UIT DE PROVINCIE De bewaring van de natte pulp Weeroverzicht over de maand September 1953 ZEEUWSCIf LANDBOUWBLAD WEST ZEEUWS-VLA ANDEREN. 3 October. Er wordt met het rnooie weer van de laatste weken veel werk gedaan. Het is prettig werken, wanneer zo met de volgeladen bieten wagens van het land gereden kan worden. Er wor den dan ook al veel bieten geleverd. De gehalten vallen over het algemeen niet mee, maar het is nog te vroeg in het seizoen om een oordeel te vei len. Ook het wintervoren gaat vlot. Wel ploegt het zwaar op de zware grond, maar wanneer het droog is kan een wieltrekker ook meer piesteren, ter wijl het wiel, dat door de voor loopt, de zaak niet dicht smeert. Men begint in deze streek ook hoe langer hoe vroeger op te rijden voor winterland. Het is m.i. ook de enige methode om met de eigen trekkracht op tijd klaar te komen, zonder op het laatst knoeiwerk achter te laten. Er zal deze week wel veel winter tarwe uitgezaaid worden. Sommige percelen liggen wel wat erg grof, maar tarwe is niet zo kieskeurig wat het zaaibed betreft, terwijl het in de winter zelfs graag kluiterig land heeft. De kluiten beschutten de tarwe tegen de vorst en ook tegen het dicht slaan van de grond. De polder zal deze winter niet zo'n winterse aanblik vertonen als de laat ste jaren het geval kon zijn, daar de vele percelen koolzaad voor de groene kleur zorgen. Het groeit goed bij het huidige zachte weèr, maar toch is een bespuiting wel nodig geweest. Met de pootaardappelhandel gaat het niet vlot; toch ziet het er naar uit dat volgend jaar heel wat aard appels uitgepoot zullen worden. Dus zal de vraag toch nog wel komen. Super en kali worden reeds volop gestrooid. Het is vooral voor de kali goed wanneer dat tijdig kan gebeu ren. En in het voorjaar is het ook altijd druk. Het is dan ook goed om tijdig het bouwplan voor volgend jaar klaar te hebben, zodat elk gewas de bemesting kan krijgen welke het nodig heeft. Ook voor het ploegwerk is het nodig te weten voor welk ge was het perceel bestemd is. Want het ene gewas eist nu eenmaal andere cultuurmaatregelen dan het andere. Zo zien we, dat we eigenlijk het hele jaar door maar op de toekomst aan moeten werken om niet onverwachts voor moeilijkheden te staan, welke voorkomen hadden kunnen worden. SCHOUWEN-DUIVE LAND. 5 October 1953. De afgelopen week was voor het „Waterschap Schouwen" een belang rijke periode. De langverwachte dag dat de Schelphoek waterdicht was en de pompen in werking gesteld wer den, was aangebroken. En thans ziet Van boerderij en organisatie men dag voor dag de heers; van onze grote vijand minder Een teleurstelling aan de zijde van ons eiland was de king van de dijksluiting bij kerk. Gelukkig is hier het wer met spoed aangepakt, zodat we de hoop hebben in deze maand de slui ting nog voltrokken zal worden. Voor het zaaien van de tarwe liep het in 't begin enigszins tegen. Op het moment dat wij dit schrijven, zijn we echter weer druk aan de gang. Als men de praktijk hoort, zal er ec-iv grote oppervlakte wintertarwe ge zaaid worden. Het is ook veel waarc'. speciaal voor de zwaardere gronden. Het risico n.l. voor deze gronden in het voorjaar na een overstroming blijft groot. We zullen maar hopen, dat de v/inter ons wat gunstig gezind is voor het behoud van dit winter gewas. Want na de vele regen van enkele weken geleden is duidelijk ge bleken dat het doorlatend vermqgén van de grond niet meevalt. En op staand water is funest voor een^gè- was. Laten we daarom direct jia liet zaaien, vanaf de laagten enkele scha mels graven om het oppervlakte water zo spoedig mogelijk kwijt te zijn. In de drooggebleven polders is (Je aardappeloogst practisch achter de rug. De opbrengst is dooreen ge nomen goed. Dit jaar komt deze teelt wel terecht! De bietencampagne heeft ook z'n intrede weer gedaan. Deze oogst be looft ook goed te worden. Het per centage schieters is dit jaar groot. Van de fabrieken komen de waar schuwingen binnen om deze bieten afzonderlijk te houden en niet te leveren. Laten we dit ter harte nemen. Eén stekbiet in een monster kan al schade berokkenen voor het gehalte, dus voor ons geen voordeel en de fabriek met de moeilijkheden met de verwerking. We zijn er dus beide van gediend hier rekening mee te houden. t De herverkaveling is ook begonnen. In de polder Dreischor zijn de werken aan de gang, evenals onder Zierikzee. Het begin van een groot wejjk is op ons eiland begonnen. Met belang stelling volgen we allen de uitvoering van deze werken, want het gaat toch om ons gehele bestaan. Een zware periode ligt reeds ach ter ons, maar ook in de komende jaren zal nog veel van ons gevraagd worden. Maar laten wij steeds voor ogen houden, dat alles één groot doel heeft n.l. „de opbouw van ons zwaar getroffen eiland. WALCHEREN. 6 October 1953. Dit voorjaar werd in een artikel op deze plaats de aandacht er op geves tigd, dat 'n stikstofbemesting op erw ten niet rendabel zou zijn. Temeer omdat in bepaalde streken van Wal cheren deze stikslofbemesting een vaste gewoonte dreigt te worden, ter wijl de gift van jaar tot jaar wordt opgevoerd. Giften van 200 kg kalk- ammonsalpeter per gemet zijn zeker geen uitzonderingen meer. Op initiatief van de Ver. van Be drijfsvoorlichting „Walcheren" werd daarom besloten om een 3-tal proe ven in drievoud aan te leggen, ten einde deze collega's te overtuigen van het nutteloze van hun bemesting. Deze 3 proeven werden aangelegd op lichte klei en op zavel te Souburg, St. Laurens en Domburg. Bemest werd met resp. 0, 30 en 50 kg N per ha in de vorm van kalksal- peteiv direct voor het zaaien van de erwten. Het erwtenras was Rondo, gezaaid tegen 200 kg per ha. Nu deze erwtenproefvelden geoogst zijn en gedorst is het wel interessant om de uitkomsten nader te bezien. De gemiddelde opbrengsten van korrel en stro per ha zijn: stikstofgift: 0 N 30 N 50 N korrel 4640 kg 4520 kg 4520 kg stro: 4150 kg 4350 kg 4500 kg Hieruit blijkt duidelijk dat de kor relopbrengst bij N bemesting daalt. De stro-opbrengst neemt echter toe naarmate de N-bemesting wordt op gevoerd. We kunnen hieruit verklaren waar om men dus N op zijn erwten strooit, n.l. omdat het gewas wat meer blad en stengels vormt zoals uit de stro opbrengst kan opmaken. Het feit dat de korrel-opbrengst be langrijk daalt is veel nadeliger dan de meer. opbrengst aan stro. Wan neer men de erwtenprijs rekent op 0,50 per kg en de prijs per kg N uit kalksalpeter op 1,25, terwijl men de erwtenstro-prijs stelt op 60 per ton, dan zien we dat de financiële uit komst bij 30 kg N per ha ongeveer 85,50 per ha lager ligt. Het gevolg van de extra zorg wordt beloond door een opbrengstderving van ƒ85,50 per ha. Het zicht van een mooi erwtenge was in het voorjaar is ons wel iets waard natuurlijk, maar zoveel als hiernee laten we dat bedrag in de toekomst nuttiger besteden. TIIOLEN EN ST. PHILIPS LAND. Het gunstige weer heeft de werk zaamheden op de akker zeer bevor derd en over het algemeen staan we er wat dit betreft goed voor. Lang niet altijd betekent een vroeg begin ook een vroeg einde, doch dit jaar schijnt men toch wel enigszins een parallel lopende conclusie te mogen trekken. Maar het einde is er nog niet. Tegenslag van weer kan nog aanmerkelijk belemmerend werken. De aardappeloogst loopt teneinde. Op vele akkers zijn flinke aardappel- hopen verrezen; de opbrengst is dit jaar best. De bewaring der aard appels vraagt thans de aandacht van de boer. Kort geleden lazen wij in één der Vele landbouwbladen die ons land telt, het volgende: „De gewone ouderwetse manier van inkuilen in de put zonder verdere maatregelen, heeft ^oor de moderne akkerbouwer afgedaan". Wanneer we in onze kring rondkijken, vragen we ons wel eens „angstig" af, of wij hier dan niet over moderne boeren beschikken. Afgezien dan van die landbouwers die hun aardappels in de drie koelhuizen opslaan. Het aanbrengen van een natuurlijk ventilatiesysteem in de aardappelput ten zijn wij nog niet tegen gekomen. Een enkele keer ziet men enkele drai- neerbuizen in een aardappelput staan, doch lattenroosters op de bodem worden naar onze mening practisch niet aangebracht. Wij zijn wel van mening, dat het zeer zeker aanbeveling verdient, dat de aardappelverbouwers eens nagaan of het voor hun geen aanbeveling verdient eens te bekijken tot welke resultaten deze ventilatie kan leiden. Het schotverlies wordt bij goede be handeling flink tegengegaan. Het beste resultaat bereikt men ontegen zeggelijk met een bewaarplaats met buitenluchlkoeling. Enkele collega's hebben zelf op hun bedrijf een koel ruimte gemaakt, terwijl ook coöpera tief al rnooie resultaten in deze be reikt zijn. De suikerbietenoogst is nu ook in volle gang. De eerste opbrengsten zijn best. Ook het gehalte is redelijk. Het aantal schieters is dit jaar on rustbarend hoog. Andere jaren kon men duidelijk verschil zien tussen verschillende rassen, doch nu is het in alle rassen vrijwel gelijk. Naar onze mening moet men de oorzaak van de vele schieters in de eerste plaats zoeken in het vroege zaaien. Drie 'a vier weken later gezaaide bie tenpercelen hebben practisch geen schieters. De bietenzaadtelers zullen dit jaar maar raar opkijken bij een dergelijk groot percentage schieters. Wij zijn er echter van overtuigd, dat zij hun best doen om de schieters resistentie- te verhogen. De vele schieters brengen voor de boer weer problemen met zich mee, omdat de schieters niet meegeleverd mogen worden aan de fabriek. Vooral voor de leden van de coöperatieve fabrie ken is het zaak goed op deze bieten te letten. De harde bieten zullen als tarra worden beschouwd. Wij willen nog' eens uw aandacht vragen voor de aanzienlijke waarde van het suikerbietenloof. Laat dit toch vooral niet al te lang op het land liggen! In de lop van de jaren is de pulpprijs aanzienlijk gestegen. In vele gevallen is de bewaring echter zonder meer bedroevend te noemen. Nog vaak ziet men, dat de pulp ergens achter de stal is neergegooid; zelfs de moeite dit product nog enigszins op te stapelen en'aan te trappen blijft achterwege om over een afdekking maar in het geheel niet te spreken. Nu kan het soms moeilijk zijn met de arbeidsbezetting, maar toch achten wij meer zorg aan de bewaring wel op haar plaats. De grauw geelrode rottende massa, die men straks weer ziet, heeft zeer veel van haar voederwaarde verloren; bovendien is dat een aanfluiting van de spreekwoordelijke netheid van ons volk. Verliezen van 40 en meer zijn daarbij geen uitzonderingen. Met betrekkelijk weinig moeite kan men de ver liezen beperken, de gemaakte kosten worden spoe dig vergoed. Wanneer men elke herfst natte pulp aankoopt, verdient het bouwen van een pulpsilo sterk aanbeveling, speciaal daar waar men van wege de grondwaterstand geen grondkuil kan maken. Elders kan worden volstaan met een grond kuil. In beide gevallen moet de pulp intensief wor den aangetrapt en bij een bolle ligging goed wor den afgedekt (papier, kaf, riet of stro met pl.m. 20 cm grond)op deze wijze kunnen de verliezen tot1/8 deel worden beperkt. Desnoods kan men ook tussen stroballen pulp bewaren, ook dan is aan trappen en afdekken noodzakelijk, de verliezen zijn dan wat hoger, 20 tot 25 In totaal. De eerste helft van September was droog en zonnig met temperaturen die slechts weinig van de normale waarde afweken. Slechts in het Noor den van het land viel hier en daar enige neerslag van betekenis; in het midden c-n Zuiden werden in de eerste decade slechts enkele mm's regen af getapt. Gedurende de eerste dagen van de maand zag het er naar uit dat de weerptofeten, die een abnormaal Door J. warme Septembermaand hadden voorspeld, gelijk zouden krijgen. Vlissingen noteerde 1 September als een zomerse dag (max. temperatuur boven 25° C). De derde werd het echter alweer koeler en afgezien van twee vrij warme dagen is het kwik de eerste helft van de maand in het Z.W. niet boven 20° C. ge komen. Aan de nachtelijke temperaturen was duidelijk te merken dat de „r weer in de maand" was, de minimum temperatuur daalde weer verscheidene keren beneden 10° C. De 14e was de koudste nacht, met in het Noorden van het land een temperatuur van 4° C. De tweede decade bracht iets minder gunstig weer, het was vrij koud voor de tijd van het jaar en de zon vertoonde zich minder dan in de eerste decade. De laatste decade bracht een verdere daling van de temperatuur, de daling was echter niet zo snel als in een „normale" September-maand. J. POST Op de 23e en de 24e tapte men in Vlissingen resp. 15 en 16 mm neer slag af; deze beide dagen samen leverden meer op, dan de aftappingen in de rest van de maand. In totaal viel er in Zeeland tussen 50 en 60 mm neerslag; de normale hoeveelheid bedraagt onge veer 70 mm. Nu de oogst van de suikerbieten begonnen is, valt het grote aantal schieters nog eens extra op. Ongetwijfeld heeft het weer hier ook schuld aan. Wij hopen hierop in een afzonderlijk artikel terug te komen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1953 | | pagina 4