde.
Hierbij is uitgegaan van de bekende kleine tabel van het Centraal Veevoederbureau; in de practijk
vertonen de natte producten wel eens aanzienlijke variaties; beschikt men echter niet over de droge
stofgehalten, dan is men wel genoodzaakt van genoemde cijfers gebruik te maken.
Voor vele boeren doet zich steeds weer de vraag met nog iets meer graagte gegeten, of dit wel in
voor, welk product eventueel moet worden aange- geld uitgedrukt mag worden is zeer de vraag,
kocht als er op het bedrijf een tekort is aan zet- Vergelijken wij nu de natte pulp met het ge-
meelwaarde. In de gebieden ver van de fabrieken droogde product, dan moet bij een prijsbepaling
kan men slechts een keuze maken tussen de drie behalve met de voederwaarde rekening worden ge-
genoemde droge producten, in de buurt van de houden met de volgende punten: conserveringsver-
fabrieken is echter ook natte pulp verkrijgbaar. liezen, arbeid bij de conservering, arbeid bij het
gebruik, conserveringskosten (silo, riet, stro). Van
omgerekende conserveringsverliezen weten we sinds kort iets
ds vre ZW ZW naders, omdat daarover aan het Rijkslandbouw-
Natte pulp 9,6 0,5 6,2 7,2 proefstation te Hoorn proeven zyn genomen. Bij
Gedroogde pulp 88 4,4 57 66,1 een zeer goede bewaring is het verlies pl.m. 15
Melassepulp 88 5,6 55,3 66,8 bÜ een veel voorkomende bewaring pl.m. 20 en
Suikerpulp 90 3,7 58,8 66,4 wanneer men de pulp ergens „neergooit" en er
Gekuilde natte pulp 10 0,5 6,8 7,8 verder niet meer naar omkijkt gaat meer dan
Voederbieten 15,5 0,7 10,3 11,7 verloren. Bij de berekening willen we uitgaan van
een verlies van 20 dus Vb deel; meent men dat
Men ziet hier het begrip omgerekende zetmeel- de verliezen in een bepaald geval zeer laag zijn,
waarde gebruikt; in deze waarde is de hogere prijs dan moet men toch nog altijd Vn deel als verlies
van het (zeer schaars) aanwezige eiwit tot uit- aannemen. Wordt veel in verse staat gevoederd,
drukking gebracht. Deze berekening is tamelijk dan dalen de conserveringsverliezen; maar steeds
ingewikkeld, globaal komt 't er op neer, dat men 't moet men zich bewust zijn van het feit, dat er ook
gehalte aan verteerbaar ruweiwit (vre) verdubbelt tijdens het transport nog enige verliezen optreden,
en dat getal optelt bij de zetmeelwaarde (ZW). al is dat hoofdzakelijk vocht. De kosten voor de ar-
Uit bovenstaande cijfers volgt wel, dat het prijs- beid en de conservering zelve zijn niet wel in gelds-
verschil tussen gedroogde pulp, melassepulp en waarde uit te drukken, deze variëren van bedrijf
suikerpulp slechts zeer gering mag zijn. Het ver- tot bedrijf.
schil kan hoogstens voortvloeien uit een bepaalde De bewaring van de droge producten gaat
specifieke waarde; uit voederproeven is wel geble- meestal zonder enig verlies gepaard; bij het ge-
ken, dat deze waarde zeer gering is. De meer zoete bruik krijgt men nog enige kosten voor het weken
producten melassepulp en suikerpulp worden wel van het product. Andere kosten zijn hieraan niet
verbonden.
Gaan we nu uit van een prijs voor natte pulp van:
(per ton aan de boerderij)
dan wordt de prijs pèr resterende ton gekuild
product (in gld) ƒ12 ƒ13 ƒ14 ƒ15 ƒ16 ƒ17
Dan mag kosten 100 kg gedroogde pulp 14,40 15,60 16,80 18.- 19,20 20,40
melasse pulp 12,20 13,22 14,24 15,25 16,27 17,29
suikerpulp 12,33 13,36 14,39 15,42 16,45 17,48
De voederbieten (15,& ds) mogen bij 10
tarra plus conserveringsverliezen kosten per ton 12,36 1328 14,30 15,32 16,34 17,36
aan de boerderij C21,06 22,81 24,57 26,32 28,08 29,83
Een product van N.V.N0URY&VANDER LANDE'S EXPLOITATIE MIJ. Deventer
wVvkrijgbaat biji J«bo»D«pSt^ ^Vfdugt «Agenten en Plaatselijk» Coöperatie». A